Het Londense Victoria & Albert Museum huisvest een van de meest spraakmakende tentoonstellingen van dit jaar : Modernism.

Nu we het verloop van de twintigste eeuw in kaart kunnen brengen, komen er duidelijke trends tevoorschijn die ons nu nog beïnvloeden. Het Londense V&A toont zo’n rode draad, het modernisme of de interbellumstijl (van 1914 tot ’39), die de moderne wereld helemaal heeft veranderd. De tentoonstelling wordt het eerste diepteonderzoek van een beweging die ons niet alleen gestroomlijnde auto’s en moderne keukens schonk, een obsessie bijbracht voor zonnebaden en sport en ons ook verliefd deed worden op een nette, minimalistische architectuur en design. De stroming ontkiemde voor de Eerste Wereldoorlog, maar kwam pas daarna tot ontplooiing en was een reactie op de negentiende eeuw en het oorlogsgeweld. Veel designers zetten zich in voor een sociaal rechtvaardige maatschappij met comfort voor armelui. De modernisten droomden van een hygiënische en goed georganiseerde wereld.

In die utopische wereld moest al het overbodige wel worden weggesnoeid. Dat ideeëngoed had dus extreme en vrij onverdraagzame kantjes. Zo beweerde architect Adolf Loos bijvoorbeeld dat ornamenten een misdaad zijn. Als reactie op de overdadige versieringen uit de negentiende eeuw was dit nog best begrijpelijk, maar het getuigt wel van wat je een ondemocratische visie van de kunst zou kunnen noemen. Intussen is dat idee achterhaald en zijn de hedendaagse architecten en designers niet langer bang van enige frivoliteit.

Maar de tentoonstelling benadert het modernisme op een veel ruimere wijze. Zo worden zowel schilderijen, beelden, foto’s, meubelen als mode getoond. Met uiteraard veel originele stukken van grote tenoren als Mies van der Rohe, Le Corbusier, Walter Gropius, Marcel Breuer en Alvar Aalto. Maar het gaat de curator Christopher Wilk om meer dan kunst en design alleen. Hij laat ook zien wat het modernisme materieel heeft veranderd. Daarom wordt ook de oudste moderne prefabkeuken geëxposeerd, die onlangs in Frankfurt werd ontdekt en de eerste modernistische auto, de Tatra 87. Er gaat ook flink wat aandacht naar de lichaamscultuur die zich toen ontwikkelde met röntgentoestellen en zonnelampen. De modernisten geloofden trouwens ook dat machines de wereld konden veranderen. Daarvan zijn de buisschilderijen van Fernand Léger een mooie illustratie. Bijgevolg hielden ze ook van technologische kunst, zoals film en fotografie. Denk maar aan het oeuvre van Sergei Eisenstein, Fritz Lang en Leni Riefenstahl. Ze waren ook bezeten van massaproductie. Onder hun invloed ontstond de moderne industriële design.

Aan de tentoonstelling koppelt de BBC een reeks reportages over het modernisme, die in de komende maanden worden uitgezonden. De tentoonstelling loopt van 6 april tot 23 juli in het Londense Victoria & Albert Museum.

Voor meer informatie : www.vam.ac.uk

Piet Swimberghe

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content