“Haar verbeelding is onbeperkt en wat het helemaal leuk maakt, is dat ze genoeg talent heeft om die eindeloze verbeelding nog te spélen ook. ” Een portret van Me’Shell NdgegéOcello.

PAUL ZOLLO

Ze was een van de eerste artiesten om van Madonna een kontrakt te krijgen op haar label Maverick Records. John Mellencamp vroeg haar met hem te duetteren op zijn versie van Van Morrisons “Wild night”. Met jazz-legende Herbie Hancock werkte ze samen op “Nocturnal sunshine”. Regisseur John Singleton benaderde haar om muziek én dialogen te schrijven voor zijn nieuwe film. En Prince, met wie ze vaak vergeleken wordt, boekte haar in de Glam Slam zijn klub in Los Angeles om haar vanop de eerste rij en ongestoord te kunnen ondergaan. Me’Shell NdgegéOcello is, met andere woorden, hot.

Deze avond zit ze in de talkshow van Arsenio Hall. Hij bekijkt haar, vraagt haar naar de juiste uitspraak van haar naam. Ze zegt traag en nadrukkelijk, alsof het een mantra is : “Me-Shell-En-Day-Gay-O-Chello”. Dan citeert Hall een uitspraak van haar : “Zwart zijn, biseksueel én een vrouw zijn drie elementen die me ànders maken. ” Ze fronst de wenkbrauwen, geeft hem op zijn donder omdat hij het citaat uit de kontekst heeft gerukt en zegt dan rustig : “Ik woon in een wereld die barst van racisme, seksisme, homofobie en ekonomische segregatie. Zwart zijn én vrouw wat zeg ik : zwart zijn tout court is hard. Deze maatschappij wil niet dat we slagen. ” “Maar als je het doet”, beaamt Hall, “dan weet je dat je verdomd bad bent. ” Ze glimlacht : “Oh ja, slaag en ze staan met hun mond vol tanden. “

De volgende dag arriveert Me’Shell in het Thaïs restaurant, waar we afgesproken hebben, met haar vijfjarig zoontje Askia. Zijn naam betekent : hij die de troon gestolen heeft. De hare, ook in Swahili : vrij als een vogel. Ze heeft er een hekel aan om over zichzelf te praten. Ze werd in Duitsland geboren als dochter van een beroepsmilitair, groeide gedeeltelijk op in en om Washington DC en op de boerderij van haar grootvader in North Carolina. Haar vader, notoir saxofonist, was dirigent en leider van legerbands. Haar moeder draaide soul-platen. “Die bands van mijn vader hadden altijd een kletterende trombonesektie : bebop van voor naar achter. En mijn vader zelf was een musicus in àlle betekenissen van het woord : een zatlap, die zelden thuiskwam, omdat hij weer eens gevochten had. Onze familie hing als los zand aan elkaar, maar er was altijd muziek in het huis. Mijn moeder draaide àlles van Aretha Franklin, àlles van Jackie Wilson, àlles van Millie Jackson en over en over die live-plaat van Teddy Pendergrass. Ook ik was er gek van. “

“Ik ben maar op mijn zestiende beginnen bas spelen en zingen. Ik wou artiest zijn. Ik werkte met klei, maakte erg abstrakte dingen. En op school zei ik geen woord. Als je beeldhouwt, heb je alleen een relatie met wat je creëert en vergeet je de wereld rond je. Maar op een bepaald moment werd het allemaal té emotioneel voor me en begon ik het te haten. “

Een vriend van haar broer liet zijn bas in haar huis achter en haar leven zou nooit meer hetzelfde zijn. “Ik werd op slag verliefd op het instrument. ” Haar opvoeding kreeg ze van platen van Prince, die ze uren aan een stuk bestudeerde. “Op eender welke van zijn platen kon je een funk-track horen, een rocksong, een ballade en nog een stuk of tien genres. Toen dacht ik al : als ik ooit een plaat maak, dan wil ik ook dat elke song een eigen persoonlijkheid heeft. “

Ze begon muziek te schrijven voornamelijk instrumentals bijna vanaf het moment dat ze kon spelen. “Mijn eerste stuff was ijl, esoterisch. Geen melodieën, alleen maar een handvol akkoorden die konstant veranderden. Ik had een viersporen-bandopnemer en ik schreef songs die vier verschillende baslijnen hadden. Toen ik achttien was, begon ik daar teksten voor te schrijven. Ik was niet echt spraakzaam, dus was dat zo’n beetje een konversatie voeren met mezelf. ” Een van haar eerste songs was “Boyfriend”, een regelrechte tranche de vie. “Ik zag er jaren geleden al uit zoals vandaag, maar toen was die ‘look’ nog niet echt populair. Veel meisjes kwamen me pesten. Ik had eens een verhouding met een man van wie ik wist dat hij veel vriendinnetjes had. Ik werkte toen in een klub en een van die meiden kwam naar me toe. ‘Ik geloof er niets van dat hij iemand als jij kan appreciëren’, zei ze. En ik antwoordde : ‘Grappig, want ‘if that’s your boyfriend, he wasn’t last night. ‘ Achteraf dacht ik : eigenlijk is dat een goeie zin. En ik heb ze dus gebruikt in die song. “

Veel songs van haar debuut “Plantation Lullabies” zijn op een gelijkaardige manier ontstaan. “Ik kan moeilijk fiktie schrijven”, zegt ze. “De rap-suite ‘Two lonely hearts on the subway’ begon inderdaad na een toevallige ontmoeting op een trein. ‘Shoot’n’up and gett’n’high’ gaat over junkies… ’t Is een triest liefdeslied, maar desalniettemin een liefdeslied, waarin ik me afvraag waarom we alleen maar God zien als we sterven. “

Een terugkerend tema in haar werk is de wijze waarop zwarten door deze maatschappij en kultuur geïndoktrineerd worden om te denken en eruit te zien als blanken. In “Soul on ice” rapt ze : “We’ve been indoctrinated by the white man’s standard of beauty. ” Ze zucht. “Toegegeven, er is een tijd geweest dat ik blanken hààtte. Ik vond zelfs dat je ze maar beter allemaal kon uitroeien. Maar ik ben rijper geworden : ik zie nu in dat velen van hen ook maar het slachtoffer zijn van dit systeem van kolonizatie. Ik denk nu dat ik een hoger stadium bereikt heb, dat ik geen raciste of seksiste meer ben. Ik wil niet meer kwaad zijn. “

Vrouwen kunnen bang zijn dat je hun man zal stelen, als ze naar “Boyfriend” luisteren, werpen we op. “Niet als je naar de kontekst luistert, naar de rest van de cd dus”, zegt ze. “Dan hoor je dat het over zelfrespekt gaat en haat die vrouwen voor elkaar voelen. Ik vind het bijvoorbeeld uiterst merkwaardig dat in een driehoeksverhouding de vrouwen mekaar zullen aanvallen en dat de man steevast buiten schot blijft. Die song gaat over hoe slecht het is als je mensen als je bezit beschouwt. Maar helaas hoor je die kontekst van de hele cd maar zelden, omdat de radio alleen maar mijn brave songs draait. Ik vraag me wel af wat de platenmaatschappij zal doen als die voorraad uitgeput zal zijn. “

De maaltijd zit erop. Me’Shell suggereert dat we de konversatie kunnen verderzetten in de wasserette. De volgende ochtend vertrekt ze met haar groep naar Japan en ze heeft nog bergen kleren te wassen. Terwijl ze me een mand vuile was in mijn handen duwt, zegt ze : “Roem en rijkdom gaan niet noodzakelijk hand in hand. Dit is de échte Me’Shell. ” Ze zoekt een plekje voor Askia en zet er zijn plastieken dinosaurusjes neer. In geen tijd draaien vier wasmachines. “Toen ik een kind was, ging ik om de haverklap met mijn moeder naar de wasserette. Soms stelde ik me voor dat ik daar leefde. “

Een jongen van een jaar of zeventien komt naar haar toe en zegt dat hij haar gisteren op televisie gezien heeft : “Het was hip, maar je ziet er in het echt veel kleiner uit. ” Ze lacht : “Dat vertellen ze me iedere keer. ” Maar ze vindt dat minder erg dan het misverstand dat ze blanken zou haten. Hoewel : een zin als “the white man should sleep with one eye open” is niet meteen vertrouwenwekkend voor blanken. “In mijn songs heb ik het over de manier waarop de maatschappij ons behandelt, hoe de scholen ons discrimineren, over armoede. Ik was laatst in San Francisco en een blanke vrouw kwam naar me toe. ‘Je haat ons toch niet écht, he’, vroeg ze. En ik zei : ‘No no noooo, da’s toch te gek voor woorden. ‘ Ik heb haar een knuffel gegeven. Het kwetst me soms dat mensen denken dat ik een raciste ben. ’t Is maar een plaat, een manier om je uit te drukken, zoals een schilderij. En het is een kunstwerk dat iets zegt over een bepaalde periode in je leven. Veel van de gevoelens en ideeën op die plaat héb ik vandaag niet meer. Maar ze staan nu eenmaal in een cd gebeiteld en dus moet ik er verder mee. Mensen veranderen, alles evolueert. “

Terwijl we bezig zijn over ‘het alledaagse racisme’ horen we hoe een klein blank meisje in de wasserette tegen haar broertje zegt : ‘Kom hier, je weet dat mama niet wil dat je met zwarte jongetjes speelt. ‘ Me’Shell draait zich meteen om naar haar zoontje en zegt : “Niets van aantrekken, Askia, je niet laten kwetsen. ” Dan bekijkt ze me met een eindeloze tristesse : “Heb je dat gehoord ? Dat bedoel ik dus. En dan durft men mij een raciste noemen. Vergeet niet dit in je verhaal op te nemen. ” Ik vraag of ze kwaad is. “Ik voel geen kwaadheid, alleen maar pijn. Voor de kinderen. Ze hebben niet gevraagd om geboren te worden. Als ik het kon overdoen, dan zou ik er vermoedelijk voor kiezen om Askia niet meer te hebben, omdat de wereld zo’n gekkenhuis is. Natuurlijk hou ik van hem en geniet ik elk moment van hem. ” Dan vermant ze zich. “Oké, laten we even naar deze machines kijken. “

“Ik respekteer Me’Shell op elk niveau”, zegt Madonna, “als songschrijfster, als musicus, als zanger, als performer en bovenal als vrouw. Overleven in deze business én anders zijn. She’s a badass. ” Me’Shell speelt logischerwijs mee op de laatste cd van Madonna, “Bedtime stories”. De superster was kapot van Me’Shells muziek van zodra producer André Bretts haar een demo liet horen van “Boyfriend”.

John Mellencamp was het eerst onder de indruk van Me’Shells bas-spel en hij nodigde haar een paar dagen uit op zijn ranch in Indiana, een beetje vakantie met zijn vrouw en z’n kinderen en wie weet, een beetje musiceren in z’n studio. “Zij is zo écht”, zegt Mellencamp, “een kwaliteit die je dezer dagen maar zelden meer aantreft bij mensen. Eigenlijk volg ik de muziek-scène niet meer van dichtbij, maar een vriend liet me haar plaat horen en ik stond met mijn mond vol tanden. In mijn studio zei ik haar welke baslijn ik in mijn hoofd had en na een paar sekonden speelde ze die ook, alleen : duizend keer beter. ” Na twee dagen durfde Me’Shell eindelijk toegeven dat ze al een fan was van John Mellencamp toen hij nog John Cougar heette. “Wie heeft uiteindelijk dat roze huis gewonnen”, vroeg ze. Mellencamp hoorde het donderen. “Die wedstrijd van MTV in het begin van de jaren ’80, toen de winnaar een ‘Pink House’ kreeg”, zei ze. “Ik heb zeven kaartjes ingestuurd. ” Mellencamp lacht. “Haar verbeelding is onbeperkt en wat het helemaal leuk maakt, is dat ze genoeg talent heeft om die eindeloze verbeelding nog te spélen ook. “

De volgende avond rijden Me’Shell en haar band naar de luchthaven. Op de radio draaien ze “I’m diggin’ you (Like an Old Soul Record)”, een van haar vrolijke songs. “Herinner je je nog de goeie ouwe tijd”, vraagt ze, “toen iedereen zwart en bewust en trots was en één in de strijd en verenigd door liefde en broederschap. ” Ik vraag of de song naar die tijd verwijst. “Ik wou een paar mensen duidelijk maken hoeveel liefde ik voor hen heb en ik slaagde er niet in. Ik wist dat zij zielsveel van soul hielden en toen schreef ik : da’s hoeveel ik van jullie hou, evenveel als jullie van soul. ” Je plaat heeft ook de vibes van een ouwe soul-cd, zeg ik. Me’Shell lacht. “It’s the new soul”, zegt ze.

Me’Shell : “Ik woon in een wereld die barst van racisme en seksisme. “

Me’Shell : “Ik werd op slag verliefd op het instrument. “

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content