Jan De Smet, Kris De Smet en Geert Vermeulen zijn échte professionals : in tegenstelling tot Michael Jackson zeggen zij hun afspraken niet af. Ze hebben redenen zat om praatzaam te zijn : het tweede luik van ?FaMineurZeven? gaat van start, en ze hebben in eigen beheer een cd van het programma laten maken.

Jacky Huys / Foto’s Guy Kokken

Dit blad heeft al lang (naar schatting acht jaar) niet meer over De Nieuwe Snaar geschreven. Jan De Smet heeft daar een theorie over : ?Als ik het zelf mag analyseren, dan gok ik op : er is geen specialist voor wat we doen. Je hebt mensen die het vakterrein jazz beheersen of rock of theater of klassiek, maar wat wij doen kun je niet in één genre inpassen. Wij hebben altijd gezegd : er zijn té veel dingen die we té graag doen om ons in één vakje te laten onderbrengen. Da’s trouwens onze grote kracht en de reden waarom in onze stijl de concurrentie onbestaande is. Wij hebben de tijd gekregen om te groeien. We zijn in ’70 met een paar maten begonnen met een muziekgroepje, en de basismotivatie van toen plezier hebben is nooit radicaal veranderd, alleen maar geëvolueerd naar een eigen stijl en een volle agenda. Op een bepaald moment hebben we allemaal onze vaste job opgegeven. Wij leven sindsdien van De Nieuwe Snaar, en ik heb daar nog geen moment spijt van gehad.?

Wat is er die voorbije acht, negen jaar allemaal gebeurd ?

Jan De Smet : We hebben een beetje in Europa rondgezworven, hier en daar onze kunstjes laten zien en verschillende voorstellingen gemaakt, zelfs een best of. Vooropgestelde doelen hebben wij zelden gehad.

Kris De Smet : Je begint een groep om een lief binnen te doen, om te scoren, en na een jaar besef je dat dit niet de aangewezen weg is (lacht). Al onze vrienden gingen naar het jeugdhuis en wij moesten gaan spelen.

Jan : Ik had niet het goeie instrument : een accordeon.

Geert Vermeulen : Ik had het goeie instrument, maar foute collega’s.

Jan : Wij willen alleen bij elke nieuwe productie andere horizonten verkennen. Je kan eigenlijk hopen dat je volgende keer beter bent, maar je moet er in elk geval naar streven dat je volgende keer anders bent. Of we er ooit van gedroomd hebben in Carnegie Hall te staan ? We hebben in de Olympia in Parijs gespeeld…

… die ze na de pauze prompt zijn beginnen afbreken…

Kris :… maar achteraf denk je : dat was er eentje in de lange rij, niets meer.

Geert : Het gaat a) om het plezier van te spelen en b) om op die manier jong te blijven.

Jan : Ik las laatst een quote van Gal die ik absoluut onderschrijf : iets origineels doen is niet zo moeilijk, iets blijven volhouden, da’s pas indrukwekkend. Als je ziet hoeveel groepen er komen en gaan, dan moet ik wel eens slikken, ja. Alleen kwaliteit overleeft. Maar dat vergt veel inspanningen, die het publiek vaak niet ziet : niemand weet hoezeer wij ons zijn blijven documenteren of naar hoeveel concerten wij gaan om bij te leren, niet alleen muzikaal-technisch, maar ook qua entertainment. Dat is een van de grote minpunten aan de meeste groepen : ze vergeten dat ze minstens één entertainer moeten hebben die wat op een podium gebeurt kan overbrengen, zodat het de mensen raakt.

Kris : Als er alleen auditief iets te beleven valt, gaat het fout. Ik zag een paar weken geleden een concertje van Tom Helsen, Rock Rally-finalist : ik voelde dat die jongen iets in huis heeft, maar hij slaagde er aan geen kanten in om dat over te brengen. En ’t is een vicieuze cirkel : als de mensen niet reageren, gaat zo’n jongen er na een tijdje ook z’n broek aan vegen. Op die manier wordt er veel talent gefnuikt, vrees ik. Ik wil niet ouderwets klinken, maar al van bij onze eerste concerten was er ambiance in de zaal, wisselwerking met het publiek.

Maken jullie dat nog mee, onwillige zalen ?

Jan : Zelden is er sprake van apathie, maar geen twee zalen zijn gelijk : soms moeten we echt trekken en sleuren. Meestal in Nederlandse zalen, aan de oostkant, met een abonnementenpubliek. Aan de andere kant : áls je ze overtuigt, geven ze je een staande ovatie.

Geert : Bij onze voorstelling William heb ik af en toe gedacht dat de mensen in de zaal overleden waren. Maar misschien lag dat aan de nummers, die iets moeilijker waren dan anders.

Lachen jullie vandaag om andere dingen dan vroeger ?

Jan : Humor evolueert constant. Als je nu de eerste show van Urbanus zou zien, zou je volkomen anders reageren omdat de tijdgeest zo veranderd is. Die eerste platen van Neerlands Hoop zijn onvoorstelbaar traag.

Kris : Dat is het inderdaad : het ritme is volkomen veranderd. Wij hebben laatst een van onze optredens bekeken uit ’81 en daar zaten weliswaar goeie dingen in, maar ik dacht : kan dat niet een beetje vooruitgaan ? Terwijl er toen behoorlijk op gereageerd werd. Maar dat lijzige, trage, zelfs melige van toen : dat kun je vandaag niet meer maken. Wij profileren ons vandaag trouwens steeds minder als een humoristische groep en steeds meer als een muzikale. Onze programma’s zijn niet opgebouwd met het oog op een lach om de dertig seconden, maar als een totaalbelevenis.

Jan : Wij krijgen ook dikwijls de verkeerde reacties. De mensen komen naar ons toe en zeggen : ?We hebben weer ongelooflijk goed gelachen, en ’t was nog goeie muziek op de koop toe.? Terwijl wij eigenlijk alleen maar zorgen dat we goeie muziek kunnen spelen met humor als toemaatje. Daar wérken we zelfs niet echt aan : humor zit ingebakken in dit trio. Dizzy Gillespie en Louis Armstrong werden in het begin niet voor vol aanzien omdat ze zo dolden met hun jazz en constant lachten. Terwijl ik dat hét grootste manco vind in de hedendaagse rock en pop : een stuitend gebrek aan zelfrelativering. ’t Moet allemaal zo cool zijn tot in de duizendste macht. Ik ben in mei met m’n oudste zoon naar Pinkpop getrokken, en de enigen die me konden boeien, waren Beck en Jim Rose. Al de rest was volkomen inwisselbaar : pure pose.

Geert : Wij hebben wel eens ruzie, voor en na, maar op een podium hebben wij ons tenminste altijd geamuseerd.

Jan : De reden waarom wij al zo lang samenwerken, is dat we eerlijk zijn en dat we elkaar de ruimte geven om ons eigen ding te doen. Wij hebben uiteenlopende interesses buiten De Nieuwe Snaar.

Kris : Gelukkig ook een paar gelijklopende. Maar er zijn soms spanningen, toegegeven. Bij de creatie van FaMineurZeven hebben we ons helemaal kunnen concentreren, terwijl we vroeger soms een nieuw programma schreven terwijl we een vorig nog uitvoerden. We zaten op een figuurlijk eiland met de techniekers en de regisseur, maar dat heeft ook nadelen omdat je geen voeling meer hebt met het publiek en zoiets automatisch tot onzekerheid leidt. Repeteren in het luchtledige was het. Vandaar dat de première ook zo’n ontlading was : ze kennen ons nog.

Jan : We zijn geen vaste waarden. Zeker niet voor onszelf. We moeten iedere keer weer bewijzen dat we geen doordruk van onszelf zijn. Ondanks de beperktheden. Onze eerste voorstelling heette : Fragmenten uit de Geïllustreerde Muziek. En eigenlijk is die titel gebleven, met alleen andere ondertitels. Als je mij dus vraagt waarover FaMineurZeven gaat, dan zeg ik : ?Zoals alle andere programma’s over het plezier van muziek maken.?

Geert : ’t Is zoals het circus : altijd hetzelfde, maar altijd anders.

De brief die jullie meestuurden met FaMineurZeven gaf blijk van een, zeker voor jullie doen, ongewone bitterheid.

Jan : Dan had je het origineel moeten lezen. Het begon ongeveer met : ?Na een laatste stuiptrekking heeft het platenhuis EMI ons verlaten? (lacht). Ik heb er alle begrip voor dat platenhuizen in economische termen moeten denken, maar als je een groep als De Nieuwe Snaar tekent, moet je meegaan in de sfeer van zo’n groep en promotie voeren in diezelfde geest. En dat hebben ze nooit gedaan : we waren een ordinaire rockgroep die dezelfde doordeweekse behandeling kreeg. Ze hadden geen mensen om met ons mee te denken en ze hadden geen ideeën. Dus hebben we gezegd : we gaan het allemaal zélf doen. We hebben diep in onze portefeuille getast om te bewijzen dat het wel kan, zowel qua vorm als qua inhoud. De mentaliteit van : als het meer kost, dan kost het meer, punt. Bij EMI stonden we voor voldongen feiten : ?Ah, jullie hadden de teksten erbij gewild, sorry, te laat.? Triestig. En we hebben niet geprobeerd bij een andere firma onder dak te geraken : een andere naam maar hetzelfde systeem, daar schiet je niets mee op.

Maar hebben jullie dan geen problemen met de distributie, om de cd’s in de handel te krijgen ?

Leon Lamal, manager : Waar zijn we over bezig ? Er zijn hoop en al nog een handvol platenwinkels of -ketens in België. Ik stuur hen een fax, zij faxen mij een bestelbon terug, ik ga in mijn kelder, ik maak een pakje, ik bel Van Gend & Loos, klaar distributie.

Kris : In Nederland heeft EMI meer gratis kaartjes gevraagd voor onze voorstellingen dan ze cd’s hebben kunnen verkopen.

Jan : We hebben geen after parties, rond ons hangt geen glamour, wat kan een multinational dan een groepje als De Nieuwe Snaar schelen ?

Zijn er nog andere gebeurtenissen van de voorbije 25 jaar die jullie pissigheid opwekken ?

Jan : We hebben ooit, met onze eerste voorstelling, de aanbieding gekregen om drie maanden in Parijs te spelen. Maar we hadden ze op dat moment al zeshonderd keer opgevoerd en de tweede was al af. Maar de promotor wou per se de eerste. Bon, voor ons zieleheil hebben we gezegd : we doen het niet. We waren de voorstelling zo beu dat een extra drie maanden pure hel zou geweest zijn. Tegen het advies van ons management hebben we dus beslist dat we niet naar Parijs zouden gaan. Op termijn bekeken is dat waarschijnlijk een fout geweest : om een vaste basis in Frankrijk te krijgen, hadden we toen van ons hart een steen moeten maken. Maar goed, je moet uiteindelijk alles kunnen relativeren. Belgische groepen die splitten, zijn dezer dagen voorpaginanieuws. Terwijl ik, in mijn naïviteit misschien, denk : zou je niet beter aandacht besteden aan groepen die bij elkaar blijven ? ’t Is allemaal pure sensatie. Ja, ik geef het toe : het heeft dikwijls gestoken dat een hype meer aandacht krijgt dan wij die altijd voor volle zalen hebben gestaan. Ik kon daar vroeger razend voor worden, boze lezersbrieven inclusief, maar nu besef ik dat het onzin is. Ik wil me niet meer aanstellen.

Om de een of andere reden en zelfs in de wetenschap dat ál jullie zalen volzitten, heb ik het idee dat jullie een erg low profile hebben.

Jan : Wanneer heb je een high profile ? Als je je laat zien op premières van grote musicals of op feestjes bij voorstellingen van platen. Dat interesseert ons hoegenaamd niet en we zijn bereid om daar de gevolgen van te dragen. ’t Is een bewuste keuze. Er komen genoeg aanbiedingen voor panels en kwisjes. Ik heb me nu laten verleiden om mee te doen aan vzw, de kwis van Herman Van Molle, een zeer aangename gewaarwording overigens, omdat ik wist dat Herman zeer expliciet zou aankondigen dat we een nieuwe cd hebben. Er zijn al zo weinig mogelijkheden voor ons op televisie. Maar voor panels zijn wij niet ad rem genoeg : als je aan zoiets meedoet, moet je gaan om te scoren. Maar wij scoren alleen in ons eigen decor.

Geert : Schoenmaker, blijf bij je leest. Populair zijn, is een fulltime job.

Jan : Ik wil geen foto’s laten nemen van mijn kinderen of mijn nieuwe living, ik wil niet samen met de pers op vakantie gaan. Trouwens : gesteld dat wij in de boekskes zouden staan en gesteld dat er dan meer publiek naar onze shows zou komen, wat dan ? Komen die dan voor ons als muzikant of om te proberen uit te zoeken wie de privé-persoon achter de muzikant is ? Ik zeg het klaar en duidelijk : onze privacy is heilig. En dat lukt, als je consequent bent. Ten tijde van De Prehistorie, onze one minute of fame, kregen we aanbiedingen van publiciteitsfirma’s, maar we hebben het been stijfgehouden.

Jullie zijn ooit op televisie veelbelovend begonnen met ?Musicomicolor?, maar daar is nooit een vervolg op gekomen.

Jan : Dat ligt niet aan ons, maar aan de toenmalige bazen van de BRT en de huidige van VTM : wij waren en zijn bereid. Het is een apart medium : een simpele registratie van een optreden wérkt niet. Het blijft natuurlijk een indrukwekkend medium : er zijn nu nog altijd mensen die naar ons toe komen en die zeggen dat ze ons kennen van de televisie. En dan denken wij : god, wanneer zij wij voor het laatst op tv geweest ?

Jan : Ik was laatst in de speeltuin met mijn kinderen en een manneke komt me vragen of hij een handtekening van me krijgt. Ik signeer dus : ?Voor Dimitri van Jan De Smet van De Nieuwe Snaar?. Vijf minuten later komt z’n moeder naar me toe : ?Meneer, wat is dat De Nieuwe Snaar ? Gij zijt toch van De Prehistorie ?? Ik heb meteen een nieuwe handtekening gegeven : Jan De Smet van De Prehistorie.

?FaMineurZeven? van De Nieuwe Snaar is verschenen in eigen beheer. De groep startte het tweede deel van de gelijknamige tournee op 16/9 in de AB Brussel, eindigt op 9/5/98 in het Cultureel Centrum Lanaken, en is tussendoor ongeveer in elke stad of dorp te zien. Info : tel. (02) 657.24.30.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content