DE NIEUWE ROMANTICI
Kan het eeuwig herkauwen van de 20ste eeuw nu eindelijk ophouden ? Deze drie dandyeske creatievelingen kijken verder terug, zonder nostalgisch te worden. Ze houden van mystiek, taxidermie, zondagse kledij en de dood. “De 19de eeuw is helemaal niet ouderwets.”
Tim Theo Deceuninck
– FOTOGRAAF – ZET IN ZIJN VRIJE TIJD DIEREN OP – IS GEFASCINEERD DOOR STERFELIJKHEID EN DOOR VERDWALEN
“Mensen die me niet goed kennen, vinden me misschien een nostalgicus. Maar ik ben het niet. Ik hunker niet naar wat voorbij is, ik heb gewoon het gevoel dat ik nog in een ander tijdperk leef. Digitale media zeggen me bitter weinig, digitale fotografie creëert zelfs een afstand tot je onderwerp. Ik werk nog graag in de donkere kamer, waar je zelf de beelden tevoorschijn haalt.”
“Ik wil niet op Rimbaud of Baudelaire lijken. Mijn kledingstijl is redelijk spontaan : ik draag veel tweedehandse stukken. Tegelijk besef ik dat mijn afwijkende look afstand creëert. Mensen ontlopen me een beetje. Een voordeel, want dan kan ik als fotograaf ongestoorder werken.”
“De dood fascineert me. En dan vooral de fase erna. Toen ik dode dieren begon te fotograferen, wou ik die graag bewaren. De kleintjes gingen op sterk water, maar de grotere exemplaren pasten uiteraard niet in een potje. Daardoor ben ik als autodidact met taxidermie begonnen. Dieren opzetten is het kunstmatig stilzetten van de dood, door een menselijke ingreep. Ik ben niet bang om de dood recht in de ogen te kijken. Niet bij een dier, en niet bij een mens. Ik heb zelfs een opleiding tot begrafenisondernemer gevolgd. Nooit voelde ik me zo rustig als toen ik mijn eerste stappen in het mortuarium zette. De dag dat mijn grootvader sterft, wil ik zijn lijk graag zelf opzetten. Zoals moslims ook de lijken van hun naaste familie zelf wassen.”
“In de zeventiende en achttiende eeuw was het vanitas-idee alomtegenwoordig : je leefde continu met het besef dat je maar tijdelijk op aarde was. In vanitas zit vergankelijkheid vervat, maar ook ijdelheid. In het afscheid en het verdwijnen, zit ook een schoonheid. Om iets van het leven te begrijpen, moet je je bewust zijn van de dood. Mocht er een levenselixir bestaan, zou ik er niet van drinken. Wat is de zin van het leven, als het nooit stopt ?”
“Ik ben een verloren reiziger, een verdwaler. Een wandelaar in de romantische, negentiende-eeuwse zin van het woord. Wandelen is bewegen om te kunnen stilstaan. In Letland belandde ik, helemaal alleen en liftend, bij een ouder koppel dat midden in de bossen woonde. Ik hielp er drie maanden lang met hout klieven, de winter voorbereiden en overleven. Helemaal weg van alles en iedereen. Ik keerde er nog drie keer terug. Vorige zomer ben ik alleen naar Noorwegen getrokken. ‘Breng me naar de bergen, het maakt me niet uit waar,’ zei ik aan de chauffeur die me een lift aanbood. Anderhalve maand heb ik er gewandeld op kompas, haast zonder iemand tegen te komen. Overdag probeerde ik te jagen op voedsel. En als het kouder werd, maakte ik een kampvuur bij en schreef ik in mijn notaboek.”
“Sinds ik op mijn zeventiende mijn eerste lange trektocht maakte, heb ik me niet meer verveeld. Verveling is niet ‘niet weten wat gedaan’, maar ‘opgeslorpt worden door de leegte van wat je aan het doen bent’. Mijn eerste wandeltocht was meteen 650 kilometer lang : van Gent tot in Oradour-sur-Glane, een Franse stad die sinds de oorlog onaangeroerd is. 642 inwoners, onder wie vrouwen en kinderen, werden er vermoord door de nazi’s.”
“In de gewone wereld kan ik veel zaken niet vatten, maar in de bergen worden ze plots grijpbaar. Dat komt omdat je letterlijk ‘boven de mens’ zit, zei een Noor me. Je kijkt niet neer op de wereld ‘vanuit de hoogte,’ maar vanuit een nederige positie. In deze wereld is het belangrijk om ‘iemand’ te zijn. Maar in de natuur beteken je niks. In de bergen heb ik het gevoel dat ik nog maar in mijn eigen handpalm pas. Dat doet wel eens deugd.”
www.timtheodeceuninck.com
Emmanuel Demuynck
– ONTWERPT KLEDIJ, SJAALS, INTERIEURACCESSOIRES EN HOMEWEAR VOOR MONSIEUR MAISON EN CHEZ LUI – HEEFT HEIMWEE NAAR ZONDAGSKLEDIJ – VINDT INSPIRATIE BIJ DE DAVID BOWIES VAN DE 19DE EN VROEGE 20STE EEUW : RIMBAUD, BAUDELAIRE EN VITA SACKVILLE-WEST
“Hebben we het niet stilaan gehad met die 20ste eeuw ? De comeback van de 50ies, 60ies, 70ies, 80ies : zowat alles is al eens gerecycleerd. Alles was ooit al eens retro. Het is genoeg geweest. Laat die 20ste eeuw nu eens vijftig jaar rusten. En blik eens wat verder terug. Er is zoveel moois uit het verdere verleden dat óók inspirerend is. De 19de eeuw bijvoorbeeld, met zijn romantiek en preutsheid. Ik vind dat helemaal niet ouderwets. Kijk naar de jongste wintercollecties van Yves Saint Laurent of Gucci. Allemaal romantische dandy’s en Rimbaud-figuren met lang haar, gebreide gilets en hoeden. En bij de vrouwen veel kuise silhouetten met lange rokken en laagjes kant. Hebben we niet te veel bloot gezien ?”
“Het 20ste-eeuwse modernisme heeft veel kapotgemaakt. De drang om zoveel mogelijk industrieel te kunnen produceren, zette de ondergang van het artisanaat in. Gelukkig komt de aandacht voor ambacht en handwerk terug. Traag maar goed gemaakte mode : dat is ook waar mijn label Monsieur Maison voor staat. Van oude couturestoffen assembleer ik een collectie gesofisticeerde kledingstukken en interieurobjecten. Handgemaakt in België door de beste stiksters, die ook voor couturiers werken. Slow Fashion voor hedendaagse dandy’s, zowel mannen als vrouwen. Niet voor niets vernoemde ik mijn collecties naar mythische mannen en vrouwen, zoals Peggy Guggenheim, Sonia Delaunay of Naty Abascal.”
“Ken je Vita Sackville-West, een high societyschrijfster uit Engeland, die getrouwd was met een diplomaat ? Hij was homo en zij lesbisch. Ze droeg wijde broeken, rookte sigaren en had een relatie met Virginia Woolf. Haar onstuimige leven kanaliseerde ze in haar beroemde tuin van Sissinghurst. Ze discussieerden openlijk over hun biseksualiteit, maar bleven getrouwd. Dat zijn figuren die me inspireren. Vita was de Bowie van haar tijd. Net als Rimbaud en Baudelaire. Ik kijk ook op naar ontwerper Yves Saint Laurent en decorateur David Hicks : iemand die van een stoffig kasteel een funky woonplek kon maken. Compleet met flashy vasttapijt en knalkleuren op de muren. Hij tilde antiek naar deze tijd.”
“Soms heb ik heimwee naar de tijd van de zondagse kleren. Toen mensen nog moeite deden om zich op te kleden. Ook al waren ze straatarm. Die vestimentaire fierheid is grotendeels verdwenen. Hoeveel mooi geklede mensen zie je nog in de trein ? Mensen gaan in short naar een sterrenrestaurant. En thuis lopen ze rond in een onderhemdje en op crocs, zoals Onslow in de tv-reeks Schone Schijn. Zonder als een nostalgische zaag te willen klinken, maar is ‘jezelf een beetje opkleden’ zoveel gevraagd ? Kledingetiquette, waar ben je ?”
“Mijn moeder poetste op hakken en in haar zijden bloes. Had ze er een vlek op gemaakt, dan ging ze gewoon naar de droogkuis. Er altijd proberen netjes uitzien, erfde ik van mijn mama, denk ik. Het is geen karwei, maar een reflex. Je opkleden is een ouderwetse vorm van respect voor jezelf én voor de mensen uit je omgeving. Net daarom ontwierp ik voor Monsieur Maison een lijn peignoirs en kimono’s, zodat je je ook thuis mooi kunt uitdossen. Comfortabel is niet synoniem met een trainingsbroek.”
www.monsieurmaison.be
Louison Libertin
– ONAFHANKELIJKE CREATEUR-PARFUMEUR MET EEN EIGEN LABEL : TECHNIQUE INDISCRÈTE – VINDT INSPIRATIE BIJ DE TWAALFDE-EEUWSE MYSTICA HILDEGARD VON BINGEN – GELOOFT DAT ER GEEN VIJF, MAAR TWAALF ZINTUIGEN ZIJN
“Als onafhankelijk parfumeur inspireer ik me enorm op Hildegard von Bingen, een twaalfde-eeuwse mystica met visionaire ideeën. De benedictijnse abdis was kosmologe, componiste, poëzieschrijfster en plantkundige. Ze lag ook aan de basis van de kruidengeneeskunde en de aromatherapie. Daar schreef ze traktaten over, die duizend jaar na datum nog steeds hyperrelevant zijn. En binnen duizend jaar zullen we die nog steeds consulteren.”
“Hildegard was een non, maar ze oversteeg het geloof. Door haar visioenen en kruidenkennis verdacht men haar van hekserij. Iemand als zij belandde normaal op de brandstapel. Dankzij haar aristocratische afkomst kon ze dat lot ontlopen. Ze schreef een brief naar de paus, die haar clementie gaf. De kerkvader besliste zelfs dat Hildegards inzichten moesten te boek gesteld worden, zodat ze bewaard werden voor het nageslacht. Een millennium later zijn ze nog steeds de basis voor wat ik doe.”
“Een parfum is een momentopname die ik in een geur tracht te vangen. Die ’tijdscapsule’ voor mijn eerste parfum was een ervaring in de tuin van mijn moeder. Het is de geur van versgewassen lakens, die hingen te drogen in de lentezon, terwijl er een verse appelcake op tafel stond. Die herinnering interpreteerde ik voor mijn debuut in 2008. Een eerste kleine collectie verkocht ik via internet en via enkele winkels. Toen ik met mijn eerste acht parfums een beurs in Firenze aandeed, ging de bal snel aan het rollen. Intussen draait mijn zaak goed. Ik werd al meermaals benaderd door internationale firma’s voor een overname, maar ik weiger telkens. Ik weet waar ik naartoe wil, maar ik ga stap voor stap.”
“Ik startte mijn carrière als modeontwerper, na mijn opleiding aan de Academie van Antwerpen. Met succes, ik had zo groot kunnen worden als Vanessa Bruno of Isabel Marant. Waarom dat niet gebeurd is ? In 2003 was ik het modecircus en de negatieve sfeer zo beu, dat ik met mijn eigen lijn kapte. Ik herbronde een jaar, schoolde me bij met een parfumopleiding en koos uiteindelijk voor een eigen label. Ik prijs mezelf gelukkig : ik kan al vijf jaar mijn zin doen. Zonder briefings te moeten volgen.”
“Rudolf Steiner beweerde honderd jaar geleden dat er niet vijf maar twaalf zintuigen bestaan. Zowel zichtbare als onzichtbare. Ik ben bijvoorbeeld een synestheet : iemand bij wie zintuiglijke waarnemingen door elkaar lopen. Concreet zet ik klanken in mijn hoofd om in geuren. Toen ik die gave bij mezelf ontdekte, dacht ik dat ik schizofreen was. Maar na uitgebreide tests bleek het wel degelijk te kloppen. Dus nu staat synestheet-parfumeur op mijn adreskaartje. Ja, muziek heeft wel degelijk een parfum. De meeste rapmuziek stinkt. En als ik een storm hoor opkomen, dan ga ik graag naar een park. Het geluid van de waaiende bomen ruikt zo heerlijk. Die geur kalmeert me helemaal.”
“Er zijn geen methodes om een geur uit het verleden te bewaren. Dat is jammer. In een gesloten flacon uit Pompeji zijn er enkele geurpartikels gevonden, waarmee ze de vermoedelijke originele geur hebben kunnen restaureren : een zeer dierlijke rozengeur. Ik had graag geweten hoe Venetië rook ten tijde van de dogen. Of Parijs tijdens de Franse Revolutie, en Firenze onder de Medici. De luchtvervuiling was bijlange zo erg niet als nu. Al zal het ook wel flink gestonken hebben. Persoonlijke hygiëne was toen niet zo belangrijk. Laat staat afvalophaling.”
“Sinds vorig jaar maak ik ook parfums op maat. Voor zesduizend euro per creatie kan ik in alle vrijheid geuren assembleren met alle mogelijke ingrediënten, in alle hoeveelheden en zeldzaamheden. Intussen heb ik er een tiental gemaakt. Voor zo’n persoonlijk parfum werk ik graag met een aanzet van de klant. Iemand stuurde me een zakje met planten uit haar tuin, een lederfetisjist nam me mee naar zijn favoriete club als inspiratie voor een ledergeur. Ik ben een olfactieve estheet : de geuren moeten bij mij altijd iets aantrekkelijks oproepen. Toen iemand me vroeg om een geur te maken, geïnspireerd op rottend vlees en zweet, heb ik geweigerd. Goed als conceptueel kunstwerk, maar niet als parfum.”
www.techniqueindiscrete.com
Door Thijs Demeulemeester & foto’s Karel Duerinckx
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier