In de dierenwereld is vaderliefde een zeldzaam goed, evolutiebiologen hebben er dan ook niet zo’n hoge dunk van. Maar in het huidige samenlevingsmodel wint het actieve vaderschap veld. Wetenschapsjournaliste José van der Sman wijdt er in Ware liefde een heel hoofdstuk aan.

Al twintig jaar lang is de Nederlandse José van der Sman (51) wetenschapsjournaliste bij het weekblad Elsevier. Haar vakgebied ? Biologie, psychologie, sociologie en aanverwante logieën. Tijdens haar loopbaan schreef ze artikels over de meest uiteenlopende onderwerpen. “Altijd vanuit het standpunt : de lezer zoveel mogelijk informatie geven zodat hij er conclusies voor zijn eigen leven uit kan trekken. Op een gegeven moment krijg je dan zo’n eurekamoment : eigenlijk gaat het allemaal over de liefde. Alleen is liefde voor wetenschappers een te vaag en romantisch begrip. Maar of ze het nu over instinct hebben, over zorg of hechting, als alle puzzelstukjes samenvallen, bewijzen de onderzoekers wat dichters allang wisten : liefde is het beste dat we elkaar als mensen te bieden hebben.”

Harde feiten over de diepste emotie, luidt de ondertitel van Ware liefde, een frisse en no-nonsenseaanpak van het alleroudste thema in al zijn varianten en stadia. Aan één hoofdstuk begon José met gemengde gevoelens, dat over vaderliefde. “Vaderliefde wordt duidelijk minder hoog ingeschat dan moederliefde. Noch in vrouwen-, noch in mannenbladen is het een populair onderwerp. Wat er aan onderzoek naar gedaan is, krijgt weinig aandacht. Als je de woorden ‘vader’ en ‘liefde’ samen gebruikt, dan associëren mensen dat vaak met iets negatiefs, zoals incest of een afwezige vader na een echtscheiding. Maar tot mijn verbazing werd net dat hoofdstuk het langste. Wat ik over vaderliefde vond, was ook voor mij nieuw en spannend.”

In de dierenwereld zijn zorgzame vaders nogal schaars. Gaat het actieve vaderschap niet in tegen de natuur ?

José van der Sman : Het is waar, tot een jaar of veertig geleden waren er in de westerse wereld nauwelijks vaders te vinden die bereid waren meer dan wat hand- en spandiensten te verrichten bij de dagelijkse verzorging van hun kinderen. In het traditionele rolpatroon was dat nu eenmaal moeders natuurlijke taak. Een man die typische moederdingen deed, werd vaak een beetje zielig, absurd of gewoon onmannelijk gevonden, zowel door mannen als door vrouwen. Intussen is er veel veranderd. Hoewel alle onderzoeken uitwijzen dat vaders nog altijd minder tijd steken in de verzorging van hun kinderen dan moeders, schuiven de twee partijen dichter naar elkaar toe. Als je om je heen kijkt, zie je toch echt een nieuw soort man ontstaan : hij verschoont luiers, loopt achter de kinderwagen of met baby in een draagzak, voert hem papjes, doet hem in bad of bed. Allemaal sterke uitingen van liefde die bovendien de hechting bevorderen. Ik zie het ook bij mijn jongere collega’s : echte schatjes die vier dagen in de week werken, met babyfoto’s rondlopen, helemaal verliefd zijn op hun kinderen en dat laten merken ook. Volgens mij passen mannen zich heel goed aan aan wat de tijdsgeest en de vrouwen van hen verwachten. Omdat ook zij behoefte hebben aan liefde en geborgenheid. Wellicht op een andere, meer robuuste manier dan vrouwen, maar toch. En als ze die liefde alleen maar kunnen krijgen door zich aan te passen aan de eisen van de vrouw – en stiekem denk ik dat het al sinds het begin der tijden zo is – dan zullen ze dat gewoon doen.

Blijkbaar kunnen aanstaande vaders ook een beetje zwanger zijn.

Absoluut. Dat heeft met veranderingen in de hormoonhuishouding te maken : wie in verwachting wil geraken, moet veel vrijen. In die periode zit een man volgepropt met testosteron. Maar als al die seks eenmaal tot een zwangerschap heeft geleid, begint bij de aanstaande vader de testosteronspiegel te dalen. Heel wat vaders in spe blijken in de periode dat hun vrouw in verwachting is last te hebben van typische zwangerschapsklachten als misselijkheid, vermoeidheid, hoofdpijn en gewichtstoename. Dat zogenaamde couvadesyndroom heeft vermoedelijk te maken met feromonen, de geur- en lokstoffen die onmerkbaar tussen mannen en vrouwen spelen. Op het moment van de bevalling is bij de vader de daling van testosteron het grootst, wat tot gevolg heeft dat hij zich minder ‘macho’ gedraagt tegenover zijn vrouw en het pasgeboren kind. De daling houdt tot enkele weken na de bevalling aan, net lang genoeg om bij de vader, zoals ook bij de moeder gebeurt, een aantal definitieve veranderingen in zijn brein te veroorzaken die hem in staat stellen zijn verdere leven van zijn kind te houden. Zeker als hij de kans krijgt zich vanaf de geboorte intens met de baby bezig te houden.

Soms moet een man de kans om voor zijn kinderen te zorgen als het ware ‘veroveren’ op de moeder.

Het klopt dat in de kraamperiode vrouwen zich onder invloed van hun hormonenhuishouding soms argwanend opstellen tegenover hun man. Ook typisch, de moeder die met een opgeheven vingertje zegt : “Neenee, zo moet de luier niet om.” In de praktijk blijkt dat mannen net zo zorgzaam en teder met een zuigeling omgaan als de moeder en net zo competent zijn in de verzorging. De verschillen zijn echt subtiel : net zoals een moeder kan een vader het gehuil van zijn eigen baby van dat van anderen onderscheiden, maar hij kan niet zoals zijn vrouw onmiddellijk horen waaróm het kind huilt. Dat vergt enige oefening. Later zal de liefde van een vader voor z’n kind zich wellicht ook iets anders uiten. Ontwikkelingspsychologen gaan ervan uit dat een moeder vooral toegespitst is op de binnenwereld van haar kind, de emoties zeg maar, terwijl een vader meer aandacht geeft aan hoe het kind zijn weg vindt in de buitenwereld. Uit eigen ervaring weet ik dat zo’n verschil in aanpak alleen maar positief is. Toen mijn kinderen klein waren, werkten mijn man en ik allebei vier dagen per week, wat in die tijd (mijn oudste dochter is 21) redelijk vooruitstrevend was. Ik was thuis op vrijdag, hij op maandag, de andere dagen hadden we een oppas. Zijn maandag was zeker een heel andere dag voor de kinderen dan mijn vrijdag : rommeliger, minder gestructureerd, meer ‘we zien wel hoe het loopt, als er maar eten is als mama thuiskomt’. Maar voor de kinderen was dat zeker even leuk.

Nieuwe vaders hebben het soms niet makkelijk om een evenwicht te vinden tussen sturing en liefdevolle steun.

Nog geen twee generaties geleden was een autoritaire stijl van opvoeden heel normaal. Vaders wil was wet. Dat veranderde toen in de late jaren 60 en de jaren 70 jongeren zich massaal begonnen te verzetten tegen iedere vorm van macht. In veel gezinnen leidde die rebellie tot de totale oorlog, waarbij vader al zijn macht in de strijd wierp om zijn kinderen in het gareel te houden. Voor mannen die in die tijd het gezag van hun vader getrotseerd hadden, was het kopiëren van hun eigen opvoeding natuurlijk geen optie. In de jaren 80 en 90 gingen jonge vaders dan ook driftig op zoek naar nieuwe manieren om met hun kinderen om te gaan. De Nederlandse pedagoge Jeannette Doornenbal onderscheidde drie nieuwe vadertypes. De leuke vader wil vooral een vrolijke speelkameraad voor zijn kinderen zijn en laat de opvoeding grotendeels aan de moeder over. De ironische vader weet eigenlijk niet goed wat hij wil. Hij wil zijn gezag wel laten gelden maar doet er tegelijkertijd ironisch over, als een soort boeman die zichzelf bespot. Dat leidt tot een grillige, onvoorspelbare manier van opvoeden, wat erg verwarrend is voor de kinderen. Het meest geslaagde nieuwe prototype is de autoritatieve vader die in de dagelijkse praktijk van het opvoeden een goed evenwicht gevonden heeft tussen liefde en macht. Door zijn kind maximaal te steunen kan hij er een vertrouwelijke band mee smeden, maar door geen misverstand over zijn gezag te laten ontstaan kan hij samen met zijn partner de grenzen en regels stellen die ieder kind nodig heeft. Allerlei studies wijzen uit dat dit opvoedingsmodel het meest pedagogisch effectief is en dat alle betrokken partijen zich er het best bij voelen.

In geval van echtscheiding van de ouders zien kinderen het contact met de vader vaak drastisch verminderen.

Uit grote Amerikaanse echtscheidingsonderzoeken blijkt dat vaders die van in het prille begin hecht betrokken zijn bij de verzorging en de opvoeding van hun kinderen na een echtscheiding ook meer moeite doen om een goed contact met ze te blijven houden, via een systeem van co-ouderschap bijvoorbeeld. Tot voor kort was het heel vanzelfsprekend om bij een echtscheiding de kinderen aan de moeder toe te wijzen, omdat zij volgens de traditionele opvatting de belangrijkste figuur is in een kinderleven. Op die manier hebben veel vaders tegen hun zin de band met hun kind zien verslappen of zelfs verbreken. Wat tot drama’s kan leiden, soms met serieuze gevolgen voor de ontwikkeling en het levensgeluk van het kind. Vaders zijn over het algemeen wat prestatiegerichter dan moeders ; als zij niet meer bij de opvoeding betrokken zijn, halen kinderen op school vaak slechtere cijfers. Jongens die door echtscheiding hun vader kwijtraken, blijken soms moeite te hebben met het aannemen van de mannelijke sekserol omdat ze hun belangrijkste rolmodel missen. Vaak trekken ze met jongere kinderen op. Meisjes die wegens echtscheiding het contact met hun vader verloren, stappen later vaker in instabiele, onbevredigende relaties. Volgens de Hongaars-Amerikaanse psychiater Nagy koesteren kinderen van nature een levenslange loyaliteit tegenover hun ouders, wat verklaart waarom ze er maar moeilijk van loskomen, zelfs als het vreselijke mensen zijn. Een van z’n ouders moeten missen, is voor een kind dan ook een van de meest traumatische ervaringen in zijn leven.

Om met een positieve noot te eindigen : vaders die nauw betrokken zijn bij hun kinderen blijken er psychologisch op vooruit te gaan.

Dat klopt. Ze worden gevoeliger in de zin dat ze hun eigen emoties beter begrijpen en zich ook beter kunnen inleven in die van anderen. Dat komt de kwaliteit van hun relaties ten goede. Betrokken vaderschap blijkt je ook beter geschikt te maken voor bepaalde functies in het bedrijfsleven. Eigenschappen die je als ouder in een onderhandelingshuishouding van pas komen zoals luisteren, geduld hebben, rekening houden met sterke en minder sterke kanten van anderen en conflicten beheersen, zijn in de autoritatieve maatschappij ook belangrijk in het management. Ouders moeten bovendien goed kunnen multitasken. Ook in dat opzicht is het gezin een goed oefenterrein voor de werkvloer.

Ware liefde, José van der Sman, uitg. Balans, 262 p., 17,50 euro, ISBN 978 90 5018 960 6.

Door Linda Asselbergs Illustratie Bad Pritt

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content