Voor de buitenwereld lijkt het alsof presentatrice Chantal Pattyn de enige vrouw is bij Studio Brussel. Wie goed luistert, weet beter : achter èn voor de schermen houden heel wat vrouwelijke krachten de jongerenzender mee draaiende. Vier portretten.

Irene Rossi / Foto’s Lieve Blancquaert

Mijn grootste nachtmerrie : een BV worden. (Alda Croes)

Alda Croes is een Studio Brussel-pionier. Ze begon haar carrière als freelance redactrice in maart 1983, één maand voor de eigenlijke start van de zender. Nu is ze onder meer producer van het luchtig cultureel middagmagazine Frituur Victoria.

?Ik kende Jan Schoukens, die voor zijn nieuwe zender op zoek was naar een ochtendkwis. Toen heb ik de Brussel-kwis bedacht. Elke dag bezocht ik een plek in de hoofdstad en aan de hand van mijn beschrijving moesten de luisteraars raden waar ik stond. Ik deed dat zonder enige ervaring, opleiding of radio-spreekvaardigheid. Daarna ben ik lange tijd kwissen blijven bedenken voor Studio Brussel. Na vijf jaar freelancen kreeg ik, samen met Rit Van Caeckenberghe, een contract als cultureel medewerker. Er is een duidelijke scheiding in de jobs op de redactie. Je hebt de zogenaamde libero’s, een voetbalterm die ik ooit half grappend heb ingevoerd voor de losse medewerkers. Libero’s zijn spelverdelers. Ze moeten de bronnen volgen telexen, kranten, teletekst het nieuws uit de computer halen en voorlezen, en korte berichtjes maken voor de uitzendingen. Maar ook de veteranen doen nog liberowerk, dit weekend ben ik bijvoorbeeld sportlibero geweest. Dat vind ik leuk, mijn jongemeisjesdroom was eigenlijk sportreporter te worden.

De kracht van Studio Brussel is dat je hier een beetje van alles moeten kunnen en kennen. De keerzijde ervan is dat je van niks heel veel weet. Maar ieder heeft wel zijn stokpaardjes. Voor Frituur Victoria bijvoorbeeld, doe ik alles over theater en mode/lifestyle, terwijl presentatrice Chantal Pattyn tentoonstellingen en muziek voor haar rekening neemt.

Ik ben ooit met lifestyle begonnen in het zaterdagnamiddagprogramma van Paul ( De Weyngaert, haar echtgenoot, nvdr.). In De Verpakking liet ik Bekende Vlamingen over hun imago praten. Ik wilde weten waarom iemand bepaalde kleren draagt, z’n haar zo heeft, enz. Dat eindigde meestal in de slaapkamer, bij de kleerkast. Heel intiem. Koen Wauters bijvoorbeeld is een echte koulijder en toonde mij zijn collectie lange onderbroeken.

Liever dan op de redactie of in de studio te zitten, speel ik vliegende reporter tijdens grote evenementen. Op het Filmfestival mensen ter plekke interviewen, live radio maken. De stress om twee uur te moeten vullen zonder perfecte voorbereiding, daar hou ik van.

Frituur Victoria is mij aangereikt. Eerst was het even slikken, maar uiteindelijk had ik al die dingen ooit gedaan. Het moest een uur lang een ?venster op de wereld worden?, met nieuws, een replieklijn, veel muziek en alles wat een jonge luisteraar kon interesseren. Het werd Frituur Victoria Fabiola mocht niet om het contrast tussen het platte, banale en het koninklijke, verhevene, te benadrukken.

Ik werk vaak met Paul samen. Dat is onvermijdelijk als koppel. Bovendien is hij hoofd ?Woord?, Frituur valt dus onder zijn bevoegdheid. Ook aan zijn Brieven uit de Wereld heb ik jarenlang meegewerkt : interviews, reportages, rubrieken. Daarvoor doe ik alleen nog De Wereld Volgens, waarin ik een min of meer Bekende interview over reizen. Ik ben heel blij dat ik dat nog mag doen. Die rustige, lange gesprekken en montage contrasteren met het snelle, bijna oppervlakkige van Frituur. Maar ik kan geen van beide missen.

Soms vraag ik me af : is een jongerenzender nog aan mij besteed ? Kan ik dat ritme blijven volhouden, zal ik dit op mijn 50ste nog doen ? Maar dan denk ik : leeftijd zit tussen je oren. Ik hou bijvoorbeeld veel van de skate-cultuur. Ik ben nog steeds heel nieuwsgierig naar nieuwe trends. Een vriendje van mijn dochter draagt een heel wijde broek waarvan het kruis aan zijn knieën hangt. Dat moet zo en niet anders. Dan vraag ik me af : waar komt dat vandaan ? Wanneer belandt het op de catwalk ?

Ik wil niet per se ?gehoord worden?. In interviews knip ik mijn stem zoveel mogelijk weg. Ik heb ook absoluut geen zin om te presenteren. Bovendien heb ik niet de geschikte, typische jonge Studio Brussel-stem. Maar op de Adventure Affair een jaarlijkse beurs van alternatieve reisorganisaties interview ik vaak mensen voor een live publiek. Dat is een van de weinige momenten dat ik me goed voel in de rol van interviewer. Maar dan spèèl ik. Ik doe namelijk ook mee aan amateurtoneel en als ik op de planken sta, voel ik me prima. Voor een rol kan ik de gekste dingen doen. Maar verder hou ik me zoveel mogelijk op de achtergrond. Mijn grootste nachtmerrie is een Beroemde Vlaming te worden.

Studio Brussel had vroeger de reputatie een mannenzender te zijn met veel sport, nieuws en mannenstemmen. Nu is dat anders. Hoewel er binnen Studio Brussel inderdaad geen vrouwen in leidende functies zijn. Hoe dat komt, weet ik niet. Misschien doen we niet genoeg mee aan de examens.

Je bouwt een radiofonische reflex op. (Rit Van Caeckenberghe)

Chef Woord/redactrice Rit Van Caeckenberghe interviewen in het zenuwcentrum is geen sinecure. Eén oog focust op de computer, waar tot vijf telexen per minuut binnenkomen, een ander op het teletekstscherm. Tussendoor moet ze het nieuws voorlezen, met de Taaltips-cd op het afgesproken uur naar de radiotechnici rennen, een nieuwe redactrice begeleiden en de meest uiteenlopende vragen van luisteraars aan de telefoon beantwoorden.

?Je leert snel werken. Ik zie in één oogopslag wat voor ons interessant is. Economisch en politiek nieuws valt automatisch weg. Dat is voor de algemene radioredactie. Je bouwt hier een specifieke radiofonische reflex op. Toen het eerste bericht van Kurt Cobain’s dood binnenrolde, begonnen we onmiddellijk rond te bellen. Terwijl de telexen almaar meer details gaven, trommelden we een Cobain-kenner op, verzamelden we reacties van Belgische muzikanten, enz. Als we lezen dat een Belg een of andere prijs krijgt, halen we die zo snel mogelijk aan de lijn voor een reactie.

Ik ben hier begonnen in december 1983, na een tip van Dirk Blancke, met wie ik een radioprogramma had op de Leuvense Radio Scorpio. Studio Brussel stelde toen niet zo veel voor. Er werd maar een paar uur per dag uitgezonden. De job als freelance redactrice was te combineren met mijn thesisjaar.

We waren met twee op de redactie. Alda en ik waren noodgedwongen heel sportief : het was meer heen en weer lopen met telexen dan echt redactiewerk. Ondertussen is alles gelukkig gecomputeriseerd en gedigitaliseerd. Ik ben helemaal met Studio Brussel meegegroeid en heb de job al doende geleerd. Nu ben ik Chef Woord samen met Bart Bekaert die Kathleen Cools is opgevolgd (zij stapte over naar de radionieuwsdienst). Als Chef Woord doe je eindredactie : beslissingen nemen, coördineren, verdelen en plannen. Daarnaast is er ook het gewone redactionele werk : persconferenties, reportages, interviews, het nieuws volgen, zes kranten per dag lezen, tijdschriften doornemen, alle mediaroddels bijhouden. En : tegen de ego’s inschoppen, de mannen in toom houden, zorgen dat het hier geen puinhoop wordt.

Studio Brussel verandert continu, als je hier werkt, moet je dus even flexibel zijn. Maar precies die afwisseling vind ik het leukste aan mijn job. Minder leuk is de ijdelheid in ?het wereldje?. Zelfs binnen Studio Brussel heb ik daar last van. De kleinste talenten hebben vaak de grootste ego’s.

Ik maak regelmatig reportages, soms ook rechtstreeks op antenne, maar presenteren is niets voor mij. Ik voel me ook niet geroepen om het journalistenexamen mee te doen, hoewel ik de actualiteit grondig volg. Wat ik wèl heel graag zou doen is een jeugdjournaal maken. Ik ben een grote fan van het jeugdjournaal op Nederland 3, waar ik met mijn dochtertje naar kijk. De moeilijkste onderwerpen op een heel begrijpelijke manier uitgelegd. Heerlijk ! Maar uiteindelijk verkies ik radio maken boven tv. Het is eenvoudiger, individueler en sneller. Als ik nu een idee heb voor een reportage, begin ik daar straks op m’n eentje aan en morgen kan het al op antenne. Op tv is zoiets onmogelijk zonder ploeg.

Eigenlijk is mijn jeugddroom een beetje werkelijkheid geworden. Ik wilde schrijfster worden. Nu schrijf ik dagelijks, maar heel minimalistisch. Zolang ik vind dat anderen veel betere boeken schrijven, hou ik het bij verwoed lezen.

We zijn nog te veel een tweedehandsredactie. (Lieve De Maeyer)

Al bijna tien jaar werkt Lieve De Maeyer als redactrice/presentatrice bij Studio Brussel, maar het is pas sinds ze elke zaterdagmiddag het populaire programma Keinijg presenteert, dat haar naam en vooral haar stem herkend worden : warm, rustig en met een aangenaam ritme.

?Nochtans was ik niet geslaagd in mijn eerste stemtest. Niet dat ik per se op de radio wilde. Ik werkte als presentatrice bij de SOM (Socialistische Omroep) maar was er niet erg gelukkig. De programma’s werden te veel van hogerhand gestuurd. Dus deed ik aan allerlei BRTN-examens mee. Zonder succes. Tot ik werd uitgenodigd voor een auditie voor de Studio Brussel-redactie. Toch hebben ze mij bijna moeten overtuigen om hier te komen werken. Ze konden immers niet veel bieden : geen zekerheid, geen urenschema, geen minimunloon. Maar ik ben heel blij dat ik het gedaan heb. We hebben hier nog steeds zogenaamd losse contracten. Soms werken we twee dagen, soms zeven op zeven. Met een klein dochtertje is dat ritme niet evident maar ik heb gelukkig een partner die dat prima opvangt.

Aanvankelijk was het een veredelde secretaressenjob : telexen afscheuren, bandjes klaarleggen, dispatching. Ik heb me daar nooit echt blij mee gevoeld, evenmin als de anderen.

Hét tere punt op de BRTN is dat journalistenexamen. Wij mogen geen nieuws ?maken? omdat we geen journalisten zijn. Een redactie uitbouwen is natuurlijk geen klein bier, maar ik denk dat het kan. De redactie van een jongerenzender zou meer op maat gesneden dingen voor jongeren moeten maken. Wij zijn nog te veel een tweedehandsredactie. We pikken in op kranten- en tijdschriftenartikels. Frituur Victoria doet een poging om zoveel mogelijk zelf op zoek te gaan. Maar zij zijn dan weer onderbemand.

Ik ben bij Studio Brussel beginnen presenteren om iemand te vervangen. Ik heb zowat alle programma’s gepresenteerd maar niemand kende mij. Ik was de bankzitter die werd ingezet als hij nodig was. Leuk en leerrijk, maar toch : bankzitter. Toen Studio Brussel met avondprogrammatie begon, presenteerde ik een tijdlang de uitzending tussen 10 en 11 u.30, net na Update. De gekleurde blokken elke avond één muziekgenre zoals we ze nu hebben, waren nog ondenkbaar. Ik denk dat we onze luisteraars toch een beetje hebben opgevoed. Het bewijs is De Afrekening, de top-30 van de Studio Brussel-luisteraars. Toen ik dat presenteerde zag het er helemaal anders uit. Veel minder alternatief.

Momenteel doe ik ongeveer fifty-fifty redactie/presentatie. Er is een hemelsbreed verschil tussen de twee jobs. Presentatie is echt radio maken. Heel leuk. Omdat je er iets van jezelf kan insteken. Creatief en spontaan. Voor Keinijg heb ik een fantastische samensteller : Bart Vermandere. Voor de uitzending bellen we altijd uitgebreid om nieuwtjes en ideeën uit te wisselen. We werken echt samen. Het heeft lang geduurd voor het programma werd wat het moest zijn : fris en jong en anders. Er hebben veel verschillende mensen aan meegewerkt maar opeens klikte het. Dat bewijzen de luistercijfers.

Het enige waar ik het soms moeilijk mee heb, is het lezen van de korte nieuwsbulletins die we van de algemene radioredactie krijgen. Je moet ineens overschakelen van een licht en luchtig muziekprogramma naar ernstige berichtgeving. Dat botst. Het zou veel logischer en tijdbesparend zijn om het nieuws rechtstreeks over te nemen. Maar uit luisteronderzoeken blijkt nu eenmaal dat het Studio Brussel-nieuws, dat dus exact hetzelfde is, beter wordt bevonden.

Het tofste aan mijn job is het gevoel aanwezig te zijn in de huiskamer, zonder er te zijn. De illusie die je opwekt. Terwijl men op tv veel nodig heeft om die illusie op te bouwen, maken wij met niks enorm veel sfeer, creëren we een wereld die voor iedereen anders is. Ik vind muziek een sterker medium dan beeld. Iedereen heeft herinneringen aan een stuk muziek.

Soms ga ik ook dj-en op fuiven. Dat is een goede manier om voeling te hebben met je publiek. Heel nuttig. Wat mij opvalt is dat mensen rond hun 30ste blijven steken in de muziek van hun jeugd, toen ze tussen 15 en 25 waren. Dat blijft eeuwig hun goede muziek. Toen Studio Brussel alternatiever werd kregen we klachten van vroegere luisteraars omdat ze onze muziek te extreem vonden. Maar ze evolueren gewoon niet mee. Onlangs op een familiefeest ontdekte ik dat ik dezelfde favoriete groepen had als mijn neven en nichten van 13-14 jaar. Dat vind ik fantastisch.

Voorlopig blijf ik nog een tijdje vervanger-presentator en daarna zien we wel. Maar als ik niet meer bij Studio Brussel zou werken, zou ik naar het onderwijs gaan. Dat vind ik nog steeds een van de mooiste beroepen ter wereld.

Presenteren leer je al presenterend. (Mies Meulders)

Voor ze bij Studio Brussel werkte was Mies Meulders bekend als Lolita Lama, de exuberante zangeres van de rockgroep De Lama’s. Tegenwoordig presenteert ze iedere zondagmiddag Keinijg en maandagavond het heavy-metalprograma Metalopolis.

?Ik steek minstens evenveel tijd in de voorbereiding, als in het presenteren zelf. Ik beluister alle intro’s van de platen om te weten hoe snel of hoe traag een nummer begint, hoe, waar en hoelang ik kan spreken, waar ik m’n agenda kan stoppen, enz. Verder probeer ik zoveel mogelijk op de hoogte te blijven om iets over elke groep te kunnen vertellen.

Presenteren leer je al presenterend. Tijdens mijn eerste Keinijg zat er iemand naast me die me wat begeleidde, en dat was het. Dat lukte vrij goed, hoewel mijn eerste uitzendingen nu hilarisch klinken : dat hoge stemmetje ! Zo braaf en voorzichtig, zo weinig mezelf.

De voorbije zomer was behoorlijk arbeidsintensief. Van De Zomer van ’96, dat elke avond liep van acht tot halftwaalf (en soms tot één uur), presenteerde ik 21 van de 56 uitzendingen ! Soms maakte ik weken van 60 uren.

Daarbij kwamen mijn andere activiteiten : opnames voor Windkracht 10, een tv-serie die dit jaar wordt uitgezonden, en een mooi rolletje in de kortfilm A hard day’s work van Koen Mortier, die op het filmfestival in Brussel in wereldpremière gaat. Ik moest ook regelmatig naar Nederland, waar ik de off-screen commentaren voor bepaalde Endemol-series inspreek. Voortaan werk ik hier weer alleen ’s zondags en ’s maandags, en wanneer ik iemand moet vervangen. Ik zou graag iets meer presenteren maar hoef niet per se fulltime presentator te worden.

Als ze mij vragen wat ik doe, weet ik nog steeds niet wat antwoorden. Op officiële documenten vul ik in : actrice-presentatrice-zangeres. Ik doe het allemaal even graag en wil niet kiezen, al zou een beetje meer structuur wel prettig zijn. Nu heb ik periodes van heel veel werk, en andere waarin ik bijna geen inkomen heb.

Een paar jaar geleden was ik goed begonnen als actrice. Ik speelde onder meer de lichtekooi in Het Verdriet Van België en in Bex & Blanche was ik keukenhulpje-informante. Maar door De Lama’s was ik een tijdje uit circulatie, en omdat ik er nu ook helemaal anders uitzie, moet ik van nul herbeginnen. Dat is niet evident als je geen agent hebt of niet superbekend bent. Maar ik geef toe dat ik kieskeurig ben. Ik wil geen soaps doen, terwijl daar soms de mogelijkheden liggen om ontdekt te worden.

Mijn zangcarrière is een beetje op de achtergrond geraakt na De Lama’s, die in oktober ’95 definitief zijn gestopt. Voorlopig heb ik alleen mijn stem geleend voor de Wetterse hardcore-band Crumb en ben ik te horen op Vel Tegen Vel, de nieuwe single van Boerenzonen Op Speed. Het optreden zelf heb ik niet echt gemist. Het leuke bij De Lama’s was dat ik veel meer actrice dan zangeres was. Ik vind mezelf beter als actrice en presentatrice, dan als zangeres.

Ik wist altijd al wat ik niet wou : in het rijtje lopen, een grijze muis worden. Wat ik ging doen moest heel gevarieerd zijn. Het maakte niet uit wat : iets met kinderen, verpleegster, criminologe of walvissenredster in Zuid-Afrika. Sinds ik op mijn negende voor het eerst op de planken stond, is die droom altijd gebleven.

Was ik niet geslaagd op het Conservatorium, dan was ik relatie- en sexuele wetenschappen in Nederland gaan studeren. In mijn achterhoofd hou ik altijd de mogelijkheid open iets helemaal anders te gaan doen. Op mijn lauweren zitten is niet mijn stijl. TV blijft een optie. Ik zou graag een programma maken waarin mensen echt aan bod komen en waarin ik zowel voor als achter de schermen zou kunnen werken. Een kruising tussen Ruby Wax, Goedele Liekens en de wetenschappelijk-medische programma’s op de BBC. Ik denk dat ik een gave heb om mensen te laten loskomen. Als je openhartig en eerlijk bent, lukt dat. Die sociaal-provocerende kant komt natuurlijk niet boven in mijn huidig werk. Dat hoeft ook niet want ik vind dat je als actrice of presentatrice eerst en vooral moet entertainen.

V.l.n.r. : Rit Van Caeckenberghe, Lieve De Maeyer, Alda Croes, Mies Meulders.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content