?Het is allemaal zo ouderwets wat ik hier zit te zeggen, maar het is zo verschrikkelijk waar !? verzucht ethicus Koen Raes aan het eind van zijn tirade tegen de hedendaagse consumptieseks. ?Eten is toch meer dan honger stillen. Zoals seksualiteit meer is dan klaarkomen.?

Jo Blommaert

Als ik in Amsterdam die pornowinkels bekijk… Het is toch allemaal zo smakeloos ! De rekken bulken daar van seks met kinderen, seks met paarden, met geiten… Het choqueert mij niet, maar het stemt mij droef. In die wijken vind je in de ene winkel fastfood, in de andere porno : de snelle hap in alle betekenissen van het woord. Dat er mannen zijn die een kick krijgen van zo’n hopeloos verslaafd heroïnehoertje, dat gaat er bij mij niet in. Hoe mooi moet dan de seksualiteit van de courtisanes zijn geweest ??

Om te beseffen dat er wat loos is met de seksualiteitsbeleving in onze samenleving, had Koen Raes, professor Toegepaste Ethiek en Rechtsfilosofie aan de universiteit van Gent, de Dutroux-affaire niet nodig. Niet alleen zijn uitstapjes naar Amsterdam zetten hem aan het denken. Eerder al hield hij een lezing over het verschil tussen tolerantie en permissiviteit, twee begrippen die nogal eens door elkaar worden gegooid, zeker als het over seksualiteitsbeleving gaat. De tekst hiervan werd later opgenomen in het Jaarboek 97 van het CGSO ( Centrum voor Geboorteregeling en Seksuele Opvoeding) en eindigde met de intrigerende vraag : ?Bestaan er seksuele manieren, zoals er ook tafelmanieren zijn, die het genieten niet disciplineren, maar juist perfectioneren en cultiveren ??

Toen het CGSO in april een studiedag rond het thema Seksuele etiquette organiseerde, was Koen Raes weer van de partij. Hij pleitte er voor een nieuwe Ars Erotica. Overtuigend veegde hij de vloer aan met de alles-moet-kunnen-mentaliteit. Zelfs Luc Versteylen, die met zijn woordspelingen à la diepste draai vaak op hoongelach wordt onthaald, kon op zijn sympathie rekenen. Was de als ruimdenkend bekend staande professor een fatsoensrakker geworden ? We vroegen hem achteraf hoe dat zo allemaal was gekomen.

Koen Raes : ?In Vlaanderen was er het boek van Chris De Stoop : Ze zijn zo lief, meneer. Er volgden discussies over vrouwenhandel, kinderhandel. De eerste cijfers van de Vertrouwensartsencentra werden gepubliceerd. Het is duidelijk dat er in onze samenleving een probleem van seksueel geweld bestaat waarvan het grootste deel nog altijd binnen de gezinnen plaatsgrijpt. Dutroux is slechts een onderdeel van dat seksuele geweld, hij is het exces. Dat we met een Dutroux werden geconfronteerd, is helemaal geen toeval. Met een Dutroux of een vergelijkbare man zouden we hoe dan ook te maken hebben gehad. Je ziet dezelfde dingen gebeuren in andere landen. De grondvraag in deze zaak is uiteraard niet meneer Dutroux zelf, maar die gigantische groep van klanten die zich op dit soort van seksuele markten bevindt. Dat is de fundamentele vraag waar onze samenleving zich even over zou moeten bezinnen. Waar zitten al die consumenten van die video’s ? Niet dat die allemaal moeten gestraft worden, daar gaat het niet om, maar welke visie op seksualiteit blijkt deze samenleving te hebben ? Op het altaar van het geld, want daar gaat het wél om, kan om het even wat : ?Heb jij die seksuele preferentie ? Oké, dan zullen we die bevredigen.? Mij interesseren de onderliggende processen die zoiets kunnen verklaren : hoe komt het dat een hele groep mensen een bepaalde grens overschrijdt ? Hoe komt het dat in een samenleving die sinds de Tweede Wereldoorlog een heel proces van gelijkberechtiging van mannen en vrouwen heeft doorgemaakt, er niét minder seksueel geweld van mannen op vrouwen is ? Blijkbaar wordt dat hele terrein door het recht nauwelijks aangetast. Hoe komt dat ? Er moet toch iets mis zijn met de plaats die we globaal cultureel aan seksualiteit hebben toebedeeld. De moeilijkheid is dat ik moet proberen te argumenteren dat de moraalridders verkeerd zijn, maar dat het probleem waar ze op wijzen wel degelijk een probleem is.?

Probeert u het toch maar eens.

Eind jaren vijftig, begin jaren zestig zette deze cultuur een frontale aanval in tegen de klassieke seksuele moraal, die in de westerse cultuur een antimoraal was, het fameuze antiseksuele syndroom van Jos Van Ussel. Op zichzelf was die beweging zonder twijfel emancipatorisch. Die aanval was gericht op alles wat verboden en geboden was, maar men zag niet dat binnen de kortste keren de totaliteit van het seksuele door de commerciële sector werd ingepalmd, en dat dat helemaal geen aanleiding heeft gegeven tot een nieuwe seksuele cultuur. Wat krijg je dan ? De oude antiseksuele normen werden verworpen, maar men heeft geen proseksuele ethiek ontwikkeld. De afwezigheid daarvan leidt dan tot allerlei processen in de samenleving, zoals het bagatelliseren van seksualiteit en het wegvallen van iedere schroom. Dat alles leidt dan uiteindelijk tot onbeholpenheid en lompheid.

Het oorspronkelijke idee van de zogenaamde seksuele revolutie was toch : vrijheid, blijheid, genieten ?

Er is een fundamenteel verschil tussen de kleine groep die actief rond seksuele bevrijding werkt en de maatschappij in zijn geheel. Die analyse maakt ook Mark Elchardus : enerzijds heb je het libertaire vertoog van ’68 dat emancipatorisch is, maar dat leidt bij grotere groepen van de bevolking eigenlijk tot wat hij noemt een populistische ontvoogding. ?Eej mannekes, loat ons mè ruste. Alles moe keune.? Het gaat om die ontdubbeling : voor de enen komt er een nieuwe ethiek, voor de anderen is het ?weg allemaal !?.

Een voorbeeld. We hebben in onze terechte strijd voor gelijkberechtiging van mannen en vrouwen een frontale aanval gedaan op alles wat maar kon lijken op een gefixeerd rolpatroon. Het hele spel van verleiden en verleid worden vindt in de meeste culturen plaats via het feest en de dans, in ruimtes waar mensen die elkaar niet kennen elkaar kunnen ontmoeten. Daar bestaan vormen, rituelen voor. Hoewel ik zelf geen 68’er ben ik was toen nog maar veertien herinner ik me dat we wat schamper deden over de dans : De man leidt, de vrouw volgt : dat is seksistisch. De bamba ? Seksistisch ! Een vleesmarkt ! Vanuit een terechte bekommernis om gelijkberechtiging werd deze dansvorm aangevallen, en in die tijd volgde er dan een pleidooi voor expressief dansen. Wat zie je tegenwoordig ? Steeds minder mensen voelen zich geroepen om de dansvloer te betreden, en de enkele moedigen stellen zich dan ook bloot aan steeds meer blikken. Er wordt steeds minder met elkaar gedanst.

Toch heb ik me onlangs op een fuif heerlijk uitgeleefd op de dansvloer. Iets op tegen ?

Er is niks tegen individuele zelfexpressie via de dans, maar globaal heeft dat fenomeen toch geleid tot het desintegreren van het rituele aspect van de dans en dus ook van een methode om de ander te kunnen ontmoeten. Dat is een fundamentele vraag in onze samenleving : hoe ontmoet je een ander ? De dans is een van de weinige mogelijkheden om fysiek contact te hebben met elkaar zonder dat het problematisch wordt, en je kan tegelijkertijd met elkaar praten. Het paardansen is zeker niet meer de dominante vorm. Zelfs in house dancings, waar groepen dansen, blijft het een individuele activiteit.

Ook hier geldt dat we alleen de oude vormen hebben weggedaan, en niet op zoek zijn gegaan naar dansrituelen die gelijkberechtiging vormgaven. Zo krijg je een soort naakte samenleving waarin mensen bang zijn om bij elkaar te komen, en dat kan tot brutaliteit en lompheid leiden. Wanneer die schroom wegvalt, krijg je platte consumptieve handelingen. Dan is het een kwestie van kicks krijgen, vooral voor mannen. Want uiteindelijk heeft die seksuele bevrijding voornamelijk geleid tot de bevrijding van de mannelijke seksuele beleving. Dan wordt het een kwestie van, om het plat te zeggen, zoveel mogelijk orgasmes in zoveel mogelijk gaatjes op een zo kort mogelijke termijn. Dat is het standaardverhaal van de porno-industrie, en dat is een gigantische markt.

Als we het hebben over seksueel geweld of over de seksindustrie, vind ik het toch belangrijk om erop te wijzen dat dat, wat men mij ook wil wijsmaken, voor 99 procent van de gevallen een mannenzaak is. Het zijn mannen die kinderen verkrachten, het zijn mannen die vrouwen verkrachten, het zijn mannen die de porno consumeren. Dat ene alternatieve blaadje met wat mooie, naakte mannen dat gericht zou zijn op vrouwen kan mij van deze fundamentele stelling niet afbrengen.

Er is dus een probleem van macht. Het gaat dus om meer dan alleen maar het probleem van de antiseksuele ethiek van het katholicisme. Wil je dat probleem van macht beantwoorden, dan heb je ethiek nodig : beleefdheidsvormen, rituele vormen, etiquettevormen, enz. Ik heb de indruk dat er in heel wat relaties hierrond wel geëxperimenteerd wordt, maar eigenlijk is het een warboel. Sommigen genieten van die warboel omdat dat aanleiding geeft tot creativiteit, anderen kunnen niet tegen onoverzichtelijkheid en worden agressief.

We hebben er kortom één grote ellende van gemaakt ?

Zo ver zou ik niet gaan, maar toch ! Als ik de cijfers bekijk van baby’s die verkracht worden, dan zeg je toch : in ’s hemelsnaam ! Hier zijn de stoppen doorgeslagen ! Dit gaat niet eens meer om seksualiteit, maar om klaarkomen. Of dat nu in een zak chips of in een baby is, doet er niet toe.

Ik merk tijdens de lessen dat jonge adolescenten, zeker vrouwen, toch iets poëtisch missen. Technisch weten ze alles, maar als ze wat schroom blijken aan de dag te leggen, worden ze meteen van conservatisme beschuldigd. Terwijl dat niks te maken heeft met conservatisme. Wat zou er progressief zijn aan lompheid ? Maar het spelelement is weg. Men heeft het vrouwenlichaam op een veel radicalere manier gedemystificeerd dan Betty Friedan het ooit had kunnen voorspellen. Germaine Greer wees er al op dat vrouwen nu geen enkel argument meer hebben om ?nee? te zeggen. Het moet altijd kunnen.

In oosterse teksten vind je toch een totaal andere manier van omgaan met lichamelijkheid. De Kama Soetra is nogal technisch, maar in de Koka Shastra gaat het werkelijk om een soort van dienstbaarheidsrelatie van de man die er in de eerste plaats voor moet zorgen dat de vrouw geniet ; het is bijna een cultus van dat vrouwenlichaam. Daar heb ik in onze samenleving nog weinig over gehoord. Hier hoort de vrouw zich nog altijd aan de seksualiteitsbeleving van de man te onderwerpen. Dat zie je toch in alle zogenaamde softpornofilms. Of het nu Histoire d’O of Emanuelle is, het verhaal is altijd hetzelfde : vrouw, het is alleen door je te onderwerpen dat je het geluk zult vinden. En al die films zijn in volle emancipatietijd gemaakt. Het thema dominantie zit erin, en dan is de stap naar geweld klein.

Wie durft protesteren tegen dat soort vermaak, wordt meteen van preutsheid beschuldigd.

Het is jammer dat in de discussies over beelden in de media meteen de vraag gesteld wordt : ?Moeten we dat dan allemaal verbieden ?? Daar gaat het niet over, maar we mogen er verdorie toch nog wel even kritiek op hebben ? Dat debat wordt niet gevoerd. Het moet gewoon allemaal kunnen. Ook in films als Basic Instinct, Indecent Proposal of Fatal Attraction krijg je weer die radicale relatie tussen seks en geweld en gaat het om een puur machtsspel. Als ik dit soort films bekijk, zeg ik : we zijn er geen stap op vooruitgegaan.

Indien er één taal bestaat die zich mooi kan integreren in een erotische cultuur, dan is het toch de beeldtaal ? Toch heb ik nog heel weinig mooie erotische films gezien. In reclame ligt dat anders. De beeldtaal van reclame in weekbladen is opvallend minder plat dan het soort seksualiteit dat je op tv krijgt. Basisvereiste blijft de gelijkwaardigheid van twee mensen, het respect voor elkaar.

Foto’s van de beruchte vrouwengroep Rockbitch lijken niet meteen aan die vereiste te beantwoorden.

Met een boutade kan je zeggen dat je door dit soort uitstalling van seksualiteit de stelling van het klassieke katholicisme bevestigt : bevrijd het seksuele, en de mens wordt een beest. Eigenlijk geef je op die manier de antiseksuele moraal gelijk. Dat is juist het drama dat aan het gebeuren is. Wat men toont, is niet dat men rond erotiek prachtige beelden kan maken. Het is geen toeval dat zowel Camille Paglia als Madonna, die alletwee heel sterk de relatie tussen seksualiteit en geweld propageren, uit een door en door katholiek milieu komen en dat nu als provocatie gebruiken.

Het is in ieder geval duidelijk dat er geen codes meer lijken te bestaan die het seksuele tot een erotische cultuur kunnen ontwikkelen. En dan trek ik parallellen met andere ontwikkelingen in onze samenleving. Er bestaan ook geen codes meer voor het ontmoeten van anderen in de openbare ruimte. Vroeger waren openbare ruimtes de plaatsen bij uitstek waar vreemdelingen elkaar konden ontmoeten. Men was er niet bang omdat er regels golden. Vandaag voelt iedereen zich er verschrikkelijk onveilig. Men weet niet meer hoe zich te gedragen in een ruimte waar iedereen een vreemdeling is. We zeggen ook geen goeiedag meer tegen elkaar, jongeren staan op de bus niet meer recht voor een bejaarde, in het verkeer rijdt men alle anderen die mooi in de file staan te wachten zomaar voorbij. Sans gêne !

Ik denk dat men bij het overboord gooien van conventies de rituele dimensie ervan heeft onderschat. Dat merk je vaak pijnlijk op vrijzinnige begrafenissen.

Ook met onze eetcultuur kan je parallellen trekken. Er bestaan tafelmanieren met als enige functie disciplineren. Hou je mond, kinderen ! Daar ben ik niet voor. Maar er bestaat een hele hoop tafelrituelen de manier waarop je eten op een bord legt, de manier waarop je wijn inschenkt en ervan proeft die eigenlijk niet meer dan regeltjes zijn maar die dat eten toch zoveel lekkerder maken ! Dat zijn niet regeltjes tégen iets, maar regeltjes die proberen cultuur te maken van dat eten. Soms heeft het zelfs iets van een sacrale daad. Zoals volgens mij ook het seksuele iets sacraals kan hebben. Dat sacrale trekt aan, maar je hebt er ook een beetje angst voor. Tremendum et fascinans. Neem dat weg, en je hebt consumptieseks.

Op dezelfde manier hebben we de maaltijdrituelen vervangen door fastfood. We eten om de honger te stillen. De snelle hap uit de hamburgertent, waar zelfs mes en vork niet meer voor nodig zijn, die je zelfs al lopend of rijdend verorberen kan. Wat een vooruitgang ! Eten is meer dan alleen maar honger stillen. Zoals seksualiteit meer is dan klaarkomen.

Hoe is het allemaal te herstellen ?

Om te beginnen kampt onze samenleving met een groot tijdsprobleem. In heel wat relaties moeten mensen hun agenda erbijhalen om te weten wanneer ze elkaar nog eens kunnen zien. Dat gebeurt dan in een opgejaagde sfeer en de seksuele ontmoeting kan enkel nog in de resttijd. We hebben nog wat tijd over, nu kan het even. Ik heb helemaal niks tegen een vluggertje, ik zou het alleen jammer vinden als dat de standaard zou worden. Op dezelfde manier heb ik eigenlijk niks tegen fastfood, maar als dit onze cultuur wordt, dan zijn we toch wat aan het verliezen ! Geef mij dan maar een tongfilet met roomsaus op een bedje van prei.

Wil je in deze samenleving terug een seksuele ethiek of erotische cultuur krijgen, dan moet je eigenlijk opnieuw omgangsvormen ontwikkelen. Vroeger had je in de Amerikaanse cultuur een standaardformule : jongen had auto, ging meisje halen, dad keek en zei it’s a good date, ze gingen dansen, dronken iets en meisje werd teruggereden. Dat was een spel, maar binnen dat spel dat de zaak ten dele ook aan banden legde waren er toch heel wat dingen mogelijk. Ik zeg niet dat we terug naar iets dergelijks moeten, maar ik zou er wel voor pleiten om van de ontmoeting met een erotische intentie toch iets speciaal te maken, waar mensen zich anders voor moeten kleden, tijd voor moeten uittrekken, enz. Maak het misschien wat schaarser maar mooier.

Is het mogelijk zo’n soort omgangsvormen te vinden zonder dat het lachwekkend wordt ?

Eigenlijk vind ik dat dat in belangrijke mate een initiatief zou moeten zijn van vrouwen. Onze cultuur is zo disciplinerend op het gebied van het emotionele : aan kinderen wordt zo jong mogelijk aangeleerd hun emoties te verdringen. Vroeger was dat zeer duidelijk bij jongens, meisjes mochten nog een beetje emotioneel zijn. Maar ook hier weer wordt voor het mannelijke model gekozen en wordt nu ook aan meisjes van kindsbeen af geleerd emoties niet te tonen. Dat heeft tot gevolg dat jongens en meisjes geen weg weten met hun emoties. Een cultuur die dat verder cultiveert, is een goudmijn voor psychotherapeuten. Men kan niet meer over emoties praten, men beschikt niet meer over de taal om daarover te kunnen communiceren.

Ik denk dat ouders het eigenlijk niet aandurven hun kinderen zo op te voeden omdat men zo ook iemand kwetsbaar maakt. De ramp is dat we de jongeren wijsmaken dat men het geluk kan vinden in de kleinste cocon die er maar kan zijn : een relatie met zijn tweeën. De verwachtingen ten aanzien van die relatie, in die ene ander, zijn dan gigantisch groot. Alle stress moet in dat ene kleine huisje opgevangen worden, maar dat huisje kan dat niet aan en er komt geweld. Men moet dat gezin openbreken. Tegelijk draagt de overheid de enorme verantwoordelijkheid om van de openbare ruimtes terug ontmoetingsruimtes te maken.

U pleitte op de studiedag ook voor een erotische Radio 3 ?

Vermits het soort relaties, het soort seksualiteit dat door de commerciële media getoond wordt zeer vaak in dat geweldscenario zit, vind ik het een fundamentele taak van de openbare omroep om te tonen dat er een andere soort van erotiek mogelijk is. Ik meen dat zeer ernstig.

Als ik VT4 bekijk, dan heb ik zelfs begrip voor de kritiek van Marc Van Peel op dating-programma’s. Niet dat dat verboden moet worden, maar die geven zo’n totaal verkeerd beeld over wat relatievorming zou kunnen zijn. Die commerciële media kunnen dat soort relatie-ideeën zo massaal op de markt brengen, dat al het andere in het verdomhokje terechtkomt. Terwijl het juist via de beeldtaal, via de literatuur mogelijk moet zijn om natuurlijk niet te belerend iets anders te tonen. Daarom heb ik ook bewust iets positiefs gezegd over Luc Versteylen. Iedereen maakt zijn woordspelletjes nu zo belachelijk ! Maar is het zoveel beter om het altijd over kut en lul te hebben ? Er mag toch iets verhullends of metaforisch zijn aan erotiek ? Als zoveel jongeren naar Versteylen trekken, moeten we daar even bij stilstaan.

Of men nu van zijn taaltje houdt of niet, is niet relevant. Belangrijk is wel dat het om taal gaat. Onze taal om over het seksuele te praten, is ofwel mannelijk militair-strategisch : nemen, overgeven, penetreren, ejaculeren, ofwel is ze medisch-wetenschappelijk : clitoris, coïtus, uterus, sperma, smegma. Ik vind dat allemaal niet bepaald poëtisch. SCHEDE ! Dat is een militair begrip, daar stop je je zwaard in.

Het mooie in de Kama Soetra is dat er heel vaak vergelijkingen met bloemen of dieren instaan. Dat is poëzie. De woorden die Versteylen gebruikt, vind ik een beetje tienerachtig : van een teelbal een speelbal maken, nou ja ! Stengel vind ik al mooier. En dat juichen, tja, dat heeft hij uit de kerk : hosanna, hosanna, halleluja !

Maar onze taal is helemaal niet erotisch. In Frankrijk heeft men het ten minste nog over faire l’amour, bij ons is het neuken of naaien, en als men faire l’amour wil vertalen, dan is het de liefde bedrijven. Bedrijven ! Dat doet mij weer aan de industrie denken. We lijden op dat gebied aan taalarmoede. Daar moeten de literatoren toch maar eens werk van maken.

Kortom, ik verdedig een beetje meer schroom en vind dat men er best wat spanning in mag houden. Men moet die spanning niet altijd meteen willen kwijtgeraken. In onze cultuur zijn spanningen er om zo snel mogelijk van verlost te worden. Ik heb daar geen problemen mee. Ik heb er wel problemen mee als dat de norm wordt. Gewoon, omdat ik mensen wat meer gun : maak er een beetje een kunstwerkje van, van dat leven.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content