De man die in bloemen spreekt

Hoe dieper zijn kennis, hoe sterker de taal waarmee hij bloemen en planten laat spreken. In het derde boek van Daniël Ost komen de oosterse inspiratie en de beeldende kracht van zijn creaties duidelijker dan ooit naar voren.

Wie het over Daniël Ost en zijn werk heeft, verwijst onvermijdelijk naar de intense band die de bloemist uit Sint-Niklaas heeft met het oosten, van China en Japan tot Taïwan en Hongkong. De oosterse decors, vaak historische en geklasseerde gebouwen, of de zeldzame voorwerpen die op sommige foto’s in de composities zijn verwerkt, getuigen niet alleen van zijn vele reizen en zijn vertrouwdheid met een wereld waarin bloemen veel meer zijn dan louter sierelement. De abstracte elementen in zijn werk illustreren ook de versmelting tussen twee culturen: de westerse die hem eigen is en de oosterse die hij bewondert en analyseert als een bevoorrecht waarnemer. Wat bovendien niet te zien is bij het doorbladeren van dit boek, is het grenzeloos geduld en de eindeloze tijd die nodig zijn om sommige stukken samen te stellen. De meest gewaagde en doorwrochte creaties zijn het resultaat van honderden uren repetitieve arbeid. Een inspanning die alleen kan opgebracht en (ook financieel) gewaardeerd worden in een beschaving en een mentaliteit waarin de symboliek van bloemen een grote rol speelt.

Een ander aspect van de dialoog tussen oost en west wordt wellicht alleen door specialisten opgemerkt: de aanwezigheid van zeldzame materialen zoals de finger limes. Dat zijn citroenen die heel bizar de vorm van een hand hebben. Ze worden al eeuwenlang gekweekt maar zijn nu nog bijna uitsluitend in Japan te vinden. Hetzelfde geldt voor drie grote bolvormige bloemhoofden – unieke exemplaren – van een chrysant, die vooraleer ze verwerkt werd in de enorme compositie van Daniël Ost, de eerste prijs wegkaapte in een nationale wedstrijd voor potplanten.

Maar deze extreme voorbeelden betekenen geenszins dat het werk van de “groene kunstenaar” een oefening zou zijn die buiten het bereik van de gewone sterveling ligt. Een boek als “Bladeren in bloemen 3”, dat het resultaat is van drie jaar arbeid, laat de lezer enerzijds kennismaken met een aantal van Osts opmerkelijkste realisaties die overal ter wereld op belangrijke demonstraties werden gepresenteerd. Maar het bevat ook een aantal betoverende composities die uitgevoerd werden met heel bescheiden ingrediënten als bloemblaadjes van klaprozen die op water drijven.

Wie de foto’s stuk voor stuk grondig bekijkt, zal een duidelijker inzicht krijgen in Osts gehele oeuvre. En zal de gemeenschappelijke basisprincipes en thema’s achter zijn creaties ontdekken. Een van de meest opvallende heeft te maken met de metamorfose van de plantaardige elementen wanneer ze in een compositie of een boeket terechtkomen. Want kan men nog spreken van een boeket bij het zien van een plantaardig gordijn, dat een uiterst verfijnd weefsel blijkt te zijn van versneden bladeren van Japanse kerselaar, opgebouwd volgens de variaties in hun herfstkleuren?

Wanneer de visie die in een werk tot uiting komt de grondstoffen doet vergeten en erin slaagt ze een andere bestemming te geven, kan men van metamorfose spreken: een nieuw leven geven aan een element dat men door het te snijden, ter dood heeft veroordeeld. Daarin bestaat voor een groot deel de magie van de bloemschik- of plantschikkunst. Want in een boeket komt een bloem als het ware in een nieuwe levensfase terecht, die zo intens mogelijk moet zijn.

Op dat punt speelt de manier van fotograferen een belangrijke rol, die veel verder gaat dan het louter vastleggen van momenten in een leven. Hier heeft de fotografie een actieve functie in het creatieve proces. Daniël Ost: “Vaak is er een ideaal tijdstip om de foto te maken. Ik weet bijvoorbeeld op welk ogenblik de bloemknoppen zullen opengaan en ik wacht dat moment af. Het beheersen van dit aspect is doorslaggevend voor de presentatie van bepaalde creaties.”

Maar meer nog dan het plantaardige materiaal zelf, is de omkadering en de mise-en-scène van belang. Daarvoor werkt Daniël Ost nauw samen met een ambachtsman, een expert in de technische uitvoering van achtergronden, in speciale patina’s die voor bepaalde foto’s worden uitgewerkt. Ook de climatologische omstandigheden bepalen mee de sfeer die een beeld uitstraalt. Daniël Ost: “Zo herinner ik mij een foto die we wilden nemen in een vijver vlakbij Sint-Niklaas. Samen met fotograaf Robert Dewilde kwamen we tot de conclusie dat de opnamen moesten gebeuren om 8 u. ’s morgens, op een grijze, mistige dag. Alleen zo verkregen we het ideale licht om de witheid te verzachten van een grote compositie, bestaande uit honderden witte waterlelies op lange stengels. Ik kan u niet beschrijven wat een voorbereiding dat heeft gevergd!”

Aan dergelijke foto’s gaat soms jaren denk- en zoekwerk vooraf. “Het gebeurt dat ik een creatie ontwerp en dat ik weet dat er nog iets ontbreekt, een belangrijk element. Soms gaan er jaren overheen voordat ik dat element vind. Maar de dag dat het zover is, komt alles snel voor elkaar. Dat was bijvoorbeeld het geval met de finger limes uit Japan. Die vruchten zijn zo zeldzaam dat ze als geschenk worden aangeboden met Nieuwjaar of geofferd worden in de tempels voor wie iets heel bijzonders wil doen.”

Dergelijke momenten zorgen ook voor heel wat stress. Want hoe zeldzamer een plantaardig element is, hoe sterker zijn persoonlijkheid doorweegt en hoe minder ruimte er is voor fouten. Een verkeerde beweging, bijvoorbeeld in het doorsnijden van de stengel, en al die jaren zoeken en wachten kunnen in één klap op een grote teleurstelling uitdraaien. Dan is het de plant die de mens domineert in plaats van het omgekeerde.

Herkenbare krachtlijnen in het werk van Daniël Ost zijn de symmetrie, de technische perfectie, de natuur als inspiratiebron en ongetwijfeld ook de herfst, het seizoen dat hem het nauwst aan het hart ligt en dat overvloedig in zijn composities aanwezig is. Het palet dat hij met uitgesproken zin voor harmonie hanteert, bevat wel 50 verschillende soorten fruit, bladeren en bloemen. Maar het boeiendste thema is wellicht de metafoor, een taal die discreet maar diep in Osts werk verankerd zit. Wanneer hij, denkend aan de contouren van een heuvel die hij op een schilderij heeft gezien, een bloemenberg opbouwt – met bloemblaadjes van rode klaprozen die nauwelijks aan hun stengels lijken vast te hangen – dan krijgt deze compositie een extra betekenis. De beeldspraak wordt op een heel eigen manier in een plantaardige illustratie vertaald.

Die onderliggende relatie met het landschap springt in het boek het duidelijkst in het oog in de afbeeldingen van de eerste tuin die Daniël Ost heeft ontworpen. Alleen vraagt het nog even geduld, zegt de bloemenkunstenaar zelf, om te zien hoe de kleurenrijkdom van de doorlevende planten, bomen en struiken zich mettertijd in de tuin zullen assimileren en de aparte vormen en kleuren in de borders volledig tot hun recht komen.

“Bladeren in bloemen 3”, Daniël Ost, Uitg. Floreal, 236 blz., 4950 fr. Info: Tel. (03) 776.17.15, fax: (03) 778.13.58.

Jean-Pierre Gabriel

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content