Pierre Darge
Pierre Darge Freelancejournalist

Ooit schreef Gerard Reve dat het zijn ultieme betrachting was “het boek te schrijven dat alle andere boeken overbodig zou maken”. Gelukkig voor onze televisieloze avonden kwam het nooit zover. Vijf jaar geleden deden ze bij Mercedes een soortgelijke gooi naar het ultieme: met de SLK stuurden ze een auto de straat op die alle cabrio’s en coupés tegelijkertijd wilde zijn. En daarin slaagden ze nog ook: het unieke concept, waarbij het vaste dak geheel automatisch in de koffer verdwijnt, is sindsdien door vriend en vijand op enthousiasme onthaald en door Peugeot inmiddels gekopieerd met zijn 206 CC. In die vijf jaar hebben we duizenden kilometers afgemaald met diverse SLK’s en daar veel plezier aan beleefd. Maar altijd waren het viercilinders, en dat blijft voor de echte rijder toch uitkijken naar het potentieel en de klank in zesvoud.

Bij de facelift vorig jaar sprongen het eerst de richtingaanwijzers in het oog, die zaten in de spiegelschalen gemonteerd. Toen werden twee nieuwe versies voorgesteld: de 2-liter basisversie kreeg er een compressor bij en de langverwachte zescilinder maakte zijn debuut.

Die V6 met een slagvolume van 3199 cm3 was al eerder te zien in andere modellen, maar in de SLK zit hij perfect op zijn plaats. Omdat hij voor effortless power zorgt, zonder echt hoog in de toeren te klimmen. Dat is toch een heel ander gevoel dan een viercilinder die op de een of andere manier wordt opgepept.

Om het genot helemaal compleet te maken, reden we de SLK in zijn automatische vijfbak – met tipschakeling voor wie absoluut iets te doen wil hebben met de rechterhand. Voor de volledigheid vermelden we nog dat de manuele versie inmiddels een zesbak ingebouwd kreeg.

Een andere nieuwigheid (een onrechtstreeks gevolg van het legendarische eland-incident) is de toevoeging van de ESP-technologie of dynamische stabiliteitscontrole. De sensoren die aanwezig zijn voor de ABS (het antiblokkeersysteem voor de remmen) en ASR (de doorslipregeling bij het wegrijden) detecteren ook de verschillen in omwentelingssnelheid tussen de wielen en neutraliseert die wielspin. De correctie gebeurt door de remmen of de elektronische motorsturing.

Veel tijd voor theorie is er vandaag niet, want we zijn al op weg met deze prachtige zwarte panter die op een beschaafde en toch indrukwekkende wijze zijn karakter overzet op de achterwielen. Het is zonder meer heerlijk rijden met de potente SLK. Daarvoor zorgen de perfect steunende stoelen, de snelle respons van het gaspedaal, de fraaie klank van de zescilinder en de makkelijke beheersing van deze compacte tweezitter in het algemeen.

We begrijpen wel dat sommigen het stuur te groot vinden en de koffer te klein bij het ‘open’ rijden, maar daar letten we allemaal niet op. We hebben weekends ‘open’ door het groene Kent gereden en wat heb je dan meer nodig dan wat krap uitgesneden ondergoed, een hemd of twee, een toilettas en een goed humeur. We hadden nog plaats over. Want tenslotte is zo’n SLK geen auto om antieke kastjes mee te verhuizen (die neemt de butler toch mee in zijn camionette?), maar een esthetisch verantwoord genotsobject.

Dat genot wordt nu verhevigd door die 218 pk en het besef dat deze brok techniek dankzij zijn reactievermogen en uitrusting tot de veiligste wagens op de weg behoort. En dat wil toch wat zeggen voor een cabrio.

De vraag of het om een sportwagen gaat, is niet eens relevant. De SLK haalt met zijn V6 met verve de 240 km/uur, beschikt over een puike wegligging en laat zich zelfs in de stad moeiteloos rijden en parkeren. Terwijl het verbruik zéér binnen de perken blijft: met een beetje beschaafde voet komt de welopgevoede rijder met minder dan 11 liter al zo’n 100 km ver. Met de ruimere benzinetank (60 i.p.v. 53 liter) zit men daarmee voor ruim 500 km prinsheerlijk lekker.

Pierre Darge

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content