Drie Needcompany-acteurs over de emoties die ze vertolken, over leven en waarheid. “Het enige wapen dat we hebben is onze kwetsbaarheid.”

Theater gaat om mensen. Dat is totaal tegen de tijd in. Dat is ver weg van virtuele realiteit en cyberseks. Ik denk dat als het zo voortgaat met onze maatschappij, mensen binnenkort veel geld gaan betalen om eens live iemand te zien. Dat is de hoop van het theater”, zegt Jan Lauwers.

Needcompany, de theatergroep van Jan Lauwers, bestaat tien jaar. De groep stond de voorbije jaren garant voor intens, menselijk en denkend theater. Theater dat voorbij het entertainen ging, dat echt moest zijn. Altijd adembenemend mooi, decors die je bijna voelde. Lauwers is vertrokken vanuit zijn opleiding schilderkunst aan de kunstacademie in Gent. Dat beeldend kunstenaarschap blijf je zien: “Theater, dat is mensen die naar mensen komen kijken.” Volgende week gaat The Snakesong Trilogy van Jan Lauwers in première. Eerder werden de delen Le voyeur, Le pouvoir en Le désir als afzonderlijke stukken opgevoerd. Nu is er de integrale, bewerkte versie met livemuziek van Rombout Willems. The Snakesong Trilogy gaat over veel, over dood, over erotiek, over verlangen, over geweld. Lauwers: “Ik denk dat elk kunstwerk dat zichzelf respecteert daar een raakpunt mee heeft.”

Ik heb angst gehad… Mijn hoofd werd soms langzaam bij elkaar gedrukt… Ik hou van jullie… Ik kan niet meer bewegen. Mijn lippen zijn bevroren door zoveel leugens… Ben ik aan het hallucineren? Laten we sneller zijn dan de duivel… Wat is liefde zonder bloed? Wat is de lust zonder rede? Niks anders dan stank…

Buiten is de lucht egaal grijs. Viviane De Muynck en haar woorden regeren. Acteurs op de zolder van de oude opslagplaats van legermateriaal, sinds enkele jaren de ruimte van Needcompany in Brussel. Tussen de woorden hangt veel stilte en vooral veel leven.

Viviane De Muynck (1946). Studeerde aan het Brusselse conservatorium. Was leerling van Jan Decorte. Vanaf 1980 acteerde zij in Nederland bij Mannen van de Dam, De Witte Kraai, Maatschappij Discordia. In 1987 kreeg zij als eerste Belgische de prestigieuze Theo d’Or prijs voor haar rol in Who’s Afraid of Virginia Woolf. Acteert nu freelance. O.a. te zien in Torquato Tasso (Stuc), Hamlet (Zuidelijk Toneel), Count Your Blessings (Toneelgroep Amsterdam), Philoktetes met Ron Vawter en Dirk Roofthooft van Jan Ritsema. Ook film o.a. in Vinaya en als de moeder in De avonden, waarvoor ze de Gouden Kalf-nominatie kreeg. Acteert regelmatig bij Needcompany.

“Schat, ik was een succesvolle directiesecretaresse. Ik was bijna dertig toen mijn man stierf. Toen ben ik naar het conservatorium gegaan om beroepsactrice te worden. Ik ken zoveel mensen die gefrustreerd zijn in wat ze doen, omdat ze de sprong nooit waagden. En waarom wagen ze de sprong niet? Omdat je in onzekerheid valt. Mijn leven had er totaal anders uitgezien, was ik een directiesecretaresse gebleven. Maar de drang om naar het theater te gaan was groot. Ik heb geen talent in de verzorgende sector, maar ik denk om binnen mijn werk mensen een spiegel voor te houden. Misschien is dat het onderwijzeressen-iets in mij. Ik wil mensen confronteren met iets wat wij niet graag zien: dat iedereen problemen heeft, dat iedereen hunkert naar liefde en dat wij willen dat de tijd nooit ophoudt. In onze maatschappij gaat alles zo snel. We hollen altijd achter de veranderingen aan. Het enige wapen dat we daartegen hebben is onze kwetsbaarheid.

In Le pouvoir ga ik op een bepaald moment uit de kleren. Het is pijnlijk om te moeten vaststellen dat iedereen daarover valt, over het feit dat je oud en dik bent. Op het podium voel ik die pijnlijkheid niet. Dan is arrogantie mijn wapen. Arrogantie is altijd een wapen.

Ik vind mijn 52 jaar niet oud, maar in zekere zin is het te oud voor deze maatschappij. Je merkt het als je bij de slager staat en men je niet ziet. Je merkt het als je in een restaurant wil bestellen en je een hele présence moet maken, wat ik dan ook doe met al mijn hoeden en zo. Maar gewoon? Zonder make-up? Niks. Jonge mensen vinden het belachelijk dat ik dat zeg, maar het is echt waar. Mensen worden daar te weinig op voorbereid. Ieder mens probeert het te overwinnen op zijn manier. Als je naar tv kijkt, naar die opgespoten borsten… Al die strakke billen, ze komen me de strot uit.

Verdriet. Verdriet. Verdriet heeft mij in het leven sterk gemaakt. Het verlies van dierbare mensen. Het punt is: iedereen heeft een bepaald verdriet maar men geeft er niet aan toe. Of men probeert het te negeren omdat het belangrijker is te overwinnen. Ieder verdriet, hoe klein ook, heeft een rijpingsproces. Ik vind niet dat we masochistisch moeten zijn en in het theater met ons verdriet spelen. Maar een mens moet wel een beetje afzien. Als wielrenner is dat toch ook zo: wie niet afziet, kan de Tour de France niet winnen.

Misschien is ouderdom ook een sterkte. Ik heb één ding heel moeizaam geleerd, en dat is dat je niet competitief moet blijven. Je moet je op een gegeven moment terugtrekken uit de seksueel, erotisch actieve wereld. Je bent niet meer in de running. Wat in de plaats komt, is een wijsheid. Een rust. Een vergeestelijking. Ik denk dat mensen het meest zichzelf zijn op hoge leeftijd.

Dat ik veel heb meegemaakt in mijn leven is heel belangrijk in mijn acteren. Ik gebruik dat. Natuurlijk gebruik ik dat. Helaas gebruik ik dat. Acteren is genadeloos. Soms sta je ergens midden in een moeilijke situatie en dan denk je: dit sla ik op voor later.

Mensen genieten ook van je pijn. Daarom zitten we in dit vak. Om dingen bloot te geven. Hoe persoonlijker je daarin bent, hoe meer mensen het kan aanspreken. Ik denk dat ik al jaren heel persoonlijk ben. Wat ik het mooie vind aan de Needcompany is dat Lauwers dat abstraheert. Maar dat is geen populaire theatervorm. Het is hier toch een beetje Gaston- en Leoland. Ik hou ook niet van dat gespeelde theater. Het liefst kijk ik naar een film, naar een stuk waarbij je niet meer zit te kijken naar de perfectie van de speelkunst, maar naar een mens die niet wil bewijzen hoe goed hij of zij is, maar die echt is. Ik wil de scheurtjes zien en laten zien. Ik wil mensen zien. Want een theaterstuk, het leven, je hoeft niet alles te begrijpen. Zo zit het leven niet in elkaar.”

Carlotta Sagna: “We zijn alleen maar hoe we leven, hoe we twijfelen, wat we voelen. We zijn niets anders dan wat we achter ons hebben.”

Carlotta Sagna (1964). Italiaanse. Volgde een dansopleiding in Turijn o.l.v. Anna Sagna, in Monte-Carlo en het Mudra van Maurice Béjart in Brussel. Maakte deel uit van Rosas van Anne Teresa De Keersmaeker, danste o.a. in Stella, Achterland en Ottone, Ottone. Werkte mee aan de theaterproductie van Cesare Ronconi. Is sedert 1993 lid van Needcompany. Speelt onder meer de rol van Leda in de trilogie.

“Ik ben altijd bang geweest voor woorden. Ik heb er nog maar onlangs vrede mee genomen. Vroeger, als danser, vond ik dat woorden te veel definieerden.

Ik kwam op mijn zestiende alleen naar Brussel. Het was niet eens een beslissing. Het was even noodzakelijk als eten en slapen. Ik wilde dansen. Ik heb de beste plaats gezocht om dat te doen en die plaats was het Mudra. Ik moest mijn weg zelf maken. Mijn moeder is choreografe. Ik heb veel aan haar. Mijn vader was arts. Hij luisterde nooit naar muziek, hij was niet bezig met kunst. Maar hij heeft ons altijd gesteund in wat we deden. Mijn ouders waren het perfecte bewijs dat de artistieke en de ‘andere’ wereld heel goed kunnen samengaan. Enkele jaren geleden is mijn vader gestorven. Dat heeft een diep spoor nagelaten.

Ik weet niet of het een keuze of een toeval is dat ik zoveel eenzaamheid heb gekend. Ik denk niet echt dat wij keuzes maken. Ik heb het gevoel dat alles me in mijn leven overkomt. Eenzaamheid is voor mij verrijkend.

Hier in België heb ik als Italiaanse het grote voordeel dat ik ongemerkt in de marge kan gaan staan. Ik ben een vreemdeling. Ik heb een statuut dat me toelaat me afzijdig te houden. Dat stelt me gerust.

Een beetje gepassioneerdheid in het leven hebben we wel nodig, denk ik. Maar niet te veel. Passie is als peper. Ik wil me wapenen tegen een teveel aan emotie. Er zijn voorstellingen waarin je rollen hebt die zo dicht bij je komen dat ze pijn kunnen doen. Het is de droom van iedere acteur dat het publiek in jou iets herkent van zichzelf.

Toch hoed ik me ervoor op de scène te veel mezelf te zijn. Omdat het me geneert. Ik probeer een rol te spelen. In het leven doe ik dat niet. Er zijn al te veel acteurs die doen alsof ze op het podium staan als ze een biertje drinken in het café om de hoek. Het is een valstrik zich te willen verschuilen achter een imago, zelfs achter ideeën die je opbouwt. Mildheid is daarom een van de grootste menselijke kwaliteiten.”

P rofessor, professor, gelooft u in het noodlot?

Nee, ik geloof niet in het noodlot. Ik geloof dat het zaak is heel goed op te letten. In het uiterste geval zou je kunnen zeggen dat we nooit zouden doodgaan als we heel goed zouden opletten.

Zo luidt een van de laatste zinnen van de theatertekst van The Snakesong Trilogy. Mil Seghers, die de professor vertolkt, zegt: “De dood komt dichter. Mijn vader is enkele maanden geleden gestorven. Vroeger dacht ik: ‘Ik ben een jonge gast. Er kan me niets overkomen.’ Ook al was ik vijftig. Nu ben ik er in mijn eigen leven van dichtbij en intens mee geconfronteerd en in de stukken die ik speel des te meer. De dood is zo concreet. Alleen de angst voor de dood wordt minder.”

“Maar er is voor mij nergens nog plaats. Ik wil niks te maken hebben met al die mensen die het vel over hun oren hebben getrokken”, zegt hij op de scène.

Nu zegt hij: “Ik heb altijd angst gehad. Angst van alles, van alles. Dat is mijn gesteldheid. Ik heb altijd angst gehad van relaties, van werk,… Altijd angst, altijd angst. De angst van het opkomen. Angst is iets waar ik niet overheen kom.”

Mil Seghers (1941). Sinds 1988 vast lid van Needcompany. Acteerde in bijna elke productie van Needcompany. Is ook te zien in films, o.m. in Les sept péchés capitaux van Frédéric Fontaine, Violette van Alex Stockman. Hij vertolkte de rol van de oude, wereldwijze eenzaat in Antonia, de film van Marleen Goris die drie jaar geleden de oscar kreeg voor de beste buitenlandse film. Binnenkort is hij te zien in Le mur van Alein Berliner.

“De oude man die doodgaat. Da’s mijn ding. Ik speel altijd de oude man die doodgaat… Nu voel ik me… Nu weet ik dat ik oud ben. Ik heb dat lang niet geweten. Absoluut niet. Maar nu wel. Het doet een beetje meer zeer allemaal.

Ik heb tien levens gehad. Zoals de meeste mensen. Ik heb lang bureauwerk gedaan in een fabriek. Ik ben ontslagen. Ik ging stempelen. Zoals de meeste mensen. Maar ’t was niks voor mij. Ik dacht: ‘Ik kan toch niet niks doen.’ Een vriend van mij vroeg me om in een café te komen helpen. Ik heb zelf een café gehad, ik heb jaren achter de toog van een ander gestaan. Tien jaar geleden kwam Jan Lauwers in het café binnen en hij vroeg me om met zijn theatergroep mee te doen. Ik zei: ‘Maar Jan,… allez kom. Ik ken geen theater.’ Ik dacht: ‘Ik kan hier toch ook niet eeuwig achter de tap blijven staan.’ Ik zei: ‘Jan, ik zal proberen. Oké. Voor een keer en dan zie ik wel wat er gebeurt.’ Ik ben er nog steeds.

(lach)

Cafébaas-zijn, dat is ook theater hé, dat is ook theater… (Stilte) Je hebt de grootste klootzakken aan de toog hangen en je moet er nog vriendelijk tegen blijven ook.

ça va heette dat eerste stuk waarin ik meespeelde. De eerste keer dat ik voor publiek speelde, was ik verschrikkelijk zenuwachtig. Jan zegt: ‘Maakt niet uit. De tekst ligt voor u op uw catheder. Lees hem gewoon af. Ge doet maar.’ Toen het stuk begon, kon ik zelfs de letters niet meer lezen. Een totale catastrofe. Ritsaert Ten Cate zat in het publiek. Ik zal dat beeld nooit vergeten. Hij zat in het publiek met zijn duim omhoog te supporteren van jééééé. En ik zag niets op mijn blad. Zo is ça va ontstaan en zo ben ik erbij gebleven.

Weet ge wat het is? Theater is een soort afreageren. Je hebt een angst om op te komen en tegelijkertijd vecht je ook tegen die angst. Als de voorstelling afgelopen is en ze ging goed, voel ik me beter. Maar dan wil ik ook weg. Soms gaan de acteurs dan samen nog iets eten of drinken. Ik ga naar mijn hotelkamer of ik ga naar huis. Angst, altijd angst.

Ik ben altijd een eenzaat geweest. Ik ben altijd alleen geweest. Het is een keuze die je maakt. Misschien is het een valse keuze. Een relatie aangaan met iemand vind ik moeilijk. Ik heb er in mijn leven weinige gehad. Dan installeer je je in het feit dat je alleen wil zijn, in het laat-me-maar-doen.

Toen ik mijn homo-zijn besefte, aanvaardde, mijn outing eigenlijk, was ik al in de dertig. Misschien heeft het ook daar mee te maken. Ik heb mezelf altijd lelijk gevonden. Voor de productie en het boek heeft Maarten Vanden Abeele foto’s van de groep genomen. De foto waarop ik naakt op het bed lig, wordt gebruikt om het stuk aan te kondigen. Ik zie ze in de stad in de cafés verspreid liggen. Als ik dat beeld van mezelf nu zie denk ik wel: ”t is mooi’. Vroeger niet. Het gevoel van lelijkheid heeft mijn leven bepaald. Als ik iemand interessant vond, kroop ik al weg. Ik dacht: ‘Die zal wel niets van mij moeten hebben want ik zie er zo lelijk uit. Ik ben zo lang en met die dikke bril…’ Dat is mijn leven geweest.

Op de scène gaan staan is een soort revanche. Absoluut. Omdat ik weet dat ik daar soms respect kan krijgen. Ze hebben het dan over ‘de uitstraling’ of ‘de présence’ van Mil Seghers in de krant. Ik heb nooit gevoeld dat ik dat had. Intussen is al dat gezever met relaties en liefde en zo voorbij. Op een moment heb ik gezegd: ‘Ik begin er niet meer aan. Het is te pijnlijk.’ Ik wil het niet meer. Echt niet. Het interesseert me niet meer. Natuurlijk wil ik liefde voelen. Je blijft denken dat het anders kan, maar je maakt een keuze voor de eenzaamheid want die andere keuze is te gevaarlijk, te angstig…

De scène, dat is mijn leven geworden. Het is er behaaglijk. Snap je? En goede collega’s hebben dat is ook liefde. Ik heb me erin geïnstalleerd. In het theater heb ik mijn angst ook vorm gegeven, om ze op te lossen. Theater is een nest. Dat is met iedere job zo. Ik heb acht jaar gewerkt in die fabriek en ik droom er nu nog van.

Ik noem dat altijd ‘mijn vorig’ leven. Dat verliep meer… automatisch. Dat kan bij theater niet. Iedere keer opnieuw word je daar geconfronteerd met wat je doet, wat de anderen doen. Ik ben door het theater meer gaan denken. Ik maak mij zorgen over hoe onze wereld er nu uitziet. Ik ben verschrikkelijk bang voor de volgende verkiezingen. Ik ga elke dag mijn krant kopen bij Jeanke, de krantenboer, en vorige week zei Jeanke mij: ‘Mil, terwijl gij op theatertournee waart in Australië, die tien dagen, zijn er in de buurt zeventien overvallen gepleegd. De vrouw van de beenhouwer heeft een revolverkolf op haar hoofd gekregen, de gast van de frituur heeft zijn geld moeten afgeven,…’ De mensen maken de verkeerde keuze, want ze gaan allemaal voor extreem rechts stemmen. Er moet wel iets aan gedaan worden.

Ik ben een gewone mens, gelijk ieder ander. Gaan zeiken in zo’n theatercafé over de andere acteurs zeker? Neen, niet met mij. Ik blijf gewoon. Ik kom uit een gewoon, socialistisch nest. Mijn vader was werfleider bij een grote firma. Op zijn 56 is hij ziek geworden. Mijn ouders kwamen altijd kijken als ik speelde.

Dat wij onze menselijke broosheid blootgeven, vind ik noodzakelijk. Ook buiten het theater. Dan krijg je natuurlijk wel de klappen. Ik heb mij altijd laten doen. Ik zit zo in mekaar. Ik kan niet de sterke uithangen. Omdat ik dat niet ben. Zoals in Le pouvoir. De macht. Ik kan niet omgaan met macht. Misschien is het masochistisch, misschien is het een compensatie, maar op de scène geef ik me graag bloot. Mensen doen dat te weinig. Het theater is misschien de enige plaats waar ik het kan.”

The Snakesong Trilogy. Vanaf 16 april in Kaaitheater en op 6 en 7 mei in Vooruit.

Deze maand verschijnt naar aanleiding van tien jaar Needcompany ook het boek De luciditeit van het obscene/het obscene in de luciditeit. Met foto’s van Maarten Vanden Abeele. Teksten van Lieven De Cauter, Jan Denolf, Stefan Hertmans en Rudi Laermans en gesprekken met de leden van Needcompany, uitg. IT&FB, 1998.

Anna Luyten / Foto’s Lieve Blancquaert

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content