De koffer van de therapeute: afscheid en verzoening

"De mensen zijn belangrijk, mijn valies is dat niet." © Debby Termonia

Een valies. Dat is inpakken en even weg zijn, in deze tijd, op gene plek. ‘Ik heb nog een koffer in Berlijn.’ Valies staat vaak voor verlangen. Veertig jaar zeulde ze met dat ding rond, haatte het, koesterde het, tot het overbodig werd. Therapeute Johanna Pien Savonije verzoende zich met haar metgezel van tien kilogram. “Ik vind het heerlijk om te verwijlen in niemandsland.”

Een kind van elf, op een perron in Rotterdam. Dit beeld krijgt Johanna Pien binnen als je vraagt naar haar ‘vroegste valies’. “Mijn koffertje stond symbool voor afscheid nemen, geen wortels hebben. Ik pendelde tussen mijn gescheiden ouders, later kwam daar een derde plek bij, het internaat. Ik was nergens echt graag. Kostbare dingen sleepte ik niet mee, tenzij mijn cassettebandjes. Ik luisterde onderweg naar Jasperina de Jong, Liesbeth List, Liselore Gerritsen. Vaak zong ik hard mee. De muziek werd een stuk van mijn wezen. Later nam ik cd’s mee in de valies ; nu staat er een voorraad muziek op mijn iPhone. De oude cassetjes bezit ik nog.”

Johanna Pien, Nederlandse van geboorte, studeerde en kwam op haar drieëntwintigste in de televisiewereld terecht. “Ik woonde met mijn partner in België. Ik had leidinggevende functies, werkte laat, daarom stak er opnieuw een valies in de wagen. Deze keer had ik wel de autonomie om te beslissen of ik naar huis ging of niet. Toen ik voor de VARA werkte, had ik een tijdlang een vast hotel in Hilversum waar ik mijn persoonlijke spulletjes in een kast mocht achterlaten. Als ik er verbleef, haalde ik mijn schilderijtje boven, een sjaal, kussens, een doek en richtte ik mijn plek in. Blijkbaar wilde ik me onderweg thuis voelen door mijn nestje te maken. Het voelde goed, ik was vrij, in die jaren heb ik echt genoten. Anders dan in mijn kindertijd was mijn koffertje geen last meer.”

De laatste passagier

“Ik had in mijn jeugd wel een soort strategie ontwikkeld : omdat ik geen échte standplaats had, was de buitenwereld mijn thuis. In die periode voelde ik me een outgoing young girl, en bleef dat idee leven dat de wereld op mij zat te wachten. Het ging heel hard. Ik was presentatrice op de televisie, had een eigen radioprogramma en werd later dramaproducer bij Joop van den Ende.”

Tot Johanna Pien ineens een nieuwe weg insloeg, therapieopleiding ging volgen, wegtrok van het bekende. “Mijn stiefmoeder kreeg op heel jonge leeftijd, 42 jaar, alzheimer. Het zorgde voor een kentering in mijn leven. Op mijn dertigste werd ik me danig bewust van de vergankelijkheid van het leven, vroeg ik me af wat geluk voor mij betekende. Ik stond toen profes-sioneel best hoog op de ladder, ik was verantwoordelijk voor heel dure producties, vooral comedy’s. Ik vond het ineens maar een vergankelijke business. Ik startte een therapieopleiding waarin naar jezelf kijken, jouw proces gaan, je bewust worden centraal staan. Je krijgt echt overzicht over je leven. Na negen jaar opleiding – intussen was ik blijven werken voor de televisie – besloot ik om een eigen praktijk op te richten.”

“Het kofferverhaal was voorbij, ik werd sedentair, tot ik scheidde en van mijn vaste plekje wegtrok, voor de liefde. Ik huwde, had twee zonen, bouwde een mooie praktijk op in België. Zes jaar geleden besloten we om met het gezin naar Frankrijk te trekken. In België hield ik praktijk in een huisartsengroep. Voor het eerst dook ik weer in het verhaal van leven mét en leven uit een koffer. Ik voelde wél dat er iets aan de hand was. Ook al was ik een autonome persoon met een eigen praktijk, een gezin, en een mooie standplaats in Frankrijk, er kwam een ontheemd gevoel opzetten. Telkens als ik Frankrijk verliet, en in die bemeten kofferruimte spulletjes tastte en opsloot, voelde ik een soort eenzaamheid opkomen. Ik noemde het ‘de traantjes in mijn buik’, tranen die ik als kind niet had geweend.”

” Ik had natuurlijk eerder al beseft wat die koffer in mijn jeugd had betekend, maar nu kwam het weer even opzetten. Omdat ik therapeut ben en proceswerk ken, kon ik mezelf goed coachen en doorwerkte ik dat gevoel. Het reizen van plek naar plek kreeg iets krachtigs. Ineens stond ik onderweg te genieten, van een boek, van de muziek en van mijn kleine rituelen. Eén ervan is : ik zal op het vliegtuig altijd als laatste instappen, ik ga niet in de rij staan. Ik vind het heerlijk om te verwijlen in niemandsland. De oude wereld verwacht niets meer van mij en de nieuwe verwacht nog niets van mij. Ik ben in mijn eigen tussentijd. In België heb ik een kleine pied-à-terre. Ik pak mijn koffer er zelden uit, omdat ik regelmatig bij vriendinnen slaap.”

Thuis

“Met het koffertje heb ik mij verzoend, het is iets vertrouwds geworden. Waar ik het zet, ben ik thuis. Aan bijna niets in die valies hecht ik belang. Stel dat ik ze verlies, dan koop ik nieuwe kleren en hup, we zijn weer vertrokken. Waar ik verkies te gaan, word ik met open armen ontvangen, bij vriendinnen, collega’s en uiteraard ook thuis. De mensen zijn belangrijk, mijn valies is dat niet. Het is ook zo heilzaam om als vrouw jouw eigen natuurlijke ritme te volgen, jouw behoeftes te kennen. Maar drie dingen zijn onderweg belangrijk : mijn portemonnee, mijn agenda waarin mijn afspraken staan, en mijn iPhone. Mijn iPhone is mijn minikoffertje, daarin zit alles : mijn lijntjes met thuis en met de rest van de wereld én de muziek die ik koester. Die iPhone verliezen, hmm, dat zou even lastig zijn.”

De dag na ons gesprek stuurt Johanna Pien nog een toemaatje, via de iPhone. Ze schrijft : “Mijn koffertje is vervangbaar, maar dat ik onderweg heb leren kiezen en voelen waar ik wil zijn en met wie ik resoneer, is van onschatbare waarde. Mijn koffer staat ondertussen symbool voor wie en wat mijn hart goed doet. Dat is het grote thuiskomen bij mezelf.”

Tekst Marijke Libert & Foto’s Debby Termonia

“Ook al had ik een eigen praktijk, een gezin, en een mooie standplaats in Frankrijk, er kwam een ontheemd gevoel opzetten”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content