Met de populariteit van lofts en het wonen in een industrieel gebouw groeit de aandacht voor gegoten betonvloeren, al dan niet afgewerkt met een coating of verflaag. Maar wat houdt dit eigenlijk in ?

:: Steven Winderickx : www.arch-winderickx.be

Vroeger zag je ze uitsluitend in bedrijfsgebouwen : betonvloeren, vaak met een onregelmatig oppervlak, maar door hun slijtvastheid en draagkracht ideaal voor allerlei vaak zware activiteiten. Maar sinds oude industriële gebouwen ontdekt zijn als woonruimte, vinden dergelijke vloeren hun weg naar onze woningen. Aanvankelijk alleen in lofts en andere echt industriële locaties, maar tegenwoordig ook wel in een andere context. Al hechten we voor onze woningen meer belang aan de esthetiek dan aan slijtvastheid en draagkracht. Gietvloeren worden ze gemakshalve genoemd. Of betonvloeren, bedrijfsvloeren, monolietbedrijfsvloeren, troffelvloeren… Wie op zoek gaat naar informatie kan zich niet van de indruk ontdoen dat elk bedrijf een eigen jargon gebruikt.

Strikt genomen gaat het om vloeren die gegoten worden. Ze worden aangemaakt op basis van cement of van kunststof. Door hun strakke industriële look passen ze perfect in een hedendaagse minimalistische interieur. “Steeds vaker wordt voor een gietvloer gekozen”, stelt architect Steven Winderickx. “Tapijt is uit de mode, marmer is heel duur. Hout en natuursteen doen het nog altijd zeer goed. Maar als je het een beetje modern wilt houden en geen fortuin wilt uitgeven, dan kom je al gauw bij een gietvloer terecht. Bovendien zie je dat het bedrijf, het kantoor en de woning meer en meer één geheel worden : een bureautafel kan bijvoorbeeld perfect als eettafel dienen, of omgekeerd. Dat fenomeen doet zich niet alleen bij meubelen voor, maar ook in de keuze van materialen, bijvoorbeeld bij de vloerbedekking.”

Natuurlijk zijn er verschillende soorten gietvloeren. Onderscheid wordt meestal gemaakt op basis van hun samenstelling. De bekendste zijn die op basis van cement. Steven Winderickx : “Op de draagvloer, van ruw beton, leggen we alle leidingen voor verwarming, elektriciteit en sanitair. Daarbovenop wordt zes tot acht centimeter chape gegoten, een zandmengsel met wat cement, om de leidingen mooi weg te steken. Die chape wordt geëgaliseerd en daarop komt onmiddellijk een dun laagje beton met kwartskorreltjes van ongeveer één centimeter, dat manueel of machinaal wordt gepolierd. Het grote voordeel is dat je nat op nat werkt : de chape hoeft niet eerst uit te drogen voor we de kwartslaag gieten. Ze vloeien als het ware in elkaar over. Na maximaal vier dagen is de vloer perfect beloopbaar.” Het kwartstoplaagje kan bovendien in de materie gekleurd worden, het populairst is de natuurlijke grijstint van beton, wat de industriële uitstraling versterkt.

Ergens epoxy, overal epoxy

Gietvloeren op basis van beton komen het vaakst voor in woonhuizen. Een belangrijke troef is de prijs : vanaf 50 euro per vierkante meter heb je al een betonvloer (inclusief chape). Voor een gietvloer op basis van kunststof mag je vlug op 85 tot 100 euro per vierkante meter rekenen. Die laatste, ook harsgebonden gietvloeren genoemd, zijn minder bekend bij de particulier. De prijs zit daar ongetwijfeld voor iets tussen, maar ook het feit dat het aanleggen minder evident is. “Bij harsgebonden gietvloeren moet de chape volledig uitgedroogd. Tussen het gieten van de chape en het twee millimeter dunne kunststoflaagje, meestal op basis van epoxy, geldt al snel een wachtperiode van twee tot drie maanden. Ik kan me voorstellen dat niet iedereen zo lang kan of wil wachten om in de woning in te trekken”, verklaart Winderickx. “Maar mensen die kiezen voor zo’n epoxyvloer zijn absoluut overtuigd, ze kennen het product en willen het koste wat het kost in hun woning. De wachttijd speelt dan geen rol.”

Niet alleen het uitdrogen van de chape is een belangrijk verschil met een betonvloer, volgens Winderickx is er een duidelijk stijlverschil. “Betonvloeren zijn volgens mij tijdlozer. Je werkt met natuurlijke, eenvoudige materialen én je kunt ze overal toepassen. Ze ogen modern en passen perfect in de hedendaagse architectuur, maar evengoed in een kasteel, oude villa of herenhuis. Ze kunnen zelfs gecombineerd worden met parket of tegels. Kies je voor epoxy, dan leg je het overal in huis. Ik kan me niet voorstellen dat je de huiskamer in epoxy giet en voor de keuken een blauwe hardsteen kiest. Dat klikt gewoon niet. Epoxy pas je toe in grote, open en moderne ruimten, met hoge plafonds, veel licht en veel glas : één strak oppervlak en in één en dezelfde kleur. Heel minimalistisch. Ze eisen bij wijze van spreken de perfectie, ook qua architectuur. Vandaar de prijs natuurlijk. Beton laat iets meer tolerantie toe.”

Neemt niet weg dat je bij gietvloeren, net als bij hout en andere vloerbedekkingen overigens, rekening moet houden met mogelijke problemen. Beton is en blijft een artisanaal product : het werkt, het barst, het krimpt, er komen vlekken op. Maar voor wie er oog voor heeft, is dit uiteraard de charme van zo’n vloer : hij gaat na verloop van tijd een patina van kleine barstjes en haarscheuren vertonen. Heb je pech, dan bevinden die zich pal in het midden van je zitkamer. Je kunt ze beperken door krimpvoegen in de vloer te zagen : lange parallelle lijnen, waardoor het lijkt alsof er grote tegels zijn gelegd. Maar scheurtjes zullen er altijd blijven. Bij betonvloeren worden ze veroorzaakt door het product zelf : de vloer krimpt en zet uit. Bij epoxyvloeren heb je minder snel barsten. Als die er komen, is dit eerder te wijten aan het gebouw en niet zozeer aan de vloer.

Zeep of coating

En dan de vlekkenhistorie. Vooral betonvloeren zijngevoelig, en worden daarom in de keuken vaak afgeraden. In een keuken wordt al eens gemorst (olie en andere zaken) en omdat deze vloeren vloeistof absorberen als ze niet onmiddellijk verwijderd wordt, krijg je uiteraard vlekken. Heb je daar geen probleem mee, dan belet niets om toch zo’n betonvloer in de keuken te leggen. Of je kunt hem behandelen. Met een zachte zeep op basis van lijnolie bijvoorbeeld, tot hij verzadigd is, zodat hij minder snel vloeistoffen absorbeert. Of door de vloer te schilderen met een aangepaste vloerverf. Of nog door een coating aan te brengen : een flinterdunne laag op basis van kunststof die eveneens het absorptievermogen van de vloer vermindert. Epoxyvloeren stellen dat probleem niet : ze zijn vloeistofdicht en de kans op hardnekkige vlekken is heel klein.

Beide soorten hebben wel het grote voordeel dat ze heel hygiënisch zijn én gemakkelijk te onderhouden. “Eenmaal verzadigd of behandeld, volstaat het om gewoon te dweilen, net zoals je een andere klassieke natuursteentegel of marmertegel zou onderhouden. Uiteraard bestaan er ook specifieke producten voor gietvloeren, maar dat is geen must”, meent Steven Winderickx. Een ander nadeel is dat gietvloeren koude vloeren zijn, zeker betonvloeren voelen kil aan de voeten aan. Daartegenover staat dat ze erg geschikt zijn voor vloerverwarming, die in de chape onder de gietvloer weggewerkt wordt.

In principe kun je gietvloeren op basis van cement op elke vormvaste, stabiele ondergrond aanbrengen. Zelfs op een oude of kapotte vloer. Al moet je soms wel de werkwijze aanpassen. Winderickx : “Bij een oude, gebarsten tegelvloer brengen we eerst een primer aan : een hechtingslaag om de nieuwe gietvloer beter aan de bestaande ondergrond te laten hechten. Het nadeel is echter dat je bij bestaande vloeren al een zekere hoogte hebt. Als je boven op de kapotte vloer een betonvloer giet, bestaat de kans dat de deuren slepen, of in het ergste geval niet meer open kunnen.”

En hij gaat nog een stapje verder : “In oude schuren, buitenverblijven, veranda’s en als je durft zelfs in je woning, kun je zelf een kwartsmengsel samenstellen. Je mengt kwarts met kleurstof en cement in een grote kuip en je gaat zelf aan de slag. De dikke pap giet je zo’n twee centimeter dik over de bestaande vloer. Het effect is zeer artisanaal en authentiek. Een leuke, goedkope oplossing zonder veel kap- en breekwerk. Maar ook hier moet je uiteraard rekening houden met slepende deuren en met het feit dat de vloer zeker zal barsten.”

Tekst Annelies Ryckaert l Foto’s Jan Verlinde

“Als je het modern wilt houden zonder een fortuin uit te geven, dan kom je gauw bij een gietvloer terecht.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content