Uit vrije keuze en om de kwaliteit van hun leven en dat van hun gezin te verbeteren, hangen sommige mannen hun carrière aan de wilgen en organiseren zij het huishouden.

Marlies van Bouwel Foto’s : Elisabeth Broekaert

Frank Simons (36) : ?Ik zet knopen aan de hemden, maar handel ook dingen af die de klassieke huisvrouw niet doet : het gras afrijden, werken met hamer en bijl en plamuurmes.?

Frank Simons en zijn vrouw waren beiden aan het knokken voor een carrière. Frank is daar vorig jaar volledig mee gestopt. Nu is hij geen weekendouder meer, maar heeft hij de tijd om de kinderen te zien opgroeien. En zijn vrouw krijgt van hem dat extra duwtje in de rug om haar carrière uit te bouwen.

?Ik ben op mijn 23ste begonnen in de scheepvaart : eerst als laagste bediende, maar al snel deed ik de boekingen en importoperaties. Ik werkte hard, ik volgde avondschool en liep op de toppen van mijn tenen om door te groeien. Dat lukte. Telkens ik van firma veranderde, werd mijn job interessanter. Uiteindelijk was ik afdelingshoofd voor kunsttransport. Dat was boeiend, maar ook slopend. In de scheepvaart gebeurt alles op het laatste nippertje. Als je het budget in handen hebt voor de verscheping naar de Verenigde Staten van tutu’s, de geluidsinstallatie en de verlichting van een balletgroep, moeten ze je ook nog’s avonds kunnen bellen. Ik nam de problemen mee naar bed, ’s morgens had ik dan een oplossing en kon ik meteen aan de slag.

Ik heb jaren zo doorgespurt : ik wilde hogerop en interessanter werk dat beter werd betaald. Maar toen begon ik na te denken wat ik daarvoor overhad. Ik zag de voorbeelden om me heen : heel wat mensen met een bloeiende carrière zitten ook midden in een echtscheiding. Die weg wilde ik niet op, maar ik zag geen alternatief. Om verder door te groeien, moest ik tien tot twaalf uur per dag werken en me voor meer dan 100 procent inzetten. Zo zit onze economie nu eenmaal in mekaar. En ik had ook de verantwoordelijkheid voor twee kinderen. Als ik zat te knokken op mijn werk, voelde ik me onfatsoenlijk tegenover mijn gezin, maar thuis dacht ik aan de hoop werk die op kantoor te wachten lag.

De spanning in ons huwelijk steeg. Onze manier van leven was niet meer menselijk, we hielden geen kwaliteit over. Mijn vrouw zit vastgebeiteld in een expansieve familiezaak. Terwijl ik voor een multinational werkte, waarbij je nooit zeker bent van je job. We hebben toen voor de zekerheid gekozen.

Na lang twijfelen, viel drie jaar geleden de beslissing. Ik voelde me opgelucht. Maar toch kon ik toen nog niet al mijn ambities aan de kant zetten en ben ik eerst met een eigen bedrijfje begonnen. Het moest een low profile zaakje worden waarvoor ik me parttime zou inzetten. Eigenlijk had ik toen moeten weten dat zoiets niet werkt. Om het van de grond te krijgen, moest ik opnieuw op dezelfde manier gaan leven als voorheen, met dezelfde stress en zonder familieleven. Vorig jaar kapte ik daar definitief mee en ging ik fulltime voor het huishouden zorgen. In het begin was dat heel moeilijk. Al had ik een gigantische hoop tijd, ik kon geen stap verzetten want de jongste ging nog niet naar school.

Nadat ik het hele huis had geschilderd, werd het een tasten en zoeken. Ik heb mijn twee dochters leren kennen. Toen ze overdag bij een onthaalmoeder waren, had ik minder voeling met hen. We deden ook bijna klakkeloos onze eigen opvoeding na. Nu heb ik de tijd om hen te observeren en over hun opvoeding na te denken, ’s avonds bespreken we dat dan. Het duurt al zo lang voor twee volwassenen elkaar leren kennen… Kinderen zijn minder communicatief, als volwassene moet je zien hoe ze reageren, hoe ze zich het liefst ontplooien. Als je ze beter kent, word je als ouder ook zelfzekerder. Mijn vrouw is soms jaloers : op een dag gebeuren er zoveel dingen waarvan zij geen weet van heeft, zij ziet al die veranderingen minder.

De kinderen zijn nu veel creatiever. Als je met twee werkt, wil je al gauw van hen af en zoek je gemakkelijkheidsoplossingen : je geeft hen speelgoed waar ze lang mee bezig zijn, je zet ze voor de tv en je geeft snel toe bij het eten. Je hebt ook minder energie, je kunt minder aandacht voor hen opbrengen. Het laatste jaar zijn ze er erg op vooruitgegaan. De oudste was nogal schichtig. Dat lag niet aan de onthaalmoeder, maar aan ons : ’s avonds kwam dat kind bij twee gestresseerde volwassenen terecht. De kinderen probeerden ons toen veel meer uit en vochten om de aandacht. Nu is dat niet nodig, ze worden allebei doodgeknuffeld. Ze zijn vorige winter geen dag ziek geweest, ook al waaiden er drie griepepidemieën over de school.

Ik voel me in een uitzonderingspositie : er zijn niet veel vaders die hetzelfde kunnen zeggen. ’s Morgens loop ik met hen door het bos naar school. Ik heb ook de tijd om even bij de juf te polsen hoe het gaat, en zo kun je kort op de bal spelen als er wat fout dreigt te lopen.

Ondertussen verloopt de carrière van mijn vrouw uitstekend. Op momenten dat er kansen liggen, is het belangrijk dat er iemand thuis achter je staat die zegt : ‘Go for it’. En die moet dan natuurlijk niet zeuren als ze later thuiskomt. Je moet het alleenzijn kunnen pikken, of ook het feit dat je naast je partner staat op een receptie. Soms vragen ze me wat ik doe. Dan zie ik dat meesmuilend lachje of lopen ze weg. Met mij vallen geen zaken te doen.

Ik doe het huishouden. Ik zet knopen aan de hemden, maar handel ook de dingen af die de klassieke huisvrouw niet doet : het gras afrijden, het hanteren van hamer en bijl en het plamuurmes. In de tuin heb ik een speeltuig getimmerd. Mijn vrouw kookt raar of zelden, ze steekt nog wel eens een wasje in en meestal vouwt zij de was op. Als ze laat thuiskomt, moet ze zelf het eten opwarmen. Ik eet met de kinderen om half zeven.

Het huishouden is een onderschatte taak. Het heeft alles met time-management te maken : hoe krijg ik de boel rond op de kortst mogelijke tijd. Tussen de wasmachine en de draad moet je het aantal stappen beperken. Poetsen doe ik in één trek en op vijf uur tijd is de boel aan kant. Eerst zet ik alles van de grond, en dan begin ik met de stofzuiger in de linkerbovenhoek en ga ik door tot rechtsonder. Daarna dweil ik alles volgens hetzelfde stramien. Terwijl de vloer droogt, doe ik boodschappen. Ik werk met stockbeheer. Ik doe grote voorraden in van niet-bederfbare etenswaren. Zo kijk ik naar de houdbaarheidsdatum van de melk en reken ik uit hoeveel brikken we tegen die tijd opdrinken. En dan koop ik gewoon het hele palet.

Ook koken doe ik efficiënt. Hier wordt enkel nog gewokt en gestoomd, elke dag een andere groentemengeling of een ovenschaal. Dat is afwisselend, gezond en gemakkelijk, bovendien spaart het in afwas en tijd.

De weekends zijn ronduit zalig : het huis is aan kant en het gras gemaaid, zodat we kunnen genieten van de rust. Of we gaan samen naar de markt of in de stad kleren kopen. We houden het gewoon gezellig.

Dit academiejaar begin ik economie te studeren. Ik breng de kinderen nog altijd rustig naar school, lees de krant en buig me dan over mijn boeken. Als ontspanning zal ik tussen het studeren door een dweil door het huis halen. We zullen wel zien of het lukt.?

Danny Vandepitte (48) : ?Ineens vond mijn vrouw haar weg niet meer in de keuken. Na een paar woordenwisselingen stond ze haar positie af en zijn we als het ware opnieuw getrouwd.?

Industrieel ingenieur Danny Vandepitte stopte veertien jaar geleden met zijn carrière na de geboorte van zijn derde kind. Toen was het een voorlopige oplossing.

?Ik was ervan overtuigd dat ik ooit opnieuw aan de slag zou gaan. Nu wil ik dat niet meer. Ik mis het niet. Aan een werkkring heb ik geen behoefte. Ik kies nu mijn vrienden, ik heb contact met wie ik wil. Bovendien heb ik genoeg werk. Mijn dagen zijn gevuld. Ik waardeer alle huismannen en huisvrouwen, andere mensen kunnen zich niet realiseren wat het allemaal inhoudt.

’s Maandags doe ik de was en de strijk, dinsdag ruim ik de bovenverdieping op en poets ik de badkamer. ’s Namiddags doe ik dan de boodschappen. De woensdag vul ik vrij in. Na het opruimen poets ik donderdag de benedenverdieping. Vrijdag onderhoud ik de tuin. Dat vraagt veel werk, en ik doe het niet graag. Omdat onze rolpatronen zijn veranderd, behoort de tuin eigenlijk tot het takenpakket van mijn vrouw, maar zij heeft er ook geen zin in. Daarnaast bricoleer ik veel. Ik herstel ook zelf de fietsen en doe al het schilderwerk. Toen mijn broers aan het bouwen waren, heb ik hen veel kunnen helpen.

Per dag heb ik enkele uren over, en die vul ik in zoals ik wil, meestal met een boek. Ik ben een leesbeest. Ik lees ook de reclameblaadjes. Meestal neem ik ontspannende literatuur, romans, eerder een Geeraerts dan een Brusselmans. Het eerste werk ’s morgens is de krant lezen. Daar doe ik minstens een uur over, op donderdag of vrijdag zelfs anderhalf uur.

Door thuis te blijven, verlies je natuurlijk een deel van je technische bagage, maar mentaal ga je er niet op achteruit. Ik leer overal mensen kennen. We gaan naar de film, naar toneel. Je isoleert jezelf zoveel je zelf wil, je wordt een huisslaaf of je wordt het niet. En op zaterdag heb ik geen huishoudelijk werk. Dan gaan we kleren kopen of flaneren of doen we lekker niets.

Toen mijn vrouw vijftien jaar geleden zwanger was van ons derde kind, hadden we al besloten dat we zelf zouden instaan voor de opvoeding en de opvang van de kinderen. Het lag niet voor de hand dat ik het zou doen. Integendeel, voor een huisman bestond toen zelfs geen overlevingspensioen als de echtgenote stierf. Nu wel : nu is mijn vrouw gezinshoofd en ben ik beschermd. Het loon was evenmin een criterium, want we verdienden ongeveer hetzelfde. Maar het bedrijf van mijn vrouw bood meer zekerheid, terwijl de firma waarvoor ik werkte naar het zuiden van de provincie zou verhuizen. Het zei me niets om dagelijks zo ver te rijden. Verhuizen zat er niet in want we hadden pas gebouwd. Met één loon konden we de afbetaling aan. We waren ons ervan bewust dat we wat luxe zouden moeten inleveren. Maar wat is luxe ? Dat je je maar een hifi-installatie kunt permitteren van 10.000 in plaats van een van 25.000 fr. ? Maar wat is belangrijker : de tijd hebben om met je kinderen te gaan fietsen, of het geld hebben om hen iets toe te stoppen waarmee ze zich zoet houden ?

Bovendien vonden we twee banen in combinatie met het huishouden een jachtig bestaan. We hebben dus een wedde laten vallen voor het gemak. Toen ik huisman werd, zijn de spanningen weggevallen : je groeit hoe dan ook een beetje van mekaar weg door allebei te gaan werken. Maar terwijl de kwaliteit van ons leven verbeterde, ontstonden er nieuwe spanningen. Vroeger deed mijn echtgenote het grootste deel van het huishouden en ik hielp. Omdat ik het overwicht in handen nam, gaf dat het eerste jaar wrijvingen. Ineens vond zij haar weg niet meer in de keuken. Na een paar woordenwisselingen heeft ze haar positie afgestaan en zijn we als het ware opnieuw getrouwd. De meeste strubbelingen gingen in dat eerste jaar over de voeding, dat is nu volledig mijn verantwoordelijkheid. Zij trekt zich niets meer aan van het huishouden, ze weet niet hoe lang iets moet koken in de magnetron. We hebben pas een nieuwe wasmachine, en ze weet niet hoe die werkt. Een auto koop ik alleen, maar de andere grote aankopen doe ik met mijn vrouw. Dan gaan we bijvoorbeeld rustig een aantal meubelzaken bekijken, daar hebben we de tijd voor.

Als mijn vrouw thuiskomt, kan ze haar voeten onder tafel steken. Daarna doet ze mee de afwas. Vanaf 19 uur hebben wij niet anders dan vrije tijd. We doen het rustig aan, we zitten ’s avonds gemakkelijk een uur aan tafel. Zoveel mogelijk samenzijn, dat is onze familieband. We hebben ook de tijd om de kinderen op te vangen, ze kunnen met ons over hun problemen praten. Mijn vrouw vertelt veel over haar werk. Ze is nog altijd bereid om te wisselen, want ze is geen carrièrevrouw.

Het blijft nog altijd tegen de stroom opvaren als er een van de twee thuisblijft. Het tweeverdienersstramien wordt je opgedrongen, al heb ik me daar nooit wat van aangetrokken.

Veertien jaar geleden was ik een regelrechte uitzondering als man achter de kinderwagen. Bij de weegbeurten van Kind en Gezin wilden vrouwen me helpen met de luiers. Maar na een paar keer zagen ze wel dat ik het even goed kon als zij, of zelfs beter.

In het begin zorgde het in de klas van de kinderen voor enige hilariteit, nu zijn ze het gewoon. Ik ben twee jaar leesvader geweest. Nu geef ik catechese als voorbereiding op het vormsel. De laatste drie jaar ben ik hoofdcatechist. Je krijgt dat vrijwilligerswerk automatisch een beetje toegeschoven, want ze denken dat een huisman minder werk en meer vrije tijd heeft.

Ik voel me goed in mijn vel. Dit is een aangename manier van leven. Ik ga turnen en zwemmen en ik doe de boodschappen met de fiets. De kinderen fietsen ook naar school, dat is gezond. Je moet ze altijd voorleven. En als je vindt dat je kinderen thuis moeten worden opgevangen, dan moet je het zelf doen.?

Luc Opsomer (46) : ?Ik maak zelf confituur, porto en advocaat. Ik heb een grote groentetuin en krielkipjes. Als je alles goed wilt doen aan, in en rond het huis, kom je tijd te kort.?

Acht jaar geleden werd Luc Opsomer huisman uit principe : ?Ik wil niets van de staat en ik geef de staat niets meer. Ik ben een vrij man, ik hou enkel rekening met mijn gezin.

Eigenlijk wilde ik veel meer carrière maken. In Oostende had ik al 15 jaar een goedlopende zaak van technisch schoolgerief en van tekenmateriaal voor landmeters en architecten. Ik stak er alsmaar meer tijd en werk in. Het kon niet anders of ik moest personeel aannemen, of mijn vrouw moest meedraaien in de zaak. Dat zag zij niet zitten. Daarnaast speelde ik met het idee om me toe te leggen op onroerende goederen, maar dat vond mijn vrouw te gewaagd. Toen heb ik voorgesteld om de zaak om te draaien en huisman te worden. Mijn vrouw werkt bij een bank en heeft geen onaardig loon. Als zij was thuisgebleven en ik als zelfstandige ziek was geworden, dan hadden we nergens gestaan.

Ik deed mijn zaak van de hand en toen kochten we dit huis. Dat is acht jaar geleden. Als je met twee gaat werken, werkt er een voor staat en paus. Vooral als zelfstandige werk je je blauw en als je niet genoeg investeringen doet, betaal je je ook nog blauw aan belastingen. Daar had ik allang schoon genoeg van.

Als er niets onvoorziens gebeurt, blijf ik huisman voor de rest van mijn leven. Als ik te vroeg alleen zou vallen, zou ik niet de minste moeite hebben om te gaan werken. Als mijn vrouw zou sterven, krijg ik een overlevingspensioen. Maar hoeveel is dat ? Ik reken op niets, je ontvangt nooit in verhouding tot wat je hebt betaald. En als mijn vrouw op haar zestigste of vijfenzestigste stopt met werken, komen we toe met haar pensioen. Ik heb er bewust voor gekozen, dan moet ik ook de consequenties van mijn beslissing dragen. Ik heb enkel rekening te houden met mijn vrouw en onze twee kinderen. Die zijn nu 18 en 20. Nu is het normaal voor de kinderen dat ik veel thuis ben, later zullen ze dat meer kunnen waarderen.

Eigenlijk ben ik geen huisman, maar een home-manager. Als man kun je toch wat meer dan de meeste huisvrouwen. Ik doe alles zelf. Er zijn altijd wel karweien en klussen op te knappen, zodat ik soms tijd te weinig heb om het hier ook nog schoon te houden.

Mijn enige regel is dat er elke middag eten op tafel staat. Soms hou ik het simpel, soms is het uitgebreider. Per week doe ik het huishouden naar best vermogen : elke week poets ik de benedenverdieping. Als het lukt, strijk ik elke week, en ruim ik de garage op. Ik heb mijn vrijheid en doe iets wanneer het me past of als ik er zin in heb. Als de kinderen hun kamers niet opruimen, dan poets ik die niet. Ik loop niet achter hen aan.

Ik ben veel bezig. Ik maak zelf confituur, porto en advocaat. Ik heb een grote groentetuin en krielkipjes. Als je alles goed wilt doen aan, in en rond het huis, kom je tijd te kort.

Veel mensen vinden mijn keuze tof, ze leven met me mee. Maar een aantal mannen begrijpt het niet, ze zouden er niet aan willen beginnen.

Daarnaast ben ik secretaris van de plaatselijke volleybalclub. Er wordt al gauw geredeneerd van : ‘Jij bent toch thuis, dus doe jij dat maar’. Zolang ik het graag doe, zit ik er niet mee in. Ik zou trouwens apathisch worden als ik alleen het huis zou onderhouden. In het weekend ben ik altijd een aantal uren weg : ik ben scheidsrechter en daarvoor moet ik soms lang van huis. Ik ga ook naar begrafenissen en recepties. Uitvluchten als ‘ik kan niet’ heb ik niet.?

Luc Opsomer (boven), Danny Vandepitte (links) en Frank Simons (rechts) hebben de tijd om zich te verdiepen in hun kinderen, in de reclamefolders en in een sociaal leven. En in het weekend is het vakantie.

Frank Simons : Soms vragen ze me wat ik doe. Dan zie ik dat meesmuilend lachje.

Danny Vandepitte : Veertien jaar geleden was ik een echte uitzondering als man achter de kinderwagen.

Luc Opsomer : Mijn enige regel is dat er elke middag eten op tafel staat.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content