De grote seksisme-enquête

Trenchcoat van groene zijde, A.F. Vandevorst. Suède sandalen met zilver pythonleer op de hiel, Thiron. Gouden oorbellen, Anne Zellien. © Diego Franssens

Seksisme is anno 2016 nog altijd een heet hangijzer. Dat blijkt ook uit de resultaten van onze lezersenquête. Een stand van zaken.

Wat voorafging

In maart gaven 2500 van onze lezers via een internetenquête hun mening over wat ongewenst gedrag is, hoe zijzelf en hun omgeving erop reageren, wat ze als eventuele oplossingen voor seksisme in de publieke ruimte zien en hoe ze tegen feminisme aankijken. Nog meer cijfers ? Die vindt u op weekend.knack.be

Grenzen trekken

“Ik ben net terug van een feestje waar een jonge kerel het wel gepast vond om op mijn kont te slaan en dan te gaan lachen bij zijn vrienden”, schreef Hannah onlangs op Facebook. “Ik ben erop afgestapt : “Excuseer ? Dit is niet echt gepast en ook niet grappig.” Hij wist niet echt wat te zeggen en zei dan maar sorry. Het is de eerste keer dat ik genoeg moed heb om iets te zeggen en ik ben supertrots op mezelf.” Een van de ontelbare seksistische anekdotes die dagelijks op sociale media gepost worden, maar tegelijk een perfecte illustratie van wat er vandaag in onze maatschappij aan de hand is. Nagefloten worden, schunnige opmerkingen, medependelaars die ‘per ongeluk’ langs borsten of billen wrijven : u, ik en Hannah weten al lang wat we niet fijn vinden. In onze hoofden zijn de grenzen duidelijk, maar terwijl we tot voor kort te horen kregen dat we daarmee moesten leven, worden de grenzen nu ook daarbuiten steeds duidelijker getrokken.

Eerst was er Femme de la rue van Sofie Peeters, de RITCS-studente die zó verontwaardigd was over hoe ze in de Brusselse straten behandeld werd, dat ze er een documentaire over draaide. Een opiniestuk van Yasmine Schillebeeckx over seksisme ging vorig jaar viraal en is al 55.000 keer gelezen. Op fora, Facebook en café vertelden vrouwen dat ze zich herkenden in Mijn naam is niet Hey Sexy, terwijl mannen óf verbaasd waren dat het zo vaak gebeurde, óf zich afvroegen of het allemaal niet overdreven was. Waarop Schillebeeckx samen met vier andere vrouwen #wijoverdrijvenniet lanceerde. Die hashtag was zó trending dat hij een hoofdpunt was in Het Journaal.

En dan kwam Oudjaar in Keulen. De verontwaardiging viel in twee kampen uiteen : zij die vonden dat nieuwkomers ‘onze’ vrouwen met rust moesten laten, en zij -meestal vrouwen – die vonden dat het ietwat hypocriet was dat iedereen plots zo boos was over wat er in Keulen gebeurde, maar seksisme in Brussel, Kortrijk of Lommel liet passeren. Deze maand was er op weekend.knack.be de getuigenis van Thijs, die tijdens een taxirit zo geshockeerd was door de wansmakelijke uitlatingen van de chauffeur dat hij naar de politie stapte. Er is duidelijk een discussie gestart.

Is die nodig ? Ja, vindt Schillebeeckx, die het boek Echte vrouwen bestaan niet uitbracht. “Het is niet wereldschokkend als iemand je nafluit, maar het gaat verder dan dat en het is overal. Grove verwensingen, ongewenste aanrakingen, opdringerigheid en verwijten: het zorgt voor een bepaalde sfeer en geeft vrouwen het gevoel dat hun lichaam niet van hen is, maar publiek eigendom. Elk meisje maakt dit mee vanaf een jaar of 14. Op mijn 26 heb ik dus al 12 jaar ervaring met dat soort gedrag. Ik vind het niet moeilijk om te praten over mijn grenzen, wel over wat er gebeurt. Er is schaamte. Omdat je niets gedaan hebt. Omdat mensen gaan denken dat het mijn eigen fout is. Omdat het doodgewoon vernederend is om mee te maken.”

Seksisme gaat over macht. Soms subtiel, soms letterlijk. Dat een docent Marie (22) een ‘prinsesje’ noemt is vervelend. “Maar hij geeft me niet dezelfde kansen. Hij beantwoordt mijn mails niet. Vraag ik een vriend om in mijn plaats te mailen, dan heeft die binnen het uur een antwoord.”

Een sociale-media-duwtje in de rug

Het probleem is niet nieuw, maar dat een jonge generatie vrouwen met luide stem protesteert tegen hoe ze in de publieke ruimte behandeld worden, is het wel een beetje, vindt Liesbet Stevens, adjunct-directeur van het Instituut voor de gelijkheid van Vrouwen en Mannen. “Oudere generaties kennen het fenomeen maar al te goed, maar er werd niet zo veel ruchtbaarheid aan gegeven. Het is super om te zien hoe vrouwen vandaag met veel minder schroom aanklagen wat er gebeurt. Sociale media spelen zeker een rol. Blogs die viraal gaan, discussies op Facebook of Twitter, het wordt opgepikt door radio en tv, er verschijnen boeken en zo ontstaat er een discussie. #wijoverdrijvenniet was bijvoorbeeld enorm verhelderend. Plots ging het heel concreet over ongewenst maar alledaags gedrag. Over de realiteit waarin we leven. Dat zorgde ervoor dat veel vrouwen voor het eerst aan hun omgeving vertelden over hun eigen ervaringen en die gesprekken zorgden op hun beurt dan weer voor veel empathie én medestanders, want de meerderheid van de mannen vindt het ook niet normaal dat vrouwen nageroepen of aangeraakt worden. Dat is de kracht van wat er gebeurd is de laatste jaren, het is nu veel echter.”

Plots heeft het ook niet alleen met vrouwen te maken, legt Stevens uit. “Bij dit soort gedrag zien we dat er veel seriële daders zijn. En ja, die geven de weldenkende, zich goed gedragende mannen een slechte reputatie. Daarom dat het niet alleen hartverwarmend maar ook belangrijk is dat ook mannen dit soort gedrag openlijk gaan afwijzen.” Uit onze cijfers blijkt bovendien dat ook mannen met ongewenst gedrag te maken hebben, van vijandige opmerkingen tot ongewenste aanrakingen.

Dat het vooral jonge vrouwen zijn die aan de bel trekken, heeft volgens Stevens met de geschiedenis te maken. “Elke generatie vecht haar eigen strijd. Mijn moeder moest vechten om te mogen studeren en uit werken te gaan, terwijl die dingen van mij al verwacht werden. Mijn generatie worstelt met de combinatie werk en gezin, met de loonkloof, met het mogen hebben van ambities. Die strijd is zeker nog niet gestreden maar jonge vrouwen hebben vandaag niet meer het idee dat hun kansen volledig bepaald worden door hun geslacht. Dus kunnen ze focussen op andere dingen. Intimidatie, seksisme, geweld. Ze hebben uitgemaakt dat ze het niet oké vinden dat vrouwen op die manier weggedrukt worden uit de publieke ruimte en doen er iets aan. En je ziet dat de oudere generaties daar nu ook meer bij gaan stilstaan.”

Klopt, weet Schillebeeckx. “Na mijn column kwam ik de moeder van een vriendin tegen. Ze zei dat ze trots op me was en vertelde me iets wat haar was overkomen en wat ze nog nooit verteld had. Vroeger moest je er maar gewoon mee omgaan en omdat het met seksualiteit te maken heeft, was niet iedereen er even open over.”

Hoffelijkheid & gezond verstand

De discussie is geopend, maar dat betekent niet dat alles vanaf nu duidelijk is. De hele seksismekwestie is complex, weet Yasmine Schillebeeckx. “Context is ontzettend belangrijk. Als je partner iets heel cheesy zegt, is dat prima; als een wildvreemde man op straat dat doet, is het ongepast. Welke relatie je hebt, waar je bent, de toon van een gesprek : alles speelt een rol. Er zijn geen duidelijke regels, al is dat wat veel mensen willen : richtlijnen. Wat ik niet begrijp, is dat sommige mannen me na mijn column vroegen hoe ze een gesprek met een vrouw moeten aanknopen. ‘Mogen we dan geen complimentjes meer geven ?’, was de vraag. In welke omgeving groeiden deze mannen op als ze het verschil niet kennen tussen ‘Hoe gaat het ?’ en ‘Lekkere tetten’ ? Tussen een aangenaam gesprek en opdringerig zijn ? Het gaat over je gezond verstand gebruiken en beleefd zijn, niet meer of niet minder dan dat. Ook van vrouwen kwam er commentaar. ‘Zo erg kan het niet zijn, want ik maak het nooit mee’, las ik wel eens. Wel, ik ben oprecht blij als je het nooit meemaakt, maar probeer ook wat begrip op te brengen voor mensen die er wel mee geconfronteerd worden. We bewandelen elk maar een klein stukje van de wereld, en onze eigen ervaring is niet universeel. Respect voor elkaars ervaring is belangrijk en de respons op #wijoverdrijvenniet bewijst dat het echt geen uitzonderlijk probleem is. Als je het zelf niet hebt meegemaakt, ken je vast een vriendin of iemand uit je familie die er wel ervaring mee heeft. Een vrouw schreef als reactie op mijn column dat ze er 10.000 euro voor over zou hebben om mijn probleem te hebben. Maar ongewenst seksueel gedrag is geen fijne aandacht, het gaat om vernedering en toe-eigening, en zorgt ervoor dat ik niet meer lijk te zijn dan blond haar en een stel borsten.”

Wat Schillebeeckx ook stoorde, was de verontwaardigde reactie van veel mensen na de gebeurtenissen in Keulen. “Het zijn de buitenlanders die het verpesten voor de blanke mannen die het goed bedoelen, werd er geïmpliceerd. Daar moesten we tegen beschermd worden. Maar een 18-jarig studentje dat mijn achterste vastpakt als ik op stap ga, bedoelt het helemaal niet goed. Die doet wat hij wil, omdat hij daar zin in heeft en ermee wegkomt.”

Dat mannen niet goed weten hoe ze moeten reageren op ongewenst gedrag is niet onlogisch, vindt Schillebeeckx. “Ze hebben vaak het gevoel dat ze niet het recht hebben om te reageren, net omdat ze in onze maatschappij nog geprivilegieerd zijn en ’s avonds op straat niet bang zijn. Maar hun steun is net heel belangrijk, omdat het met sociale controle te maken heeft, en dat onderschatten we nog vaak.”

Virtuele beerput

Op 1 april schreef de Britse vrouwenwebsite Standard Issue dat Twitter een nieuw symbool zou invoeren. Zoals celebs een symbooltje krijgen om aan te geven wat hun authentieke account is, zo zouden mannen die op de site vrouwen lastigvallen, beledigen of bedreigen een lulletje naast hun naam krijgen. Het was een aprilgrap, maar vreemd genoeg gingen er stemmen op om het idee effectief in te voeren. Want laat ons eerlijk zijn, het internet is soms een regelrechte beerput waar we ons van onze slechtste kant laten zien.

“Ik was ziek van sommige reacties die ik kreeg na mijn column”, vertelt Yasmine Schillebeeckx. “Mensen deden de moeite om mijn mailadres te achterhalen, gewoon om me te beledigen. Ik was ook verbaasd over wie dat deed. Een man schreef me dat hij me duizend slapeloze nachten toewenste. Dat bleek een heel doorsnee man van veertig te zijn, met twee dochters. Dochters ! Een vriendin die na Keulen een blog schreef, had het nog zwaarder te verduren dan ik. Ik wens je toe dat je honderd keer verkracht wordt, bijvoorbeeld. Of : het kan niet dat je verkracht wordt want je bent te lelijk.”

Ja maar, denkt u nu, wat heeft de bagger op internet met seksisme te maken. Veel, zo bleek uit onderzoek van de Britse krant The Guardian. Die publiceerde deze maand een onderzoek naar de 70 miljoen reacties die sinds 2006 op hun website zijn achtergelaten. In de top tien van meest beledigde journalisten staan acht vrouwen. De twee mannen zijn zwart. De tien schrijvers die het minste worden getrold, zijn allemaal mannen. Het maakt niet uit waar vrouwen over schrijven, of dat nu politiek of beauty is : hun reportages en interviews lokken meer vernederende en beledigende reacties uit. En het blijft vaak niet bij commentaar onder een artikel, veel journalisten worden ook op hun sociale media-accounts en zelfs in hun privémailbox beschimpt.

Ook Liesbet Stevens heeft ervaring met trollen. “Een man mailde me op heel onbeleefde manier om te zeggen dat ik een onnozele trien was die beter zou luisteren naar een echte man. Hij had de mail zelfs gewoon ondertekend. Op het internet gedragen we ons nog te vaak als kleuters zonder een mama of papa in de buurt om ons op de vingers te tikken. Of als mensen die in de auto zitten, daar worden we ook snel onbeleefd en agressief. Internet en sociale media lijken zo afstandelijk en er is geen sociale controle dus durven we ver te gaan. De platformen zelf zijn ermee bezig, kranten en andere fora doen hun best om de reacties te modereren, maar wat we online soms zien, zijn bedreigingen en regelrechte hate speech. Daar bestaat een juridisch kader voor, dat is verboden.”

The Guardian citeert professor Danielle Keats Citron en haar boek Hate Crimes in Cyberspace. “Misbruik en ander beledigend gedrag zijn niet normaal noch onontkoombaar. Het is een cultureel probleem dat we collectief moeten aanpakken met alle mogelijke middelen, zowel sociaal als technologisch.”

Kwestie van attitude

Dat seksisme bestaat en ongewenst gedrag vaak voorkomt, daar zijn we het ondertussen min of meer over eens. Dat bewijzen ook de cijfers van onze enquête. Omdat het zo’n complex gegeven is, zal er nog veel gediscussieerd worden over wat wel en niet kan. Een zeker zo belangrijk topic is wat we eraan kunnen doen. In 2014 werd er in België een anti-seksisme-wet gestemd. Ze wordt vaak verguisd, maar 34 % van onze vrouwelijke deelnemers en 25,7 % van de mannen vinden dat die wet strenger moet worden toegepast. Juriste Liesbet Stevens weet dat zoiets tijd vraagt. “Het hele systeem, van politie tot parket, moet zich aanpassen. Wat we vergeten, is dat we pioniers zijn : we waren het eerste land ter wereld om zo’n wet te stemmen en het is nog zoeken hoe we dat best aanpakken. Binnen bijvoorbeeld een werkcontext is seksuele intimidatie behapbaar, in de publieke ruimte is dat al een stuk moeilijker.”

Andere landen pakken specifieke problemen op verschillende manieren aan. Terwijl de Middeldeutsche Regiobahn onlangs aankondigde dat ze op de lijn Leipzig-Chemnitz wagons exclusief voor vrouwen zou reserveren, lanceerde de Londense Underground vorig jaar Operation Guardian, waarbij ze iedereen die geconfronteerd werd met ongewenst gedrag opriep om aangifte te doen. De vraag is wat voor maatschappij we willen, stelt Stevens. “Aparte wagons betekent een samenleving die mannen de boodschap geeft dat ze zich niet kunnen beheersen, en vrouwen dat ze daartegen beschermd moeten worden. We moeten volgens mij ambitieuzer zijn. Misschien klink ik nu wat halfzacht maar het gaat over goed met elkaar omgaan. Respectvol, rekening houdend met gender en hoe we andere ervaringen en dus een andere beleving hebben. Dat betekent inzetten op opvoeding, opleiding, sociale controle, justitie. En als verkeersovertreders op cursus moeten, waarom kunnen we dan geen sensibiliseringscursussen organiseren voor mensen die ongewenst gedrag vertonen ?”

En zo komen we in de discussie over grijpgrage vluchtelingen en pestende allochtonen terecht. We mogen daar niet naïef in zijn, vindt Stevens. “Natuurlijk zijn het niet alleen sommige nieuwkomers of mensen uit een andere cultuur die seksitische opvattingen hebben of seksistisch gedrag vertonen. Anderzijds vergeten we wel eens hoe uitzonderlijk de situatie van vrouwen in ons land is. Gelijkheid tussen mannen en vrouwen is er misschien nog niet helemaal, en seksisme en discriminatie zijn een dagelijkse realiteit maar in vergelijking met andere delen van de wereld zijn we het hier wel eens over het gelijkheidsprincipe. Er is niets mis met op een neutrale maar duidelijke manier informatie geven over welke regels hier gelden en waar elk lid van de maatschappij zich aan te houden heeft. Nieuwkomers én oudgedienden, dus.” Stevens klinkt optimistisch. “Toen Miet Smet eind jaren zeventig een campagne begon tegen seksuele intimidatie op het werk, werd die ook eerst weggelachen. Bepoteld worden hoorde toen nog bij uit werken gaan, een op drie vrouwen maakte het mee. Vandaag is dat niet meer zo. Dat bewijst dat verandering van mentaliteit kan.”

Dat is wat ook volgens onze enquêtedeelnemers nodig is. 95 % van hen vindt dat nee ook echt nee betekent, 84 % vindt dat op een kus niet automatisch meer volgt en 85 % vindt dat je nog altijd kunt stoppen, ook al ben je al beginnen vrijen. En toch : 36 % van de deelnemers denkt dat het op het werk riskant is om te klagen als je seksueel lastiggevallen wordt, 30 % geeft aan dat storend gedrag geminimaliseerd werd als ze erover wilden praten, 23 % van de mannen en 11 % van de vrouwen heeft er zelfs met niemand over gepraat.

Met praten heeft Yasmine Schillebeeckx het niet moeilijk. “Onder vriendinnen wordt er open over gesproken en we steunen elkaar. Wat ik moeilijker vind, is zélf reageren als er iets gebeurt. Ik heb een grote mond, maar ben vaak toch niet assertief. Omdat ik nog altijd verbaasd ben dat het gebeurt. Omdat het vaak zo snel gaat. Omdat ik bang ben van de reactie. En omdat schelden mij misschien wel een beter gevoel geeft, maar fundamenteel geen zoden aan de dijk zet.” Toch is dat waar schrijfster Saskia De Coster in januari in een column voor pleitte. Ze is het beu dat we ter plaatse blijven trappelen, terwijl iedereen weet heeft van seksisme, schreef ze. De feiten staan niet meer ter discussie, dus hebben we volgens haar een ferme aanpak nodig. In het openbaar, online en op de werkvloer. Een opiniestuk zal dat niet bewerkstelligen, zelfs honderd stukken niet. De Coster pleit ervoor dat we allemaal meer onze mond opendoen. Overal, altijd wanneer we met ongelijkheid geconfronteerd worden. Pas dan zullen we volgens haar iets in beweging brengen.

Nog meer cijfers: weekend.knack.be

Styling : Ilja De Weerdt

Stylingassistent : Francis Boesmans

Haar en make-up : Rudi Cremers voor MAC en Redken

Stagiair : Lotte Van Geffen

Model : Leonie Gysel

Tekst Nathalie Le Blanc & Foto’s Diego Franssens

“Er is schaamte. Omdat je niets gedaan hebt. Omdat mensen gaan denken dat het je fout is. Omdat het doodgewoon vernederend is”

“Jonge vrouwen vinden het niet oké om weggedrukt te worden uit de publieke ruimte en doen daar iets aan”

“Mannen vroegen me hoe ze met vrouwen moesten praten. Waar groeiden ze op dat ze het verschil niet kennen tussen ‘hoe gaat het’ en ‘lekkere tetten’ ?”

“Ik was ziek van sommige reacties. Mensen deden de moeite om mijn mailadres te achterhalen, gewoon om me te beledigen”

“We moeten ambitieuzer zijn. Waarom geen sensibiliserings-cursus organiseren voor mensen die ongewenst gedrag vertonen?”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content