Een verslaggeefster van de Nederlandse omroep vraagt aan een visser, die met enkele vrienden aan het hengelen is, of dat nu echt gezellig is, zo met tien op een rijtje in de kou zitten. “Het gaat om de kick”, antwoordt de visser. “Om de vraag of je wat zal vangen en of dat een grotere vis zal zijn dan je voorganger. Als mijn buurman er een van 30 centimeter uit het water heeft gehaald, wil ik er een van 32 centimeter.”

Tijdens haar reportage over mannenvriendschappen kreeg de Ikon-verslaggeefster steeds opnieuw te horen dat het om “de grootste vis”, “de mooiste vrouw” of “de snelste fietser” ging. Aan psycholoog Nico van Oosten vroeg ze hoe dat toch kwam. De psycholoog beaamde dat mannen elkaar voortdurend uitdagen. Volgens hem doen ze dat niet zozeer uit competitiedrift, maar eerder om te kijken of de ander aan hen gewaagd is. “Het is een manier om te weten te komen welk vlees je in de kuip hebt. Als zoiets met humor gebeurt, is dat een goede zaak. Het verdiept de vriendschapsband.” Dit soort van concurrentiespelletjes hebben volgens hem evenmin de bedoeling de ander naar beneden te halen. “Het gaat erom de ander te prikkelen zodat die net zo goed wordt als jij. Als het erom zou gaan de ander naar omlaag te duwen, houdt de vriendschap immers op.”

Vrouwen begrijpen doorgaans weinig van mannenvriendschappen. Mannen fietsen samen, voetballen samen, biljarten samen… Ze doen van alles samen. Toch kan het gebeuren dat ze van sommige belangrijke gebeurtenissen in elkaars leven totaal geen weet hebben. Voor vrouwen is dat niet altijd goed te vatten: waar hébben ze het dan met elkaar over? Alleen maar over de grootste, de schoonste, de rapste?

In de documentaire Jongens onder elkaar was te zien hoe een aantal birdwatchers in de duinen met een verrekijker naar de hemel staat te turen. Een hobby die ze nu al elf jaar met elkaar delen. Vrouwen vinden het wel leuk om in de duinen te wandelen en van de natuur te genieten, maar daar uren staan vinken en sijsjes tellen? “Misschien heeft het met het jachtinstinct te maken?” oppert er een. “Misschien omdat we een doel willen hebben en niet zomaar wat kunnen rondlopen?” vermoedt een ander.

Mannen zijn meer actiegericht. Zo wil het een wijdverspreide opvatting. Psycholoog Van Oosten denkt er niet anders over: “Of het nu biologisch-genetisch bepaald is of door de opvoeding komt: feit is dat er al vlug verschillen te zien zijn tussen jongens en meisjes. Jongens zijn meer actiegericht, meisjes zijn verbaal sterker. Vermits mensen geneigd zijn zich op hun sterke kant toe te leggen, wordt die meer ontwikkeld. En dat zie je dus ook in vriendschappen. Vrouwen willen heel graag praten, ervaringen uitwisselen. Mannen praten meer over dingen of doén dingen met elkaar. Maar net als in andere vriendschappen zoeken mannen bij elkaar vooral acceptatie en vertrouwen: het gevoel er te mogen zijn, belangrijk te zijn voor de ander.”

Hoe ver die acceptatie kan gaan, werd in de documentaire mooi geïllustreerd door drie paar boezemvrienden. Mark en Dan, beiden gehandicapt, blijven elkaar door dik en dun trouw. Guus en Sjaak, twee mannen van middelbare leeftijd, werden vrienden tijdens hun militaire dienst. Toen later Guus’ vrouw plots overleed, vond Sjaak het evident aan zijn baas een week vrij te vragen. “Ik vond dat ik bij hem moest zijn.”

Twee andere jongemannen, een Nederlander en een Turk, raken elkaar tijdens het gesprek voortdurend aan. Volgens Van Oosten heeft de mediterrane gewoonte om hand in hand op straat te lopen ook de witte, heteroseksuele mannen beïnvloed. “Het lijkt wel een explosie. Je ziet op televisie dat elkaar aanraken er gewoon bijhoort. Op het voetbalveld zie je mannen elkaar verschrikkelijk omhelzen, elkaar bespringen en kussen. Zelfs het huilen van voetballers wordt goedgekeurd. Er is gewoon meer aandacht voor emotie gekomen.”

We horen het hem graag zeggen, maar de mannenclubs die we verder nog te zien kregen, leken toch eerder van traditioneel tot oubollig allooi te zijn. Een schaakclub. Een biljartclub. Fanaten van elektrische treintjes en zelfs van Solex-brommertjes. Taferelen die gelardeerd werden met uitspraken als “Onze vrouwen zijn blij als we eens thuis weg zijn” of “Hier hoeven we het niet net ietsje anders te doen”.

“Dames mogen hier niet in”, zei de gids die de chique ruimtes van een “herensociëteit” à la Rotaryclub liet zien. En dat vond hij wel fijn: zo mannen onder elkaar. Leden verklaarden dat ze het op prijs stelden zo eens zonder vrouwen te kunnen converseren en dat het best handig is om in deze kringen een jurist of bankdirecteur te leren kennen. Hoezo, meer aandacht voor emoties?

Volgens Nico van Oosten gedragen heel veel mannen zich nog volgens het oude patroon dat voorschrijft dat enkel de partner hun kwetsbare plek mag kennen. “Als mannen zich ook bij hun vrienden kwetsbaar opstelden, zou hen dat helpen emotioneel minder afhankelijk te zijn van hun partner. Zo’n soort vriendschap kan een isolement doorbreken.”

Maar zulke vriendschappen zijn natuurlijk ook bedreigend voor de “herensociëteit”. Want wie heeft daar dan nog een boodschap aan “de grootste vis”?

Jo Blommaert / Tekening Sandra Schrevens

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content