Vroeger verzamelden we grammofoonplaten, nu dragen designklassiekers onze voorkeur weg: een laag tafeltje van Poul Kjaerholm, een zetel van Arne Jacobsen, een bureaustoel van Charles en Ray Eames…. Ooit vond je de instant-klassiekers van de jaren ’50 en ’60 gewoon bij Spullenhulp of het Leger des Heils, en met een beetje geluk zelfs op de vuilnisbak. Die tijd is voorbij. En dus is het maar goed dat de grote meubelmerken almaar meer uit hun eigen, dikwijls oogverblindende erfgoed putten. Artemide, de toonaangevende lampenfabriek, presenteerde tijdens het Salone del Mobile maar liefst 18 klassiekers, van Sergio Mazza’s Alfa uit 1959 tot Gae Aulenti’s spacy Patroclo uit 1975 (wij zijn al aan het sparen voor Gio Ponti’s Fato, uit 1969).

Vitra, dat destijds de trend begon met heruitgaves van Charles & Ray Eames en George Nelson, introduceerde in Milaan de lijn Vitra Standards, met nieuwe modellen van Maarten Van Severen, Ron Arad en Denis Santachiara, maar er waren ook herziene versies van de Eames Plastic Chair en de Panton Chair, volgens Vitra-directeur Rolf Fehlbaum de eerste plastic stoel die niet werd geconcipieerd als een klassieke stoel. De Panton is met de helft in prijs verlaagd, maar ziet er wel anders uit dan voorheen. Er wordt een ander materiaal gebruikt, en het plastic blinkt niet langer. “Ik heb er ook enkele maanden aan moeten wennen”, geeft Fehlbaum onmiddellijk toe. “De stoel lijkt nu zwaarder, hoewel hij in feite lichter is.” We zijn nieuwsgieriger naar het volgende project van Vitra, een heruitgave van de Living Tower van Verner Panton, de meubelsculptuur uit 1968 waarvan destijds slechts een tiental exemplaren werd gemaakt. Prijs: rond de 240.000 fr., maar je krijgt er wel een monumentaal werk voor.

De Italiaanse reus Cassina bezit de reproductierechten op het oeuvre van vijf historisch belangrijke ontwerpers, onder wie Le Corbusier, Frank Lloyd Wright en Gerrit Rietveld. Van elk van hen wordt een meubel heruitgebracht.

Nog twee mooie heruitgaves, ten slotte, bij Zanossa: de Primate Kneeling Stool van Castiglioni uit 1970, wellicht de eerste stoel waar je achterstevoren op kan gaan zitten, met de rugleuning tussen je dijen. En, uit hetzelfde jaar, de opblaasbare zetel Blow van De Pas, D’Urbino, Lomazzi en Scolari, volgens de woordvoerders van het merk de eerste inflatable uit de geschiedenis van het meubilair.

Jesse Brouns

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content