Pierre Darge
Pierre Darge Freelancejournalist

Honderd jaar geleden werd in Antwerpen de Minerva-fabriek opgericht waaruit de meest prestigieuze Belgische auto’s zouden rollen.

Pierre Darge

M inerva was meer dan een automerk. Het was een begrip dat stond voor technische hoogstandjes en een hoge graad van kwaliteit die in heel de wereld zeer gegeerd waren. De Belgian Vehicle Heritage, die de eigenaars van auto’s van Belgisch fabrikaat verenigt, zet ter herdenking van een eeuw Minerva zowel een rally als een tentoonstelling op.

De beroemdste Belgische auto was merkwaardig genoeg het geesteskind van een Nederlander. Sylvain de Jong, die in 1868 in Amsterdam werd geboren en als dertienjarige met zijn ouders naar Brussel verhuisde, ging aanvankelijk als bediende bij Havas aan de slag, maar klom er al snel op tot de directeur van het Antwerpse filiaal. Toen zijn broer een fietsenzaak begon, zag hij daar meteen interessante uitwegen voor. Hij reisde door Engeland en de Verenigde Staten, en dat inspireerde hem tot het opzetten van een eigen fietsenproductie. Op 15 oktober 1897 straks een eeuw geleden rolden aan de Antwerpse Jacob Jacobsstraat de eerste Minerva-fietsen van de band. Al snel werden er ook motorfietsen gebouwd, en vier jaar later toonde De Jong op het Antwerpse Salon van het Rijwiel en de Automobiel zijn eerste voiturette. Eind 1904 liepen de eerste auto’s van de band. Ze werden vooral naar Engeland geëxporteerd, waar de lokale agent, Charles S. Rolls (van het latere duo Rolls-Royce) ze met groot gemak aan de man bracht.

De ambitieuze Sylvain de Jong maakte niet alleen zoveel mogelijk onderdelen voor zijn wagens zelf, in 1908 kocht hij van de Amerikaan Charles Y. Knight de rechten voor de zogenaamde schuivenmotor, waarvan de in- en uitlaatkanalen in de cilinder geopend en gesloten werden door bewegende bussen tussen cilinderwand en zuiger. Het resultaat was een buitengewoon geruisloze, trillingsvrije krachtbron die het hart zou worden van de exclusieve wagens die De Jong al in het achterhoofd had. Het verhaal van luxe en kwaliteit begon met de productie van de 38 pk, waarvan de Noorse koning Haakon VII er al meteen eentje bestelde. Tijdens de Eerste Wereldoorlog werd het levenswerk van de fabrikant door de Duitsers grondig leeggeroofd, maar al in 1919 werden de werkzaamheden hervat en bleek De Jong meer dan alleen maar een autogek. Hij koppelde de lonen van zijn personeel aan de index van de kleinhandelsprijzen, bouwde goedkoop onderdak voor zijn mensen, moedigde hun kinderen aan met studiebeurzen verder te studeren, en zette zelf vakscholen op.

Intussen haastten filmacteurs, industriëlen (waaronder Henry Ford) en politici zich naar Antwerpen om er een prestigieuze Minerva te kopen, terwijl beroemde koetswerkbouwers als D’Ieteren, Vandenplas, Figoni & Falaschi en Mulliner voor een kleedje op maat zorgden. Halverwege de jaren twintig bereikte de productie 2500 exemplaren per jaar, en kregen de Minerva’s het beroemde hoofd van de gelijknamige godin op de radiator, een werk van beeldhouwer Pieter de Soete. En als om hun technisch kunnen te onderstrepen, werd door de ingenieurs ook een vliegtuigmotor gebouwd. De uitbreiding van het bedrijf die daarop volgde, vereiste vers kapitaal, en al snel werd De Jong een speelbal in de handen van zijn geldschieters. Onder hen vader en zoon Marquet, krantenmagnaten, eigenaars van hotelketens en ex-uitbaters van het Oostendse casino. De meningsverschillen culmineerden tijdens een bestuursraad eind 1927, toen een verbitterde Sylvain de Jong (die al twee jaar streed tegen keelkanker) uitriep : ?Je ne discute pas avec un marchand de soupe?, en daarmee zijn ondergang tekende. Een maand later liet hij zijn deel van het bedrijf over aan de soepboeren, drie maanden later werd hij in Elsene ten grave gedragen, zodat hij de première van zijn ultieme geesteskind niet meer kon meemaken.

?De zeer geruisloze schuivenmotor was inmiddels door de evolutie ingehaald?, zegt Pol Mahieu, voorzitter van de BVH. ?Andere motoren bleken aan het eind van de jaren twintig eenzelfde niveau te halen en waren stukken goedkoper te produceren. De schuivenmotor had immers vijftig procent meer onderdelen dan een conventionele motor. Daar kwam nog bij dat de economische toestand in Europa tot erg protectionistische maatregelen aanleiding gaf. In Frankrijk werd bijvoorbeeld vijftig procent invoerrechten geheven op elke buitenlandse auto. Doordat Minerva in Londen een filiaal bezat, konden de invoerrechten daar nog enigszins ontweken worden. De meeste buitenlandse Minerva’s bevinden zich dan ook in Groot-Brittannië, Australië en Nieuw-Zeeland.?

De Super Minerva, waarvan De Jong altijd gedroomd had en die ingenieur Vivenus nog onder zijn bewind ontwikkeld had, zette 40 pk op de achterwielen over, en werd een paar maanden na de dood van De Jong voorgesteld. Het was de allereerste Minerva met een achtcilinder-in-lijn motor die bovendien tal van verfijningen rijk was, een wielbasis van liefst 3,90 meter had en voor een uitzonderlijke veiligheid en een uitzonderlijk comfort zorgde. Standaard was de wagen niet alleen uitgerust met servoremmen, maar ook van een stabilisator, zodat de wagen in de bochten rechtop bleef. ’s Werelds meest befaamde carrosseriebouwers zouden elkaar zeven jaar lang verdringen om de meest elegante koetswerken voor de AL/40 pk uit te tekenen, maar de internationale financiële situatie zou al vroeg voor de genadeslag zorgen. De crash van 24 oktober 1929 nam de rijke klanten, het uitverkoren potentieel voor de 40 pk, de wind uit de zeilen. Uiteindelijk werden er zo’n 120 AL’s verkocht, waarvan er nog zo’n negen verspreid in de wereld terug te vinden zijn, en waarvan we er zelf zo’n vijf in eigen land konden lokaliseren. Al zijn de eigenaars zeer huiverig om zich publiek kenbaar te maken of de wagen ook maar even voor te rijden. Eén van hen heeft de ultieme Minerva in de Verenigde Staten opgehaald, waar hij tot minder dan een wrak was herleid. Hij werkte er tien jaar lang aan, tot hij in concours-staat was. De motor draait feilloos, maar de eigenaar heeft weinig zin om ermee te rijden. Hij bezit wel een unieke foto van weer een andere AL, het exemplaar dat in 1930 door de maharadja van Kolhapur werd aangekocht, en door Vandenplas voorzien werd van een koetswerk, compleet met twee kleine gesculpteerde pauwen op de voorste spatborden. De wagen was ook uitgerust met een speciale gele verlichting die het front verlichtte, zodat men de tijd kreeg om te wagen van ver te herkennen en uit de weg te gaan.

Maar de tijden waren veranderd en de fut was eruit in Antwerpen. Om het tij te doen keren, werd in 1934 inderhaast een kleine, populaire Minerva ontworpen, de M-4, waarvan de productie spoorslags werd opgestart. Maar die kwam te laat. In november van datzelfde jaar ging Minerva failliet en werd het bedrijf door Impéria overgenomen. De rest klinkt als een zwanenzang. De ooit zo roemrijke fabrikant die fournisseur de la cour was bij het Belgische, Spaanse, Noorse, Zweedse, Hollandse, Roemeense, Afghaanse, Siamese, Perzische en Egyptische hof, troostte zich in de laatste jaren van zijn bestaan met het assembleren van LandRovers voor het Belgisch leger. En sprokkelde naar verfoeilijke Belgische gewoonte wat aalmoezen voor overheidsopdrachten. Het mocht allemaal niet baten. Wat tegenwoordig overblijft van de legendarische geschiedenis zijn nostalgici die hun precieuze Minerva’s na hun werkuren koesteren. Sommigen hebben zelfs niet eens de centen voor een heuse auto, en zijn al blij met de De Soetes-radiatordop met de godin erop, waarvoor een paar jaar geleden op een veiling een kwart miljoen frank werd betaald.

Volgens de BVH bevinden zich in ons land nog een 160 Minerva’s in het Brusselse Autoworld-museum, helaas niet allemaal in rijklare staat, en nog een vijftal AL’s, waaronder die in de Mahy-collectie. Een aantal daarvan zal op 14 september te zien zijn in de Minerva Rally.

Minerva Rally (40 km) : vertrek op 14 sept. om 9 u. op de Antwerpse Grote Markt, aankomst rond 16 u. in het Antwerpse Tram- en Busmuseum in Fort 5 in Edegem. Het traject loopt langs een aantal historische verwijzingen naar het merk en de periode waarin het werd geproduceerd. Tentoonstelling 100 jaar Minerva : van 20 tot en met 28 sept. in het binnenfort van Fort 5 in Edegem, met wagens, fotomateriaal en automobilia van en rond Minerva. Open : weekend van 11 tot 18 u., week van 14 tot 17 u. Info enkel via fax : (03) 458.00.08.

Met de klok mee : interieur van de Minerva van de maharadja van Kolhapur ; koetswerkvoorstel van Saoutchik voor de 40 pk ; Minerva van 20 pk uit de Mahy-collectie (Autoworld Museum).

Alleen al de Minerva- radiatordoppen zijn tegenwoordig een klein fortuin waard.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content