De gekte voorbij

“Laat ons maar weer normaal doen, het is gek genoeg geweest”, dat moeten de Duitse designers gedacht hebben bij het ontwerpen van hun nieuwe lente- en zomercollecties. Extreem en experimenteel hebben afgedaan.

Germaine Thys

Geen experimenten, maar een solide, populaire mode die geen bepaalde trend volgt. Klinkt dat saai? Neen, want dit zijn de kleren die iedere vrouw wil dragen. Degelijke, mooie stukken die ze jaren later nog altijd niet naar een hoekje van de kleerkast moet verbannen, zoals dat meestal gebeurt bij buitenissige ontwerpen. De Duitse designers zijn niet gek: zij weten dat hun klanten geen fashion victims zijn die op een onbewaakt moment hun bankrekening plunderen voor een extravagant ontwerp van een topdesigner.

Bij de Collections Premieren DĆ¼sseldorf (CPD) wordt niet alleen twee keer per jaar de ‘Duitse’ mode getoond, de beurs is ook een barometer van een branche die al jaren vecht om te overleven.

“Sedert 1991 beleven we harde tijden”, zegt Igedo-baas Manfred Kronen. Steeds meer textielfabrieken sluiten, steeds meer kleinhandelaars geven het op. Dat laat zijn sporen na op de CPD. De handel vindt lang niet meer alleen plaats op het immense MessegelƤnde maar ook in showrooms in DĆ¼sseldorf-stad en de diverse regio’s.

“Op de beurs sluiten we nog zes tot zeven procent van onze verkoop af, de rest in onze zes regionale centra”, zegt confectiegigant Klaus Steilmann. Hij betaalt 1,5 miljoen mark (767.000 euro) voor zijn vier labels op de beurs; daarvan gaat de helft naar de huur van de stands van Igedo. “We hebben geen alternatief, we hebben de CPD nodig als platform om ons aan onze internationale klanten voor te stellen.”

Crisis bij de GPD? “Neen”, zegt Manfred Kronen beslist. “In de voorbije jaren hebben we altijd structuurcrisissen in de sector gehad, maar in de plaats daarvan kwamen altijd andere, jonge firma’s naar de beurs. Bovendien focussen we op de avant-garde, de jonge ontwerpers en nieuwe concepten.”

Dat is niet gelogen. Tal van jonge ontwerpers, denk maar aan Hotel uit Hamburg, Anette Gƶrtz, Anke Schlƶder, Anett Rƶstel, Anja Gockel, Sabine Schumacher en Christina Schulte hebben dankzij Igedo internationale bekendheid gekregen.

In 1992 kreeg Gerd Strehle in DĆ¼sseldorf de Mode-Marketing-prijs. Zeven jaar later eerde de Igedo hem met de European Fashion Diamond. Kai Moewes, de baas van Anotherwoman in Neuss, zegt: “Voor ons is de Igedo belangrijk: geen enkele groothandelaar of boetiekhouder krijgt op zo korte tijd een zo groot overzicht van alles wat er beweegt op modegebied. Igedo is niet voor niets de grootste kledingbeurs ter wereld.”

Wat biedt de mode uit Duitsland? We onderscheiden vier richtingen die telkens weer met elkaar gecombineerd kunnen worden. De ‘kosmopolitische’ richting staat voor zakelijk en vormelijk. Het belangrijkste element is hier het perfect geknipte broekpak met de juiste schouders: niet te breed en niet te scherp; nu eens effen, dan met fijne krijtstrepen. Haast ieder label heeft broekpakken. De mooiste vind je bij Joseph Janard, Ambiente, Betty Barclay en Acca, het toplabel van Heidemann. Meestal hebben de broeken een boord.

Club spirit kenschetst de sportieve lijn. De speerpunten hier zijn denim in alle variaties en de opnieuw ontdekte blazer. Gezien bij jassen- en mantelspecialist Gil Bret: een klassieke combinatie van rood-wit-blauw voor een weekend aan zee.

De Capri-stijl herinnert aan de elegante mode aan de CĆ“te d’Azur van de jaren ’50, ’60 en ’70. Het belangrijkste zijn de zwart-wit elementen die zich als grote prints en strepen overal doorheen slingeren.

Kilimanjaro staat voor het safari- en militaire thema. De dominerende kleuren zijn hier zand, olijf en bruin. De details: schouderkleppen, borstzakken en brede leren ceintuurs. Gezien bij Marccain: blazers in militaire stijl, Afrikaanse jacquardweefsels en knielange shorts in uniformkleuren als olijf en kaki. De kleurenkoorts waaraan de ontwerpers vorige zomer leden, is nu gezakt naar gezonde, neutrale tinten en heldere, klassieke kleurcontrasten. “Mode heeft nu geen glamour nodig”, zegt Gabriele Strehle die met zeer wijde jassen, hemden en jurken het lichaam omhult en niets ervan prijsgeeft. Haar tinten zijn decent: van wit naar lichtgrijs, van marine naar zwart. Zwart-wit wordt alleen gebruikt, of gecombineerd met een lichtend rood. Omtrent rood: in alle collecties is de kleur te zien: gemixt met wit in bedrukkingen, maar ook effen, als contrast met zwart, antraciet, blauw en, zeer gewaagd, met roze. De pastelkleuren zijn roze en zacht oker (bij Lucia), turkoois en bleekgroen: bij Stephanie Rapp en Heymann die dat groen combineert met afgewassen blauw en goudgele pantalons met bruine changeant topjes. Zachte tinten als gebroken wit en beige worden gecombineerd met helblauw en vanille. Ook bij Apriori staat alles in het teken van la dolce vita. Wat zich vertaalt in een zomerse lichtheid van kleuren: mat- en glanseffecten in roze, perzik, zilver en zwart-wit voor fifties-broekpakken en romantische truien.

Klassiek katoen is de stof van de nieuwe zomermode. Vooral in de clubstijl is de natuurlijke vezel de populairste jongen. Hij wordt bedrukt met grote bonte bloemen, met blokruiten, strepen of camouflagevlekken. Elegante zwarte of witte krijtstreepjes geven broekpakken of jurken (bij RenƩ Lezard) een mannelijke uitstraling. Door het combineren van verschillende materialen krijg je breuken en daardoor spanning. Zo geeft een kort leren jasje strengheid aan een zacht bedrukt jurkje van chiffon. Op een ruwe jeans kiezen de designers een streelzachte satijnen blouse of iets heel romantisch, met ruches zoals bij Ambiente, Bitte Kai Rand en Rosa Ronstedt.

Denim, eertijds de werkbroek van de goudzoekers, is nu geschikt voor beschaafd gezelschap. Meestal is de jeans opgepept met glinsterende, gekleurd stras, applicaties; of trashy, gescheurd, versleten, afgewassen of bespikkeld met lovertjes. Het meest in het oog springend was het met stras en steentjes gedecoreerde Elvis-jeanspak van Chris Tan voor Kapalua, bekend om haar prachtig tricot, die nu haar tweede jeanscollectie presenteert.

De blouse is de machtige concurrent van het T-shirt. In iedere look, in iedere trend vind je een klassieke blouse die vaak allesbehalve meisjesachtig aandoet. De variaties op de witte blouse gaan van mouwloos over gewikkeld tot zonder rugpand. Ruches en fronsen bij Unrath, Minx en Markus Lupfer. Strepen brengen kleur en leven in het spel, bijvoorbeeld bij Lucia, Gil Bret en het Finse huis Marimekko, in DĆ¼sseldorf present met geweldig brede strepen in beige-zwart en wit-zwart-rood. De afdeling T-shirts zet de trend van grote bonte bedrukkingen voort. Bij de nieuwe truien zullen vooral de vrouwen herademen die niet het figuur van een topmodel hebben. Ze zijn niet meer strak en kort, maar losser en spelen rond de rondingen. Visnetbedrukkingen geven een erotische kick. Vooral als ze, zoals bij Kapalua, gedragen worden met netkousen met grote mazen.

Schoenen en bijbehorende tasjes blijven een modehit. Hier domineert rood. Bij de heupjeans of op jurken met lage taille horen niet alleen cowboylaarzen, maar ook alle mogelijke ceintuurs. Soms zijn die van leer of hout, soms smal en bezet met glinsterend stras.

Jonge Turken

De Turkse modeontwerpers gaan almaar internationaler. Atil Kotoglu kleedt al jaren de Weense society; Hussein Chalayan, Rifat Ozbek, Dice Kayek en Yesim Chambray maken het mooie weer in Londen en Parijs. Kayek en Chambray debuteerden jaren geleden op de Igedo in DĆ¼sseldorf. Nu is Hakan Yilderim, autodidact en voor de derde keer op Collections Premieren DĆ¼sseldorf (CPD), klaar om de vleugels uit te slaan. Hij heeft straks zijn showroom in de Marais in Parijs. Maar het gaat allemaal niet gemakkelijk. Financieel dan. Hij had een uitnodiging voor de New York Fashion Week, maar de zaak gaat niet door omdat hij geen geld heeft om de modellen te betalen en alles wat erbij hoort. Aan zijn stand op de CPD verdrongen zich de aankopers rond zijn acht originele ontwerpen.

De jongste ster aan het Turkse modefirmament is Ɯmit Ɯnal (31), eerst afgestudeerd als archeoloog; daarna nog vier jaar aan de Marmara Universiteit in Istanbul textielontwerpen. Momenteel ontwerpt hij voor Abbate, Flokser en Deba en heeft in Istanbul zijn eigen hemdenlabel voor Bils. Naaien leerde hij van zijn vader, een getalenteerd kleermaker.

Zijn eerste collectie heet Himalaya, met onmiskenbaar Turkse roots. Bruine wol, ongesponnen wol, een rokje van gladgeschoren lamsvel, aan elkaar gestikte huiden van geschoren lammetjes, gecombineerd met bedrukte mousseline. In de verbeelding bestaat geen grens in het mengen en het verbinden van allerhande kleuren en materialen.

Nog namen om te onthouden: Berna Akcasoy (25) met haar origami-stijl, Sibel AygĆ¼n (26) met plooirokken in wit leer en rood stof, Zeynep Erdogan (23) met petticoats onder lampenkap-rokjes en grote, geestige kragen.

De Duitse designers weten dat hun klanten geen fashion victims zijn die op een onbewaakt moment hun bankrekening plunderen voor een extravagant ontwerp van een topdesigner.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content