DE GEBOORTE VAN EEN JURK

De haute-coutureateliers van Chanel in de Parijse rue Cambon.

Hoe feeëriek ook, een haute-couturejurk van Chanel ontstaat niet bij toverslag. Tussen de schets van Karl Lagerfeld en het defilé hebben vele ‘petites mains’ in het atelier hun monnikenwerk gedaan. Een kijkje achter de schermen.

Tweemaal per jaar wordt in de haute-coutureateliers van Chanel in de Parijse rue Cambon een nieuwe collectie ‘geboren’. Daarbij wordt alle beschikbare ervaring ingeroepen en wordt het eeuwenoude vakmanschap telkens opnieuw ten top gedreven. Het lijkt wel een sprookje, ware het niet van het gigantische, minutieuze werk van de petites mains die vaak hun vingers kapotnaaien om deze creaties, op het raakvlak van kunst en ambacht, te realiseren.

Alles begint met een idee in het hoofd van de ontwerper, een silhouet dat hij met enkele lijnen neerzet op een stuk karton. De jurk die Karl Lagerfeld heeft geschetst is voorlopig (we zijn mei 2014) niet meer dan een nummer, 6865, een codenaam. Het gaat om een lange, met passementen versierde jurk met korte mouwen en medaillonvormig borduursel. Over de jurk komt een hesje in netwerk van – u leest het goed – kleine betonnen kubusjes. Op het karton heeft Lagerfeld in het rood Chanel HC 2014/15 geschreven, waarmee het ontwerp meteen gedateerd is. Rechts onderaan staat in hoofdletters MARTINE, de naam van de eerste naaister van het atelier de flou (waar de ‘vloeiende stoffen worden verwerkt, voor onder meer jurken en blouses, in tegenstelling tot het atelier de tailleur). Van haar wordt verwacht dat ze de schets van de meester leven en volume inblaast en er een jurk in drie dimensies van maakt. Op het karton zijn staaltjes geniet van (stras)steentjes, geborduurde lovertjes en de betonnen kubusjes. Het is duidelijk (niet voor een leek, wel voor Madame Martine) dat het hier om een haute-couturejurk gaat. Over enkele weken al, op 8 juli, zal de creatie, uitgevoerd in ivoorkleurig neopreen, te bewonderen zijn op de catwalk, onder het glazen dak van het Parijse Grand Palais.

D-DAY -21: ATELIER DE FLOU CHANEL

In het atelier de flou werken drie leerling-naaisters en twintig geschoolde eerste naaisters onder het toeziend oog van Madame Martine. Hun ‘uniform’ volgt de onuitgesproken regel van drie : een lintmeter rond de hals, een speldenkussen aan de pols en een vingerhoed, liefst in zilver en gegraveerd, al zeggen de naaisters dat die nog moeilijk te vinden zijn. Alles is rustig, zwijgen is hier goud, geen radio op de achtergrond, alleen getoeter van auto’s in de drukke rue Cambon verstoort af en toe de concentratie in deze bel van stilte. Madame Martine heeft in haar handen een papieren versie van silhouet 6865. Ze heeft schaduwen gemarkeerd met het oog op de figuurnaden, de plooien en de volumes. Ze ziet de verhoudingen die de ontwerper in gedachten heeft, ze weet waar hij met zijn schets naartoe wil. “Als Karl ons een schets doorgeeft, zien wij meteen een beeld in 3D. Ook al schrijft hij er soms helemaal niets bij, wij kunnen ons het eindresultaat perfect voorstellen. Dat is een kwestie van ervaring. Als eerste naaister ben je in staat om een jurk in elkaar te zetten.” Ze voegt de daad bij het woord en wekt met een stuk katoen de schets tot leven. Dat deze opdracht geen makkie wordt, weet zij maar al te goed, want Lagerfeld wil een collectie zonder naden, heel strak en met veel neopreen. Maar deze ultramoderne stof is uiterst delicaat, broos en een beetje elastisch. “Zo’n nieuwe materialen plaatsen ons altijd voor verrassingen. “Hoe moet je dàt bewerken !” Het is telkens weer uitzoeken en net dat maakt het boeiend.”

Mevrouw Martine haalt uit een van haar laden een plastieken map met daarin twee stalen van kant met rozenkransmotief. Qua raffinement zie je meteen het verschil tussen de prêt-à-porterversie en de haute-coutureversie. “Wij werken met ingezette kant. Het resultaat moet perfect zijn en de naden vrijwel onzichtbaar. Voor een klant die honderdduizenden euro’s neertelt voor een jurk, is alleen het beste goed genoeg – een Rolls-Royce met zetels in nepleder krijg je ook niet verkocht. Dit is een vak waar perfectionisme, geduld en passie essentieel zijn. Je moet ervan houden, anders moet je er niet aan beginnen.”

D-DAY -20: ATELIERS MONTEX

Bij borduurwerkspecialist Montex krijgt silhouet 6865 gedeeltelijk gestalte. Het motief van het medaillon, uitgewerkt op calqueerlinnen, wordt rechtstreeks op de tule op het borduurraam overgebracht. Vervolgens worden de (stras)steentjes, de lovertjes en de inzetstukjes in zilverkleurig leder erop geborduurd volgens de Lunevilletechniek, waarbij men de stof langs de achterkant, blind dus, bewerkt. Chapeau !

D-DAY -7: ATELIER DE FLOU CHANEL

Het geborduurde medaillon en de geborduurde passementen zijn zonet geleverd. Ze moeten nu worden aangebracht op de jurk, die nog niet in elkaar is gezet. De feeënvingers zetten zich aan het werk, haasten zich langzaam. Het geheel krijgt vorm. In deze fase wordt de jurk op de paspop gezet, om te checken of de verhoudingen en het silhouet kloppen met wat Lagerfeld in gedachten had. De tijd begint te korten. Om de zuivere lijn en het volume van de schets te kunnen realiseren is een soort geraamte gemaakt. Madame Martine en Madame Josette, eerste naaister van het andere atelier de flou, hebben daarvoor handig gebruik gemaakt van ‘sterke’ weefsels zoals paardenhaar en wol en van baleinen en haken. Het model dat de creatie zal showen op de catwalk, heeft de jurk gepast. “Er waren niet al te veel problemen, alleen een beetje ter hoogte van de mouwen.” Na een paar retouches was het oké. “Uiteindelijk hebben we het er goed vanaf gebracht.”

D-DAY -1: STUDIO CHANEL

Alles is onder controle. Geen nerveuze toestanden. “Dat mag ook niet”, zegt Madame Martine wijs. Het defilé is morgen al : de jurk wordt een laatste keer gepast, de accessoires worden klaargelegd. Jurk 6865 zal op de catwalk geshowd worden met als accessoires een klein hoedje waarop zilverkleurige lovertjes zijn geborduurd, lederen sandalen versierd met lovertjes, parels en buisjes en met een antracietgrijs zijden lint als sluiting, want “dat staat heel chic”. Karl Lagerfeld, zijn rechterhand Virginie Viard en Madame Martine kijken nauwgezet toe. “Deze look is een van de meest ‘volledige'”, zegt Virginie. “Naadloos, met neopreen, beton, passementen geïnspireerd op de achttiende eeuw : hij vat de hele collectie perfect samen.” Het idee om beton te gebruiken was een gelukkig toeval. “Op een dag kreeg Karl Lagerfeld van industrieel ontwerper François-Charles Genolini een pakje, met daarin een stukje soepel beton”, vertelt Virginie. “Hij liet het mij zien en wij hebben een vergadering belegd met de Ateliers Montex. Ik dacht wel dat het met hun hulp zou lukken. Sindsdien hebben we dat beton al voor veel creaties gebruikt. Ik herinner me de eerste keer dat de jongeman naar onze Studio kwam. Dat was grappig. Toen Karl zelf de deur voor hem opendeed, schrok hij zich rot !” De keuze om te werken met neopreen viel al snel. “We hebben eerst geprobeerd met andere stoffen maar het resultaat was niet wat we wilden. We hadden satijn, faille, alles wat je maar wil, maar het contrast was minder mooi en de look minder modern.”

D-DAY: GRAND PALAIS

Op 8 juli 2014 stelt Chanel zijn haute-couturecollectie winter 14-15 voor. Lagerfeld omschrijft ze als “Le Corbusier ontmoet Versailles”. Speciaal voor het defilé werd een minimalistische reproductie gemaakt van een niet meer bestaand appartement dat de Frans-Zwitserse architect begin de jaren dertig ontwierp en dat uitkeek op de Champs-Elysées. Het herrijst compleet met prachtige haard en barokke spiegel onder het glazen dak van Le Grand Palais. Achter de coulissen controleert Madame Martine of alles goed loopt. Silhouet 6865 moet als 62ste op. Op de catwalk wordt onder de jurken en rokken een fietsbroekje gedragen ; dat en de schuine snit geven de silhouetten extra pit. En dan zijn er nog de veren, lovertjes, kristal, parels, versieringen… Dit is haute couture, zoveel is zeker. De schitterende verschijning van de bruid, zes maanden zwanger, is het ultieme bewijs. Lagerfeld neemt haar bij de hand en groet zijn gasten, met het veelzeggende lachje van een man die alles luchthartig maar nooit lichtzinnig opneemt.

DOOR ANNE-FRANÇOISE MOYSON

“Perfectionisme, geduld en passie zijn essentieel in dit vak. Heb je die niet in je, dan hoef je er niet aan te beginnen”

“Naadloos, met neopreen, beton en passementen geïnspireerd op de achttiende eeuw : deze jurk vat de hele collectie perfect samen”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content