“Het leven is te kort om je met onbenulligheden te gaan bezighouden.

Ik moest mijn droom vervullen. ” Gesprek met een Israëlische ster, zopas begonnen aan de

verovering van de wereld.

JACKY HUYS

Noa (echte naam : Achinoam Nini) heeft tot hiertoe al een merkwaardig leven geleid. Ze heeft Jemenitische wortels, ze week met haar ouders uit naar New York, kwam daar terecht in een kultuurclash en emigreerde uiteindelijk naar Israël, waar ze dezer dagen de populairste zangeres is : sommige platen van haar in het Hebreeuws verschijnen alleen in Israël, andere zijn voor de hele wereld bedoeld (de eerste daarvan, “Noa”, maakte ze trouwens onder de vleugels van jazz-legende Pat Metheny).

Wat herinner je je meest van je jeugd ?

Noa : Waarschijnlijk mijn pogingen om me aan te passen aan de maatschappij waarin ik werd geworpen. Er was die vreemde dichotomie tussen mijn familie en de taal die ik als kind hoorde enerzijds en het leven dat ik met mijn ouders leidde in Amerika anderzijds. Gedurende de vijfentwintig jaar dat mijn ouders nu in de Verenigde Staten wonen, hebben zij altijd een puristische, Israëlisch-Jemenitische sfeer trachten te behouden. Mijn broer en ik gingen naar een religieuze joodse school, wat behoorlijk vreemd was, aangezien we thuis niet gelovig waren. De joodse gemeenschap in onze buurt was Oosteuropees georiënteerd, ze hadden nog nooit een donkerkleurige jood gezien. Dat moest ik allemaal verwerken op de een of andere manier, en om me aan te passen, besloot ik te streven naar excellentie. Ik wou de beste in alles zijn, zowel op akademisch als op artistiek vlak.

Wat houdt een typisch Jemenitische opvoeding eigenlijk in ?

Noa : Op de vloer zitten, is een typisch voorbeeld. Mijn ouders zijn eerste generatie Israëli’s, hun huis ligt nog vol met kussens. Mijn moeder draait nog vaak de typische muziek. Onze familie hangt heel erg aan elkaar. Grote familiefeesten zijn zeer luidruchtig en druk, en emoties worden niet vermeden. Ik probeerde een evenwicht te zoeken tussen mijn thuis en de maatschappij. Kijk, onze ouders hebben ons naar die school gestuurd omdat ze bang waren dat we de band met de Hebreeuwse taal en met Israël zouden verliezen. Ze hadden ons liever naar een niet-religieuze Israëlische school willen sturen, maar die keuze bestaat in Amerika niet. Coca-Cola, McDonald’s en televisie werden tot een minimum beperkt, want anders zou onze jeugd verpest zijn. Mijn vader had een zekere minachting voor de Amerikaanse kultuur, hoewel hij als student wel van de akademische voordelen genoot. Mijn ouders hebben altijd al een grote interesse gehad voor teater, muziek en musea, dus later zijn we wel veel naar Broadway getrokken. Ze wilden op die manier onze geest verruimen, wat zeer doeltreffend was.

Pop- en rockmuziek kwam bij ons thuis niet binnen. Mijn ouders luisterden naar Israëlische of Jemenitische muziek en naar opera’s. Mijn broer en ik moesten dus zelf op verkenning gaan.

Heb je je vandaag helemaal losgemaakt van je opvoeding ?

Noa : Ik ben geen religieuze joodse meer. Ik ben joods en ik geloof in een geest die over ons waakt. Er zijn bepaalde rituelen die ik heb overgenomen in mijn leven, en enkele filozofieën uit de godsdienst, maar zeker niet het geheel van wetten en de religieuze zienswijze. Ik ben blij dat ik zoveel weet over de godsdienst dankzij mijn opvoeding. Zo kan ik steeds in diskussie gaan met iedereen die dat wil, ook met fanatici. Het is altijd goed een basiskennis te hebben voor je iets aanvaardt of verwerpt. Mijn opvoeding was over het algemeen heel strikt en veeleisend. De schooluren waren lang en daarna moesten we nog studeren terwijl andere kinderen buiten speelden. Ik volgde daarnaast ook balletlessen. Van kinds af aan leefde ik dus volgens een rigoureus schema en dat komt nu goed van pas.

Je vroeg daarnet expliciet aan de ober of er varkensvlees in de dim sum zat. Heeft dat een religieuze reden ?

Noa : Nee, ik hou er gewoon niet van (lacht). Ik dacht vroeger dat, als ik varkensvlees at, ik door de bliksem zou getroffen worden. Het is zeer moeilijk om religieuze fanatici te veranderen. Als je op zo’n manier wordt opgevoed, accepteer je bepaalde dingen als ultieme waarheid. Er kan niet over gediskussieerd worden. Ik weet doordat ik er als kind zo dicht mee in kontakt ben gekomen hoe gemakkelijk het is om terug te grijpen naar fanatisme. Als iemand je een vastomlijnd plan van wetten en leefwijzes geeft, hoef je immers alleen maar te volgen en zelf niet na te denken. Beangstigend.

Kan je je nog herinneren wanneer je besloten hebt zangeres te worden ?

Noa : Ik ben van jongs af aan beginnen zingen en ik vermoed dat ik voorbestemd was om zangeres te worden. Toen we klein waren, werd er ons altijd op het hart gedrukt dat we aan onze toekomst moesten denken. Ik ben altijd vrij realistisch geweest, dus ik dacht dat het misschien beter was als ik advokaat zou worden. Ik hield me wel bezig met muziek, maar ik dacht niet dat ik er mijn brood mee kon verdienen. Ik ben vervolgens in het leger gegaan, waar ik zong bij een groep. Het is toen dat ik besefte dat ik van muziek mijn leven wilde maken. Het leven is te kort om je met onbenulligheden te gaan bezighouden. Ik moest mijn droom vervullen. Later kan ik nog altijd studeren voor advokaat. In het leger krijg je een klare kijk op de tijd, het menselijk leven, de schoonheid en de breekbaarheid ervan.

Hoe zou jij je eigen muziek omschrijven ?

Noa : Die vraag probeer ik gewoonlijk te vermijden omdat ze zeer moeilijk te beantwoorden is. Mijn muziek is gebaseerd op de fijngevoeligheid van de Amerikaanse singersongwriters : Paul Simon, Joni Mitchell, James Taylor, Leonard Cohen. Daarboven komt dan het moderne Midden-Oosten-gedeelte. Als mijn gitarist Gil Dor en ik een song schrijven, praten we eerst honderduit over alles wat ons bezighoudt, we lachen en maken ruzie, en pas de laatste vijf minuten schrijven we de song. Want wat echt belangrijk is, is waarom je iets schrijft, wat je voelt, waarom je leeft. Mijn songs hoeven daarom niet noodzakelijk autobiografisch te zijn. Onze bestverkopende plaat in Israël bevatte op muziek gezette poëzie zonder autobiografische elementen.

Wat voor carrière heb je op het oog ?

Noa : Wereldverovering natuurlijk (lacht). Ik zou graag gewoon doen waar ik zin in heb. Dat is voor mij belangrijker dan miljonair worden of volle stadions trekken. Ik wil niet optreden voor 60.000 mensen. Dat lijkt me zeer vervelend. Ik wil volledige artistieke vrijheid. Ik wil samenwerken met wie ik wil aan elk mogelijk projekt. Ik wil dus genoeg geld hebben om dat te kunnen doen. Ik wil ook een gezin. Ik wil eigenlijk gewoon gelukkig zijn op persoonlijk vlak, en mijn vrienden om me heen. Het interesseert me niet om een privé-vliegtuig te bezitten. Ik ben ambitieus maar niet dom.

Vraag je je soms af waarom er van een plaat miljarden eksemplaren worden verkocht ?

Noa : We praten daar zo vaak over. Je kan zoiets niet verklaren. Er zijn zoveel faktoren mee gemoeid : timing, geluk, generaties, imago, trends, platenfirma’s en ga zo maar door. De konklusie is dat je als artiest gewoon je eigen ding moet doen en dat zo goed mogelijk trachten te doen. Daarna zijn er verschillende opties, wat de plaat betreft. Je kan je plaat remixen, je kan een single uitbrengen, je kan promotie doen. Vanaf dat moment wordt je muziek een produkt dat moet verkocht worden. Er is niet veel dat je als artiest dan nog kan doen. Je moet er alleen voor zorgen dat je achter je muziek staat, want anders is het met je gedaan. Je kan immers niet op toernee gaan met iets wat je verafschuwt, je zal er depressief van worden. Als je iets goedkoops hebt gemaakt, en het wordt geen hit, dan voel je je ellendig, maar was het wel een sukses geworden, dan voelde je je even slecht. Als je je artistieke integriteit behoudt, en je plaat verkoopt niet goed, dan ben je even gelukkig als wanneer ze wel had verkocht. Ik verkies het laatste.

Je volgende plaat, geproduceerd door Rupert Hine, wil je bewust politiek explicieter maken.

Noa : Gil en ik proberen over het algemeen songs te schrijven die een politieke grondslag bevatten. Het uitgangspunt van een song moet altijd een onderwerp zijn waar je hartstochtelijk mee begaan bent, maar je mag je mening nooit botweg opdringen aan de mensen. Anders schrik je veel mensen af die niet meteen iets met dat onderwerp te maken hebben. Je bereikt meer door iets politieks te schrijven, waarbij de emotie overheerst en niet het specifieke onderwerp. Veel van de zaken die aan de grondslag van onze songs liggen, zijn zeer serieus, politiek, zeer agressief soms, maar ook triestig. De songs handelen niet alleen over Israël, er is ook een song over Tibet, en een over Bosnië.

Een van de merkwaardigste songs op het internationaal debuut is waarschijnlijk jullie versie van het “Ave Maria”. Waar kwam die idee vandaan ?

Noa : We hebben het voor het eerst opgenomen tijdens de Golfoorlog. Het is een mooi muziekstuk waar ik woorden op geschreven heb en Gil de gitaararrangementen voor gemaakt heeft. We hebben het op een cassette gezet die bedoeld was als een cadeautje voor de soldaten. Later hebben we beslist om het ook op onze plaat te zetten, we zingen het immers al jaren tijdens onze koncerten.

Wat is jouw mening, als inwoonster van Israël, over het vredesproces ?

Noa : Ik hou mijn hart vast. Ik ben enorm bang voor wat er zal gebeuren als de onderhandelingen vastlopen. Ik ben ongerust over de komende verkiezingen, want als links de kans niet krijgt om het proces verder te zetten, dan zitten we met een probleem. Als de oppositie aan de macht komt, staat alles op de helling. Ik geloof in het vredesproces. Er is voor Israël geen alternatief. Alle mensen in Israël willen vrede. Het enige probleem is de prijs die men ervoor wil betalen. De mensen zijn verdeeld over hoe vrede moet bereikt worden en hoe toegevend we daarbij moeten zijn. Je moet geven en nemen. De mensen zijn ongerust over wat er zal gebeuren : zal het aktieve vrede zijn of zullen ze ons hoofd eraf schieten eens we ze geven wat ze willen ? En dan heb je nog de religieuze fanatici, ze gedragen zich afschuwelijk. Joden uit diasporalanden zijn zo mogelijk nog erger dan joden die in Israël geboren zijn, wat politiek betreft.

Vind je dat een artiest iets kan of moet doen in deze materie ?

Noa : Iedereen moet voor zichzelf uitmaken welke richting hij of zij met zijn kunst wil uitgaan. Voor sommigen is het gewoon plezier, voor anderen is het serieus. Bij de laatste verkiezingen heb ik meegewerkt aan de campagne van de links-liberalen. Ze steunen de scheiding tussen kerk en staat, ze zijn bekommerd om mensenrechten, milieuproblematiek, feminisme, het vredesproces… Kijk, als het politiek betreft, dan vecht ik voor mijn zaak en als mensen van buitenuit zich moeien met Israël, dan krijgen wij het behoorlijk op onze heupen. Er is niets dat Israëli’s misselijker maakt dan joden uit het buitenland die zich gaan mengen in nationale zaken. Vooral die rijke Amerikaanse joodse families die vanuit hun grote villa’s gaan beslissen wat ik mag en moet doen in mijn land. Wie geeft hen dat recht ? Dat maakt me razend. Er is een Amerikaanse lobby in de regering die tegen het vredesproces is omdat dat de ondergang van Israël zou betekenen. Wie zijn zij om zoiets te zeggen ? Zij financieren rechtse fanatieke partijen in Israël. Kom eerst maar eens naar Israël en doe daar twee jaar dienst in het leger, kruip maar eens een paar jaar met je knieën door de modder zoals ik, en dan mag je je stem uitbrengen.

Is er nog een reden om hoopvol te zijn met al de oorlogen, haat en nationalisme rondom ons ?

Noa : Eerlijk gezegd probeer ik me niet te veel te bekommeren om de wereldpolitiek, de toekomst en de naderende derde wereldoorlog, want dan kan ik mezelf nu evengoed begraven. Het is te veel voor me. Ik probeer me te koncentreren op mezelf, mijn familie, mijn geliefden, mijn muziek. Ik geloof dat als iedereen een mooie cirkel van familie, kinderen en omgeving rondom zich heeft, dat op een dag die cirkels elkaar zullen raken en de wereld beter zullen maken.

“Noa” van Noa is verschenen bij Geffen. Noa koncerteert met Gil Dor, Yossi Fine en Zohar Fresco op 29/10 in het Paleis voor Schone Kunsten Brussel. tel. (02) 507.82.00.

Wie geeft die rijke Amerikaanse joodse families

het recht om vanuit hun grote villa’s te gaan

beslissen wat ik mag en moet doen in mijn

land ? Dat maakt me razend.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content