Het zou kunnen dat u denkt dat Willie Nelson synoniem is voor country en dan meteen uw neus optrekt. Dat zou zeer ten onrechte zijn. Willie Nelson is met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid de coolste Amerikaan van het universum.

JACKY HUYS

Hij is 63 en hij heeft ooit in het Witte Huis in Washington een joint gerookt. ?Op het dak, maar ik kan je niet zeggen met wie : da’s confidential information.” Hij heeft een handvol songs geschreven die klassiekers zijn geworden van het Grote Amerikaanse Songbook. Hij is de bedenker van Farm Aid en hij heeft Vietnam-veteranen die op Hawaï in grotten woonden van de waanzin gered. Hij heeft platen opgenomen in bijna alle genres behalve reggae en blues. (Dat worden zijn volgende projecten.) Hij heeft geduetteerd met iedereen : van Frank Sinatra tot Sinéad O’Connor en van Neil Young tot Julio Iglesias. Hij nam de zwarte artiest Charlie Pride mee op toernee toen Nashville nog open en bloot racistisch was. En hij heeft pas Spirit gemaakt, een hoogtepunt in een oeuvre dat meer dan honderd cd’s omvat.

Oh ja, hij heeft momenteel een contract met Island. Hij is dus labelgenoot van bijvoorbeeld U2, Tom Waits, The Cranberries, dEUS en Moondog Jr. Zei iemand : cool ?

In de gangen van een Amsterdams hotel lopen generatiegenoten van Nelson te sloffen. Grijze baarden, jeans, cowboys. De wolkjes zijn zichtbaar, de geur sterk. Roomservice heeft net een portie schijfjes pure Nepal bovengebracht en Willie zelf, die als pater familias het festijn heeft mogen aansnijden, voelt zich ondertussen al maar half zo oud meer.

Willie en zijn zus Bobbie (die nog altijd in zijn band piano speelt) werden geboren in Texas. Hun moeder liep weg toen Willie zes maanden oud was. De legende wil dat hij Angel flying too close to the ground over haar heeft geschreven. Maar hij ontkent : ?Het gaat over een vriendin. Er zijn veel mensen die naar me toekomen en zeggen : ‘Als jij die song zingt, denk ik aan dit of dat’. Blijkbaar kennen veel mensen een engel die te dicht bij de grond heeft gevlogen.” Broer en zus werden grootgebracht door hun grootouders. Ze leerden muziek via postorder-cursussen en hoorden op de radio al die genres die ze later zelf zouden spelen : country, jazz, big band, blues, western swing, crooners.

Zijn eerste vrouw van vier overtuigde Willie om naar Nashville te trekken. Mekka. Sommige mensen schrijven een leven lang en houden twee, drie klassiekers over aan het einde van de rit. Willie arriveerde in Nashville, pakte zijn valies uit en schreef in één week Funny How Time Slips Away, Crazy en Nightlife.

?Ik koester die nummers”, zegt Nelson. ? Faron Young nam Hello Walls op en Billy Walker, Funny How Time Slips Away. En Crazy, ja, dat is Patsy Cline, hé. Haar versie is de enige echte, wie het nummer verder ook nog zal opnemen. Ik zing die nummers elke avond, dus ik moét er wel van houden : het zijn mijn kinderen, die ik in de loop der tijden heb zien groeien.”

Met dat zingen zat het overigens in het begin behoorlijk fout : het Nashville Establishment ordonneerde namelijk dat Willie wel mocht schrijven, maar voor de rest zijn mond moest houden vanwege ?pijnlijk onbeluisterbare stem”. Maar toen kreeg hij de ultieme consecratie van de legendarische producer Jerry Wexler die de stemmen van Sinatra en Nelson en hun manier van zingen (rond de noten in plaats van erop) in één adem vernoemde. ?Ik luister al mijn hele leven naar Sinatra,” zegt Nelson, ?ik bewonder zijn manier van fraseren, dus vermoedelijk heb ik er wat van overgenomen. Ik ben blij dat ik dat duet met hem gedaan heb, zelfs al was hij lijfelijk niet aanwezig. We hebben ook nog My Way opgenomen. Misschien dat ze dat ook ooit nog eens uitbrengen.”

In Nashville trok Nelson op met een groepje collega’s onder wie ook Kris Kristofferson en ging zich te buiten aan whisky, weed & women. Het Nashville Establishment zag Nelson helemaal niet zitten toen hij met de zwarte countryster Charlie Pride op toernee ging en geen gelegenheid liet liggen om die op elk podium voluit op de mond te zoenen. Qua antiracistisch statement kon/kan dat tellen in het zuiden van de States. Nelson : ?Het is misschien twijfelachtig of het zo’n briljant idee was (lacht), maar zowel Charlie als ik leven nog, dus dat zit wel goed. Het was riskant om te doen in die tijd, maar Charlie is zo’n geboren entertainer dat hij de 10.000 blanken in de zaal al overtuigd had nog voor hij met zijn introductie klaar was. Zelfs in Texas en Louisiana. Ach, soms moet je gewoon riskante dingen doen.”

Medio de seventies begon de doorbraak van Nelson als uitvoerend artiest. Eerst was er de concept-cd Red Headed Stranger, waaruit de song Blue eyes crying in the rain zowaar een hit werd. Nelson werd het idool van langharigen, alterno’s en andere hippies, en dat rebelse image werd geperpetueerd met Wanted : The Outlaws, een verzamelaar met onder andere Waylon Jennings, zijn eerste million-seller. De komende maanden wordt de twintigste verjaardag van die plaat gevierd met een heruitgave, voorzien van negen bonustracks.

Outlaws is overigens een manier van leven, een attitude meer nog dan gewoon een elpee-titel. ?Zeker voor mij”, zegt Nelson. ?Wie ook op het idee gekomen is om ons outlaws te noemen, ik ben er zeker niet door beledigd. Het is een compliment.”

Eens rebel, altijd rebel. Toen Willie Nelson eindelijk de countrytop had bereikt, wou hij doodgewoon iets anders. Iedereen porde hem aan om doorslagjes te maken, maar in 1978 bracht hij Stardust uit, een verzameling Amerikaanse standards. ?Wat is een standard”, vraagt Nelson zich af. ?Ik denk dat het een combinatie is van feel en soul, een gevoel waardoor een nummer door iedereen als een klassieker aanvaard wordt. Niemand zal tegenspreken dat Stardust een klassieker is. Of de gospelklassieker Amazing Grace. Die nummers hebben een effect op mensen, ze gaan recht door merg en been. Als iemand het antwoord wist op de vraag waarom die nummers dat precies doen, dan zou er een formule kunnen worden uitgewerkt. Er is geen enkel nummer dat ik zelf graag had geschreven. Ik ben trots op de mijne. Ik vind het verkeerd om te zeggen : ik wou dat ik Cheatin’ Heart had geschreven. Hank Williams heeft dat zelf goed genoeg gedaan, ik denk niet dat ik het beter zou kunnen.”

Stardust werd een ongeëvenaard succes : vier keer platina en tien jaar op de hitlijsten. ?Voor mij kwam dat niet als een verrassing. Als een nummer honderd jaar geleden goed was, is het dat vandaag ook nog. Ik wist dat deze nummers goed zouden ontvangen worden, niet alleen door de mensen die ze nog nooit gehoord hadden, maar ook door wie ze lange tijd niet meer gehoord had.” Willie reeg de awards en de prijzen aan elkaar. Ook zijn acteerwerk, in het autobiografische Honeysuckle rose voorop, kreeg niets dan lof.

In 1985 stampte hij met Neil Young en John Mellencamp Farm Aid uit de grond, een organisatie die probeert het lot van de kleine boer te verbeteren en die onder andere via concerten al meer dan 12 miljoen dollar heeft bijeengebracht. ?Ik vind dat iedereen gewoon moet doen wat hij kan”, zegt Nelson. ?Het is misschien met ouder worden dat ik vind dat iedereen zijn verantwoordelijkheid moet opnemen. We willen dit jaar weer een Farm Aid-concert geven, maar we hebben nog niet beslist waar. Het probleem is dat men probeert om de kleine familieboeren uit de weg te ruimen. Wat kan Farm Aid dan nog doen, behalve die mensen steunen, tot ze een andere plaats vinden waar ze zich kunnen vestigen ? Dat is niet wat we voor ogen hadden met Farm Aid. We wilden het bestaan van de familieboer verzekeren, maar we willen geen welzijnsorganisatie worden. Wie weet wat de toekomst brengt ? Hopelijk zal het tij keren, en dan zullen mensen het belang inzien van een kleine familieboer die het land bewerkt en voor ons voedsel zorgt, dat recht uit de grond komt.”

Een ouwe vriend van Nelson is ex-president Jimmy Carter. Het was tijdens zijn presidentschap dat de joint op het dak van het Witte Huis geconsumeerd werd. ?Ik zie hem af en toe nog eens. Hij wordt nu veel meer gewaardeerd dan toen hij president was. Ik heb altijd gevonden dat men hem verkeerd begreep. Bill Clinton kan nu ook niet veel doen. De president, wie hij ook is, zal nooit echt veel kunnen veranderen. Veel van hen, zoals Jimmy, kunnen meer doen als ze president af zijn.” Vorig jaar kreeg Nelson voor zijn humanitair werk de Minnie Pearl Award, genoemd naar de countrylegende die een paar maand geleden overleed. ?Die award betekende meer dan andere prijsuitreikingen voor me”, zegt Nelson. ?Minnie Pearl was me heel dierbaar. Ze hield van me zoals ik was en ik ook van haar. Ze was een fantastische dame.”

Vorig jaar verscheen de box Revolutions of time… The Journey 1975-1993, die een perfecte introductie biedt op het werk dat Nelson in die decennia opnam. Uiteraard stond het begeleidend boekje vol lof. Dat Nelson een American icon is bijvoorbeeld. ?Ik weet niet wat de betekenis van het woord inhoudt, ik zal het moeten opzoeken.”

Maar het was niet altijd moonlight and roses voor Nelson. Ooit zat hij zo in de put omdat zijn werk niet gerespecteerd werd, dat hij in het midden van een straat ging liggen, wachtend tot een auto hem zou vermorzelen. En begin dit decennium pleegde een van zijn zoons zelfmoord. Willie geloofde dat hij verantwoordelijk was en besloot geen negatieve songs meer te schrijven : ?Die trekken je alleen naar beneden, naar de donkerste krochten van de geest.”

Spirit is daar een beetje het symbolische bewijs van. De concept-cd opent met zwarte, zware, aangrijpende tracks, maar naarmate het opus vordert, begint het positivisme door te schijnen. ?De songs beslaan een periode van 17 jaar. Vier nummers zijn 17 jaar oud, maar ze passen in het concept van de plaat : het begint als je spirits low zijn en eindigt met high. Af en toe zitten er flarden Mexicaanse muziek tussen : dat wou ik als thema gebruiken, verspreid over de plaat.”

In zekere zin doet de klankkleur denken aan die van American Recordings van Nelsons ouwe maat Johnny Cash : sober en aangrijpend. Met alleen zus Bobbie op piano, fiddler Johnny Gimble en ritmegitarist Jody Payne. Het soort werk dat je waarschijnlijk pas kan maken als je gelouterd bent. ?De simpelste platen die je kan maken, zijn ook de moeilijkste om te maken.”

Een tweede adem, een zoveelste jeugd, ach nee. Willie zal altijd Willie blijven. Een beetje joggen, een beetje golfen. ?Is dat een reactionaire, rechtse sport voor rijkelui ? Misschien is dat de reden waarom ik het graag doe : omdat het niet hoort. Nee, ik hou er echt van om buitenshuis te zijn, en het is een uitdaging om die kleine bal te raken, die niet eens beweegt.” Een beetje concerten spelen, nu ja, een beetje : tussen de 200 en 250 per jaar. ?Omdat ik ervan geniet. Het is wat ik doe. Al van zo lang ik het me kan herinneren, hou ik van reizen en van optreden.” Een beetje toekomstplannen maken ? ?No way. Ik doe gewoon wat ik graag doe. Ik heb geen groot verlangen om daar iets aan te veranderen.”

?Spirit” van Willie Nelson is verschenen bij Island.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content