Herwig Van Hove

Sinds het begin van de jaren ’90 gaat de kwaliteit van de bordeauxwijnen in stijgende lijn en bij verticale proeverijen komt de excellente 1995 er door het magere-jareneffect van zijn voorgangers nog beter uit. Dat geldt ook voor het Château Larmande uit Saint-Emilion. In 1991 werd het kasteel een groot woord voor niets anders dan een ruime schuur met de bijbehorende 22,5 ha wijngaarden, door de toenmalige eigenaar Jean Méneret-Capdemourlin verkocht aan de Rijselse Verzekeringsmaatschappij La Mondiale voor de fabelachtige som van 105 miljoen FF of ongeveer 30 miljoen fr. per ha : om van te duizelen. De vastgoedmarkt in Bordeaux was toen juist op zijn hoogtepunt, een jaar later zou de prijs al gedaald zijn tot op de helft.

Op het ogenblik van de verkoop waren de kelders van Larmande leeg, ook de 1990 was al verkocht en er was geen enkele kasteelreserve. Jean Méneret had zwaar geïnvesteerd en moest voor de aflossing van zijn schulden kort op de bal spelen. Zijn prachtige huis in Saint-Emilion was in de transactie inbegrepen, maar staat nu leeg, bovenop de perfecte, maar helaas ook lege wijnkelders. In 1991, het eerste oogstjaar onder de nieuwe eigenaars, reduceerde de najaarsvrieskou de opbrengst tot nauwelijks 7 procent van het gemiddelde. Het jaar daarop bracht ongeveer een halve oogst in de kuipen. Pas vanaf 1993 zijn de oogsten, wat volume betreft, normaal te noemen. De mensen van La Mondiale hebben even moeten slikken : hun aankoop vertoonde jarenlang uitgesproken negatieve rendementen. Uiteindelijk is 1995 hun eerste groot jaar.

Maar in de wijngaarden zit veel potentieel. Verschillende percelen van Larmande zijn namelijk ?verkeerd” (noordelijk) gericht en dit betekent een interessante, natuurlijke remedie tegen voluptueuze, snel vervelende overrijpheid. Grote Larmande, zoals 1988, is tegelijk rijp en fris levendig. Dit bijna ?onnatuurlijke” structuurelement, waardoor de smaak enorm verbreedt (zoals bij excellente champagne), geeft aan Larmande in de grote jaren een koninklijke allure. Daarom is ook de 1990 zo goed : de algemene, wat gemakkelijke souplesse van het millesime wordt door de ?levendigheid” van de verkeerde percelen perfect gebalanceerd. Het is de grote verdienste van Méneret om dit te hebben onderkend en om zo, met de hulp van oenoloog Guy Guimberteau, aan zijn wijn een onverwachte, kunstzinnige structuur te hebben gegeven. Ook het druivenbestand van half cabernet/half merlot draagt daartoe bij.

De nieuwe eigenaars hebben ster-oenoloog Michel Rolland ingehuurd, en zo komt het dat nu naar meer onmiddellijke charme wordt gewerkt : voor de 1995 werd gedurende wel 28 dagen gecuveerd met een heel programma van rondpompen, zodat alle kleur en tannines van de schillen in de wijn zijn overgegaan. Uiterste rijpheid van alle druivensoorten op alle percelen sommige cabernetkuipen haalden 13,6 alcohol bracht een overvloedige stoot van fruit en warmbloedigheid, maar bracht ook wat minder staande spanning spanning die voor de vroegere Larmande 1988 en 1990 zo typisch en indrukwekkend was.

In de mindere jaren, 1992 en 1993, komt het onrijpe noordelijke bitter wat ongedekt over op het einde van het smaakgebied. De 1994 is hier zeker de betere : de neiging tot ongedekt bitter is miniem, maar er is wel een rijke, door hout onderbouwde en toegeplooide neus met een suave, zachtlopende smaak, zeker in de aanspraak. De 1994 wordt een koopje, 1995 is de definitie van charme.

HERWIG VAN HOVE

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content