De boys’ club
Hebt u het een beetje gevolgd: de herrie rond de voormalige Britse premier John Major en zijn ex-maîtresse Edwina Currie, voormalig minister voor Vrouwenzaken en Volksgezondheid, en auteur van romantische bestsellers?
Mevrouw Currie publiceerde onlangs haar memoires, waarin ze bekende dat ze tussen 1984 en ’88 een affaire had met John Major. Toen ze allebei politiek te veel in de kijker begonnen te lopen, zetten ze er een punt achter.
Het was wel dezelfde Major die in de jaren negentig enkele van zijn ministers en partijgenoten dwong af te treden vanwege een buitenechtelijke affaire. Zijn back to basics politiek kon zich dat soort morele uitschuivers niet veroorloven. Major zelf ging zijn hele politieke carrière door voor de grijze, uitermate correcte politicus van bescheiden komaf, die het ver geschopt had. Nu verdient hij een klein fortuin in het internationale lezingencircuit. Als reactie op de onthullingen probeerde hij de zaak af te doen met: dat was de meest beschamende periode van mijn leven. En dat zijn vrouw Norma al jaren wist dat het gebeurd was.
Het stof waaide hoog op in Groot-Brittannië bij de onthullingen van Edwina Currie. Onmiddellijk trad de boys’ club in actie. Ex-minister DavidMellor bijvoorbeeld, ooit zelf verwikkeld in een hot affair en net als een paar van zijn collega’s in soortgelijke omstandigheden door premier Major aan de kant geschoven, noemde mevrouw Currie een “goedkope slet”. Bruce Anderson, de biograaf van John Major, schreef in The Independent dat Edwina Currie de charme en de moraal heeft van een “katachtige”. Een roofdier dus.
Meneer Anderson filosofeert in hetzelfde artikel over de aanwezigheid van vrouwen in het parlement: “Politiek is een beroep met een hoge intensiteitsgraad, de ene vorm van energie genereert de andere. Politici die graag over hun vak discussiëren met collega’s van het andere geslacht worden makkelijk verleid om horizontale elementen toe te voegen aan die gedachtewisseling.”
Met andere woorden: heren, hou u ver van uw vrouwelijke collega’s, zij zijn immers de verleiding zelve en als het erop aankomt, berokkenen ze u toch alleen maar schade. Vrij vertaald: vrouwen in de politiek zijn een bedreiging voor de boys’ club. Ze houden zich niet aan de regels die willen dat men discreet blijft over scabreuze zaken.
Nu is mevrouw Currie al bij al zo beleefd geweest om met deze affaire niet de actieve politieke carrière van Major te schaden. Zij heeft vijftien jaar gewacht om dit publiekelijk te maken. Van wraak kan men haar dus moeilijk verdenken. Op dit moment heeft geen van beiden nog een functie van landsbelang. Naar eigen zeggen wou ze een historische correctie aanbrengen aan de figuur van Major. De man is helemaal niet de grijs geworden koorknaap voor wie hij zich uitgeeft.
Bruce Anderson neemt het mevrouw Currie toch héél kwalijk dat ze dit deed. Want voor zijn opdrachtgever is volgens hem eventueel nog een politieke toekomst weggelegd. Mevrouw Currie “die zal al lang vergeten zijn en ze mag zich dan wentelen in gal en bitterheid”.
Een enkele vrouwelijke Britse columnist durfde het voor mevrouw Currie op te nemen tegen de boys’ club in.
Een affaire is niks ongewoons, het komt in de beste huwelijken voor. Hoe ook, men is met zijn tweeën in zo’n passionele verhouding. En van een volwassen mens kun je toch niet veronderstellen dat hij in die omstandigheden een willoos slachtoffer is. Discretie is natuurlijk vaak de beste houding op lange termijn. Maar als een publieke figuur zijn memoires schrijft of laat optekenen en de dingen hier en daar wat oppoetst, moet hij niet verbaasd zijn dat daarop een correctie wordt aangebracht door anderen die deel uitmaakten van de gebeurtenissen en geen zin hebben om verstoppertje te blijven spelen.
TESSA VERMEIREN
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier