DE BIJBEL VAN MIES

Het Farnsworth House in Plano, Illinois. © JON MILLER / HEDRICH BLESSING

Zelfs voor hedendaagse architecten blijft Ludwig Mies van der Rohe een halfgod. Zijn Barcelonapaviljoen wordt nog dagelijks gekopieerd. Voor wie zijn universum wil betreden geeft Phaidon nu dé grote monografie uit van meester ‘Mies’.

In kringen van designers en architecten staat het beter om een boekje te openen over Mies van der Rohe (1886-1969) dan over Le Corbusier of Frank Lloyd Wright. Meestal volgt er dan eerst een discussie over zijn naam. Wie even niet mee is, denkt dat Mies zijn voornaam was. En wie het helemaal niet weet, denkt zelfs dat Mies een dame was. Eerst even dit probleem ophelderen. Hij werd geboren in Aken als Ludwig Mies, en groeide op in het katholieke Rijnland. In het begin van de jaren twintig, toen hij midden de dertig was, had deze autodidact zijn eerste midlifecrisis. Hij liet zijn vrouw en kinderen achter, en veranderde zijn naam, die hem herinnerde aan zijn bescheiden afkomst als zoon van een steenkapper, in het chiquer klinkende Mies van der Rohe. Hij begon aan een reeks minnaressen, en trok naar Berlijn, waar hij tijdens wilde nachten de avant-garde ontdekte. Deze fase was beslissend voor de man, die nu in een zeer uitgebreide studie van een beroemde, Duits-Amerikaanse architectuurhistoricus Detlef Mertins wordt vereerd. De auteur overleed twee jaar terug, maar zijn levenswerk, waar hij tien jaar aan werkte, brengt Phaidon nu postuum uit.

EXTREEM

Een aantal creaties van Ludwig Mies van der Rohe zijn heuse iconen geworden, zoals het Barcelonapaviljoen. Maar als persoon bleef hij vrij onbekend. Als architect droomde hij van een sterke en perfecte bouwkunst die boven de politiek stond. Hedendaagse gebouwen moesten eruitzien als kathedralen of tempels. Het ging bij hem bijna om een nieuwe religie. Mies wilde perfecte fabrieken, kantoren, wolkenkrabbers en steden bouwen. Zijn extreme ideeën boden amper plaats aan de chaos van de menselijke realiteit, dat deelde hij met veel rechtlijnige architecten en vormgevers uit de avant-garde.

Ook in zijn leven was hij nogal extreem, ook wat familie, minnaressen en klanten betreft. Het moest allemaal nogal naar zijn zin zijn. Over zijn meubelen – die niet altijd even comfortabel zijn – zei hij dat de mensen er maar moeten leren op zitten. En na de oorlog, toen in New York zijn beroemde Seagram Building werd gebouwd, vond hij dat de Venetiaanse blinden alleen op esthetisch mooie posities mochten hangen, niemand mocht gordijnen hebben, dat lag contractueel vast. In de National Gallery van Berlijn, weliswaar een prachtig gebouw, zijn er geen binnenmuren om de ruimte te begrenzen, waardoor men er amper werk kan ophangen. Die strakheid trok hij ook door in zijn huizen, Mies had een hekel aan buizen voor afvoer en verwarming en muggengaas. Omdat de eigenaars van ‘zijn’ Farnsworth House in de VS wel leidingen wilden aanleggen, stapte hij zelfs naar de rechtbank.

BARCELONA

Mies van der Rohe schonk ons enkele heel mooie en delicate creaties. Zijn eerste topper was het Duitse paviljoen dat hij bouwde voor de Wereldtentoonstelling van 1929 in Barcelona. Niemand had ooit zo’n helder en licht gebouw met dunne wanden en een open plan gebouwd. Het was net een schilderij van Mondriaan, maar dan wel rijker afgewerkt met royale platen onyxmarmer. Ook het glas, van vloer tot zoldering, was helemaal nieuw. “Het bevat enkel ruimte”, schreven de critici terecht. Precies van dit paviljoen worden nog altijd pastiches gebouwd, want ontelbaar veel architecten dromen ervan en gaan er ook naartoe op bedevaart. Het paviljoen stamt nog net uit de pre-nazitijd. Het was een optimistisch icoon voor een land dan amper elf jaar eerder de oorlog verloor. Mies was toen de rijzende ster van de Weimarrepubliek.

LILLY REICH

In de verafgoding van Mies van der Rohe vergeet iedereen de rol van zijn levenspartner, ontwerpster Lilly Reich. Niet verwonderlijk, tot voor een paar jaar was de architectuur een mannenbastion. In het Bauhaus werden de vrouwen geweerd, stichter Walter Gropius stelde dat ze niet zo strak en krachtig konden ontwerpen. De rol van veel vrouwelijke designers en architecten wordt nu nog altijd onderschat. Alleen Charlotte Perriand en Eileen Gray konden daaraan wat ontsnappen, Lilly Reich raakte niet uit de schaduw van Mies.

Volgens de toenmalige CEO van Knoll, Albert Pfeiffer, had Mies veel te danken aan Reich, met wie hij van 1925 tot zijn migratie naar de States in 1938, samenwerkte en -leefde. Ze was eerder actief geweest in de belangrijke studio van Josef Hoffmann, voor wie ze interieurs en meubelen ontwierp. Reich hielp niet alleen het Barcelonapaviljoen vormgeven, maar ook de iconische Barcelona Chair. Meubelfabrikant Knoll pakt nu uit met een vernieuwde versie van het Mies-meubilair. De kussens van de Barcelona hebben een zachtere vulling. Zo worden de statussymbolen ook comfortabele zitmeubelen. Lilly Reich is bovendien coauteur van zijn andere meesterwerk uit 1929, de Villa Tugendhat in het Tsjechische Brno, dat je sinds vorig jaar weer kunt bezoeken. Feit is ook dat Mies van der Rohe na hun samenwerking geen meubelen meer ontwierp, wat toch wijst op de doorslaggevende rol van de meestal verzwegen Lilly Reich.

NAZI-DUITSLAND

Het boek van Mertins verhaalt ook wat Mies in de jaren dertig overkwam, een passage waar doorgaans weinig bij wordt stilgestaan. In 1930 werd hij directeur van het Bauhaus in Dessau, dat in ’32 door de nazi’s werd gesloten. Zelf week hij pas in 1938 uit naar de States. Verrassend laat dus, want al zijn linkse en Joodse vrienden waren al jaren eerder vertrokken. Ze bekritiseerden hem daar ook voor. Niet dat hij zich toen heeft verbrand. Maar even hoopte hij wel dat hij een rol kon spelen als grote architect die, net als Hitler, gefascineerd was door de industrialisatie en technologie. Qua benadering stonden ze echter mijlenver van elkaar, de nazi’s ijverden voor een traditionele benadering, Van der Rohe helemaal niet, en zijn functionele stijl werd ook als Joods en bolsjewistisch beschouwd.

In 1934 werd het helemaal duidelijk voor Mies dat hij geen enkele kans maakte om carrière te maken in nazi-Duitsland, toen Albert Speer zich tot de grote architect van Hitler ontpopte. Mies kon nog slechts enkele projecten realiseren. Zelfs zijn project voor de Brusselse Wereldtentoonstelling in 1935 ging niet door. Hij leefde van de royalty’s van zijn meubelen. Toch waren dit geen verloren jaren, zijn stijl en ideeën rijpten verder. Trouw aan zijn credo, less is more, ontwierp hij eindeloze reeksen musea, kantoren en woontorens en hoopte ze ooit te kunnen bouwen als de nazi’s van het toneel verdwenen.

WOLKENKRABBERS

In 1938 week hij dan eindelijk uit naar de States, waar hij zich meteen thuis voelde in de grote vlakten van de Midwest. Hij werd er directeur van de architectuurafdeling van het Illinois Institute of Technology in Chicago, waar hij de ideeën van het Bauhaus nieuw leven schonk. In 1944 kreeg hij het staatsburgerschap en werd hij een fervent Amerikaan. Hij had een neus voor zaken, geld en macht. Van der Rohe kreeg er alle kansen om zijn Internationale Stijl, wars van enige referentie aan de regionale architectuur, te ontwikkelen in een land zonder communisme of nazisme, en helemaal ten dienste van het internationale kapitalisme.

Zo werd hij de vader van de moderne wolkenkrabber uit één blok van staal en glas, gedragen door een intern geraamte. Die gladde bouwwerken waren een nieuwe verschijning. Zoals de beroemde Seagram Building, die volkomen anders was dan alle tot dan gebouwde torens in New York. Hij bouwde hem tussen 1954 en ’58, samen met Philip Johnson. Om het stadsleven wat aan te wakkeren en de monumentaliteit te versterken werd voor het gebouw een plein aangelegd. Door extra aandacht te besteden aan de details stroomlijnde hij zijn architectuur.

Hij was natuurlijk niet de enige bouwer van wolkenkrabbers. Er waren ook Skidmore, Owings & Merrill, C.F. Murphy en vele anderen die deze bouwstijl voortzetten. Tussen 1946 en ’51 bouwde Mies ook de woning van Edith Farnsworth in Plano (Illinois), geconcipieerd als het beroemde Glass House van Philip Johnson, uit 1949, in New Canaan (Connecticut), net zo’n architectuuricoon. In Berlijn kun je nog zijn Neue Nationalgalerie uit 1962 bewonderen, een van zijn laatste grote creaties. Mies werd zo de vader van het grote, strakke kantoorgebouw dat overal ter wereld verscheen. En zo heeft hij onrechtstreeks de skyline van de meeste grote steden naar zijn hand gezet.

‘Mies’ van Detlef Mertins werd uitgegeven door Phaidon en ligt vanaf april in de boekhandel, 120 euro. Info : www.phaidon.com.

DOOR PIET SWIMBERGHE

Mies van der Rohe week pas in 1938 uit naar de States. Al zijn linkse en Joodse vrienden waren al jaren eerder vertrokken

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content