Dankzij haar ‘wrap dress’ groeide Diane von Furstenberg uit tot een gevestigde waarde in de modewereld. In Brussel, Parijs en Los Angeles hadden wij, in meerdere stappen, een gesprek met de vrijgevochten vrouw die in dit modenummer de show steelt.

Ze nestelt zich in een leunstoel, schopt elegant haar schoenen uit en vouwt haar sensationele benen onder zich. Soms spreidt ze haar armen of steekt ze haar duimen op. “Still kicking”, zegt ze, terwijl het licht op haar hoge jukbeenderen danst en ze haar prachtige haardos opschudt. Haar lichaamstaal is fascinerend. Dat geldt ook voor haar stem, waarin soms intonaties à la Jeanne Moreau doorklinken, met aparte woordkeuzes in ietwat old-school, met Engels doorspekt Frans. Diane von Furstenberg is absoluut Amerikaans. Maar ze is ook Belgisch, een prinses, godin van de jacht, aanhanger van selfies, modetycoon. En dat Joodse meisje dat op de allerlaatste dag van 1946, net na de oorlog dus, op de wereld werd gezet door een moeder die Auschwitz, Ravensbrück en Neustadt-Glewe had overleefd.

DE WRAP DRESS

Ze heeft alles te danken aan de wrap dress. Haar succes, haar financiële onafhankelijkheid, haar vrijheid, haar American dream. Al werkte die wikkeljurk, zo bekent ze, af en toe ook wel wat op haar zenuwen. “Zodra de naam von Furstenberg viel, echode altijd wel iemand ‘wrap dress’. Echt, dat ergerde mij, want die jurk is toch lang niet het enige wat ik heb verwezenlijkt ! Maar ditmaal is het anders : de wrap dress bestaat 40 jaar en ik had nooit gedacht dat zo’n onbenullig jurkje zou uitgroeien tot een maatschappelijk fenomeen. Ik heb de jurk gemaakt, dat klopt, maar de wrap dress heeft het ook zelf gemaakt. Uiteindelijk is die jurk erin geslaagd indruk op mij te maken : ik sta er zelfs van versteld dat hij opnieuw in de mode is. Daarom wil ik voor de allereerste keer een groots eerbetoon brengen aan die jurk met A journey of a Dress. ‘Je hebt een zoon, een dochter en een wrap dress. En eigenlijk is de jurk je troetelkindje’, liet mijn dochter Tatiana zich een keer ontvallen. Een joke – althans, dat hoop ik toch.”

“Mijn werk valt uiteen in drie perioden. Ten tijde van de eerste, mijn Ameri-can dream, was ik nog heel jong : amper 22. Wat mij overkwam, was buitengewoon. Het gebeurde te snel, het was te heftig. Nadien heb ik alles verkocht en ik dacht dat het afgelopen was. De tweede periode begon in 1997 : ik stelde toen vast dat jonge vrouwen wikkeljurkjes gingen kopen in vintage boetieks en ik besloot om opnieuw te beginnen. Dit keer niet meer om op eigen benen te kunnen staan, maar om zowel voor mezelf als voor de anderen te bewijzen dat mijn succes geen toevalstreffer was. Vandaag begint de derde periode die ik zelf Legacy heb gedoopt. Ik wil een heuse business achterlaten, ik omring mij met professionals. En ik bruis nog altijd van de energie, dat is geen probleem. Of ik een geduchte zakenvrouw ben ? I wish.

In april 1970 arriveerde Diane in New York in het kielzog van haar prins, Eduard Egon von und zu Fürstenberg. Ze probeerde het als mannequin en kreeg vervolgens een idee, dat uiteindelijk zou uitmonden in de wrap dress. Diana Vreeland, hoofdredactrice van Vogue, ontving haar, luisterde en schreef vervolgens aan Diane : “I think your clothes are absolutely smashing. I think the fabrics, the prints, the cut are all great. This is what we need.” Kortom, het soort brief waar een mens een moord voor zou begaan. Het is bovendien verbluffend om te zien hoe von Furstenberg Vreeland imiteert. Wanneer ze het later in het gesprek over Andy Warhol heeft, kruipt ze trouwens even vlot in zijn huid !

TIJD VOOR EEN FEESTJE

Aan haar veertigjarige wikkeljurk is in de Wilshire May Company Building in Los Angeles een tentoonstelling gewijd. De openingsceremonie moest de ambiance oproepen van de beruchte Studio 54. Ze had me gewaarschuwd : “Het wordt best heftig.” Die avond, op 10 januari 2014, draagt Diane dus een avondjurk, een wrap dress uiteraard, die haar benen onthult wanneer ze, soepel als een kat, een stap opzij zet, voor de fotografen poseert op de rode loper of zich in een van de diepe sofa’s vlijt. De nachtclub, waar de New Yorkse jetset zich in de jaren zeventig uitleefde met seks, drugs en rock-‘n-roll, lijkt wel te herleven. Er is champagne, ik zie Demi Moore in een tuinbroek met lovertjes, Paris Hilton in een Warholiaanse DvF-jurk, Gwyneth Paltrow en Coldplay, Anna Wintour (zonder zonnebril !) en de Belgische consul met zijn echtgenote. Want vóór Diane von Furstenberg de koningin van de revolutionaire wikkeljurk werd, was ze gewoon een kind met zwarte krullen dat liever steile, blonde haren wilde en in Brussel woonde.

Maar dit is een onvervalste Hollywoodparty. Behalve de duizend genodigden weerkaatsen de spiegels in getint glas ook een leger van mannequins met de beeltenis van Diane : tweehonderd paspoppen, uiteraard allemaal in een wrap dress, al dan niet uit de archieven van het huis. De jurken vertellen over vier decennia sociologische evolutie, over mode, over de favoriete prints van de ontwerpster, over vrijheid en over de American dream. Zes van haar iconische prints, voor de gelegenheid in XXL-versie, doen van vloer tot plafond dienst als behang. Diane waagt zich niet op de dansvloer, dat is haar ding niet, maar begroet al haar gasten. Voor het overige is ze gewoon present, intens, krachtig en verleidelijk. Daags nadien, in de tuin waar we op uitnodiging van haar zoon Alexandre barbecueën, in de heuvels van Beverly Hills, lacht ze : “Dat meisje uit België heeft het toch maar ver geschopt.”

BELGIË

Daar groeide ze op, in de buurt van de Brusselse Zavel. Toen ze dertien was, ruilde ze dit land met zijn grijze hemel in voor Zwitserland met zijn kostscholen. Geen spoor van nostalgie, daar heeft ze een hekel aan, maar wel een paar herinneringen : “België, dat is voor mij het Lycée Dachsbeck, waar ik naar school ging, de Zavel en het Terkamerenbos. Da’s speculaas, Sinterklaas, Kuifje. Da’s echt mijn kindertijd. Ik houd veel van de Belgen en van hun – hoe zal ik het zeggen – nuchtere kijk op het leven.”

Wat ze wilde doen als ze groot was, dat wist ze niet. Maar ze heeft altijd geweten wat voor vrouw ze wilde zijn : “Een vrije en onafhankelijke vrouw, die zelf beslist waar ze heen gaat. Ik ben nog altijd datzelfde kleine meisje met krullen. Een meisje met veel energie en ambities dat ervan droomde om de vrouw te worden die ik nu ben. Vandaag ben ik 67 jaar. De spiegel vertelt mij dat ik veranderd ben en toch ben ik nog altijd dezelfde. Ik kon het al heel vroeg prima vinden met mezelf en daar ben ik blij om. Want de belangrijkste relatie is de relatie die je hebt met jezelf. Alleen als die goed zit, kun je de kleine vernederingen uit je kindertijd omzetten in iets positiefs. Dat leer je niet op school. Maar als iemand het je meegeeft, bestaat de kans dat het je bijblijft, daarom zeg ik het voortdurend tegen mijn kinderen en kleinkinderen. Het is het mooiste geschenk dat ik mezelf ooit gegeven heb, misschien omdat ik tot mijn zesde enig kind was. Ik vertel het allemaal in het boek dat ik momenteel aan het schrijven ben en dat in november van dit jaar zal verschijnen. Door die tentoonstelling in Los Angeles en door dat boek heb ik behoorlijk in mijn verleden gewroet. Ik leek wel in therapie.”

NOOIT BANG

Haar moeder, Lily Nahmias, werd geboren in Salonika, Griekenland en arriveerde als driejarig meisje in België. Als volwassen vrouw overleefde ze de concentratiekampen. “Zij heeft mij geleerd nooit bang te zijn, ze stond me gewoonweg niet toe om bang te zijn. Ze maakte mij onafhankelijk. Ik herinner me dat het Lycée Dachsbeck in 1952 zijn 75-jarige bestaan vierde en dat ik de kaarsjes op de verjaardagstaart mocht uitblazen. Die foto haalde zelfs de voorpagina van Le Soir. Jarenlang heb ik me afgevraagd waarom men net mij had gekozen. Vandaag besef ik dat mevrouw Gillet, de directrice, mijn moeder nog als leerlinge had gehad. Het was voordien nooit bij mij opgekomen, maar misschien mocht ik die kaarsjes wel uitblazen omdat zij wist dat mijn moeder tijdens de oorlog gevangen had gezeten in de kampen.”

Haar vader, Leon Halfin, werd geboren in Kisjinev, Moldavië (het vroegere Bessarabië) en kwam als zeventienjarige jongen naar België, om hier aan de universiteit te studeren. “Bij hem was alles exuberant en overvloedig. Hij had een enorme levenshonger.” Het lijdt geen twijfel dat die honger in de genen zit.

NOMADENBESTAAN

Boven de bedden in haar slaapkamers hangen steevast voiles, draperieën, baldakijnen, soms zelfs een joert. Een echo naar het nomadenbestaan dat ze leidt en dat haar op het lijf geschreven is. “Ik vertrek graag, ook al voel ik me heel goed in mijn huis in Cloudwalk, Connecticut. Maar omdat ik dol ben op ontdekkingen, leef ik uit een hele kleine koffer. Wie zijn koffer kan maken, kan leven. Ik zie het leven echt als een reis.”

“Mijn grootste troef ? Impulsiviteit. En dat is meteen ook mijn grootste gebrek. Ik ga té snel, maar bon, het is nu eenmaal niet anders.”

“Ik neem voortdurend foto’s, dat hoort bij mij. Vroeger schreef ik in een dagboek, met een vulpen, maar dat doe ik nu niet meer zo vaak. Ik probeer het wel, maar het is hetzelfde niet meer : wanneer je jong bent, schrijf je omdat je het gevoel hebt dat de anderen je niet begrijpen.” Ondanks dat dagboek heeft Diane von Furstenberg altijd ongegeneerd over haar privéleven gepraat : ja, ze heeft het bed gedeeld met Richard Gere en andere sterren, nee, na een feestje in Studio 54 ging ze niet altijd alleen naar huis en ja, ze doet waar ze zin in heeft en ze droomt in het Engels of in het Frans, maar niet lukraak, “dat hangt ervan af met wie ik droom”. “Ik heb geen geheimen, ik heb er geen probleem mee om open kaart te spelen. En om niemand te kort te doen, liep bij mij altijd alles door elkaar : mijn familie, mijn vrienden, mijn werk.”

ANDY WARHOL

We kennen de zeefdrukportretten die Andy Warhol van Diane von Furstenberg maakte : twee polaroids en twee doeken Red en Brown, allebei uit 1974, waarop Diane poseert met het hoofd tegen de bovenarm. Later, in 1984, maakt de popartkoning de reeks Blue tot White, vijf close-ups van het gelaat van de wikkeljurkkoningin. Hij was in de ban van Diane en zij zegt over hem : “Andy was geen prater, hij was heel stil. Hij deed niks, maar keek, fotografeerde, registreerde. Lang vóór alle anderen had hij alles al door. Stel je voor, Warhol met internet en Instagram, dat zou nogal vonken hebben gegeven. Voor de eerste polaroid zochten we een witte muur, ik had er geen in mijn flat, tenzij in de keuken. Het was een zeer kleine muur, vandaar dat ik mijn arm zo legde. Het heeft een jaar geduurd eer ik naar het portret durfde te gaan kijken, zo overtuigd was ik dat het vreselijk lelijk zou zijn. De volgende reeks vond ik maar niets. Weet je, over foto’s van jezelf ben je nooit tevreden. Je moet tien jaar wachten en dan vind je ze prachtig.”

Wat ze zich herinnert over Studio 54, de discotheek in West 54th Street, Manhattan die van 1977 tot ’79 ontzettend populair was bij het glamoureuze jonge volkje van New York ? Neen, dansen deed Diane er niet, of toch maar heel af en toe. “Wat ik wel graag deed ? Op de versiertoer gaan, het leven van een man leiden in het lichaam van een vrouw. Het moet gezegd dat de jaren zeventig fantastisch waren : de pil was er al, aids nog niet. Ik had het geluk om in die periode jong te zijn.”

ENGAGEMENT EN VÉÉL GELD

In 2012 kroonde het magazine Forbes Diane von Furstenberg tot “most powerful woman in fashion” : in veertig jaar tijd verkocht ze niet alleen miljoenen wikkeljurken, sinds 2006 is ze ook voorzitster van de Council of Fashion Designers of America, ze steunt het werk van jonge designers en geeft grif toe dat ze graag voor ‘koppelaarster’ speelt : “Als je het geluk hebt dat je een of ander succes hebt geboekt, is het formidabel om die ervaring en dat succes te benutten om anderen te helpen. Elke ochtend is mijn eerste e-mail er eentje waar ik zelf geen baat bij heb, maar waarmee ik mensen met elkaar in contact breng en zo soms hun leven kan veranderen. Idem in de Council of Fashion Designers of America : men heeft mij gevraagd om bij de Council te komen en dat deed mij plezier, omdat ik mij een beetje een outsider voelde. Nadien heeft men mij in een comité gezet om een voorzitter aan te duiden en uiteindelijk ben ik zelf voorzitster geworden.”

Een ander stokpaardje van Diane is de New Yorkse High Line. Van Gansevoort Street tot West 34th Street, tussen 10th Avenue en 11th Avenue, Manhattan. Een verhoogde metrolijn, in onbruik geraakt en tot afbraak gedoemd. Een strijdvaardig buurtcomité speelde met het idee om er een stadspark van te maken. Ze sprong op de kar en pompte geld in het project. Véél geld : de Diller-von Furstenberg Family foundation doneerde liefst 35 miljoen dollar. Vandaag is het een groene long in The Big Apple, aan de voet van de DvF-kantoren. Het park, een ontwerp van de Nederlandse tuinarchitect Piet Oudolf, werd in 2009 ingehuldigd. “Ik ben de peetmoeder van de High Line, ik zie het park vanuit mijn raam en ik ben er erg trots op. Ik kan nog altijd moeilijk geloven dat het gelukt is. Ik kijk er dus naar met verrukking en met een beetje ongeloof.” (zie ook ‘Mijn New York’ op p. 88)

Als wereldburger voelt Diane zich thuis in Parijs, in New York en in Los Angeles, maar vooral in Cloudwalk, Connecticut, in een ruim 150 jaar oude boerderij. En daar wil ze ook voor de eeuwigheid rusten.

DOOR ANNE-FRANÇOISE MOYSON

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content