Emma (22) en Jacob (20) wonen in Antwerpen. Drie maanden waren ze een koppel toen Emma zwanger raakte. Zij studeert nog, hij gaat met tegenzin werken voor de welkome maar ongeplande baby.

Het is muziek die Emma en mij heeft samengebracht. Ik was gitarist in een groepje en via gemeenschappelijke vrienden kwam Emma kijken naar een optreden. We raakten aan de praat en nadien spraken we geregeld af. Verliefd als ik was, verzon ik allerlei redenen om bij haar langs te gaan op kot. Op een dag had ik ‘dringend’ een effectpedaal nodig voor mijn gitaar, dus ‘moest’ ik wel in Antwerpen zijn. Ik kende daar mijn weg niet, dus vroeg ik Emma mij te vergezellen. Het zal je niet verbazen : in de muziekwinkel zijn we die dag nooit geraakt. Nachten aan een stuk babbelden we honderduit. Dat Emma eigenlijk in haar blokperiode zat, kon ons gestolen worden. Het duurde nog een tijdje voor we officieel een koppel werden. Ook met seks hebben we bewust gewacht. Omdat Emma de pil niet neemt, kon ze zwanger geraken. Toen ze na drie maanden relatie ook effectief een paar dagen over tijd ging, kochten we ongeduldig een zwangerschapstest. In de badkamer van Emma’s kot ontdekten we het samen : er kwam een kindje ! Mijn moeder was enthousiast, Emma’s ma had het er in het begin moeilijk mee. Mijn grootvader reageerde nogal bekrompen, hoewel het in ‘zijn tijd’ normaal was om op jonge leeftijd kinderen te baren. Als vrienden me erover aanspreken zeg ik: het was geen ongewenste zwangerschap, maar een ongeplande.

Was ons kindje er niet geweest, dan zat ik nu in Engeland en Emma in Parijs met een Erasmusbeurs. Die plannen moesten we opbergen om snel een huisje te zoeken en ons op de baby voor te bereiden. Er veranderde erg veel op korte tijd. Vroeger was ik een fervent sporter en muzikant, maar daar is nu niet veel tijd meer voor. Een onverwachte factor heeft onze toekomst plots in de war gestuurd, en dat vind ik boeiend. Begrijp me niet verkeerd : de baby is er niet gekomen omdat we een nieuwe schwung in ons leven wilden. Het is het lot dat onze levensweg bepaalt. Volgend jaar wil ik opnieuw studeren. In tussentijd werk ik in een supermarkt omdat we het geld hard nodig hebben. Het is een klotejob, ik hou het daar nauwelijks uit. Maar de rekeningen raken betaald. Sparen zit er voorlopig niet echt in. Toch voel ik me de rijkste man op aarde, want ik heb een zoontje ! Nu lijkt het evident, maar anderhalf jaar geleden had ik nooit geloofd dat ik nu vader zou zijn.

Met Emma heb ik het echt getroffen. Wij delen fundamentele waarden, dat is belangrijk. Ook over onze toekomst ben ik hoopvol. In mijn dromen maak ik grootse plannen, ook al weet ik dat ze anders zullen uitdraaien. Nu is de verliefdheid wel over, maar er kwam liefde in de plaats. Onze liefde heeft voor mij eeuwigheidswaarde. Als ik aan een relatie begin, geloof ik dat het voor de rest van mijn leven is. Aan courage om aan de relatie te werken ontbreekt het me niet, het kan altijd beter. Ik vind dat koppels het tegenwoordig te snel opgeven.

Nochtans ben ik van nature nogal neerslachtig, al heeft dat nu ook te maken met mijn deprimerende job. ‘Een optimist is een slecht geïnformeerde pessimist’, denk ik de laatste tijd. Soms word ik bitsig van het beklemmende gevoel dat ik dreig te verzuipen in de dagelijkse sleur. Dan slaat de twijfel wel eens toe, en zelfs hard. Maar ik denk nooit : ‘Zou ik niet beter alleen af zijn ?’ Ik ben ervan overtuigd : Emma en ik blijven samen. En de baby zorgt voor een stuk zekerheid. Of ik een goede vader ben ? Ik denk van wel. Een jaar geleden had ik geen baby kunnen opvoeden, maar nu ben ik er klaar voor. Hoewel. Misschien zeg ik over dertig jaar dat ik op mijn twintigste nog een snotneus was zonder benul van kinderen. So be it. Voorlopig zie ik het allemaal zitten, en vooral : het beste moet nog komen.

De eerste keer dat ik Jacob zag, leek het alsof ik hem al jaren kende. We voelden ons meteen soulmates toen bleek dat we vaak dezelfde mening hadden. Hij was ook een fan van de macrobiotische keuken en de alternatieve geneeskunde. Zelfs over de pil waren we het roerend eens : hormonen slikken om de natuur stokken in de wielen te steken, is not done. Seks hield dus een risico in, daar waren we ons van bewust. Maar op het moment zelf heb ik niet beseft dat we een kind aan het verwekken waren. Maar hadden we écht geen kinderen gewild, dan hadden we dat risico niet genomen. We hebben ons lot aan de natuur toevertrouwd. Toch was ik even in shock toen de predictor toonde dat ik zwanger was. ‘Hoe is dat nu toch mogelijk met alle voorbehoedsmiddelen die er bestaan’, reageerde een aantal volwassenen op mijn ongeplande zwangerschap. Het is inderdaad onbezonnen om onveilig te vrijen. En ja, een kind opvoeden is niet evident, maar ik heb er nog geen moment spijt van gehad. Al ben ik niet van plan om onmiddellijk aan een tweede te beginnen. Dat zou niet leefbaar zijn. Ik ben veel realistischer geworden na mijn eerste zwangerschap. Maar ik wil zeker nog kindjes. Liefst twee, drie is ook goed.

Noem me gerust een fatalist : Jacob en ik waren voorbestemd om elkaar te ontmoeten en samen een baby te hebben. Alles wat me overkomt op mijn levenspad heeft zin. Ook ellende of pijn. Ach, best mogelijk dat mijn visie niet klopt, maar het feit dat ik erin geloof, is voor mij voldoende. Want door je kijk op het leven te veranderen, kan je je leven veranderen. Die gedachte biedt troost als het weer eens wat minder goed gaat. Ruzie is bij ons een communicatieprobleem : Jacob en ik willen tegelijk ons hart luchten, maar we luisteren niet naar elkaars verhaal. Als het te erg wordt, trek ik weg, naar een vriendin, om te kalmeren. Haar luisterend oor doet wonderen. Het gekke is dat Jacob dat ook doet, maar dan naar zijn broer. Die werd ook vader op jonge leeftijd, dus dat schept een band. De laatste tijd huil ik vaak omdat Jacob chagrijniger wordt door zijn afstompende job. Het maakt hem en onze relatie kapot. Ik hoop echt dat hij snel iets vindt waar hij wel voldoening uit haalt. Jacob is niet evenwichtig : zijn humeur schommelt tussen uiterst vrolijk en extreem verbitterd. Ik ben twee jaar ouder dan hij en heel wat stabieler. Hij is het bewijs dat je geen hogere studies moet gedaan hebben om verstandig te zijn. Maar tegelijk zal hij altijd wel een beetje een klein kind blijven. Voor mijn part moet hij niet veranderen, hij mag alleen niet te negatief naar het leven kijken.

Sinds de baby kijk ik anders naar de toekomst. Ik blik niet meer vooruit, omdat ik besef dat alles van de ene dag op de andere compleet kan veranderen. Ik kan me daar veel beter bij neerleggen dan Jacob. Onze plannen vallen weg, maar als moeder heb ik niet het gevoel dat ik iets mis. Er kwam iets heel waardevols in de plaats. Toch tracht ik moederschap met studies te combineren. Best lastig, want ik kan me nauwelijks concentreren op mijn boeken en word om de haverklap gestoord. Maar ik kom er wel, en dat diploma zal ik halen, koste wat het kost. Al was het maar om op het einde van de rit met een vuist in de lucht te kunnen zeggen : ‘Zie je wel dat het te combineren valt !’

Met wat geluk gaat Jacob volgend jaar ook weer studeren. Zelfontplooiing maakt hem gelukkig, en onze baby staat dat nu een beetje in de weg. Later zoek ik me zeker ook een job. Allebei halftijds werken lijkt ideaal. Zo hebben we allebei evenveel tijd om bij de kinderen te zijn en onszelf te ontplooien. Momenteel is er niet veel qualitytime over voor ons tweetjes. Dat weegt op de relatie, ik voel het. We hebben het financieel en emotioneel lastig, maar moeilijk gaat ook. We zegden al vaak tegen elkaar : zonder ons zoontje waren we nu misschien niet meer samen. Misschien wordt onze relatie ooit wel onleefbaar, of sterft ons kindje plots. Als dat gebeurt, dan is dat het lot. Dat is een vorm van troost. Maar ik blijf erin geloven. Ik wil ervoor gaan, want ware liefde kan je creëren.

Door Thijs Demeulemeester – Illustratie Sanny Winters

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content