Mensen met meer werk dan tijd wegen voor ons hun uren. Nee, ze zouden zich niet gelukkiger voelen met meer vrije tijd.

We hebben allemaal 24 uur per dag of 168 uur per week om mee te doen wat we willen. Sommigen slagen erin die tijd beter te besteden dan anderen. Een simpele zoekopdracht op internet, op timemanagement, levert 1100 resultaten voor het tijdsbeheer op het werk, tijdens de studie en in het huishouden. Meteen zitten we bij de kern van het probleem: welke site pik je eruit? Welk boek ga je bestellen? Want genoeg tijd om al die nuttige informatie door te nemen, heeft geen mens.

Allemaal hebben we het gevoel tijd tekort te komen om alles te doen wat we zouden willen, moeten of kunnen doen. Hoe meer we erover nadenken, hoe meer frustraties, stress, vermoeidheid, depressies en andere onvoldane gevoelens ons bekruipen.

Voor velen roept de term timemanagement valse hoop op, de tijd laat zich immers niet controleren, we kunnen alleen onszelf controleren. Dagelijks worden we geconfronteerd met een overvloed aan informatie, uitdagingen, persoonlijke verlangens en professionele verplichtingen. Via de media en onze directe omgeving is er een continue stroom van prikkels: evenementen, infoavonden, doedagen, werkaanbiedingen, reisbestemmingen, restaurants, films, boeken, nieuwsberichten, programma’s, sport en ontspanning. Helaas kunnen we maar een fractie ervan meepikken. Er is bijvoorbeeld een immens contrast tussen de duizenden websites met reisaanbiedingen en het aantal keren dat iemand effectief op reis kan gaan per jaar. Het komt er dus op aan prioriteiten te stellen en de juiste keuzen te maken. Om stress te vermijden. Om onze persoonlijke en professionele doelen te bereiken. Om een gevoel van persoonlijke en sociale harmonie te vinden.

Welkom bij het menselijk ras! Als je 72 jaar wordt, zul je 3 tot 4 jaar doorgebracht hebben met telefoneren, het beantwoorden van boodschappen op je antwoordapparaten en mails, 20 jaar met slapen, 2 jaar in de auto, 13 jaar met werken, 9 tot 10 jaar televisiekijken, 7 jaar in badkamers, 6 jaar al etende, 5 jaar in wachtende rijen, 4 tot 5 jaar in lesomgevingen, 1 jaar met het zoeken naar verloren voorwerpen en 6 maanden wachtende voor rode lichten en op liften!

Wil je meer tijd overhouden? Dan moet je knippen in je huidige dagindeling. Of de activiteiten efficiënter organiseren. Je kunt beginnen met een halfuur vroeger op te staan. Dat scheelt liefst 175 uur per jaar. Een dertiende maand!

Ook minder werken is een optie, of anders gaan werken zodat er minder stress ontstaat. En natuurlijk: minder lummelen, minder wegzakken voor de televisie. Dan liever wat meer tijd besteden in de keuken of de werkkamer. Wacht niet op de perfecte omstandigheden om iets te doen, doe het, en het liefst vandaag nog.

“Stel alleen datgene uit tot morgen waarvan je het niet erg zou vinden dat je er nooit toe gekomen bent wanneer je sterft”, zei Pablo Picasso ooit. Of zoals op een bord van een tuincentrum stond: “Het beste moment om een boom te planten was 25 jaar geleden, het tweede beste is vandaag.”

Kent u ze? De constant klagende mensen die nooit tijd hebben. Het voorbijsnellende konijn met zijn zakhorloge uit Lewis Carrolls Alice in Wonderland. Of Zoef, de zichzelf voorbijhollende haas uit de Fabeltjeskrant. En tuttuttutá Truus, de eeuwig bezig zijnde mier. Irriterende karakters die alleen aandacht hebben voor hun eigen besognes, maar nooit rond komen. Haast geeft sinds de jaren tachtig sociale status, als erfenis van het yuppiedom. Wie voor 17 uur het kantoor verliet om de kinderen op te pikken of boodschappen te doen, werd niet voor vol aangezien. Wie tijdens de vakantie of het weekend werd opgebeld door het kantoor, voelde zich onmisbaar, was een rijzende ster. Maar de laatste jaren en met de snelle doorbraak van draagbare telefoons en internet beginnen mensen in te zien dat auto’s, telefoons en laptops van de firma een vergiftigd geschenk kunnen zijn, als dat ook een totale beschikbaarheid inhoudt. Waar blijven we bovendien de inhoud halen bij al dat informeren en communiceren. “In de postmoderne pendelmaatschappij is de publieke ruimte volledig bezet door transportmechanismen – van mensen, goederen en informatie. Alles en iedereen is almaar onderweg naar elders, en onderweg is er niets dat de passanten bindt”, schrijft Marianne van den Boomen in Leven op het Net – De Sociale betekenis van virtuele gemeenschappen.

J osiane Morel is educatief project-developmentmanager voor Europa bij Apple Computer. Ze mailt me de boodschap dat ik haar vanaf halfvier kan bellen, dan zal ze op de TGV van Parijs naar Brussel zitten en tijd hebben voor een babbel. Als ik haar bel, staat ze nog op het perron van Gare du Nord. “Dit is nog beter,” zegt ze, “zo kan de verbinding niet uitvallen.”

Josiane Morel is een van de weinige vrouwen met een topfunctie die je zelden hoort zeggen dat ze tijd tekortkomen. “Ik probeer dat op te lossen door prioriteiten te stellen. Ik laat het management weten: ik kan dit en dat doen, wie neemt de rest?

Je moet zelf de limieten aangeven. Het voordeel is dat je bij Apple verondersteld wordt zeer onafhankelijk te werken. Dat is niet altijd makkelijk. Sommigen houden dat geen twee maanden vol. Mij ligt dat wel. Het gaat om een echte keuze: hoeveel tijd wil je besteden aan werken en hoeveel aan je gezin. Ik kan me niet aan regelmatige uren houden, mijn job verwacht een grote flexibiliteit. Mijn kinderen studeren allebei aan de universiteit en die zijn na al die jaren gewoon geraakt aan zelfstandigheid. Het hele gezin moet zich aanpassen, anders lukt het nooit om een succesvolle carrière uit te bouwen. Bij vrouwen ligt dat niet anders dan bij mannen. Maar in je job kun je niet alles doen, dus moet je af en toe iets terugschuiven. Je moet de zelfdiscipline opbrengen om niet alles zélf te willen doen. En altijd je vakantiedagen opnemen, hoe ook. Ik werk liever een periode goed door, om daarna een zee van vrije tijd te hebben, dan elke dag te stoppen om 5 uur, dat klopt niet met wat ik doe.”

Op de vraag wat ze zou kiezen: meer vakantiedagen of meer verdienen, heeft ze niet meteen een antwoord: “Op dit moment, met twee studenten in huis, zou ik zeggen: I go for the money. Omdat ik toch al mijn eigen tijd indeel. Omdat ik de dingen kan afwerken in mijn tempo. Je kunt altijd meer tijd verlangen, maar ik heb die behoefte niet.”

De werkdruk is hoog. Maar de ontspanningsdruk ook. Want op de uren dat er niet gewerkt wordt, moet het allemaal gebeuren: relaxen, sport, liefde, seks, kinderen, spelen, lezen, vakanties, eten, tuinieren, huishouden. Nietsdoen kan niet meer. En ondanks de enorme toevloed van informatie- en communicatietechnologieën en veel snellere transportmiddelen, blijft de tijdsdruk thuis en op het werk toenemen. We bewegen sneller en in veel meer richtingen dan de vorige generaties. Ons bewustzijn en onze beleving van de dingen zijn daardoor ook veel gefragmenteerder. Even gefragmenteerd als het overvolle en uiterst interactieve computerscherm voor ons. We hebben geen leven meer, we leven in verschillende realiteiten. Of in fasen.

Telkens weer opnieuw kunnen beginnen, dat hangt niet langer samen met een leeftijd of met een partner of met de leeftijd van je kinderen, dat heeft volgens de marketeers alleen te maken met een bepaalde klik in je hoofd. Faith Popcorn schreef er zelfs een boek over: Clicking. We klikken en de realiteit verandert. We schrijven geen brieven meer die wekenlang onderweg zijn, we sturen dagelijks berichten van één of twee regels naar alle uithoeken van de wereld. Het aantal conversaties neemt toe, de tijd van de gesprekken is verkort.

De dilemma’s zijn bekend. In Faster – The acceleration of just about everything beschrijft James Gleick, de auteur van Chaos, hoe tijd de belangrijkste verworvenheid is van de moderne mens. “Sociologen stellen dat toenemende weelde en toenemende opleiding een zekere spanning rond tijd meebrengen”, schrijft hij. “We geloven dat we te weinig tijd hebben. Dat is de mythe. De werkelijkheid is dat we overspoeld worden door dingen, door informatie, door nieuws, door het oude puin en nieuwe speelgoed van onze complexe samenleving. Hoe meer dingen, hoe sneller het allemaal gaat.”

W erner Pans is schilder, maar bouwt ook websites. Hij woont met Marion Delforge en hun twee kinderen in Mesnil l’Eglise, een heel klein dorp ten zuiden van Namen.

Als ik hem bel, heeft hij net chocoladepudding gemaakt voor zijn jongens die van school komen. “Mijn werk en de rest van mijn leven lopen dooreen”, zegt hij. “Inhoudelijk is het wel gescheiden natuurlijk. Ik organiseer mijn eigen tijd en heb misschien veel bandbreedte, maar ook genoeg te doen om die op te vullen. In de loop van de jaren ben ik erin geslaagd om veel tijd vrij te maken voor mezelf. Tussen de 4 en 12 uur per dag zijn voor mij, daar zit mijn werk in. Van de andere 12 slaap ik er 6 of 7, de rest gaat op in huishoudelijk werk of iets anders. Dat is niet zo strikt als het klinkt, het loopt door elkaar. Geregeld werk ik wel eens voor een tijd in een bedrijf, en dan heb ik vanaf de eerste dag het gevoel dat ik uren tekortkom om te doen wat er verwacht wordt. Als zelfstandige kun je je dagen veel beter verdelen, het werk moet dan niet binnen vaste uren verlopen. Je geeft af en toe eens gas, maar dat heeft niets te maken met tijd willen inhalen, dat is gewoon wat sneller werken. Het is geen kwestie van tijd maken, maar van tijd vullen.

Ik weet precies wat ik volgende week wil doen, ik focus op twee of drie projecten en dat is het. Als ik daarmee niet rond kom, zeg ik iets anders af, ook al is dat een etentje met vrienden. Ik word zeer ongelukkig als ik mijn tijd moet aanpassen aan anderen. De schooluren van mijn zoontjes bijvoorbeeld, die liggen me niet. Ik sta het liefst op tussen 9 en 10 uur ’s morgens en nu moet ik eruit om 7 uur. Ik heb geen gsm, draag geen horloge. Als je echt carrière wilt maken, dan moet je drie horloges hebben die niet mogen stilvallen.

Meer geld of meer tijd? Meer tijd heb ik niet nodig, die heb ik genoeg. Maar mijn tijd zou iets beter betaald mogen worden, dat wel. Ha! Wacht eens… er staan hier zeven kleine chevaliers voor de deur die willen komen spelen en eentje wil blijven slapen. Non, pas aujourd’hui, un autre jour, oké? Leren ‘nee’ te zeggen, vind ik cruciaal. Want als je je echt kunt concentreren op iets wat je graag doet en weet dat je het goed doet, dan kun je luidkeels met de jonge Stones meezingen Time is on my side. Dan heb je de indruk dat je tijd ‘wint’ of ‘goed gebruikt’. Na dat soort momenten kun je weer iets minder boeiends aan.”

Meestal nemen we te veel hooi op onze vork. Daardoor krijgen we half afgewerkte dingen en missen we het gevoel van voldoening. Kortom: stress. Als zowat 80 procent van je werkblad of je bureau niet zichtbaar is, heb je waarschijnlijk ook nog last van deskstress. Vervelende kwesties worden snel uitgesteld, maar ze worden er niet minder vervelend op. Stress en vermoeidheid worden trouwens niet altijd veroorzaakt door wat je gedaan hebt, veeleer door de gedachte aan wat je niet gedaan hebt.

Een nefaste manier om de dingen aan te pakken en de stress in en om je lijf op te bouwen, is wat in het Engels procrastinating heet: de dingen uitstellen tot ze onvermijdelijk worden. The Deadline High is een ander fenomeen: zo dicht mogelijk tegen een deadline werken en die toch halen. Dat wordt geassocieerd met sterke adrenalinestoten. Het wordt snel een gewoonte om jobs uit te stellen tot de adrenaline stroomt, maar het creëert ook telkens meer stress omdat andere dingen plaats moeten maken, omdat ook sommige karweien te lang aanslepen en niet meer goed komen.

Tijdrovende factor nummer één blijft communicatie. “Communicatie is het credo. Communicatie moet”, schrijft Marianne van den Boomen. “Als massacommunicatie voor grote groepen of in de vorm van individuele contacten tussen personen. Of iets daartussenin. Iets daartussenin – vooral daarvan moeten we het hebben. De verschillende locaties waar zich de knooppunten van onze sociale netwerken bevinden, moeten wij niet alleen overbruggen met auto’s, treinen en bussen, maar ook met kranten, tv, telefoon en e-mail. Niet alleen transport, maar ook communicatie is van levensbelang geworden om de sociale eindjes aan elkaar te knopen.”

Technologie creëert op grote schaal keuzemogelijkheden. Maar als we inhoudelijk niet willen vervlakken, moeten we alles uit onze persoonlijke dynamiek halen, en dat is het moeilijke. In die zin is onze maatschappij veeleisender dan twintig of honderd jaar geleden. Volgens cyberoloog Michel Bauwens is mechanisatie een afgeleide van menselijke spierkracht, alles wat met computing te maken heeft, is dan weer een veruitwendiging van de geestelijke capaciteiten. Maar technologie plaatst de capaciteiten vooral buiten de mens, wat de innerlijke capaciteiten van het individu verzwakt. Internet creëert een collectieve mens die almaar sterker wordt en overal aanwezig is. Het individu, de innerlijke mens blijft achter.

Johan Janssen is klinisch psycholoog en begon vorig jaar parttime te werken om meer ruimte vrij te maken voor zijn eigen praktijk en voor zijn gezin. “Overdag is het nu rustiger, maar ik ben gedwongen om ’s avonds door te werken, omdat de mensen vaak alleen na hun dagtaak kunnen komen. De tijdwinst is dus miniem. Deze regeling vermindert wel de stress en dat is het belangrijkste. Ik zou wel meer tijd willen besteden aan het bijlezen over mijn vakgebied, of om vrienden te zien of eens te gaan stappen in de stad. Dat mis ik wel. ’s Avonds na de consults ben ik te moe om me nog in vakliteratuur te verdiepen, maar ook te helder om meteen te gaan slapen, dus blijf je toch nog een uurtje op en dat brengt je bioritme wel eens uit de haak.

Ik breng nu meer tijd door met de kinderen, maar de kwaliteit van die contacten kan beter. Als ik ze ga oppikken aan school zit er al een dagtaak op en ben ik mij mentaal aan het voorbereiden op mijn avondwerk.

Meer tijd of meer geld? Een klassiek antwoord is allebei, zeker? Ik weet niet of ik mijn tijd anders zou indelen als ik meer geld had, maar het zou een gedeelte van de financiële stress weghalen. Ik ben niet zo voor die absolute onthaasting. Ik vind het gevaarlijk om te beweren dat minder haast je levenskwaliteit ten goede komt. Ik denk dat er net zo goed kwaliteit kan zitten in de passie waarmee je je werk aanpakt. Vroeger werd er een ware cultus ontwikkeld rond vrije tijd. Nu die er is, zitten we allemaal tv te kijken. Of gaan we vaker met vakantie. Maar is de kwaliteit van het leven erop vooruitgegaan? Niet noodzakelijk.

Te veel mogelijkheden? Ik denk dat het veeleer te maken heeft met de drang van veel mensen om in te dommelen. Er worden natuurlijk zeer veel slaapverwekkende dingen aangeboden. Nadien hoor je dan ‘Ik heb te weinig tijd’. Maar ik merk het zelf ook: in plaats van vakliteratuur door te nemen, is het veel verleidelijker om naar het journaal te kijken, ook al heb ik die dag al drie keer het nieuws op de radio gehoord.

De tijd indelen, ach het is een kwestie van discipline, en wilskracht, en gepassioneerd bezig blijven, je af en toe eens pijn doen ook, en vooral zien dat je ervan geniet.”

Marleen Wynants / Illustratie Pieter Van Eenoge

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content