Lene Kemps
Lene Kemps Lene Kemps is de hoofdredactrice van Knack Weekend.

Ze hangen wel eens

naast elkaar in de winkel,

delen de liefde voor stoffen

en een oog voor details,

en worstelen zich welgezind

door moeilijke tijden.

Mieke Cosyn

en Nathalie Vincent

sleutelen aan

hun eigen silhouet

en veroveren

een plaats in de modewereld.

TRUI MOERKERKE

LENE KEMPS

Als hun verhalen minder luid en overrompelend klinken, is dat de schuld van de omstandigheden. Ze hebben het niet gemakkelijk, die tweede generatie. Na de uitbundige avant-garde van de Antwerpse ontwerpersgolf kwam het zwarte gat van de realiteit. PotentiĆ«le opvolgers keken aan tegen een ekonomische krisis en de komst van ketens met miniprijzen. Vier jaar geleden stapte Mieke Cosyn in de ring, met voor zomer ’91 een eerste echte kollektie. Nathalie Vincent waagde de stap drie jaar geleden. Mieke heeft nu een vijftiental verkooppunten in BelgiĆ« en een stevige reputatie in het buitenland. Nathalie ligt in een vijftiental zaken in BelgiĆ« waaronder prestigieuze winkels als Jeurissen en heeft verkooppunten van Hongkong tot Londen.

Toch vallen in hun verhalen lange stiltes, diepe zuchten en grote twijfels. De ekonomische werkelijkheid is er en dwingt hen tot behoedzaamheid. We zouden hen onrecht aandoen als we hen als cynisch of bang zouden bestempelen. Hun visie op de markt is realistisch en scherp, maar doet geen afbreuk aan hun inzet en entoesiasme, integendeel. “Moeilijke tijden dwingen je tot nadenken, ” zegt Nathalie Vincent. “Je moet weten wat je wil en welke richting je uitgaat. Je moet de zaken professioneel aanpakken, met een goede struktuur en stevige prijsbepaling. De enige uitweg uit de krisis is volgens mij om erg persoonlijk en kreatief te werken. “

Mieke Cosyn omschrijft het als een versneld leerproces. “Je moet keuzes maken. Ik had op een bepaald moment echt het gevoel dat ik twee richtingen uitkon : louter commercieel werken of het meer persoonlijk aanpakken. Ik heb voor het laatste gekozen. “

Mieke Cosyn : “Ik ben een ateliermens”

“Na mijn studies een opleiding schilderen en grafiek wilde ik niet in de kunstrichting verdergaan, ” vertelt Mieke. “Met grafiek kan je in de reklamewereld terecht, maar ik had geen zin om achter een bureau te zitten. Schilderen is dan weer zeer persoonlijk. Niet meteen te verzoenen met je brood verdienen. Ik moest dus iets anders doen. In Brugge, m’n geboortestad, ben ik 14 jaar geleden een tweedehandswinkel in kleren begonnen. “

Kleren transformeren, zelf maken, dat had ze trouwens altijd al voor zichzelf gedaan. “De techniek leerde ik spelenderwijs. Ik besefte dat ik wilde ontwerpen. ” Brugge was echter geen geschikte uitvalsbasis. “Om als stiliste te beginnen, moet je naar een grote stad. Ik verhuisde naar Brussel. “

In Brussel werkte Mieke Cosyn eerst bij Stijl en opende dan in dezelfde buurt een boetiek, Pageville, waar ze naast merken als Soap Studio, ook eigen kreaties verkocht. “De Dansaertstraat en omgeving waren in volle bloei. Trendy winkels kwamen, maar gingen na enkele maanden terug dicht. De buurt is niet geworden wat men ervan verwacht had. Ook Pageville ontsnapte daar niet aan. Onder druk van de omstandigheden, heb ik besloten de boetiek te sluiten en me volledig te wijden aan m’n kollektie. De winkel is nu showroom. “

De afgelopen vier jaar beschouwt Mieke Cosyn als een interessant leerproces. Zoeken en steeds verder gaan. “Ik kende het vak niet. Hoe maak je een kollektie, waar haal je de stoffen ? Maar dat leer je snel. Het moeilijkste is een eigenheid geven aan wat je doet. Het duurt enkele jaren voor er door de kollektie een rode draad loopt. Het vraagt tijd om alles op papier te krijgen zoals je het wil en om het gemaakt te krijgen zoals je het wil. “

Elegant vrouwelijk, mooie stoffen, origineel zonder pretentie en een doorwrochte snit met aandacht voor details : dat is in enkele trefwoorden de eigenheid van Mieke Cosyn. “Ik hou van gestruktureerde kleren. Ze moeten vrouwen mooier maken, elegant zijn en goed zitten. Of het een moeilijke mode is ? Op de kapstok kan dat misschien zo lijken, maar je moet de kleren aantrekken. Dan leven ze echt en nemen ze iemands persoonlijkheid aan. “

De basis van een gestruktureerd silhouet is het jasje, Miekes favoriete stuk. “Een mannenjasje zit technisch zo mooi in elkaar. Van daaruit vertrek ik voor een vrouwelijke versie. ” De jasjes in de zomerkollektie ’95 bewijzen haar kleermakershand : eentje is sterk getailleerd, met korsetstrukturen, smalle schouders en een gefronste mouwinzet. Een ander, openhangend jasje heeft een mouw in twee stukken. Daar moet haar pa-kleermaker voor iets tussen zitten. “Ik ben opgegroeid in zijn atelier. Maar ik heb er het vak niet geleerd. Mijn pa was druk bezig. Ja, als kind tekende ik m’n eigen manteltjes die dan in het atelier werden gemaakt. Maar verder ging dat niet. Ik speelde daar en prutste wat. Maar dat ik nu zo graag in een atelier werk ik ben echt een ateliermens heeft te maken met die herinneringen. Een atelier is een huiselijke omgeving : patroonmaaksters en stiksters met een schort aan, een termos koffie, strijkplanken… Daar zit ik graag. “

Mieke Cosyn is autofinancier en wil dat zo houden. In deze tijden betekent dat : de zaken stapsgewijs aanpakken. “Het hoeft allemaal niet te snel te gaan. Ik wil een stevige basis in BelgiĆ«. Ik heb hier een 15-tal verkooppunten, ze kennen me nu. Voor de Benelux heb ik een agent, voor Frankrijk ook. De Franse agent die merken als Rifat Ozbek en Martine Sitbon doet zorgde voor internationale kontakten. Mijn kleren liggen nu ook bij Barneys in New York en in Japan loopt de verkoop goed. “

Maar Mieke Cosyn blijft voorzichtig. Afgelopen winter was rampzalig voor de modesektor. Een te zachte winter en een veranderend bestedingspatroon : mensen lijken voor reizen te kiezen, voor een mooi interieur, minder voor designermode. “Er heerst grote verwarring in de mode, ” vindt Mieke. “Er zijn geen duidelijke lijnen meer. Je vindt nu de meest uiteenlopende stijlen en kollekties naast elkaar. Boetiekhouders twijfelen. Wat moeten ze aankopen ? Zullen hun klanten wel volgen ? Het is alsof we nog steeds niet weten hoe de jaren ’90 er uiteindelijk zullen uitzien. Ik noem het een krisismoment. Maar ik geloof dat daaruit iets nieuws zal groeien, een modernizering van de mode. “

Die veelheid aan stijlen en richtingen heeft volgens Mieke Cosyn ook positieve aspekten. Van de modediktatuur die bijvoorbeeld de lengte van de rokken bepaalt, is al lang geen sprake meer. In haar volgende winterkollektie heeft ze het allemaal : van mini over kort naar knielang en zeer lang. Trouwens, iets ontwerpen alleen omdat het mode is, dat hoeft voor haar niet. “Ik maak een zeer persoonlijke kollektie. Die moet koherent en volledig zijn, maar ik kan de richting kiezen. Ik moet me niet strikt aan de snelle trends houden. Daar heb je de grote ketens voor. Die doen dat prima en veel goedkoper. Van mij verwachten de klanten een origineler produkt. Ik zou het overigens niet leuk vinden als mijn kleren na een seizoen aan de kant geschoven worden. Daarvoor is er te hard aan gewerkt. “

Een kollektie opbouwen rond Ć©Ć©n tema, doet Mieke Cosyn niet. Te beperkend. De inspiratie komt meestal bij het aankopen van de stoffen. Haar lievelingsstof is een klassieke, tijdloze wolgabardine. “Maar ik hou ook van moderne, syntetische stoffen. Ze zien er niet meer syntetisch uit en voelen zo niet aan. En je kan er in de vormgeving zeer ver mee gaan. “

Het straatbeeld is een andere bron van inspiratie. En eindelijk beweegt daar wat, ondanks de krisis en de twijfels. Of juist daarom. “Bekijk hoe jonge mensen gekleed gaan. Hoedjes, kniekousen, gekke kombinaties. Ze zijn terug kreatief, kopen tweedehands, ja, ze verkleden zich. Ik vind het leuk dat de grote ketens er voor hen zijn. Ook mijn klanten werkende vrouwen vanaf 30 kombineren soms een mooi stuk met goedkopere spullen. Moet kunnen. “

Aan schilderen komt Mieke Cosyn niet meer toe. “OkĆ©, het is een stresserende job, voor iets anders blijft geen tijd over, maar ik amuseer me geweldig. Mijn vriend heeft gelukkig altijd achter mij gestaan en sinds kort heb ik een assistente. Dat scheelt. Het blijft natuurlijk een opgave : elke seizoen 40 tot 50 stuks. Maar als de kollektie dan, helemaal afgewerkt en netjes gestreken, op een rij hangt, klaar om ingepakt te worden : wel, dat is een fantastisch moment. “

Nathalie Vincent : “Je moet

alleen naar jezelf luisteren”

Haar studies aan de Antwerpse Akademie heeft ze niet afgemaakt. Om praktische kennis op te doen, wilde ze eerste stage lopen bij een fabrikant, maar het lot besliste er anders over. Het lot en haar vriend David die haar na het sukses van een eerste beperkte hemdenkollektie aanspoorde om zelf te beginnen. “Ik was ervan overtuigd dat er een markt bestond voor goedgemaakte en simpele dingen, ” zegt ze. “Die eerste witte hemden waren de eenvoud zelve, strak en mannelijk, zonder enige franje. Ik legde ze in een Brusselse winkel en ze vlogen buiten. Toen David me voorstelde om zelf iets te beginnen, dacht ik : waarom niet ? Mijn vader was bereid ons financieel te steunen en dat gaf ons een mooie start. Uiteindelijk is het maar goed dat ik er vol entoesiasme en overtuiging ben ingesprongen, want als je nuchter nadenkt, begin je er niet aan. Het is ontzettend zwaar en moeilijk. “

Nathalie en David hebben de taken verdeeld. Hij de zakelijke kant, zij het kreatieve werk, al zijn de twee gebieden moeilijk te scheiden. “Ik probeer me aan een strikte tijdsindeling te houden, maar dat lukt nooit, ” zegt Nathalie. “Ik kan me niet afsluiten van de rest van de wereld en een week alleen maar tekenen, want ik hou me nog met zoveel andere dingen bezig. Ontwerpen, realizatie, produktie en verkoop. Ik ben bij alles betrokken. “

“Zonder David had ik het nooit aangedurfd, ” zegt ze. “Hij heeft me dat duwtje gegeven dat ik nodig had. Het geeft spanningen als je werk en privĆ©-leven door elkaar lopen, maar het kan ook erg aangenaam zijn. Ik werk samen met iemand die ik volledig vertrouw en die zich net zo hard inzet als ik. We bouwen iets op en dat is fijn. “

Nathalie is opgegroeid tussen stoffen, en dat zie je. Veel meer dan een trend of silhouet zijn het de materialen die haar inspireren. Ze laat ze door haar vingers glijden, ruikt eraan en luistert ernaar. “Kijk naar deze transparante cupro, ” zegt ze. “Fascinerend toch hoe dat van kleur verandert als het op de huid komt. En luister naar dit popeline katoen. ” Ze spant het op tussen haar vingers en trekt er even aan. Het zegt klak. “Voor mij is dit het geluid van een frisse en degelijke stof, ” zegt Nathalie. “Het roept beelden op van iets nets en helders. “

CrĆŖpe, zijde, linnen, moeselien, georgette, organza. Haar passie voor mooie materialen kost Nathalie veel. “Als ik een stof van rond de 800 frank per meter kies in plaats van 499, dan maakt dat in de winkel uiteindelijk een enorm verschil. Als ik dan nog een perfekte afwerking wil in plaats van een middelmatige, dan drijft dat de prijs nog eens op. Voor mij is dat frustrerend want ik wil niet per se dure dingen maken. Ik wil gewoon mooie kleren brengen. “

Ze toont een soepele zijden bloeze, vloeiend als een piamahemd, met een fijne struktuur. “Prachtig vind je niet ? Ik dacht dat dit een van de suksesnummers van de kollektie zou worden, maar bijna niemand heeft het ingekocht. De winkeliers zijn gevallen over het prijsetiketje. In de winkel kost zo’n hemd ongeveer 11.000 frank en dat durft niet iedereen aan. Terwijl ik er zeker van ben dat het verkoopt, dat weet ik uit ervaring van mijn eigen winkel. De meest speciale en dure stukken zijn vaak het snelst weg. “

Behalve multimerkenverkooppunten heeft Nathalie twee eigen winkels. In Ukkel en Antwerpen. “Het direkte kontakt met de klanten is erg belangrijk. Uit hun opmerkingen leer ik. Zo is gebleken dat veel vrouwen mijn kleren kopen om naar een feest te gaan, soms zelfs om in te trouwen, iets waar ik helemaal niet op had gerekend. De luxueuze stoffen, de eenvoudige coupe, de biezondere details… Ze vinden het iets voor speciale gelegenheden. Dat sukses heeft me gesterkt om persoonlijker en kreatiever te werken. Vrouwen zijn de stereotiepe en banale kleding beu, en willen graag unieke stukken. Je hebt natuurlijk een goede commerciĆ«le basis nodig, maar ik ben van plan om daarnaast voor mijn eigen winkels een exclusieve couture-achtige kollektie te maken. “

Een typisch Vincent-silhouet is moeilijk te beschrijven. “Ik sleutel nog steeds aan mijn eigen stijl, ” zegt ze. “Een identiteit opbouwen, vraagt tijd. Heel verwarrend zijn de opmerkingen die je als jonge ontwerpster van alle kanten krijgt. Te commercieel zegt de een, niet avant-garde genoeg vindt de ander. Een van de belangrijkste lessen is dat je alleen naar jezelf moet luisteren. “

Sommige dingen leer je al doende. De frustrerende vaststelling dat het niet altijd de sterke stukken zijn die verkopen, is zoiets. “In de eerste kollektie zat een kort broekrokje met plooien, ” zegt Nathalie. “Niemand heeft het gekocht want men gaat ervan uit dat het de heupen breder maakt. Wijde broeken worden om dezelfde reden geschuwd. Bepaalde kleuren worden niet aanvaard. Er is altijd wel iets. Maar zelfs als de reakties niet overweldigend positief zijn, laat ik de stukken erin. Ze maken het imago en de kracht van de kollektie uit en daarom zijn ze belangrijk. “

Zeker is dat bij Nathalie Vincent eenvoud voorrang krijgt op overdaad. Diskretie gaat voor uitbundigheid. Verzorgde nonchalance boven stijve deftigheid.

Nathalie heeft altijd erg vrouwelijke stukken gehad : jurkjes, bustiers, overgooiers… “Uitdagend sexy zal het nooit worden, maar ik wil wel dat het vrouwelijk blijft op een jonge en frisse manier, ” zegt ze. “Ik hou er ook rekening mee dat iemand een topje van mij misschien met een jeans zal kombineren. Ik loop zelf de hele tijd in een wit hemd en blauw denim rond. “

Heel belangrijk voor Nathalie is de spanning tussen mannelijke lijnen en vrouwelijke verfijning. “Het mannenpak heeft me altijd gefascineerd, ” zegt ze. “Al verschillende seizoenen probeer ik het in een vrouwelijke vorm te gieten. Nu ga ik het anders aanpakken : ik ga het volledig uniseks maken, geschikt voor mannen en vrouwen, ik denk dat het dan meer kracht heeft. Dat strikte van een pak en het sensuele van een vrouw, het is de perfekte kombinatie. Er is een sterk verlangen naar struktuur in de mode en het kostuum heeft net dat. “

Ontwerpers van mannenkollekties Paul Smith, Chris Mestdagh, Dirk Bikkembergs nemen er vrouwenlijnen bij. Nathalie gaat in omgekeerde richting. “Eigenlijk klinkt het erg logisch : mijn belangstelling voor degelijke stoffen, mijn verlangen naar eenvoud en mijn bezorgdheid om een goede snit komen waarschijnlijk het best tot hun recht in de mannenmode. Mannen verlangen eigenlijk niet meer dan dat. Het is mij trouwens al vaak gevraagd, zowel door winkeliers als door klanten. Een mannenlijn en een vrouwenkollektie, volgens mij kan het een mooie wisselwerking worden. “

Mieke Cosyn, tel. : (02) 219.00.30 en Nathalie Vincent, tel. : (02) 374.21.01.

Nathalie Vincent : “Als je nuchter nadenkt, begin je er niet aan. “

Mieke Cosyn : “Ik amuseer me geweldig. “

Lange jurk in crĆŖpe en een linnen ensemble van Mieke Cosyn.

Een ensemble van Vincent : eenvoud heeft voorrang op overdaad.

Vincent : “Vrouwen zijn stereotiepe en banale kleding beu. “

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content