Dank voor stank
‘Een mens kan tienduizend geuren onderscheiden. Toch heeft hij er maar twee woorden voor : lekker en slecht. Zielig toch ?’ Sissel Tolaas, de Noorse provocateur van de geurindustrie, heeft een missie : ons opnieuw leren ruiken. Desnoods met parfums op basis van hondenpoep, moedermelk en angstzweet.
Mensen die lekker ruiken, zijn rijk : ze hebben geld voor een duur parfum en goede zeep. Stinkers zijn armoedzaaiers die zich niet verzorgen. Denk aan hippies, clochards, alcoholici, zware rokers en ander schorremorrie. Een grove stelling misschien, maar het is precies hoe de meesten de wereld opdelen : in goedruikende en slechtruikende mensen. Je reinste geurracisme toch ?” Na amper vijf minuten gesprek, is het al duidelijk : Sissel Tolaas (49) is geen gewone ‘neus’ of parfumeur. En de bevlogen Noorse is nog lang niet uitgepraat. “George Orwell, de visionaire auteur van 1984, schreef ooit : ‘Tolerantie begint bij je neus.’ Hij had overschot van gelijk : een geur is een deel van je identiteit, want iedereen ruikt anders. Hij is even uniek als een vingerafdruk. Hoe durf je mensen daar dan op categoriseren ?”
Parfumeur mag je haar eigenlijk niet noemen. Geurartieste of parfumconsultant ook niet. Chemica, wiskundige, kunstenares : Tolaas heeft meerdere diploma’s en combineert haar skills. “Professioneel provocateur is mijn beroep”, zegt ze. “Ik daag mensen uit om anders om te gaan met geur. Dat is broodnodig, want we worden stilaan geurblind. In de 21ste eeuw regeren artificiële parfums. Iedereen camoufleert zijn lijfgeur met veel te veel parfum en zeep. In supermarkten hangt de kunstmatige geur van versgebakken brood. Kinderen vinden dat Fristi naar aardbeien ruikt. Op de duur vergeten we de echte geuren rondom ons. Terwijl onze reukzin net een van de primitiefste vormen is om gevaar te herkennen, voedsel te vinden en zelfs om te navigeren.” En om te verleiden ? “Absoluut. Reclamecampagnes sporen jongens aan om deodorant te spuiten, want dat trekt zogezegd de meiden aan. Maar wat is er mis met een lijfgeur ? Ooit stuurde Napoleon van op het slagveld een spoedbericht naar zijn Joséphine : ‘Ben thuis over drie dagen. Was je alsjeblief niet.’ Hij had het begrepen.”
Stinksokken
Sissel Tolaas wast zich uiteraard wel, maar parfum draagt ze nooit. “Tenzij ik een psychologisch experimentje wil uitvoeren in mijn omgeving”, lacht ze. Zoals die keer toen ze wat moedermelkgeur in haar nek had gesmeerd om op een feestje het ‘aanzuigeffect’ op mannen te meten. Of die keer toen ze een klein beetje ‘kotsparfum’ had opgespoten om te zien hoe haar buurman in het vliegtuig zou reageren. “Wetenschappers doen hun experimenten altijd op ratten in laboratoriumcondities. Ik meet de effecten van geur veel liever in het echt. Dat geeft mij een grote vrijheid. Ik ben de rat van de parfumwereld !”
Zelf heeft Tolaas een privélab in Berlijn, waar ze beschikt over 2500 geurmoleculen. Daarmee kan ze ruim 7000 geuren uit de natuur artificieel namaken. Waar ze die moleculen vandaan haalt ? “Ik werk samen met het IFF (International Flavours & Frangrances Inc.), een bedrijf dat kunstmatige geuren levert aan grote klanten uit de auto-, voedsel- en mode-industrie. Denk maar aan Calvin Klein, Prada en Ralph Lauren. Toen de CEO van IFF me in 2004 twee weken voor Kerstmis vroeg of ik voor hem wou werken, heb ik geweigerd. Ik wou wel samenwerken maar tegen mijn voorwaarden : ik eiste een geurlab op mijn appartement in Berlijn. En het moest er binnen de veertien dagen staan, anders zette mijn huisbaas me eruit. Je raadt het al : tegen de kerst was alles geïnstalleerd. Sindsdien ben ik op zijn kosten non-stop bezig met het hercreëren van de realiteit aan de hand van artificiële geurmolecules. Zo maak ik de geur van stinksokken na, van onverluchte kleedkamers, van moedermelk of van hondenpoep. Van die laatste heb ik intussen al ruim honderd variëteiten. Eens ruiken ? Er zitten echt fenomenale geuren tussen, hoor.”
Parmezaanse kots
Het werk van Sissel Tolaas beperkt zich niet tot het kunstmatig nabootsen van natuurlijke geuren. Zij voert ook geurexperimenten uit om de psychologische effecten van een parfum te meten. Geuren kunnen immers herinneringen oproepen, gedrag stimuleren of mensen misleiden. “Ik wil experimenteren op een speelse manier”, lacht ze. “Zo kan ik veel gemakkelijker een serieuze boodschap doorgeven.” Ooit liet ze vijf proefpersonen elk aan een flacon Chanel n°5 ruiken. Ze moesten daarna de geur beschrijven. In vier van de vijf flessen zat helemaal geen parfum, maar kraantjeswater. Toch waren alle vijf de proefpersonen vol lof over het geraffineerde geurboeket. In een ander experiment liet Tolaas een proefpanel geuren beoordelen. De ene noemde ze ‘kots’, de andere ‘parmezaankaas’. Hoewel beide geurstalen braakselgeur bevatten, vonden de proefpersonen de kaas veel lekkerder ruiken.
“Ik doe experimenten in het kader van neuropsychologisch, sociologisch of cognitief onderzoek”, legt Tolaas uit. “Maar de resultaten zijn ook nuttig voor commerciële bedrijven. Ook zij zoeken naar middelen om te communiceren, om koopgedrag te stimuleren of om klanten te beïnvloeden met geuren.” Zo was een grote financiële instelling geïnteresseerd in Tolaas’ experiment met een parfum dat ze distilleerde uit bankbiljetten en kleingeld. “Geld heeft een droge, koperachtige geur die bijna niemand in een blinde geurtest herkent. We hebben getest of zakenmannen die dat parfum dragen, succesvoller zijn. En inderdaad. Daarna schilderden we de muur van een bank met de geldverf en de productiviteit verhoogde daar aanzienlijk. Vervolgens heb ik die geur geïmplementeerd in het plastic van hun nieuwe creditkaarten”, zegt Tolaas. “Een boeiend project, want niemand merkt de geldgeur op en toch werkt hij op het onderbewuste.”
Shockparfums
“Soms contacteren grote bedrijven mij wel eens om een ‘grensverleggend huisparfum’ samen te stellen”, gaat Tolaas verder. “Meestal schrikken ze van mijn voorstellen : ik confronteer hen met hun geuridentiteit. Ik daag hen uit anders te denken over wie ze zijn.” Mercedes en Adidas kunnen ervan meespreken. Mercedes vroeg Tolaas om ‘het autoparfum van de toekomst’ te maken. Omdat de Noorse de clichématige lederparfums wou vermijden, simuleerde ze een autocrash met een Mercedes. Daar ving ze de geur op van scheurend leder, een verhakkelde carrosserie, autobanden en angstzweet van de chauffeur. Toen Adidas bij haar een parfum bestelde, ontwikkelde eigenzinnige Tolaas een geurlogo : een onzichtbaar merklabel waarin ze de geur van vers gras, zweet, kleedkamers, natte sokken en Reflexspray – kortom alles waar je topsport mee associeert – verwerkte.
“Vraag mij niet om huiskamergeurtjes of klassieke bloemenparfums samen te stellen. Dat is mij veel te makkelijk. Mijn geuren komen uit de realiteit.” Toch is het ‘klassieke’ parfumcircuit ook al op de kar van de ‘onevidente realistische geuren’ gesprongen. Serge Lutens lanceerde de voorbije zomer een quasi geurloos parfum, L’Eau, dat naar fris water ruikt. En Etat Libre d’Orange pakt uit met ‘shockparfums’ op basis van sperma-, bloed- en zelfs asbakgeur. “Pure imagoproducten natuurlijk”, zegt Tolaas. “Ik maakte al zulke geuren begin de jaren negentig. Die zogenaamd choquerende parfumeurs zijn mij allemaal schatplichtig.”
Zweterige mannen
De laatste jaren komen nogal wat van Tolaas’ experimenten in het museumcircuit terecht, omdat ze mensen anders doen denken over geuridentiteit, geurracisme en het verschil tussen parfum en stank. Voelt zij zich dan een geurkunstenaar ? “Ik vestig de aandacht op geurfenomenen vanuit verschillende invalshoeken”, zegt ze bevlogen. “Of dat nu het etiket commercieel parfum, wetenschappelijk onderzoek of geurkunstwerk draagt, speelt voor mij geen rol.” In haar beroemdste kunstwerk The FEAR of smell – the smell of FEAR integreerde zij bijvoorbeeld het angstzweet van acht fobische mannen uit China, Rusland, Groenland, India, Amerika en Afrika. Ze stelde hen bloot aan een angstprikkel en ving de vrijgekomen zweetpartikels uit hun oksels op. In haar lab maakte ze een chemische reconstructie van de zweetextracten. Van elk zweetparfum – elke man heeft een totaal andere geur – maakte ze nanocapsules en vermengde die met geurloze verf. Het kunstwerk bestaat uit acht aparte stroken witte angstzweetverf van telkens een andere man. Wie een strook op de muur aanraakt, doet de zweetcapsules vrijkomen en ruikt het angstzweet van één man. Boven elke zweetplek hangt alleen een nummer. Zo vermijdt Tolaas geurracisme inzake rang, stand, leeftijd en afkomst. “Het werk werd al tentoongesteld in Chicago, Beijing en Kopenhagen, en werd telkens compleet anders onthaald. In Chicago kwam een vrouw elke dag terug naar de tentoonstelling met verse lippenstift. Ze kuste uitvoerig het zweet van ‘man nummer 6’. Nog nooit had ze zich zo sterk aangetrokken gevoeld tot een man, zei ze. Ook in China kwam een oude man telkens terug naar het kunstwerk. Tijdens de Koreaoorlog had hij in gevangenschap grotendeels zijn reukzin verloren. Door het angstzweet te ruiken, doken zijn reukzin én allerlei herinneringen weer op.”
Al even ‘politiek correct’ zijn Tolaas’ geurkunstwerken rond steden en landen. Talking Nose bijvoorbeeld, is een geurkaart van Mexico City. In elke wijk ving Tolaas de typische geuren op. Die parfums bracht ze aan op een stadsplan van Mexico, waaraan toeschouwers konden ruiken. In haar parfum HSIDEWS (spiegelbeeld van SWEDISH) probeert ze dan weer de Zweedse nationaliteit te bundelen. Dat parfum ruikt – u raadt het al – naar Volvo’s, Ikeawarenhuizen en H&M-winkels.
Een Belgisch parfum NAIGLEB heeft Tolaas voorlopig nog niet gemaakt. Al kunnen we haar een lijstje ingrediënten suggereren. Vergeet frieten, pralines en stoofvleesaroma. Misschien een cocktail van Bart De Wevers angstzweet, aartsbisschop Léonards kazuifel en Jef Vermassens portefeuille ?
Door Thijs Demeulemeester – Foto’s Sarah Johanna Eick
“Geld heeft een droge, koperachtige geur die bijna niemand in een blinde geurtest herkent. We hebben getest of zakenmannen die dat parfum dragen, succesvoller zijn. En inderdaad.”
Door op Tolaas’ kunstwerk ‘The FEAR of smell – the smell of FEAR’ angstzweet te ruiken, doken geurzin en allerlei herinneringen weer op bij een Chinees die tijdens de Koreaoorlog zijn reuk grotendeels was verloren.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier