DANI KLEIN Ik wil uit de slachtofferrol

Na twee jaar rust en bezinning heeft ex-Vaya Con Dios-zangeres Dani Klein haar bluesstem teruggevonden. Met Purple Prose, een groepje vrienden, maakte ze een nieuwe cd. Maar een ster hoeft ze niet per se meer te zijn.

Het begin van het verhaal verschilt niet gek veel van dat van de onwaarschijnlijke successtory van Vaya Con Dios. Toen Dani Klein met Dirk Schoufs en Willy Willy in een piepkleine studio en met een dito budget de eerste single Just A Friend Of Mine opnam, was de lolfactor groter dan de ambitie. Bij Purple Prose is het niet anders.

Vaya Con Dios verkocht wereldwijd maar liefst zeven miljoen platen. Maar in ’96 besloot Dani Klein, die schoon genoeg had van het circus dat de groep geworden was, een tijdlang uit de showbizz te stappen. Na twee jaar leven in plaats van geleefd worden, begon het stilaan weer te kriebelen. Zeker na een bezoekje aan vrienden die in een repetitielokaal wat jamden: bassist Jan Cordemans, gitarist Thierry Plas en drummer Marc Ysaye (beiden bekend van Machiavel), en harmonicaspeler Werner Braito, die ook op het eerste Vaya-album te horen was. Het viertal had al een aantal vocalisten uitgeprobeerd, maar zonder bevredigend resultaat. Dani vroeg of ze ‘op auditie’ mocht komen. Tot haar grote verrassing – zegt zij – werd ze in het clubje opgenomen.

De cd die nu in de winkel ligt, verleidt je in geen tijd. De plaat ademt tegelijk de levenservaring van een rijpe vrouw en het enthousiasme van een zestienjarig meisje. Fonkelfris, no-nonsens. Met donkergekleurde liedjes die je niet onberoerd laten.

Al is het een sombere plaat, toch heb ik de indruk dat jullie er plezier aan beleefd hebben.

Dani Klein: dat is zo. Zelf luister ik het liefst naar droevige muziek. Wanneer ik iets maak, neigt het dan ook snel naar tristesse. Ik besef dat ik vaak nogal dramatisch ben.

Sommigen worden getroost door melancholische muziek, anderen geraken er alleen dieper door in de put.

Ik vind er troost in. Als je onzeker bent en niet goed meer weet wat je met je leven moet aanvangen, blijf je met die gevoelens zitten. In onze maatschappij kan je heel moeilijk lucht geven aan zo’n twijfels. Als artiesten dat wél uitdrukken, kan je je ermee identificeren. Dan besef je: ik ben niet de enige die ermee worstelt. Ik kan mezelf bijvoorbeeld goed herkennen in de liedjes van Leo Ferré. Ik word daar niet depressiever van. Hoewel, het hangt van het moment af. Onlangs zag ik de film Ça Commence Aujourd’hui van Tavernier en toen werd het me ineens te veel. Zo nu en dan kan ik die miserie even niet meer aan.

In Purple Prose speel je opnieuw met een clubje vrienden. Het contrast met de eindfase van Vaya Con Dios moet groot zijn. Dat was een bende huurlingen geworden.

Ja, op het laatst was het niet prettig meer. Vaya Con Dios voelde aan als een machine die draaiende gehouden moest worden. Ik heb trouwens de laatste concerten afgelast omdat ik ziek was. De stress was verschrikkelijk. Ik had inderdaad geen band met die muzikanten. Die kwamen gewoon twee maanden hun job doen. Ik wist niet eens of ze de muziek zelf graag hoorden. Daar werd niet over gesproken. Nee, dat was niks voor mij. Tja, hoe gaat dat. Je begint klein en plots wordt die groep groter en groter. Ik herinner me nog goed dat, toen we het laatste album Roots & Wings hadden afgewerkt, de manager al volop de tournee begon te plannen. Ik had zoiets van: laat ons eerst de reacties afwachten. Terecht, zo bleek achteraf, want hij had alles te groot ingeschat. De druk woog enorm zwaar. De verwachtingen lagen te hoog. Carrièreplanning is eigen aan de showbizz, maar wat veel artiesten uit het oog verliezen, is dat het publiek uiteindelijk beslist. Als de mensen het niet willen, willen ze het niet. Punt uit.

Een platenfirma redeneert: als een groep succesvol is, zal hij steeds meer verkopen.

Dat is ridicuul. Op een bepaald moment zit je aan je plafond. Als je in Vorst Nationaal gespeeld hebt, wat is dan de volgende stap? Je hoeft niet altijd hoger en hoger te vliegen. Ik voel me overigens verloren op zo’n gigantisch podium. Nu ja, ik heb het meegemaakt. Nu weet ik hoe het is.

Wat heb je na Vaya Con Dios uitgespookt?

Ik heb een paar reizen gemaakt, naar Mexico en Andalousië. Maar eerlijk gezegd, heb ik weinig uitgevoerd. Ik heb geleerd om mezelf de toelating te geven niets te doen, wat niet evident is. Wél ben ik opnieuw gaan studeren. Spaanse les gevolgd. Psychoanalyse gedaan. Weet je, soms voel ik me plotseling heel slecht. Volgens mij ligt de oorzaak daarvan zeer diep. Vandaar mijn interesse in die materie. Ik hoop dat ik wat knopen kan ontwarren, zodat ik anders met het leven kan omgaan.

Je hebt dus opnieuw geleefd.

Ja. En ook veel geleerd, wat ik heel amusant vind. Het was een verademing om met andere dingen in de weer te zijn, want als ‘vedette’ ben je altijd met jezelf bezig. Alles draait om jouw persoontje. Op een bepaald moment komt dat je strot uit en doet het deugd ergens anders op te kunnen focussen. Daarom was het werken met Purple Prose zo prettig. We kenden elkaar goed, we zijn allen veertigers, we hebben niet langer de neiging om onszelf te bewijzen. Het was eerder van: we komen samen en we zien wel wat eruit komt. Ieder verdient goed z’n brood met activiteiten buiten Purple Prose. Het hoeft allemaal niet zonodig.

De cd klinkt heel spontaan.

Dat we ieder een andere muzikale smaak hebben, speelt daarin een belangrijke rol. We luisteren zeker niet naar dezelfde platen. Iedereen speelt op zijn eigen manier. De uiteenlopende invloeden houden het fris. We deden gewoon wat we wilden. We tikten elkaar nooit op de vingers.

Was je zelf verbaasd van wat eruit kwam?

Toch wel, ja. Het is een rare combinatie van muzikanten. Als mensen me vragen welk genre we spelen, weet ik niet wat ik moet zeggen. Het is van alles wat.

Maar de ondertoon is onmiskenbaar bluesy.

Daar kom ik ook vandaan. Blues is wat ik het beste kan. Werner, de mondharmonicaspeler, is nog een fellere bluesfan dan ik. Hij doet niet eens de moeite om naar iets anders te luisteren. Hij overdrijft een beetje. (lacht) Hoe dan ook, wij twee gaan bijna onbewust die richting uit. Mijn stem is gemaakt voor de blues. Ik heb het genre op m’n 17de ontdekt via groepen als Chicken Shack en Fleetwood Mac, Britse groepen die oude bluesliedjes heropvisten. Zo kwam ik bij de originelen terecht: Memphis Slim, Otis Span en al die anderen. Blues zingen is heel makkelijk. Steeds hetzelfde patroon waarop je goed kan improviseren.

Word je nog geraakt door groepen van vandaag?

Ik hoor graag dub. Voor de rest… Ik ben nu 46. Die 16-jarige ‘gastjes’ die ik op MTV zie, hebben een andere leefwereld. Wat ik heel goed vind in het commerciële circuit, is Lauryn Hill, maar ik zou nooit een cd van haar kopen. Ik voel me tegenwoordig nog het meest aangesproken door het chanson en exotische muziek. Buena Vista Social Club bijvoorbeeld is prachtig.

In de periode dat je van het toneel verdween, is de beruchte girl power-beweging opgekomen.

En dat werd hoog tijd. Ik herinner me nog heel goed dat het niet simpel was om een groep te vinden toen ik 17 was. De muzikanten redeneerden: een meisje in de groep, dat zorgt voor ambras. Als groupie was je welkom, ja. Je mocht er als een plant komen bijzitten. Zolang je je mond hield. Het heeft eigenlijk nog lang geduurd voordat de vrouwen een deftige kans kregen.

Toen indertijd ‘Just A Friend Of Mine’ uitkwam, had je totaal geen verwachtingen. Wat zou je nu graag zien gebeuren?

Ik wil op een rustige manier verder mijn carrière uitbouwen. Af en toe gaan spelen, maar zonder al te veel druk, zodat er ruimte is voor andere bezigheden. Voor een tournee van drie maanden mijn koffers pakken, zie ik niet meer zitten.

De rust bevalt je.

Ja. Ik besef nu pas hoe gestresseerd ik in die tien jaar Vaya Con Dios moet geweest zijn. Pas als je echt stopt, dringt dat tot je door. Als je niet oppast, blijf je doorrazen. Ik heb moeten leren zeggen: nu doe ik niks.

En dat voor iemand die bekend stond als een heel woelige natuur.

Ik vermoed dat ik nog altijd onrustig ben. Misschien kan ik er nu gewoon beter mee leven. Ik wil milder en toleranter worden, maar dat lukt nog niet altijd.

Je teksten zijn minder persoonlijk geworden. Is dat omdat je eindelijk in het reine bent gekomen met je verleden, omdat alle demonen nu zijn uitgedreven?

Was het maar waar! (lacht) Ik had gewoon de indruk dat ik me destijds te veel in de rol van slachtoffer dwong. Altijd maar klagen over de pijn die me was aangedaan. Er is een tijd gekomen dat ik dat niet meer wou. Ik ben anders gaan denken. Toen we met Purple Prose jamden, nam ik bewust afstand. Ik distilleerde fragmenten uit dichtbundels in plaats van zelf iets te schrijven. Voor de Engelse teksten heb ik samengewerkt met Ian Ramsey. Daardoor is het deels ook zijn verhaal geworden. Bedoeling was om de luisteraars niet langer een afgerond scenario voor te schotelen. Zodat iedereen er zijn eigen gevoelens in kan projecteren. De songs zijn voor meerdere interpretaties vatbaar. Op basis van mijn oude nummers kan je bijna een film draaien. Nu heb ik het veel abstracter gehouden. Dat leek me boeiender.

Denk je nu positiever?

Ik ben me gaan afvragen: hoe kom ik altijd in problemen terecht? Langzaam kwam het besef dat het toch ook wel aan mij kon liggen. Dat inzicht is heel belangrijk. Ik ben mijn verantwoordelijkheid gaan opnemen. Wat doe ik fout? Ik denk dat het voortdurende gevoel onbegrepen te worden, typisch vrouwelijk is. Wij zijn snel geneigd het slachtoffer te spelen. Als vrouwen ongelukkig zijn in een relatie, wijzen ze de man met de vinger. Ze vergeten dat ze zelf voor die man gekozen hebben. Niemand heeft hen tot die relatie verplicht. Het lijkt wel of we de consequenties van onze eigen keuzes niet altijd aankunnen. Misschien hebben vrouwen niet genoeg respect voor zichzelf. Ik moet toegeven dat ik zelf ook onvoldoende zelfvertrouwen had. Ik dacht te snel dat ik niets meer waard was. Maar ik ben daaraan beginnen werken. Kijk naar de titels in damestijdschriften. Het is altijd van: hoe kan ik hem verleiden? Hoe win ik hem terug? Vrouwen hebben al zoveel bereikt en toch blijven we afhankelijk. In de huidige maatschappij kunnen we doen wat we willen. Wat onmogelijk leek, ligt nu binnen ons bereik. Als we geen kinderen willen en willen gaan werken, kan dat. Daar beslissen we zelf over. En toch denken we dat we het niet alleen aankunnen!

Je staat nu steviger in je schoenen.

Dat hoop ik toch. Maar schijn bedriegt. Soms kom je iemand tegen en denk je: amai, die is sterk en zelfzeker. Vergeet het. Vaak komen die mensen zo over omdat ze diep vanbinnen heel broos zijn. Iemand die echt sterk is, straalt rust uit. Die maakt geen kabaal. Hoeveel beroemde actrices en zangeressen zijn er niet die alles bereikt hebben en zich toch ellendig voelen? Denk maar aan Marilyn Monroe en Janis Joplin. Die aandacht maakt je niet automatisch gelukkig. Als je rijk en populair bent, wil dat nog niet zeggen dat je de wereld aankan. Meestal zijn die bekende mensen heel eenzaam.

Wat roem met je kan doen, heb je zelf ondervonden. Zijn mensen die dromen van bekendheid volgens jou dom?

Nee. Het is normaal dat je naar erkenning verlangt. Je wil iets van de anderen terugkrijgen, het gevoel hebben: ik besta en ik word aanvaard. Maar dat is, voor sommige mensen althans, nog altijd geen garantie voor geluk.

Kan je van materiële luxe genieten?

Ja, natuurlijk. Het leven is eenvoudiger als je geld hebt. Maar het maakt je niet per se meer tevreden. Je kan niet àlles kopen. Ik ben twee jaar uit de showbizz gestapt om me over boeken te buigen en een beetje op reis te zijn, en dat zonder me financiële zorgen te moeten maken. Dat comfort is fantastisch. Er zijn veel mensen die dat ook zouden willen doen, maar die het zich niet kunnen veroorloven. Er zijn nog te veel mensen die de kans niet krijgen om iets met hun leven aan te vangen. Ça Commence Aujourd’hui gaat daarover. Die film schetst een portret van armen in Noord-Frankrijk. De mijnen zijn gesloten, de mensen kunnen hun schulden niet meer betalen, de elektriciteit wordt afgesloten. Eens je in die spiraal meegesleurd wordt, geraak je er niet makkelijk uit. Ik ken mensen die een goeie job hadden, goed hun brood verdienden en plots moesten gaan stempelen. Ze moeten rondkomen met de helft van hun vroegere loon, maar intussen wel hun leningen afbetalen. Ze kunnen niet langer met vrienden naar de bioscoop en durven dat niet toegeven. Dus blijven ze maar thuis verzieken. Kruip dan nog maar eens uit dat dal.

Voel je je schuldig als je dat ziet?

Ik heb een tijdje schuldgevoelens gehad, ja. Ik kom niet uit een rijke familie. Het voelde soms aan alsof ik mijn wortels verloochende. Deze middag ben ik met mijn ouders uit eten gegaan om mijn vaders verjaardag te vieren. We reden door een rijke buurt en mijn ma zei: “Hier hebben ze chique villa’s, hé.” Ik moest even slikken, want ik woon uiteindelijk ook in een niet zo bescheiden woning. Mijn ouders zijn socialistisch gezind, mijn grootvader was zelfs communist. In hun ogen waren alle mensen die poen hadden smeerlappen. Plots stond ik aan de overkant. Ik ga mij daarover niet beklagen, maar ik begrijp dat iemand als Elvis Presley alles weggaf. Als hij je sympathiek vond, kocht hij een auto voor je. Hij kwam uit een eenvoudig gezin en in één klap werd hij een ster. Hij wist niet wat hij met al dat geld moest doen. Het is ook zo dat je, als de mensen denken dat je er warmpjes bij zit, op geen medelijden moet rekenen. Als je ziek bent of emotioneel in de knoei zit, willen ze daar niets van weten. Toen onlangs op het journaal werd verteld dat prins Laurent in een psychiatrische instelling was opgenomen, merkte mijn zoon op: ‘Kijk nu, die heeft de ganse dag niks te doen, heeft alle poen en toch is hij depressief.’ Ik repliceerde: ‘Zou jij zijn leven willen? Ik niet, hoor.’ Alles wordt voor hem geregeld. Hij kan niets doen of zeggen wat hij wil. Oké, hij heeft meer op zijn bankrekening staan dan de man in de straat, maar toch: dank u wel. En omdat hij rijk is, heeft hij geen recht om ongelukkig te zijn.

Werd je tijdens die twee jaar van inactiviteit niet gek van de mensen die je aanklampten met de vraag: “Wij horen zo weinig van je?”

Het werd mij inderdaad verweten dat ik met niks bezig was. De mensen hadden duidelijk het vermoeden dat er iets grondig fout met me was. Ze konden het zich echt niet inbeelden dat ik besloten had om er even mee te stoppen. Dat ik het niet meer plezant vond om elke week op tv te komen, ging hun petje te boven. Zelfs mijn moeder had last van die reacties. ‘Hoe zit het met je dochter, we horen haar niet meer.’

De Franse teksten op de cd zijn van Jacques Crickillon, een Belgisch dichter. Het zal wel een gat in mijn cultuur zijn, maar ik ken die man niet.

Weinigen kennen hem. Ik had per toeval een boek van hem gekocht. Mijn aandacht werd getrokken door zijn foto op de cover. Ik vond dat hij een interessante ‘kop’ had. En ik dacht dat ik hem al eens ergens gezien had, op café of zo. Le Grand Paradis heette de bundel. Thuisgekomen, begon ik erin te lezen. Het was nogal stevige kost. Tamelijk deprimerend. Omdat ik helemaal niet in de stemming was, legde ik het boek meteen weer weg. Twee à drie jaar later verhuisde ik. Je kent dat, bij het inpakken herontdek je dingen waarvan je vergeten was dat je ze had. Ik werd dus opnieuw met dat boek geconfronteerd en deze keer genoot ik er wél van. Tijdens een van onze repetities vond ik dat de sfeer van de Franse taal perfect bij een bepaald nummer paste. Ik heb die bundel erbij genomen, pikte er zinnen uit en kleefde die aan elkaar. Een niet al te orthodoxe werkmethode. En toen dacht ik: als ik die meneer nu eens opbel en vraag of hij voor mij teksten wil schrijven. Omdat ik Jacques echt bewonder, was ik enorm zenuwachtig. Het variété-zangeresje tegenover de grote poëet.(lacht) Ik legde hem uit wat ik met zijn gedichten had uitgestoken en tot mijn verbazing vond hij dat helemaal niet erg. Poëzie moet leven, zei hij. Dat resulteerde dus in het liedje Une Voix Nous Manque. Daarna heeft hij nog twee teksten speciaal voor mij geschreven.

Wat spreekt je zo aan in zijn werk?

Het geweld waarmee hij zijn emoties uit. De sterke beelden. Hij durft gewoon. Hij heeft het lef te zeggen wat hij echt voelt, ook al is dat niet mooi. Er zijn passages over zijn vader en moeder waarvan je denkt: hoe durft hij. Hij haalt keihard uit naar alles wat absurd is in het leven. Naar alles wat maakt dat we ons niet kunnen ontplooien tot wie we zouden willen zijn. Dat is moedig van hem.

Purple Prose, “Purple Prose”, BMG.

Peter Van Dyck / Jerome De Perlinghi

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content