Crème anglaise
Brits bloed laat zich niet bekeren. Komieken Alex Agnew (35) en Nigel Williams (54) blijven Angelsaksen in het diepst van hun gedachten. En hun humor : open, bloot en straight. Geen ukelele. Geen valse snor. Droog aan de haak, zo willen ze gewogen worden. Binnenkort trekken ze naar de Britse podia. Waar stand-upcomedy geen voetnoten nodig heeft.
ALEX AGNEW
“Nigel was al een Grote, toen ik zo’n zeven jaar geleden begon. Ik ontmoette hem op de jaarlijkse comedymarathon in café Buster, hier in Antwerpen. Ja, ik was geïntimideerd. Zeker omdat ik er als beginneling als eerste, in de vroege middag, moest spelen : er zaten enkel nog maar andere comedians in de zaal. Alsof ik een examen aan het doen was. Nigel gaf me een compliment erna, weet ik nog. Deed goed. Sindsdien komen we elkaar geregeld tegen. De Vlaamse stand-upscene is klein.”
“Binden onze Britse roots ? Ik denk het wel. Je voelt zoiets snel. Ook bij Thomas Smith, die derde Britse Belg, met wie we in juni de plas over trekken. We wonen alledrie wel in Antwerpen, maar we zijn nooit echte Antwerpenaars geweest. We kunnen België vanuit die bevoorrechte buitenstaanderspositie recenseren, een zegen als komiek. Mijn moeder is Limburgs, mijn vader Brits. Hij is België altijd als een buitenlander blijven bekijken, ik heb dat automatisch meegekregen. Nigel is in Groot-Brittannië zelf opgegroeid. Hij heeft dat nog veel sterker.”
“Nigel en ik voelen ons aangetrokken door dezelfde onderwerpen. Dat is : al waar niet mee gelachen mag worden. Ikzelf heb heel sterk de neiging om de foute, bijvoorbeeld racistische, kaart te trekken. Ik bén uiteraard geen racist, maar ik schud wel graag aan die boom. In Groot-Brittannië kennen ze de spelregels van stand-upcomedy beter. “Ben jij dan een Jodenhater ?” Een absurde conclusie, die ze in Angelsaksische landen nooit zouden trekken. Ze kénnen er het genre.”
“Kan ik tegen kritiek ? Ja. Wie komt kijken en achteraf zegt dat hij het niets vond of smakeloos, da’s allemaal goed voor mij. Ik kan me voorstellen dat velen me bepaald ongrappig vinden. Wat ik zeg, ís trouwens ook vaak smakeloos. Dat is de bedoeling.”
“In Vlaanderen ben je maar zo goed als de Heilige Humo zegt dat je bent. Wie de zegen heeft gekregen, kan voor eeuwig op beide oren slapen. Ook al ga je optreden op het feestje van Guy Verhofstadt, na een EU-top, zoals Arno onlangs. Humo mag van mij die macht hebben, áls het nog dat cutting edge blad zou zijn dat het ooit was. Hoe komt het dat een intussen veredelde Dag Allemaal die street credibility blijft behouden ? En nog altijd bepaalt wat cultureel correct is ? Ik bedoel : die kunnen zomaar plots beslissen dat Lien Van de Kelder cool is. Een soapactrice, begot ! Dat zal een sympathiek meisje zijn, maar cool ? Rock-‘n-roll ? Hoe komt het toch dat jong Vlaanderen dat slikt ? Zo spijtig dat Humo alles geworden is waar het zich in het begin tegen af zette.”
“De ‘leukigheid’ in Vlaanderen ergert me enorm. En Nigel. We zijn zo braaf hier. En áls je eens chargeert, dan kruipt heel columnschrijvend Vlaanderen – en dat is groot tegenwoordig – in de pen. Waarom moet elke BV die een musical gaat bekijken achteraf op tv zeggen hoe ‘leuk en geweldig’ het wel niet was. ‘En zoveel energie !’ Laat iemand eens zeggen dat Grease in het Nederlands walgelijk is. ‘Vies !’ ‘Ik wil een douche nemen !’ Dat zou een verademing zijn. Of onze talkshows : ‘Laten we het leuk houden en het vooral over niets hebben. Wie weet zapt een kwaaie kijker weg.’ En hoe triest is het niet dat iemand met het talent van Sandrine pas officieel de top bereikt als ze omroepster wordt ? Omroepster !”
“Ziedaar, ergernissen die Nigel en ik grotendeels delen en op het podium ventileren. We moeten al eens checken of we niet te veel in dezelfde vijver vissen voor onze optredens. Zijn we kritisch voor elkaar ? Ja. Maar in de positieve zin. We suggereren soms iets. We schenken al eens een oneliner weg. Uiteraard is er gezonde competitiviteit. Als ik Nigel goed bezig zie, dan werkt dat als een snuif peper in mijn gat. ‘De klootzak is goed bezig. Ik ga een tandje moeten bijsteken.’ Zoiets.”
NIGEL WILLIAMS
“Ja, natuurlijk heb ik gesteigerd toen ik zag in welke storm Alex terechtkwam na zijn uitspraken in P-Magazine. En het erge is : met Joods Actueel, van wie de klacht kwam, had Alex het meteen bijgelegd. They agreed to disagree, zoals ze dat in het Engels zo mooi zeggen. Joods Actueel vindt dat je niet met de holocaust mag lachen, Alex (hoe vreselijk hij de holocaust ook vindt) meent van wel. End of story. Helaas kan in Vlaanderen niets gebeuren zonder een uitvoerige nabespreking door een leger columnisten en bloggers. Ik had al ambras met de pers, nog voor ik Alex zelf erover gehoord had.”
“Een komiek moet vragen kunnen stellen zoals een kind dat doet. ‘Waarom maken de mensen heisa rond een hoofddoek en niet rond een pruik ?’ Een komiek móét ambetant doen. Móét chargeren. Móét alles ter discussie stellen. En daardoor al eens choqueren. Wanneer een komiek te ver gaat ? Wanneer hij in een vliegtuig stapt en een toren doorboort. Dan gaat hij wellicht iets te ver, ja.”
“Comfort is dodelijk voor een komiek. Daarom, en omdat we er al zo lang van babbelen, wagen we ons binnenkort op de Britse podia. Hier in Vlaanderen vullen we de zalen intussen vrij moeiteloos. Het wordt tijd om weer op ons bek te gaan. Niemand kent ons daar. We zullen er gegarandeerd afgaan. Maar dat zal ons goed doen. Als komiek moet je je grenzen verleggen. Ook letterlijk. Even weg uit de Vlaamse klei dus.”
“Is een Brits publiek anders ? Strenger vooral. Ze kennen er het genre beter. Dat helpt. Maar daardoor stellen ze ook hogere eisen. Ze willen een mening horen. Geen jokes : als je daar moppen begint te tappen, gooien ze een bierblik naar je hoofd. En zeker als je met woordspelingen begint – hier in Vlaanderen nochtans zeer populair. Ginder geldt : puns are the lowest form of humour.”
“Alex en ik zijn Brits in onze aanpak : alleen het podium op, enkel gewapend met een micro en onze waarheid. Stand-up in zijn essentie. Het is opvallend hoe graag Vlamingen attributen mee op het podium nemen. Dat heeft met jullie taalgeschiedenis te maken, denk ik. Omdat jullie zo lang niet begrepen werden, hebben jullie geleerd om hulpmiddelen te gebruiken. Vlamingen zijn nog altijd te onzeker over hun taal. Het heeft ook iets lafs soms. ‘We zullen iets grofs zeggen, maar we zullen wel eerst een valse snor opplakken en een potske op onze kop zetten’.”
“Wil je hier alternatieve humor brengen, dan moet je er eerst en vooral voor zorgen dat je er ook alternatief uitziet : haar in de war, vintage pak, en naar kattenpis stinken. Pas dán wordt je inhoud als alternatieve humor begrepen. In Groot-Brittannië hoor je zelfs mannen in maatpak op het podium de grofste meningen verkondigen. ‘Dit ben ik, en dit is mijn mening.’ Fout ? Correct ? Alternatief ? Who gives a shit ? Er is immers geen Cogels-Osylei die de Goede Mening predikt.”
“Al mijn zussen in Bristol, ik heb er negen, zitten in de marginaliteit. Hier is iedereen een burger, zelfs een fabrieksarbeider bouwt in het weekend aan zijn eigen huis met tuin. In Engeland heb je nog het echte proletariaat, dat bovendien blijft groeien. Het kindje van één van mijn zussen is doof. Een simpele operatie zou het verhelpen, maar de wachtlijst is ellenlang. Intussen is dat jongetje zich wel al volop aan het ontwikkelen, die operatie komt dus veel te laat. Maar wie geld heeft, gaat voor. Nee, het gaat écht niet goed met dat land. Ik ben er nu al meer dan twintig jaar weg. Ik zie het er vreselijk bergaf gaan met de white working class trash.”
“Ik ben vannacht om halfvijf thuisgekomen, na een optreden in Turnhout. Vanavond opnieuw. Bij Alex net hetzelfde. Het tempo ligt hoog. En omdat we vaak op dezelfde avonden optreden, zien we elkaar niet zo vaak meer. Ik kijk uit naar onze tocht door Groot-Brittannië. Optreden voor twee man en een paardenkop, boven een Indisch vegetarisch restaurant. The real thing, jawel . Laat maar komen.”
Nigel Williams trekt momenteel door Vlaanderen met de voorstelling Democlash, www.nigelwilliams.be. Alex Agnew toert met de voorstelling Morimos Solamente, www.alexagnew.be.
In juni trekken ze met Thomas Smith drie weken langs comedy clubs in Groot-Brittannië.
Door Guinevere Claeys / Foto’s Saskia Vanderstichele
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier