Hoe kon een digitaal verzinsel als Slender Man tieners aanzetten tot moord ? Weekend Knack maakte declick’ tussen feit en fictie in een wereld waar alles bewezen kan worden, zolang je maar de juiste zoektermen ingeeft. Of hoe urban legends het digitale tijdperk trotseren.

Wanneer twee twaalfjarige meisjes een klasgenootje met negentien messteken om het leven proberen te brengen nadat ze op een horrorwebsite hadden gelezen dat je zo ontsnapt aan de wraak van cultfiguur Slender Man, duiken onderkaken en wifi-abonnementen simultaan de dieperik in. Hoe kan een verzinsel zo veel impact hebben in een periode die wij graag ‘het informatietijdperk’ noemen ?

“Beste vriend, Bill Gates wil zich ervan vergewissen dat zijn Internet Explorer de grootste browser blijft. Op dit moment voeren ze een e-mail-bètatest uit en ze hebben daarvoor onze hulp nodig. Voor elke persoon naar wie je deze mail doorstuurt zal Microsoft je een bedrag van 245.000 dollar storten.” De kans dat deze e-mail ooit uw mailbox opfleurde, is even groot als de kans klein is dat u hem daadwerkelijk naar al uw contactpersonen doorstuurde. Sinds de komst van het internet, dat talrijke aanbiedingen van Viagra en onverklaarbare loterijwinsten met zich meebracht, zijn we allemaal wat meer op onze hoede als iets te mooi lijkt om waar te zijn, want dikwijls is dat ook zo. Maar toch. Hoe vaak hebt u in een gesprek al eens laten vallen dat de mens “slechts tien procent van zijn hersenen gebruikt” ? Dat we “zo’n vijftal spinnen per jaar” oppeuzelen in onze slaap ? Dat wie in de stad woont “zich nooit op meer dan twee meter afstand van een rat bevindt” ?

TOEVALLIG EN VIA VIA

Hoewel we hebben geleerd wantrouwig te staan tegenover vreemde verhalen, zijn sommige ervan toch te sappig om ze niet te delen. Al vanaf het begin dat mensen met elkaar communiceren dienen urban legends om elkaar te onderhouden of levenslessen bij te brengen. Van de eerste overdreven verhalen onder jagers, tot grootmoeders die hun kleinkinderen op het rechte pad wilden houden : voor elke situatie was er wel een geschikte kroniek die de vertellers ’toevallig’ en ‘via via’ ter ore was gekomen.

Deze verhalen maken deel uit van onze rijke folklore en geven kleur aan onze tooggesprekken. Ze adapteren zich aan de tijdgeest en de maatschappij waarin ze terechtkomen, waardoor ze actueel en nieuw aanvoelen en dus des te aantrekkelijker zijn. Niet verwonderlijk dat deze traditie, die zich eerst oraal en later schriftelijk voortplantte, zich nu ook manifesteert in onze digitale wereld. Sterker nog : het internet heeft ons een gereedschapskist aan de hand gedaan waarmee we onze verhalen nóg geloofwaardiger en nóg straffer kunnen maken, met alle gevolgen van dien.

HET SNOEPJE VAN DE DIGITALE ONDERWERELD

Zo besloot Eric Knudsen op 10 juni 2009, onder de alias Victor Surge, deel te nemen aan een fotoshopwedstrijd op het internetforum Something Awful. De opdracht : bewerk foto’s zodanig dat er bovennatuurlijke elementen op te zien zijn. Knudsen won de wedstrijd met de vingers in de neus toen hij op oude zwart-witfoto’s van schoolkinderen een gezichtloze figuur met enorme ledematen op de achtergrond liet verschijnen. De foto’s hadden als bijschrift : “We wilden niet gaan, we wilden hen niet doden, maar zijn doordringende stilte en zijn uitgestrekte armen waren angstaanjagend en troostend tegelijk.”

Voor Knudsen was het gewoon een leuke wedstrijd waarbij hij zijn fotoshoptalent in de verf kon zetten, maar de onlinegemeenschap Something Awful werd meteen verliefd op de mythische figuur die ze Slender Man doopten. Mondige bloggers verzonnen verschillende verhalen rond het bestaan van deze uit de kluiten gewassen asperge die kinderen zou vermoorden en zijn slachtoffers in hun slaap bezocht. Alleen door zelf te moorden zou je in zijn gratie kunnen komen. Slender Man was het snoepje van de digitale onderwereld, dat ook op andere websites gesmaakt kon worden, en internetgebruikers hanteerden allerhande instrumenten om zijn verhaal zo écht mogelijk te laten lijken. Zo circuleerden er verschillende getuigenissen, virtual reality games, foto’s en zelfs een hele YouTube-reeks (Marble Hornets, die momenteel verfilmd wordt door de regisseur van onder andere Paranormal Activity).

Knudsen was zelf geschrokken van de hype die Slender Man veroorzaakte ; het leek erop dat zijn foto’s een van de bekendste griezelverhalen van deze tijd hadden gecreëerd. Weliswaar een griezelverhaal dat dankzij beeldmateriaal en ooggetuigenverslagen flirtte met de grens van waarachtigheid, maar een griezelverhaal, zonder meer. Toch ?

GEDIENSTIGE ZONDEBOK

Bijna exact vijf jaar nadat Knudsen Slender Man in leven had gefotoshopt, namen twee twaalfjarige meisjes uit de staat Wisconsin een klasgenootje mee naar het bos, waar ze haar negentien keer staken met een keukenmes. Het meisje kon wonderlijkerwijs ontsnappen en de twee jonge daders werden onmiddellijk gevat. Terwijl iedereen met afschuw en ongeloof reageerde, gaven de tieners op het politiebureau van Waukesha County zonder blikken of blozen toe dat ze hun vriendinnetje wilden vermoorden om zo in de gunst te komen van Slender Man. Ze hadden de legendarische figuur ontdekt op de horrorwebsite Creepypasta en hadden hem sindsdien meermaals in hun dromen teruggezien. De meisjes waren deze moord al zes maanden aan het plannen.

De gemeenschap was opgelucht. Als gruweldaden je ergste nachtmerries overtreffen, is het geruststellender om een schuldige te kunnen aanduiden dan om met vragen te blijven zitten. Bovendien heeft popcultuur zich altijd al gedienstig opgesteld als men op zoek moest naar een zondebok : videospelletjes, heavymetalmuziek, coca-cola, zelfs de I wanna hold your hand-Beatles kregen een beschuldigende wijsvinger onder de neus geduwd toen Charles Manson in 1969, na een foute interpretatie van Helter Skelter, iets te creatief werd met zijn slagersmes. Dat de recentste zondebok, gezien zijn ghost status, voor rede noch voor boeien vatbaar zou zijn, kon het Amerikaanse volk blijkbaar niet schelen. Dankbaar voor de sensationele headlines, pakten de kranten gretig uit met voorpagina’s die uitgebreid verslag brachten over de moordpoging, de gevaren van het internet en Slender Man zelf. Het was duidelijk wie in dit verhaal de boosdoener was, aldus de populaire mening.

INFORMATIE ALS VIRUS

Is de Slender Man-saga minder onschuldig dan andere spookverhalen die we elkaar vroeger vertelden ? Kunnen we wel zo veel verantwoordelijkheid leggen bij een verzinsel ? Is onlinecontent echt zo gevaarlijk als digital immigrants beweren ?

Charles Seife, professor journalistiek aan de universiteit van New York, noemt virtuele informatie the superbug of the mind. In zijn recentste boek Virtual Unreality onderzoekt hij de verspreiding van digitale nieuwtjes, verhalen en spitsvondigheden met gebruik van exacte wetenschappen. “Binnen de epidemiologie zijn er drie factoren die bepalen hoe besmettelijk een ziekte is : de overdraagbaarheid, de volharding van het virus, de onderlinge verbondenheid van ontvangers.” Wanneer prof. Seife deze drie factoren toepast op virtuele informatie komt hij tot de conclusie “dat digital content op dit moment het meest besmettelijke fenomeen op aarde is”. Vandaar dat populaire websites, prentjes of beelden ook viral genoemd worden : ze verspreiden zich met lichtsnelheid over alle continenten heen, ze zijn ontzettend besmettelijk en er is (voorlopig) nog geen vaccin.

Dat die populariteit bijzonder plots kan komen, weet ook Bill Wasik, de bedenker van de eerste flashmobs. Hij geraakte zo gefascineerd door het gegeven dat hij het leeuwendeel van zijn tijd wijdde aan het trending maken van verhalen en ideeën op het internet. Zijn ervaringen bundelde hij in 2009 in het boek And Then There’s This ; How Stories Live and Die in Viral Culture. Wasik kwam tot de conclusie dat een goed verhaal een belangrijke sociale component heeft. Wanneer je het verhaal ziet of hoort, zou je het meteen moeten willen delen met anderen ; omdat het belangrijke, nieuwe of gewoon leuke informatie bevat die zich pal in je eigen leefwereld bevindt. Aristoteles verwoordde dit eeuwen geleden als ‘ethos, pathos, logos’ ; een goede toespraak, een goed verhaal moet een ethische, emotionele of logische aantrekkingskracht hebben voor het publiek.

BRONSTIGE CAVIA’S EN APPLE-AANDELEN

Vroeger zou het verhaal van Slender Man zich beperkt hebben tot een kampvuur tijdens een scoutskamp, vandaag gaat het, vergezeld van fotografisch bewijs, de hele wereld rond. “Die mogelijkheid tot het snel en wijd verspreiden van informatie is fantastisch, zolang het correcte informatie is”, aldus Charles Seife. Want hoewel het delen van bijvoorbeeld een fout bericht over een ontsnapte bronstige cavia die zeventig wijfjes op één dag bevruchtte, misschien onschuldig en zelfs onderhoudend lijkt, is het overnemen van andere hoaxes (broodjeaapverhalen) dat helemaal niet. Op 16 mei 2007 vond technologiewebsite Engadget een interne memo van Apple waaruit bleek dat het bedrijf de lancering van de nieuwe iPhone met enkele maanden moest uitstellen. Opgetogen met de scoop, postte de website het bericht prompt online. De beurs reageerde onmiddellijk : op enkele seconden was het Apple-aandeel met twee procent gedaald, ook al moest Engadget het artikel na enkele minuten alweer offline halen : de memo waarop ze zich gebaseerd hadden bleek vals.

Dat desinformatie onze werkelijkheid kan aantasten is wel duidelijk, maar Apple had geluk dat andere nieuwswebsites het bericht nog niet hadden overgenomen, zoals dat in deze tijden van snelle informatie en scoops wel eens gebeurt. Hoe meer mensen zich immers achter een verhaal scharen, hoe waarachtiger het lijkt.

Om dit te staven haalt Seife het verhaal aan van de voormalige Zuid-Afrikaanse president Thabo Mbeki, die in 1999 een behoorlijk controversiële speech gaf tegen het eerste anti-hiv-medicijn AZT. De president liet zich laatdunkend uit over het geneesmiddel, waarschuwde zijn volk voor de ’toxische bestanddelen’ ervan en dat terwijl meer dan 13 procent van de Zuid-Afrikaanse bevolking op dat moment hiv-positief was. Toen verbijsterde medische prominenten hem vroegen waarom hij zo gekant was tegen de remedie, verwees Mbeki naar verschillende hiv-ontkenningswebsites, die beweerden dat aids niet wordt veroorzaakt door het hiv-virus en die iedere vorm van niet-natuurlijke interventie afzwoeren. Mbeki weigerde alle medische hulp, zelfs als ze gratis was, en liet zijn minister van Volksgezondheid de Zuid-Afrikanen aansporen om zichzelf te genezen met bieten, citroen en look, met alle gevolgen van dien. Wetenschappers noteerden in het Amerikaanse Journal of Acquired Immune Deficiency Syndromes dat er tussen 2000 en 2005 ongeveer 300.000 mensen het leven lieten omdat Mbeki weigerde antiretrovirale medicijnen in te voeren.

Het meest ontstellende is dat Mbeki tot op vandaag denkt dat hij het beste voorhad met zijn volk. Ondanks de resultaten gepubliceerd in het AIDS Journal zijn er nog steeds websites, studies en meningen die hem gelijk geven. En dat, zo schrijft Seife, is misschien wel de grootste verandering die het internet heeft teweeggebracht. “Het internet, in zijn meest democratische vorm, stelt iedereen in staat om informatie te verzamelen, maar ook om informatie te creëren. Al deze informatie wordt opgeslagen binnen een systeem waarin de hiërarchie en waarachtigheid van deze informatie moeilijk vast te stellen is.”

CURATOR VAN WERKELIJKHEID

Alles wat om het even wie als feit of als fictie online heeft gezet, valt dus door iedereen naar believen te gebruiken. Wie een overtuiging heeft, vindt daar gegarandeerd bewijs voor op het internet — mits de juiste zoektermen worden gebruikt. Om het met de woorden van de grote Homer Simpson te stellen : “Facts are meaningless. You can use facts to prove anything that’s even remotely true.”

Natuurlijk zijn er altijd wel signalen die een vals bericht markeren. Maar afgaand op de hoeveelheid desinformatie die dagelijks in onze Facebook-feed voorbijscrolt, blijken er toch nog mensen te zijn die deze wapperende rode vlaggen negeren, tot groot jolijt en profijt van spindoctors en websites als Snopes en Skeptic Society. Bij deze sites kun je terecht als je twijfelt aan de echtheid van informatie die je gevonden hebt, van watermeloenen die in je maag groeien na het inslikken van een pitje, tot verdachte e-mailadressen. De mensen achter deze onlineplatformen doen een beroep op experts, professionele hackers en op hun gezond verstand om de waarheid te achterhalen. Stel je immers voor dat je écht een erfenis van een Nigeriaanse prins dreigt mis te lopen.

Anno 2014 beheren we onze eigen realiteit. Het informatietijdperk in al zijn overvloedigheid verplicht ons zelf te beslissen wat waar is, wat belangrijk is en wat we met de wereld willen delen. We beschikken over een oneindig grote stockroom vol feiten, fictie en verzinsels waarin wij de belangrijkste curatoren zijn. Een taak die misschien iets te hoog gegrepen is voor een stel twaalfjarigen.

Opgelet : wie dit artikel straks niet uitscheurt, kopieert en naar haar volledige adressenbestand stuurt, staat een jaar vol tegenspoed en knellende kuitrokken te wachten ! !

Charles Seife ‘Virtual Unreality : Just Because the Internet Told You, How Do You Know It’s True’ werd op 30 juni uitgebracht bij Penguin Putnam.

DOOR KATRIN SWARTENBROUX & ILLUSTRATIE PIETER VAN EENOGE

Als gruweldaden de ergste nachtmerries overtreffen, is het geruststellender om een schuldige te kunnen aanduiden dan om met vragen te blijven zitten, ook al is hij virtueel

Populaire sites of beelden worden ‘viral’ genoemd : ze verspreiden zich met lichtsnelheid, zijn ontzettend besmettelijk en er is (voorlopig) geen vaccin

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content