IJsvissen, het is nog Scandinavischer dan de kerstman met zijn vliegende rendieren. Behalve ijs en vis heb je een boor en een lijn nodig, kennis en behendigheid, geduld, concentratie en geluk (of een portie gerookt vlees).

: : Wie interesse heeft voor ijsvissen, hondensledetochten, zeekajakken of andere vormen van ‘gecontroleerd’ avontuur kan contact opnemen met Henk Bossuyt via mail : henkbossuyt@telia.com

Nooit heb ik gedacht dat er een visser in mij zat, tot die keer, ergens in het midden van Zweden. Ik was plat op mijn buik gaan liggen om in een gat van enkele centimeter te kijken naar de bodem van een diepgevroren meer. Wat ik sindsdien aan spektakel voor mijn neus mocht aanschouwen !

Zo was er eerst een zalmforel die heel opschepperig mijn aas voorbijzwom zonder er ook maar naar om te zien. Dacht ik toen, maar ik leerde snel. Eerst komen ze op verkenning, om na enkele omzwervingen heel voorzichtig het aas wat dichter te bestuderen. Wordt die goedgekeurd, dan hapt de vis toe. Of beter nog, wanneer de vis echt op jacht is, slaat die toe als een bliksemschicht. Het zand op de bodem stuift dan op en hij verdwijnt even vlug als hij gekomen is, tenzij hij aan je haak hangt, waarop het gevecht tussen mens en dier kan beginnen. Dan moet je voor honderd procent geconcentreerd zijn om de buit boven te halen.

Wat pas echt magisch is, is de omgeving. Ånnsjön (met een diameter van om en bij de vijftien kilometer en diepten tussen twee en vijftien meter) ligt ingebed in een wondermooi en stil sneeuwlandschap. Aan de ene kant de bergen op de grens met Noorwegen, daartegenover het meer. De geringste vorm voor pleinvrees kun je het best missen in die uitgestrektheid. De grootsheid van het landschap vangt je volledig. Hier ben je een deeltje van het universum. Geen meester over de natuur. Je ondergaat.

Het is nog vrij donker, het begint pas te dagen, maar het is wel al negen uur. Wij zijn deze morgen rond zessen vertrokken vanuit Östersund, hoofdplaats van de provincie Jämtland. Voorbij Åre, het grootste skistation van Scandinavië, ging het richting Noorwegen. Weg van de bewoonde wereld. Hier woont geen kat meer. Eindeloos lijken de besneeuwde wegen door de bossen. Ingemar moet geregeld afremmen voor overstekende reebokken en rendieren. Het is een rit van ruim anderhalf uur en onderweg is vis het gespreksonderwerp. Wat had je anders gedacht : vis, vis en alles wat ons vissen de komende dagen kan beïnvloeden. De klimatologische omstandigheden zijn uiterst bepalend bij het ijsvissen. Een vis kan zijn lichaamstemperatuur niet regelen en is bijgevolg afhankelijk van de omgevingstemperatuur. Dat bepaalt op zijn beurt zijn metabolisme en zijn activiteit.

Zalmforel wordt ideaal gevist bij een watertemperatuur van rond de 13 graden. In wintertijd ligt de temperatuur van het water tussen de 3 en de 6 graden. De minste luchtdruk- en temperatuurschommelingen in het water kunnen de eetlust opwekken. Ook belangrijk : ligt er sneeuw op het ijs ? Welke sneeuw ? Is niet alle sneeuw hetzelfde ? Wist je dat de Lappen honderd of meer namen hebben voor de verschillende sneeuw- en ijskwaliteiten ?

Dit jaar hebben we geen geluk. De temperatuur schommelt rond het vriespunt, soms erboven zelfs, en in deze omstandigheden is elke graad boven nul er een te veel. Want de heerlijke sneeuw verandert al vlug in ellendige regen.

De weg wordt aalglad en Ingemar is danig aan het piekeren over de beste plaats op het meer. Hij is een ervaren visser. Het is zijn leven. Als onderzoeker bestudeert hij het gedrag en de populaties van vissen. Hij werkt bij de milieudienst van de provincie Jämtland.

Rendiervlees voor de vissers

We zetten onze spullen af in de blokhut waar we zullen overnachten. Voorzien van ijsboor, ijsprik, wormen en een camera, trekken we het meer op. Een eskimomuts over de oren, kleren in meerdere lagen over elkaar, bonthandschoenen, gevoerde laarzen met wollen sokken en een lange onderbroek zijn hier geen overbodige luxe.

Het ijs is een levende massa en vertoont barsten. Kleine en behoorlijk grote, tot meer dan een meter breed. Het komt erop aan een goede plaats uit te kiezen. En dan maar gaten boren. Het ijs wordt geperforeerd dat het een lieve lust is. Van dat ijsboren krijg je alvast warm. En pijn in je armen. We hebben nu zeker al vijftig gaten gemaakt en niets van activiteit gemerkt. Niets. Het werkt zowaar op Ingemars zenuwen. We moeten onze tactiek omgooien.

Tactiek is een sleutelwoord bij het vissen. Eerst verkennen we het diepste gedeelte. Dan schuiven we per meter hoger en hoger. Ingemar stelt voor om naar een ondiepere plaats te verkassen, maar niets baat vandaag. IJsvissen kan je geduld sterk op de proef stellen. Je weet dat de zalmforellen er zijn, in het beste geval heb je ze zelfs gezien. Maar je kunt niets forceren, je hebt niets in handen. De dag eindigt zoals die begonnen is. Zonder vis.

Gelukkig heeft Ingemar wat gerookt rendiervlees meegenomen. Voor in het allerergste geval…

Het aas danst een slow

Bij het krieken van de dag zien we zon en blauwe lucht. Het landschap is bedekt met een vers laagje sneeuw. Het licht schildert de bergen in een prachtige aquarel. Dit is een droomlandschap. We beslissen om een ander deel van het meer te verkennen, met ondieper water. Het is een eindje trekken en ik neem onderweg te veel foto’s. Als ik er aankom, is Ingemar al volop bezig, hij heeft zijn eerste zalmforel al op het droge. Zodra je beet hebt, komt het erop aan het aas zo vlug mogelijk opnieuw onder water te krijgen. Waar er eentje bijt, volgen er gegarandeerd andere.

Een gat boren op de goede plaats is één, de aandacht van de vis trekken vergt nog meer kennis en behendigheid. Je begint met een aantal lokbewegingen, rukjes aan de lijn. Het aas mag daarna volledig stilliggen en ten slotte kleine, zachte bewegingen maken. Je ziet hoe de vis reageert op je bewegingen. De aandacht van de vis wordt gewekt door geluid (de beestjes vangen geluidsgolven op over de volledige lengte van hun lichaam). Wie juist trilt, vangt het best ! En de aassoorten moeten klein, fijn en levendig zijn, anders vang je ’s winters niets.

Maar stilaan maken ook mijn gedachten kleine, zachte bewegingen. Op een ijsvlakte met een dergelijk fantastisch uitzicht heb je alle tijd om te mijmeren. Ik voel me een deel in het geheel. We hoeven de wekker niet te zetten opdat de zon zou opgaan. Het getij van de zee houdt niet op als we die de rug toekeren. We moeten niet ongelukkig zijn dat we de natuurwetten niet kunnen beheersen. We kunnen maar beter durven los te laten. Maar niet deze forel ! Een flinke ruk aan de vislijn wekt mij uit mijn dromen.

Tekst Henk Bossuyt

De omgeving is pure magie : de besneeuwde ijsspiegel reikt haast tot aan de bergen op de grens met Noorwegen.

Je weet dat de zalmforellen er zijn, in het beste geval heb je ze zelfs gezien. Maar je kunt niets forceren.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content