COLUMN

Tessa Vermeiren
Tessa Vermeiren Tessa Vermeiren is voormalig hoofdredactrice van Knack Weekend

Voor deze week had ik een smalend stukje in mijn hoofd over dat stelletje vetbetaalde Anderlechtspelers dat er niet in slaagt om zijn dure internationale reputatie in daden om te zetten. Maar ondertussen stond de wereld weer even stil.

Want inmiddels was op 22 september’s namiddags de eerste fax binnengelopen over Sémira Adamu die in het Saint-Luc ziekenhuis was opgenomen in coma. Diezelfde avond overleed ze aan een hersenbloeding. Ten gevolge van een poging tot gedwongen repatriëring “volgens het boekje, door ervaren rijkswachters”. Van dat boekje en die ervaring, bleek achteraf niet veel te kloppen. Het land ontstak in woede en verontwaardiging. Een minister van Binnenlandse Zaken, die voor het eerst in zijn politieke leven zo aangeslagen leek dat hij zijn tot tweede natuur geworden arrogantie aflegde, trad af. Er was een begrafenisplechtigheid, met veel machteloos huilende mensen, in de belangrijkste kathedraal van het land. Er stond een bloemenkrans van de koning en de koningin. Dat echtpaar biedt zich meer en meer aan als een doekje voor het bloeden in dit land dat, op het tweede gezicht, veel minder lieflijk blijkt dan de rozentuinen binnen de muren van het Belvédèrepaleis zouden laten vermoeden.

Waarom hebben Albert en Paola niet een deel van hun riante buitenverblijf in het rustige Ciergnon opengesteld voor de vijftig mensen die in Steenokkerzeel door Binnenlandse Zaken in paniek met pak en zak op straat werden gezet? Fabiola heeft ook nog zo’n prachtvilla in Retie waar alleen wat nonnetjes in de tuin wonen.

Ach wat zouden zij een echt gebaar stellen? In de meest dramatische aller weken durft de burgemeester van Den Haan een leegstaand vakantiecentrum weigeren aan het Rode Kruis om er asielzoekers in onder te brengen.

Is het niet toevallig dat vooral jonge mensen, die duidelijk zelf niet veel hebben, de illegalen een stem geven op het publieke forum?

Wie niet veel materieel bezit heeft, heeft niet veel te verliezen. Die ziet eerder andere rijkdommen in het dagelijks contact met vreemde culturen, in het kunnen delen van het weinige dat hij heeft.

De anderen denken bijvoorbeeld aan hun huis, dat allicht in waarde daalt als er een asielcentrum in hun buurt komt. Aan de rust in hun straatje die verstoord zal worden door op straat spelende Kosovaarse of Afrikaanse kinderen. Aan het feit dat zij minder zullen krijgen uit de grote pappotten als er met meer moet worden gedeeld.

Wij zijn een volgevreten volk met protserige villa’s, symbolisch zelfs vaak als kleine burchten met wachttorentjes uitgerust. Een volk met gesloten gordijnen en neergelaten rolluiken. Een volk waar je een afspraak maakt voor je op bezoek gaat. Een volk dat zijn vuile was binnenhoudt en dat liever niets te maken wil hebben met de miserie van anderen. Zeker niet als die van ver komen, bruin of zwart zijn en een andere god aanbidden.

Dat arrangeurs-volk moet niet verbaasd zijn als die mentaliteit, middels officiële gefotokopieerde handleidingen, mannen in uniform kweekt, die schieten voor ze bedreigd worden en een jonge vrouw, die angstig vecht tegen haar noodlot, in een onmogelijke houding verstikken met een kussen op haar gezicht.

Als jonge mensen die een andere mentaliteit willen, bij deze dramatische feiten de deuren van de Senaat forceren om hun woede tot daar binnen te brengen, is dat misschien een teken dat er dringend een einde moet komen aan de zelfgenoegzaamheid in het land van Baas Ganzendonk, waar de kwalijke gewoonte is ontstaan om de problemen pas aan te pakken als ze zich voordoen. Voor je het weet is het te laat.

Tessa Vermeiren

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content