Vergelijk parfums met muziek. Ze kunnen een mens in extase brengen, maar voor je ze goed kunt vatten, zijn ze alweer verdwenen. Vluchtigheid, maar geen oppervlakkigheid.

Sommige geuren zijn als een teletijdmachine. Al moet je natuurlijk geluk hebben net de juiste geur te ontmoeten, die je frontaal neus voor neus zet met een herinnering.

We gaan veel te slordig om met geuren. Dat zintuig zit daar maar te zitten, we gebruiken het te weinig. Het eerste wat we aan kinderen leren, zijn de woordjes mama en papa. Daarna volgen de kleurtjes. Maar zeggen we ooit : “Ruik eens, dit zijn viooltjes” ?

We ruiken te weinig, maar we willen wel alles aromatiseren. Alles moet anders geuren dan het in wezen is. We zijn ook zo bang om zelf te ruiken, terwijl vijftig jaar geleden nog niet eens elk huis een badkamer had. Stinken is niet goed, maar elke mens ruikt.

De parfumerie gaat zichzelf ooit kapotmaken, heb ik lang gedacht. Zoveel merken, zoveel geuren, zoveel soorten. Maar toch blijft dat bestaan, omdat iedereen door moeilijke en makkelijkere levensfases gaat. Voor alles en iedereen moet er iets zijn.

Hoe vlugger de geur verdwijnt, hoe meer we verkopen. Zo lijkt het soms te zijn bij commerciële geuren : alsof ze beter zouden kunnen, maar er een kantje van is afgeknabbeld. Vroeger werden parfums echt gekoesterd, nu zijn het net wegwerpartikelen.

Als ik uitleg hoe je het best een parfum kiest, hoor ik veel bezoekers zuchten. Maar ze hebben toch ook anderhalf uur uitgetrokken voor mijn museum ? Waarom dan niet hetzelfde doen voor een parfum. Ken jij één vrouw die een beha koopt zonder te passen ?

Probeer ze eerst op papier, daarna op je lichaam, ga een uur wandelen, en beslis dan pas. Verkoopsters worden opgeleid om zo snel mogelijk zoveel mogelijk te verkopen. Maar wat is het nut daarvan ? Wie teleurgesteld is, komt toch niet meer terug.

Meer dan tien jaar was ik verslingerd aan Angel van Thierry Mugler. Daarmee laat je echt een kenteken achter. Je moest mijn collega’s bezig horen : “Of Colette hier al is ? Ruik je dat dan niet ?” Best fijn eigenlijk.

Gekleed, geparfumeerd, en een beetje opgemaakt, dan pas was ik àf. Elk van die drie was vroeger evenwaardig voor mij. Nu parfumeer ik me subtieler, meer om mezelf te plezieren. Ik denk dat ik minder sporen achterlaat dan toen.

Geen parfumeur kunnen worden is dé frustratie van mijn leven. Op zo’n dagcursus in Grasse besefte ik pas hoe nietig ik daarin ben. Hoeveel ik er ook van hou, bij de gedachte aan moleculen raak ik de draad kwijt.

Parfumeur is in de eerste plaats een vak. Het geurorgel waar ik vroeger van droomde, blijkt niet eens meer gebruikt te worden. Vandaag zitten ze gewoon achter een laptop, chemische combinaties te verzinnen.

Een verzamelaar leeft veel langer, las ik ooit. Omdat hij altijd een doel heeft. Maar een obsessie is het niet. Hoewel ik een enorme verzameling parfums heb, ben ik niet materialistisch. Ik kan grenzen trekken : of ik iets heb of niet, eraan sterven doe ik niet.

Mijn ‘petite pisseuse’ is een topstuk. Een naakt porseleinen vrouwtje uit begin vorige eeuw, op een pispotje en met boven haar hoofd een peertje. Als je daarop duwde, plaste ze parfum. Hypererotisch in die dagen.

Ik vind het niet erg dat mijn museum kleiner is dan Grasse. Dat is dan wel mijn grote, onbereikbare voorbeeld, maar voor een leek is het toch een beetje zoals het Louvre bezoeken in één dag : je komt er met zó’n hoofd buiten.

Alles hoeft niet meteen en tegelijkertijd. Vroeger had ik altijd het gevoel drie levens te kort te komen. De vele plannen blijven : geschiedenis studeren, Duits leren, borduren,… Maar nu weet ik dat alles op zijn tijd komt.

Colette Coenegrachts (51), voormalig coördinator van het Modemuseum Hasselt, is eigenares van het museum Parfum-O-Theek en Bed&Breakfast Villa-O-Parfum, Monstreystraat 17, 8420 Wenduine, www.parfum-o-theek.be.

Door Stefanie Van den Broeck / Foto Ann Vallé

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content