Met heel wat van haar creaties schreef ze geschiedenis, en zo stelde ze geleidelijk het stijlboek samen dat haar merk vandaag nog steeds uniek maakt. Gabrielle Chanel, een sterke persoonlijkheid met een neus voor trends.

H Grotendeels gebaseerd op ‘Chanel – Een vrouw alleen’ (De Kern / Rainbowpocket, 1991, 514 p.), een biografie door Axel Madsen.

H Volgende week nummer 2 in de zomerreeks Bella Donna : Estée Lauder.

Haar hele leven lang probeerde Chanel haar bescheiden afkomst te verloochenen. Ze schaamde zich voor het feit dat ze een dochter was van ongehuwde marktkramers en probeerde haar leven te romantiseren door mateloos te overdrijven en feiten te verdraaien. Dat zorgde voor verwarring, maar ze wist heel goed wat ze deed : toen iemand haar aanraadde om een psychiater te bezoeken antwoordde ze stellig : “Ik, die zelfs in de biechtstoel de waarheid niet vertel ?” Op haar twaalfde werd ze wees en kwam in een klooster terecht. Ze haatte het, maar leerde er kleren maken. Toen Gabrielle twintig werd, trok ze naar Vichy om te gaan zingen in bars. Aan het succesnummer Qui a vu Coco heeft ze haar bijnaam te danken.

Ze leerde er rijke mannen kennen, zoals Boy Capel, die haar hielp om een winkel te openen in de Parijse rue Cambon. Vrouwen voelden zich bevrijd in haar ruime vesten, broeken, linnen rokken en matrozenbloezen : Chanel maakte korte metten met de stijve mode van de negentiende eeuw. Ze introduceerde met succes la petite robe noir, badmode, sportieve kledij, faux bijoux, en zette de trend met haar bruingebrande teint en korte jongenskapsel. Coco maakte van zwart een modekleur en omringde zich graag met luxe en bekende vrienden als Pablo Picasso, Igor Stravinski en Cocteau. Het ging haar voor de wind : ze opende een tweede winkel in Biarritz, kreeg aandacht tot in Amerika en had na amper zes jaar al driehonderd man in dienst.

Ze pakte het dan ook slim aan : aan vrouwen die in het oog liepen, gaf ze kleding cadeau, die dan in ruil haar naam fluisterden wanneer men vroeg waar ze die goddelijke jurk vandaan hadden. Ook haar parfum was een staaltje lef en branie : in een tijd waarin zwoele geuren met namen die tot de verbeelding spraken en kunstig bewerkte flacons de norm waren, koos ze voor een bloemengeur met aldehyden, verpakt in een eenvoudige vierkante fles, met de droge naam N°5, naar het vijfde staal dat ze selecteerde. Ze verstoof de geur in de pashokjes van haar winkels en creëerde zo een vraag waar ze niet onmiddellijk op inging, om de hype aan te zwengelen. “Een vrouw die geen parfum draagt, heeft geen toekomst”, beweerde ze, en ze vond dat enkele druppels achter de oren, in de holte van de schouders of op de polsen ‘verplicht’ waren.

Maar haar ambitie stond geluk in de liefde in de weg : ze bleef heel haar leven mademoiselle Chanel. Ze wees de Russische groothertog Dimitri Pavlovitj af, net zoals de hertog van Westminster, de rijkste man van Engeland. “Zodra ik moest kiezen tussen de man die mij liefhad en mijn jurken, koos ik voor de jurken. Werk is altijd een soort drug geweest voor mij, hoewel ik me soms afvraag wat Chanel geweest zou zijn zonder de mannen in mijn leven”, vertelde ze ooit.

Toen de Tweede Wereldoorlog begon, sloot Coco haar modehuis, om het pas vijftien jaar later, in 1954, opnieuw te openen. Ze was toen 71, maar nog steeds even koket, ijverig en ingenieus als vroeger. Haar tijdloze zwarte jurkjes, tweed mantelpakjes en accessoires vinden tot vandaag nog steeds gretig aftrek in de hele wereld. Chanel bleef ontwerpen tot aan haar dood begin 1971, waarna Karl Lagerfeld de fakkel overnam.

Ann Cosyn

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content