claustrofobisch
De Belgische regisseuse Marion Hänsel verfilmde vijftien jaar geleden al een Zuid-Afrikaanse roman, “Dust”, weliswaar op locatie gedraaid in het Spaanse Almería. “The Quarry” is opnieuw een verfilming van een vrijwel onbekende Zuid-Afrikaanse roman (van Damon Galgut), maar dit keer ter plekke gedraaid. De verschroeiende hitte van de zonovergoten landschappen en de uitgekiende Cinemascoop-composities geven aan de film een sfeer van ruimte en luminositeit, die dramatisch contrasteert met het overheersende gevoel van claustrofobie.
De film begint op het randje van het karikaturale, maar wint geleidelijk aan kracht en overtuiging. De dominee Frans Niemand (zou de naam symbolisch zijn?) geeft op weg naar een nieuwe post in een township in het noorden, een lift aan een voortvluchtige man (John Lynch). De geestelijke voelt meteen dat er iets niet pluis is, hij zou doodgraag de biecht van de lifter aanhoren, maar legt meteen ook zijn hand op de knie van zijn passagier. “I know what it is to be desperate”, zegt de dominee net voor de man hem met een wijnfles de schedel inslaat. De lifter laat Frans Niemand dood achter in een steengroeve en neemt zijn plaats in, meldt zich aan in het nieuwe township waar hij sermoenen geeft, de laatste sacramenten toedient en uiteindelijk zelf zijn slachtoffer officieel begraaft. Helaas sleept hij ook een aantal anderen mee in zijn bedrog: twee zwarte broertjes die zijn met bloed besmeurde kleren hadden gestolen, krijgen de moord in de schoenen geschoven. De film wordt toegespitst op de relatie tussen de fake dominee en een jonge politiekapitein (Jonny Phillips), die hardnekkig naar de waarheid blijft speuren. De blonde politieman is een blanke suprematist, die in bloot bovenlijf fetisjistisch zijn rode Honda-motorfiets staat te polijsten, terwijl zijn handlangers in de gevangenis bekentenissen uit de verdachten kloppen. Tussen de vluchteling en de politieman, die ook een verhouding heeft met de zwarte meid van de dominee, ontstaan allerlei dubbelzinnige spanningen. Wat ook typisch is voor Hänsels stijl van filmen, waar je meer tussen de beelden moet lezen, waar de stilte even veelzeggend kan zijn dan de dialogen, waar thema’s als identiteit, schuld en verlossing tot hun kale essentie worden herleid en de suspens naar het metafysische zweemt. Hänsel beoefent met het anti-spectaculaire “The Quarry” een soort cinema, die haaks staat op wat tegenwoordig in de mode is, maar dat maakt precies ook de charme ervan uit.
Vanaf volgende week in de bioscoop.
“The Quarry” van Marion Hänsel, met John Lynch, Jonny Phillips, Serge-Henri Valcke, Sylvia Esau.
Patrick Duynslaegher
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier