City(s)trippers

© MARTINPARR/MAGNUM PHOTOS/REPORTERS

Venetië is allang verzopen. En in Barcelona en Amsterdam happen ze naar adem. Nee, we hebben het niet over de stijging van de zeespiegel, maar over de hordes toeristen die deze plekken bijna onleefbaar dreigen te maken. Misschien dat het kleine Brugge de grote zussen kan leren hoe het moet.

Populaire steden als Barcelona en Amsterdam kunnen de groei van het toerisme niet meer aan. Inwoners trekken de straat op om te protesteren tegen de stijgende huurprijzen, en de wildgroei aan toeristenrestaurants, hotels en taxi’s in hun stad. De stadsbesturen bevinden zich ondertussen in een pijnlijke spreidstand. Tegen het geld van de toeristische sector valt moeilijk nee te zeggen, maar hoe voorkom je dat je eindigt als Venetië, een stad met nog nauwelijks inwoners maar jaarlijks wel 20 miljoen toeristen ? Lokale kruideniers werden er verdreven door souvenirshops met Made in China-rommel, en luxehotels palmden de oude glasfabrieken van Murano in.

In Cambodja dreigen ruïnes van Angkor Wat al enkele jaren opgeslokt te worden door Moeder Aarde, omdat het groeiende aantal hotels in de buurt het water onder dit achtste wereldwonder blijft wegpompen. “Zoals elke grote industrie heeft toerisme een serieuze schaduwzijde”, zegt The New York Times-journaliste Elizabeth Becker, die het kritische boek Overbooked : The Exploding Business of Travel and Tourism schreef. “Het berokkent enorme schade aan de natuur en de plaatselijke cultuur. Neem nu het voorbeeld van Angkor Wat, dat overigens geen bezoekers- limieten hanteert. Siem Reap, de stad die hier het dichtst bij ligt, krijgt elk jaar zo’n drie miljoen toeristen over de vloer. Het centrum van de stad, ooit met een rustige, Franse koloniale markt, is nu een luide toeristenbuurt met hotels, restaurants en karaokebars. Maar Siem Reap heeft helemaal geen systemen om water te zuiveren en afval te recycleren, met als gevolg dat de tempels van Angkor wegzakken en dat de rivier zwaar vervuild is. Komt daar nog bij dat de honderdduizenden bezoekers van Angkor Wat vrij zijn om te gaan en staan waar ze willen en dus veel van de originele Khmerstenen vernielen.”

De meeste toeristen in Siem Reap en Angkor Wat zijn Chinees, Vietnamees en Koreaans. En die richten nu ook de blik op Europa. De populaire reisvergelijkingssite SkyScanner verwacht dat Europese toeristen de klassiekers – denk aan Londen, Parijs, Barcelona en Rome – in een niet zo verre toekomst links zullen laten liggen. “Er komt een stortvloed aan Chinese toeristen in de jaren 2020”, zegt de Amerikaanse trendwatcher Daniel Burrus. Dat valt nu bijvoorbeeld ook al te merken in het Russische Sint-Petersburg, dat door het wegblijven van Europese toeristen opvallend Chinees kleurt.

Om het in eigen stad nog enigszins leefbaar te houden, heeft Barcelona een hotelstop aangekondigd en de toegang tot bepaalde publieke plekken betaalbaar gemaakt. In Amsterdam kijkt wethouder Kajsa Ollongren met belangstelling naar die ontwikkelingen. In 2025 zal de Nederlandse hoofdstad naar verwachting 23 miljoen bezoekers over de vloer krijgen, tegenover 17 miljoen in 2014. En dat terwijl de bevolking van Amsterdam tegen die tijd gegroeid is van 827.000 naar 940.000 inwoners. In het centrum geldt ondertussen ook al een hotelstop. “Op sommige plekken is het op sommige momenten niet meer prettig. Ik begrijp het gemor over de drukte”, zei ze in het Amsterdamse dagblad Het Parool. “We zitten elkaar weleens in de weg. Daarom willen we de bierfiets verbieden in grote delen van de binnenstad, en staan we bepaalde initiatieven niet toe, zoals de amfibike.”

HET BRUGSE VOORBEELD

Misschien moet Ollongren haar oor eens te luisteren leggen in Frankrijk, volgens Elizabeth Becker een voorbeeld van hoe een land wel kan omgaan met de toeristenstroom. “In de 21ste eeuw is Frankrijk het meest bezochte land ter wereld geworden. Ze zijn erachter gekomen dat hoe meer Frankrijk zichzelf blijft, hoe aantrekkelijker het is voor toeristen. Geen enkel ander land heeft harder gevochten om het toeristische beest te temmen. Toerisme is de belangrijkste economische sector, de belangrijkste leverancier van jobs en het belangrijkste exportproduct (in de handelsbalans geldt toerisme als export). Natuurlijk is het land niet immuun voor de nadelen. Een grote vrees is het aantal buitenlanders dat een tweede verblijf in Frankrijk koopt, een fenomeen dat locals uit hun huizen verdrijft. In sommige buurten van Parijs koloniseren buitenlanders appartementsgebouwen en ruimen lokale cafés het veld voor luxeboetieks.”

Vreemd genoeg maakt Becker in haar boek geen melding van de stad Brugge, dat in de rangschikking van steden met het grootste aantal toeristen ten opzichte van de bewoners wereldwijd op nummer één staat : 18.000 inwoners voor de binnenstad tegenover 6,6 miljoen toeristen in 2015. In theorie betekent dat dus dat er elke dag van het jaar meer toeristen dan inwoners in de Brugse binnenstad rondlopen. En toch wordt dat er niet als een probleem ervaren. “Het is hier altijd op eieren lopen, maar we slagen er al jaren in een goed evenwicht te bewaren”, vertelt burgemeester Renaat Landuyt. “Daarvoor moeten we wel streng zijn. Opvallende reclame en vensterverkoop is hier heel moeilijk. Nieuwe hotels zijn al tientallen jaren niet welkom, enkel de bestaande mogen proberen uit te breiden. In alles wat we doen, vertrekken we vanuit de leefbaarheid voor onze inwoners.”

NIET MEER MAAR BETER

Soms krijgt Landuyt verwijten van zijn middenstanders dat hij niet meer toeristen in zijn stad wil. “Onze ambitie is niet om die 6,6 miljoen nog te doen stijgen, al zullen we dit jaar sowieso veel meer cruisetoeristen over de vloer krijgen. Toch mikken we veeleer op de variatie van het cliënteel. Zo hebben we vorig jaar de Triënnale Hedendaagse Kunst en Architectuur georganiseerd. Om de toerist te verrassen, maar ook omdat we weten dat de kunstminnende bezoeker meer financiële draagkracht heeft. We zijn niet te beroerd om dat toe te geven.”

Niet meer maar beter toerisme dus, en dat betekent reglementering. Landuyt : “Dat komt misschien wat ambetant over, maar er moet simpelweg orde zijn. Daarom beperken we de vrije markt, om niet te eindigen zoals het schrikbeeld dat Venetië oproept. Natuurlijk behoren we als klein stadje niet tot de orde van Barcelona, Rome of Amsterdam, maar we houden onze grote broers wel goed in het oog. Het probleem is dat zij niet naar hun kleine broertje kijken. Zo heeft Barcelona veel problemen met de slechte reglementering van het uitgaansleven. Hier niet. Het uitgaansleven hier is gericht op de lokale jeugd. Festivals of feestjes die toerisme veroorzaken, interesseren ons niet en zijn hier dus in de meeste gevallen ook niet welkom. We zijn doodsbang voor echte overlast.”

Door Sebastiaan Bedaux

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content