Directeur-conservator Fotomuseum (32)

Mijn vader verzamelde schilderijen en dat gaf thuis een visuele instelling, maar fotografie en film waren onbekend terrein.

Anton Corbijn heeft me fotografisch wakker geschud met een reeks zwartwitfoto’s van U2 in Death Valley, waarin hij ze op een heel andere manier in scène zette. Ik was vijftien en het liet een fenomenale indruk na.

Ik heb geen echte praktijkervaring als fotograaf. Bovendien had ik niet het geduld om een oeuvre op te bouwen, en toen ik met het tijdschrift Obscuur begon, begreep ik dat ik beter op beleidsniveau kon gaan werken.

Ik ben geen beeldenstormer. Ik wil verandering, maar niet ten koste van de traditie en van de ervaring. Daarom wil ik actueel bezig zijn, maar telkens vanuit een historisch besef.

We maken geen permanente opstelling meer, we kiezen voor viermaandelijks wisselende tentoonstellingen. Dat zorgt voor een hoog ritme en het geeft zuurstof aan de collectie.

Fotografie bestaat uit thema’s en ideeën, het is geen kunsthistorisch gegeven. .Als dat wel zo was, konden we nooit de 40.000 beelden tonen omdat ze niet in een stroming of in een kunsthistorisch model passen.

Een sterke foto boeit en kan dus getoond worden. De geschiedenis van onze collectie bewijst dat fotografie een medium is dat letterlijk in het verlengde van de mens ligt. Alles wat in de maatschappij aanwezig is, moet in het museum te zien zijn.

Het museum is belangrijk. Het is onze taak om amateurs en professionelen bij elkaar te brengen.

Het anonieme karakter van foto’s boeit me steeds meer. Dat is vooral in Wallonië en in het oosten van Duitsland aanwezig, waar mensen niet fotograferen vanuit de wetenschap dat iets getoond moet worden, maar gewoon vanuit hun instinct. Die foto’s passen niet in een stijlconcept, niet in de geschiedenis, en zijn anoniem.

Niemand is echt origineel, het heden is een mozaïek van het verleden.

‘De Tijd’ is mijn lievelingskrant. Ik koos voor een economische studierichting en weet nu dat het ondenkbaar is om zonder economische opleiding op dit niveau te functioneren.

Ik wil geen conservator zijn die belangrijker is dan zijn museum. Daarom heb ik getwijfeld voor ik dit interview toezegde. Ik moet mensen kansen geven zodat ze tentoonstellingen kunnen maken en op termijn het museum kunnen dragen.

Als ik fotografen respecteer, dan is het om hun oeuvre. Nu bestaat de kwalijke tendens dat pas afgestudeerden als de Grote Kunstenaars worden ingehaald.

Digitale fotografie is vaak verworden tot een trukendoos. Vroeger was een fotograaf verplicht een standpunt in te nemen tegenover zijn onderwerp en de wereld. Nu zit hij thuis te zappen tussen allerlei beeldbanken en eindigt met een soort montage.

Het leven is niet alleen fotografie, daarom struin ik op zaterdagen door boekhandels.

:: Het FotoMuseum, Waalse Kaai 47, Antwerpen, vaart sinds 20 maart een nieuwe koers.

Tekst Pierre Darge I Foto Lieve Blancquaert

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content