Cholesterol mag het ietsje minder?
Friet met mayonaise, rood vlees onder romige sauzen, een goed beboterd broodje… het staat standaard op het menu van de Belg. Ruim driekwart van de volwassenen kampt dan ook met een te hoge cholesterol en riskeert een hart- of vaatziekte.
M CNeil Consumer Nutricials, producent van het cholesterolverlagende voedingsgamma Benecol, bond de kat opnieuw de bel aan. Uit een enquête over Belgen en hun cholesterol, dat het bedrijf eind vorig jaar door het internationale marktonderzoekbureau INRA liet uitvoeren, bleek dat de Belgen niet wakker liggen van hun cholesterolgehalte. Slechts zeven procent van de ondervraagden antwoordde dat hun cholesterolgehalte inderdaad te hoog was, terwijl eerdere wetenschappelijke studies aantoonden dat die waarde bij ruim twee derden van de Belgen hoger is dan wenselijk. Bovendien gaf een klein derde van de ondervraagden die wisten dat ze te veel cholesterol in hun bloed hadden, toe daar eigenlijk niets tegen te ondernemen.
Het zijn alarmerende cijfers, zeker als we weten dat gemiddeld een op de twee Belgen getroffen wordt door een hart- of vaatziekte en dat cholesterol een van de grootste risicofactoren is, naast een hoge bloeddruk, tabak, diabetes, zwaarlijvigheid en te weinig beweging. Een kanttekening : de enquête is niet door een erkende wetenschappelijke studie onderbouwd en is uiteraard niet vrij van commerciële belangen. Maar volgens specialisten weerspiegelen de resultaten wel de ernst van de situatie. “Zelf hebben we een onderzoek gedaan bij 25 grote bedrijven”, stelt professor Guy De Backer, cardioloog-epidemioloog en voorzitter van de vakgroep Maatschappelijke Gezondheidskunde aan de Universiteit Gent. “Werknemers tussen 35 en 59 jaar bleken er een gemiddeld cholesterolgehalte te hebben van 220 milligram per deciliter bloed, terwijl 190 mg/dl als grenswaarde wordt gehanteerd.”
Met die waarden moeten we wel opletten, waarschuwt De Backer. “Die 190 mg/dl is een arbitraire grens. Het is niet dat vanaf dan je risico op een hart- of vaatziekte plots de hoogte in schiet. Er is wel een lineair verband : hoe hoger de concentratie cholesterol in je bloed, hoe groter je risico op een hart- of vaatziekte. Dat cijfer gebruiken we gemakshalve als drempel : wie daarboven gaat, moet in principe opletten.” Vooraleer alarm te slaan, kijken artsen ook naar het algemene risicopatroon van een patiënt, vult professor Pierre Block aan, diensthoofd van de afdeling cardiologie aan het AZ VUB in Brussel. “Neem een vrouw van dertig, niet-rookster, met een normale bloeddruk en zonder familiale cardiovasculaire antecedenten maar met een extreem hoog cholesterolgehalte van 300 mg/dl. Haar risico op een cardiovasculair incident binnen de tien jaar is minder dan vijf procent. Jonge vrouwen met een hoge totale cholesterol hebben vaak een hoge HDL of goede cholesterol. Geen paniek dus. Een man van dezelfde leeftijd en met hetzelfde cholesterolgehalte, maar diabeticus en roker, ziet zijn risico al verhogen naar tien tot twintig procent. Dat verandert het plaatje aanzienlijk.”
Ook vrouwenharten laten het afweten
Over vrouwen en hart- en vaatziekten valt overigens heel wat te zeggen. Nog steeds leeft de mening dat dit mannenproblemen zijn : het stereotiepe beeld van de manager die bezwijkt aan een hartaanval. Vrouwen doen het tot hun vijftigste inderdaad beter doen dan mannen, licht De Backer toe. “Lange tijd dachten we dat dit kwam door de hormonale bescherming die vrouwen genieten tot aan hun menopauze. Vandaag zijn we niet meer zo zeker van die theorie, nu blijkt dat hormoonsubstitutie na de menopauze voor hart- en vaatziekten niet de nodige effecten heeft. Een nieuwe hypothese is dat het mannelijke hormoon testosteron een negatieve invloed heeft, en dat die afneemt met de leeftijd. Zeker is in elk geval dat hormonen een rol spelen en dat vrouwen na hun vijftigste de mannen ruimschoots inhalen.”
“Door de verkeerde perceptie die nog heerst, worden klachten bij vrouwen echter minder snel opgemerkt en zijn behandelingen vaak ook minder intens”, gaat De Backer verder. “Dat zorgt er mede voor dat een cardiovasculair incident bij vrouwen vaker een fatale afloop heeft. En toch verwachten vrouwen nog altijd eerder te zullen sterven aan kanker, meer bepaald aan borstkanker. Terwijl de kans om te sterven aan borstkanker slechts vijf procent bedraagt, tegenover 41 procent aan hart- en vaatziekten. Vrouwen denken vaak ten onrechte dat ze zich om hun hart geen zorgen hoeven te maken. Het tegendeel is waar : ook vrouwen hebben tegenwoordig steeds vaker een zittend leven, met veel stress en een ongezond voedingspatroon. Maar het grootste probleem is hun rookgedrag. Vooral bij jonge vrouwen is dat verontrustend toegenomen. Daarom mogen we verwachten dat het aantal hartaanvallen bij de volgende generatie vrouwen zal toenemen.”
Tegenwoordig worden vrouwen in preventiecampagnes minder over het hoofd gezien. De Week van het hart van de Belgische Cardiologische Liga was dit jaar zelfs uitzonderlijk naar de vrouwen gericht. Dergelijke campagnes worden al jarenlang gehouden. Het gevaar van een te hoge cholesterol zou intussen al diep in ons algemeen bewustzijn moeten zijn doorgedrongen. Maar toch valt goede raad vaak in dovemansoren. De voorbije twintig jaar zat er amper beweging in de statistieken over cholesterol. Geven we er dan echt geen zier om ? Of willen we het gewoon niet weten ?
Block : “Het subjectieve gezondheidsgevoel is erg belangrijk : zolang je geen last hebt, denk je dat je geen problemen hebt. Mensen denken : dat zijn zorgen voor later. Of : een ander zal het wel krijgen. Als je iemand uitlegt dat hij door de medische voorgeschiedenis in zijn familie of door zijn rookgedrag een verhoogd risico loopt, dan is dat allemaal erg ontastbaar. Drie dagen later is die dat al lang weer vergeten.”
Er leven bovendien veel misverstanden. Niet alleen vrouwen, ook jongeren voelen zich niet door preventiecampagnes aangesproken. De Backer : “Jonge mensen denken dat ze buiten schot blijven ; hun cholesterolgehalte is wel het minste van hun zorgen. Nochtans begint de aantasting van de vaatwand, onder meer door slechte voedingsgewoonte, op zeer jonge leeftijd. Maar omdat de problemen zich pas klinisch manifesteren na ons vijftigste, zijn we er op vroegere leeftijd niet van bewust.”
Evenveel mythen bestaan er over cholesterol en zwaarlijvigheid. Die twee worden doorgaans in één adem genoemd. Daarom denken slanke mensen vaak dat ze zich geen zorgen hoeven te maken. “Fout”, zegt De Backer, “want beide hebben weinig met elkaar te maken. Het is wel zo dat zwaarlijvige mensen de neiging vertonen meer LDL of ‘slechte’ cholesterol in hun bloed te hebben, maar met het totale cholesterolgehalte heeft het gewicht niets te maken. Ook magere mensen kunnen veel te hoge waarden laten optekenen.”
Liever kort Belg dan lang gezond
Niet alleen onwetendheid of naïviteit spelen een rol. Frappant is de regelrechte onwil van veel Belgen iets aan hun levensstijl te veranderen, ook als ze de risico’s kennen. Zo bleek uit de Benecol-enquête dat een derde van de respondenten niet bereid was zijn levensstijl aan te passen als hij daardoor een jaar langer zou kunnen leven. “Dat moeten we nuanceren”, vindt De Backer. “Als ik patiënten vijf tot tien jaar extra beloof in goede gezondheid – wat mogelijk is, als ze hun levensstijl aanpassen – dan zijn er al meer bereid te veranderen. Maar inderdaad, het gaat dan vooral over mensen die al eens door een hartkwaal getroffen zijn. Doorgaans zijn zij inschikkelijker het roer om te gooien. De gemiddelde Belg ligt er niet zo van wakker. Die leeft eerder van vandaag op morgen.”
Block : “Ook de klassieke tegenstelling tussen kort intens genieten of langer gezond leven speelt enorm in de hoofden van de mensen. Ik heb hier een patiënt die zich in een catastrofale toestand bevindt. En toch kan hij het goede leven niet laten : veel uit eten, veel alcohol enzovoort. Die man zegt : ‘Als ik mijn levenskwaliteit moet opgeven, dan hoeft het voor mij niet meer.’ Alsof het om een tegenstelling gaat. Campagnes wijzen er voldoende op dat gezond koken erg lekker kan zijn en sporten heel ontspannend. Zolang het geen fobie wordt. Gezondheid mag ook niet ten koste gaan van de kwaliteit van het leven. Een mediterraan dieet volgen is goed voor iedereen. Maar je mag niet overdrijven. Je moet niet van alle mensen asceten maken. Zo nu en dan een stuk vlees of een frietje kan doorgaans echt geen kwaad.”
Op het vlak van voeding hebben we tegenwoordig overigens weinig excuses. De winkelrekken liggen vol lightproducten, er is een oneindige keuze aan smaakvolle en gezonde voedingsmiddelen. Zelfs de prijs van gezonde voeding kan tegenwoordig amper nog een barrière zijn. Maar vaak hebben we het zo ver gedreven, dat een bekering tot een beter leven amper nog helpt. De Backer : “Met de klassieke tips als gezond en evenwichtig eten, niet roken en veel bewegen krijg je je cholesterol maximaal met tien procent naar beneden. Bij velen is de schade zo groot dat die daling onvoldoende is. Dan kan alleen medicatie, die het cholesterolgehalte met 50 tot 60 procent naar beneden kan halen, nog helpen.”
De rekening loopt op
Onze hoge cholesterolspiegels zorgen ervoor dat op de markt van de cholesterolverlagers veel geld te rapen valt. Samen met de antidepressiva nemen ze de grootste hap uit de ziekteverzekering. Dat kan problematisch worden, zeker met de vergrijzing van de bevolking. Stilaan groeit het besef dat de maatschappij de rekeningen niet eindeloos kan laten oplopen. Daarom veranderde de vorige minister van Sociale Zaken Frank Vandenbroucke aan de vooravond van de verkiezingen de criteria voor terugbetaling. Vroeger werd medicatie terugbetaald wanneer iemand op twee opeenvolgende tests een bloedcholesterol had van meer dan 250 mg/dl. Met het nieuwe systeem wordt gekeken naar het algemene risico dat een patiënt loopt om binnen tien jaar een hart- of vaatziekte op te lopen (daar bestaan tabellen voor) en daarbij wordt rekening gehouden met eventuele vroegere cardiovasculaire aandoeningen.
In de medische en farmaceutische wereld leidt elke bijsturing tot bitse discussies, maar volgens professor Block kunnen we inderdaad niet anders dan de geneeskunde bekijken in termen van economische efficiëntie : eerst tegemoetkomen aan de grootste risicogevallen, want dat levert de maatschappij in termen van kostprijs het meeste op. Wie slechts een klein risico loopt op hart- en vaatziekten, zelfs met een hoge cholesterol, zal zijn cholesterolverlagers voortaan zelf moeten betalen.
We kunnen ons natuurlijk afvragen of we het allemaal wel zo ver moeten laten komen. De grootste efficiëntie zouden we nog bekomen mocht iedereen voor zichzelf zijn risicofactoren op hart en vaat een beetje in de gaten houden, vinden de specialisten. Hoe weinig evident dit is, bewijzen de bedroevende cijfers over cholesterol, overgewicht en diabetes. Maar de artsen zelf steken ook de hand in eigen boezem. “We moeten onze patiënten meer aanspreken over rookgedrag, beweging en gezonde voeding”, vindt De Backer. “We kennen er niet zoveel van, sensibiliseren komt in artsenopleidingen te weinig aan bod. Het vergt natuurlijk meer energie om erover met je patiënten te praten dan snel wat pillen voor te schrijven. Bovendien wordt preventief gezondheidsadvies ook nog te vaak als beperkend en berispend beschouwd. Op dat vlak is een mentaliteitsverandering nodig, zowel bij de bevolking als bij zorgverleners.” n
Tekst Ine Renson I Illustratie Tina Vandormael
“Vrouwen vrezen vooral borstkanker, terwijl hun kans om te sterven aan een hart- of vaatziekte ruim achtmaal groter is.”Wie slechts een klein risico loopt op hart- en vaatziekten zal zijn cholesterolverlagers voortaan zelf moeten betalen.”Je moet niet van alle mensen asceten maken. Zo nu en dan een stuk vlees of een frietje kan doorgaans echt geen kwaad.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier