Tussen het Andesgebergte en de Stille Oceaan zijn alle voorwaarden vervuld voor grote wijnbouw. In de koele, droge Chileense valleien rijpen de druiven zeer traag, wat aroma en frisheid in het glas oplevert. We trokken proevend van valle naar valle.

Herwig Van Hove

In het Chileense wijnjargon is het al valle en región wat de klok slaat. Bij Decreto 464 de Agricultura van 1995 werd een appellationpiramide opgezet, met als pijlers de regiónes. Er zijn er vijf, met een gezamenlijke wijngaardoppervlakte van wel zeventigduizend hectare. De noordelijkste, de Región de Atacama, omvat enkel druiventeelt voor pisco, het nationale distillaat waarvoor men lang in Chili moet verblijven om het lekker te vinden. Dan volgt de Región de Coquimbo, rond de gelijknamige havenplaats (400 km benoorden Santiago), ook vooral met muskaatdruiven voor pisco. Maar in een subregio ervan, Valle del Limari, zette de Pisco-coöperatie een wijnbedrijf op (500 ha) onder de naam Francesco de Aguirre, de Spanjaard die naar verluidt in 1550 de eerste druivenstekken naar Chili bracht. De coöperatie maakt een goede chardonnay en een bordeaux-blend Tempus. (Invoer: Ad Bibendum.) De drie belangrijkste regiónes zijn echter de Región de Aconcagua, ten noorden aanpalend aan Santiago (op weg naar Valparaiso rijdt men er doorheen), de Región del Valle Central, ongeveer 400 km ten zuiden van Santiago en ten slotte de Región del Sur van 400 tot 500 km onder Santiago.

De regiónes zijn op hun beurt ingedeeld in subregiónes, de fameuze valleien. Zo omvat de Región de Aconcagua de Valle de Aconcagua, naar de naam van de rivier, en de Valle de Casablanca. De Región del Valle Central heeft er vier: de Valle del Maipo, met 8000 ha wijngaarden, de Valle de Rapel, de naam van het nabijgelegen meer, met 21.500 ha wijngaard, de Valle de Curicó en de Valle del Maule, samen goed voor 37.500 ha.

Nog kleiner dan de subregiónes zijn de zonas. De Valle de Colchagua is bijvoorbeeld een zona van de Valle de Rapel. En dan komen de áreas. De Valle de Santa Cruz is een área (klein gebied) van de Valle de Colchagua. De Chileense piramide is dus: región, subregión, zona en área. De Chileense regels van de D.O. ( Denominación de Origen) vereisen dat minstens 85 procent van de inhoud met de op het etiket vermelde origine overeenkomt.

Het klimaat in Chili is uiterst gunstig voor de wijnbouw. Nemen we als voorbeeld de Región del Valle Central. In het oosten is ze afgeschermd door de Andes en in het westen door de Cordillera de la Coste, een veel lager bergmassief aan de Stille Oceaan. In sommige gedeelten van de centrale vallei snijden rivieren door het bergmassief en creëren zo corridors, waar de koelere oceaanlucht ver in kan doordringen. De heersende Humboldtstroom koelt de oceaan af (dat in tegenstelling met de ons bekende Golfstroom). Door de corridors ontstaan klimaatgradiënten die een hele reeks microklimaten genereren in de vallei met verschillende gemiddelde temperatuur, waterbeschikbaarheid en zonneschijn: een nog niet geëxploiteerde terroir-rijkdom.

Het aantal dagen met open hemel is aan de kust beperkt tot 180 per jaar, maar er is relatief veel regen: tot 250 mm per jaar in Valparaiso. Dieper in de valleien stijgt de temperatuur en vooral de helderheid: wolken worden zo zeldzaam dat men mag rekenen op wel 240 tot 300 dagen stralende hemel. Het wordt er bovendien zeer droog. Zo komt er overdag een warm zomerklimaat van het mediterraan type, maar daalt de temperatuur ’s nachts er vaak 20 graden. Dat vertraagt het rijpingsproces van de druiven, daardoor blijven het vruchtaroma en de frisse zuurheid beter bewaard. De lage vochtigheidsgraad van de vallei heeft als extra voordeel dat er geen gevaar is voor schimmelziekten en de druifluis ( Phylloxera vastatrix) is er nooit gesignaleerd. Wel moet er geïrrigeerd worden, want het regent enkel van april tot juni (winter) en soms in de zomer, tussen september en maart.

Nog verder in het binnenland stoot men op de aanzethellingen van de Andes. Hier daalt de temperatuur uiteraard: 1500 meter is de absolute grens, daar liggen ook de hoogste wijngaarden ter wereld.

Droogte is het grote probleem van de Chileense wijnbouw, zonder irrigatie groeit er niets. Al in de zestiende eeuw werd via een ingenieus kanalennetwerk water uit de Andes aangevoerd, vier- tot vijfmaal per jaar liet men de wijngaarden gewoon onderlopen. Tegenwoordig opteren de wijnbouwers echter voor een spaarzamere ‘druppelirrigatie’. Naast elke rij wijnstokken ligt een waterslang met kleine perforaties. Door die gaatjes kan men net voldoende water laten druppelen, precies gedoseerd voor elke plant. Toch zijn er twijfels. Bij veel oudere wijnbouwers leeft namelijk de overtuiging dat juist het regelmatig blank zetten van de wijngaarden de fylloxera heeft buitengehouden. Daarom plant iedereen in Chili op resistente Amerikaanse onderstammen, zoals overal ter wereld. Daardoor zou wat eigenheid verloren kunnen gaan.

Die eigenheid gaat terug op de jaren 1850, toen de Europese wijnstoksoorten massaal werden ingevoerd en aangeplant, vanaf 1877 werd er ook al naar Europa uitgevoerd. Daarna zou het praktisch 100 jaar slecht gaan: de Amerikaanse prohibitie en de economische crisis van de jaren dertig, de onzekerheid volgend op de landhervorming van Salvador Allende en de militaire dictatuur van Pinochet, samen met overvloedige oogsten van 1982 en ’83 ruïneerden de helft van de wijnfirma’s. De Spaanse wijnman Miguel Torres bracht echter vanaf 1980 de nieuwe technologie van roestvrijstalen tanks en van barriques naar Chili, hij is zowat de vader van wat wijnland Chili vandaag betekent.

Meer specifieke eigenheid komt uit de druivensoort carmenère. Die was ooit (voor de fylloxera) in Bordeaux heel courant en bekend onder de naam grande vidure of carmenet en kwam in 1850 mee naar Chili, het is nog de enige plaats waar carmenère bestaat.

In de Chileense valleien groeit dus alles, zolang er water bij kan. Op de vruchtbare valleivloer ‘leveren’ de wijnstokken aanvaardbare wijn: lichte constitutie, veel fruit en zachte tannines. Kortom: gewoon goede wijn zonder meer, ideaal voor de ‘snelle’ handel van de grootdistributie. Maar niet alles is geplant in de vallei, meer en meer kruipen de wijngaarden tegen de hellingen op, waar de bodem veel armer is en het rendement veel lager. Als daar de oriëntatie goed is, komt er veel meer zon op de druiven, maar het werk van aanleggen, onderhouden en oogsten is er in elk geval veel moeilijker en dus duurder. Met de juiste irrigatie (die op het juiste moment stress brengt in de wijngaard, zodat planten en bladeren stoppen met groeien en de wijnstok alleen nog maar aan zijn vruchten en de rijpheid werkt), met de juiste groene oogst (niet te veel, anders zwellen de resterende druiven) en met de juiste ontbladering (matig, anders verschrompelen de druiven tot rozijnen) komt er weinig maar zeer goede wijn van, misschien zelfs grote wijn als de aanplant oud genoeg is.

Een mooi voorbeeld is de Viña Cousuño Macul, die op de hellingen van de Maipo is aangeplant. De familie Cousuño, vijfde generatie, maakt er een bordeaux-blend Finis Terrae van gelijke delen cabernet en merlot, door Hugh Johnson uitgeroepen tot de Premier Cru van Chili (invoer: Ad Bibendum, reken op ongeveer 30 euro).

Ook de Apalta-wijngaard, een nevenvalleitje van de Santa Cruz Valley met een afopende helling van 15 procent naar de Tinguiririca-rivier, is een mooi voorbeeld van een terroir met roeping voor grote wijn. Montes, een wijnfirma met vier partners, voerde er eerst zevenhonderd vrachtwagens rotsen en keien weg, maar maakt er nu een excellente Montes Alpha ‘M’ van 80 procent cabernet, 10 procent merlot en 10 procent cabernet franc, maar ook een nog excellentere Limited Selection van 70 procent cabernet en 30 procent carmenère (invoer: Palais du Vin, reken voor een Alpha ‘M‘ minstens op 50 euro). Ook Casa Lapostolle waar de beroemde Bordeauxse oenoloog Michel Rolland consulteert, heeft wijngaarden op Apalta (invoer: De Coninck).

Traag maar zeker komen er ook in Chili terroirwijnen, producten met perceelgevoeligheid, wat nog iets anders is dan ‘superselecties’. Champagnehuizen maken superselecties: voor hun speciale Cuvés kiezen ze uit de grote hoop alleen het beste en verarmen zo de rest. Ook Seña, de beroemde wijn van het Mondavi-Errazuriz consortium, is een superselectie zonder vaste perceelbasis, elk jaar trouwens lichtjes anders samengesteld. Seña groeit dus meer in de hoofden van de samenstellers dan in de wijngaarden.

Net als veel grote wijn-, port-, of cognachuizen promoten ook Chileense wijngiganten hun eigen merk en doen ze aan klantenbinding door een product jaarlijks te ‘klonen’. Kleinere firma’s laten liever de origine spreken en accepteren de veranderende allure als een avontuurlijkheid: hun ‘kinderen’ hebben de familietrekken maar kunnen toch lichtjes verschillen.

Proeven in Chili

In het Spaans betekent viña wijngaard, maar in Chili staat het voor wijnhuis of wijnproducent. Een viertal wijnhuizen bezoeken we met uitgebreide degustaties: Viña La Rosa, Viña Casablanca, Viña Underraga en Viña Concha y Toro. In de periode januari-september 2001 kwam 4,5 miljoen liter Chileense wijn naar België, voor 40 procent op fles en voor 60 procent ongebotteld.

Viña La Rosa

La Rosa is een van de belangrijkste wijnleveranciers van België en ook nog in het duurste segment: 6,5 dollar per liter voor de flessenwijn en 0,95 dollar voor de bulkwijn. De president-eigenaar, Ismael Ossa, beheert een imperium van wel 13.000 ha waarvan een flinke 2000 in wijn en fruit. De Ossa’s, nu al de zesde generatie, kwamen voor het eerst in de aandacht op Vinexpo 1995, de grote tweejaarlijkse wereldwijnbeurs in Bordeaux. Nu exporteren ze 95 procent van hun wijnproductie. Alle geproduceerde wijn komt van eigen druiven, wat in Chili niet vanzelfsprekend is. De eigen wijngaarden: 700 ha in de Rapelvallei, verdeeld over drie kleinere valleien: de Valle Peumo bij de rivier, de Valle Cornellana, een ‘verborgen’ vallei met wijngaarden op de hellingen, en ten slotte de wonderbare vallei La Palmeria, op 45 minuten rijden van de bewoonde wereld langs een rotsige zandweg.

De Ossa-familie heeft iets met bomen. Vlak naast de haciënda met binnentuin wordt schaduw gebracht door een tweehonderd jaar oude Amerikaanse eik, maar op La Palmeria staan honderden inheemse palmen ( Jubea chilensis), de meest zuidelijke soort ter wereld, sommige meer dan 1000 jaar oud.

De huisoenoloog, José Ignacio Concino, is flink op weg om de Peynaud van Chili te worden. Witte droge sauvignonwijn maakt hij door het oordeelkundig samenvoegen van twee types: een te vroeg geoogste voor de frisse zuurheid en een volledig rijpe partij waarvan smaakvolheid en smaakverbreding in de blend komen. Voor de rode laat hij ten volle de fenolische rijpheid komen, de rijpheid van de tannines die leidt naar wat Peynaud noemde tannins savoureux. Voor deze rijpheid is directe inval van het zonlicht nodig en daarom ontbladert hij op kritische momenten de bovenzijde van de druivenstokken. Zijn merlotwijnen uit de Rapelvallei zijn ongemeen schitterend, vooral de Reserva en de Gran Reserva. Door oogst in het groene stadium zijn de rendementen tot zes ton druiven per hectare beperkt: ongeveer veertig hectoliter wijn (in Chili gaat men courant tot wel dertig ton). De klimaatomstandigheden met trage rijping zorgen ervoor dat de merlot als monocepagewijn toch voldoende complexe smaak vertoont. Zoals in Pomerol, maar gemiddeld beter. Een belevenis.

Bij het wijnbedrijf La Rosa koopt Stef Wouters ( Delhaize België) de basis voor de eigen bottelingen onder het etiket Las Puertas.

De Reserva en de Gran Reserva vormen natuurlijk het betere segment van de productie, maar wachten op de millésimes 2000 en 2001 loont zeker het geduld: chardonnay Gran Reserva 2000 is complex en expressievol, fris en toch rond.

(Invoer: ook de Reserva en de Gran Reserva, respectievelijk ongeveer 7,50 en 10 euro, worden door Delhaize in België ingevoerd, soms enkel via www.delhaizewineworld.com. In de vestingen kan men wel bestellen en de wijnlijst van Wineworld vinden.)

Viña Casablanca

De Valle Casablanca is zestien kilometer lang en ligt halfweg Santiago en de kuststad Valparaiso. Tot 1982 groeide er niets, maar dan kocht Pablo Morand, de oenoloog van het reuzenbedrijf Concha y Toro, er honderd hectare om witte druiven te kweken. Hij was uit op het gunstige klimaat in de vallei, vlak bij de kust. Vanaf de middag al stroomt de koele oceaanlucht er overheen en duwt in volle zomer de temperatuur sterk omlaag: koele namiddagen en natuurlijk ook koele nachten maken dat het groeiseizoen, in volle zon dan nog, haast een maand langer duurt. De trage groei brengt aroma’s en frisheid (soms ook vriesschade) en remt het alcoholpercentage. Pablo Morand is de pionier van Casablanca.

Valle Casablanca heeft het klimaat van Carneros in Californië en dat deed AugustinHuneeus van Viña Veramonte, die lange tijd in de Californische wijn had gewerkt, besluiten om er in 1991 alvast drieduizend hectare te kopen, in Chili ziet men alles groot.

Sindsdien zijn haast alle groten in de vallei aanwezig.

(De wijnen van Morand worden ingevoerd door I.I.D. in Brussel, die van Veramonte door Matthijs Wijnimport.)

Op weg naar Valparaiso bezoeken we ook Viña Casablanca, zestig hectare in het midden van de gelijknamige vallei, een dochterbedrijf van Viña Santa Carolina. Tot onze verrassing treffen we in de glazen het onderste van de middelmaat.

De sauvignon 2001 White Label is groen en grassig, haast Nieuw-Zeelands, ontworpen voor de Engelse markt waar men gemakkelijke onrijpe sauvignon voor typisch neemt. De chardonnay 2001 White Label is fris, maar ook dun, zuur en zonder lengte of diepte. De gewürztraminer van de familie is haast lachwekkend dun. Rood is niet veel beter: merlot 2001 White Label is groen en bitter en de cabernet sauvignon is getekend door gemis aan fruit en met een ongedekte bitterstaart. (Naar verluidt ingevoerd door Vinam)

Bij dezelfde gelegenheid proeven we ook de wijnen van het moederhuis Santa Carolina, 580 hectare in de Maipo- en Rapelvallei. De sauvignon blanc 2001 van de Rapelvallei heeft een goede aromatische aanzet, maar proeft zeer alcoholisch en de chardonnay van de familie is aromatisch en rond zonder meer. De druiven worden geoogst met opbrengsten van vijftien ton per hectare en er komt meer dan honderd hectoliter van per hectare: dan hoef je niet veel meer te verwachten dan alcoholisch zuur water. Ook dat is Chili. (Invoer: Paul De Clerck en Vinam, maar dan onder de naam Ochagavía).

Viña Underraga

Underraga is goed vertegenwoordigd op onze markt: tienduizend kisten gebottelde wijn (4,2 dollar per liter) en 74.000 liter bulkwijn voor een waarde van 0,61 dollar per liter, cijfers over de periode jan-sep 2001. De bulkwijn gaat haast integraal naar Delhaize voor het etiket Las Puertas: een brave en iets grassige sauvignon van redelijke rendementen (9 ton per ha) en lichtjes aangezuurd voor frisheid.

De ontwikkelingsgeschiedenis van Underraga gaat terug tot Francisco Underraga. Als zoon van een elitaire familie ging hij naar Frankrijk om te studeren en manieren te leren. De Chileense elitezonen brachten de principes en het plantgoed van de Franse wijnbouw mee naar huis. In 1855 kocht Francisco een stuk land (140 ha) in Maipo. Hij had de hulp van een uit Frankrijk meegebrachte oenoloog Pressac en plantte ook uit Frankrijk meegebrachte stekken, nog op eigen wortelstellen. Door de fylloxera-ramp in Europa is Chili de enige plaats ter wereld waar men origineel bewortelde Franse wijnstoksoorten kan vinden. Overal elders zijn ze op resistente Amerikaanse onderstammen geënt.

Vandaag bezit de Underraga-familie duizend hectare wijngaard in alle grote valleien van Chili met een productie van 13,5 miljoen liters wijn, daarvan wordt 55 procent geëxporteerd: correcte, commerciële wijnen. De houtgelagerde Reserva-types, vooral die van 2001, zijn zeer goed, zeker de uitstekende carmenère , die we uit vat konden proeven. Wachten op 2001 zal de moeite lonen.

Viña Concha y Toro en Viña Almaviva

Concha y Toro komt met bijna 50.000 kisten op onze markt (periode januari-september 2001), met een vertrekwaarde van 3,4 dollar per liter. Sinds 1921 al is het een beursgenoteerd bedrijf met wel 1500 werknemers en een export in het jaar 2000 van 45 miljoen liter. In 1996 kocht het wijnbedrijf samen met de holding de Rothschild een wijngaard van veertig hectare met een aanplant van 25 jaar oud in Puente Alto. De bedoeling was expliciet: een Grand Cru Class-type maken onder de naam Almaviva: de opbrengst ervan in het jaar 2000 was 25.000 kisten. (Graaf Almaviva maakt grote sier in Le Nozze di Figaro van Mozart.) Op het etiket staan pre-Spaanse insignes die de gemeenschappelijke wortels van de Europese en de Zuid-Amerikaanse culturen symboliseren. De zorg voor perfectie gaat zeer ver: in de buurt van de wijngaard is de maximumsnelheid voor iedereen beperkt tot 25 km per uur, “om pollutie te vermijden”. Almaviva is een wijn met strikte terroir-definitie. De Franse oenoloog Patrick Léon, die ook al Opus One in Californië maakt, is medewijnmaker op Almaviva, samen met Enrique Tirado die ook al Don Melchior maakt, de superwijn van Concha y Toro. De Almaviva 2001 is een wonder (72 procent cabernet sauvignon, 27 procent carmenère en 3 procent cabernet franc): massief, perfect geknoopt en mooi door fruit toegedekte smakelijke tannines. De 1999 is wat minder: het massieve overheerst. (Invoer: Chacalli Fine Wines. Te koop bij Delhaize Wineworld en Collishop van Colruyt. Ongeveer 50 euro)

Concha y Toro heeft over de vierduizend hectare wijngaarden in eigen bezit als het ware een eigen appellationsysteem opgezet met drie niveaus: Popular Premium (5-8 dollar), Super Premium (8-14 dollar) en Ultra Premium (14-50 dollar). In de eerstgenoemde klasse treffen we namen als Explorer en Sunrise, het zijn eigenlijk generische wijnen uit de Maulevallei, na het proeven is het duidelijk: je hoeft er geen omweg voor te maken. De Explorer sauvignon blanc 2001 is flauw, zuur en simpel, de pinot noir 2000 is wat dun en bitter aan het einde, maar heeft wel een goede pinot-expressie, de syrah 2000 is getekend door naakte eindtannines.

De groep Super Premium, met namen als Marques, Trio en Casillero, heeft al iets van een originedefinitie. De Trio chardonnay komt uit de Casablanca Valle en de 2000 is wat simpel met naijlend zuur, maar de Trio viognier 2000, ook uit Casablanca, is dan weer erg goed. De Trio merlot 1999, met een mooi gestrekte smaak, komt van de Peumo-wijngaard in de Rapel Valle en de zeer goede Trio cabernet sauvignon komt van Maipo. Ook de Casillero del Diablo hoort bij de Super Premium: de cabernet van die familie komt uit Maipo en de 2001 ervan is mooi rijpe en zacht, de merlot komt uit Rapel en de 2001 is ronduit goed maar de chardonnay uit Casablanca is ronduit vettig en vermoeiend.

Dan komt de top: de Ultra Premium, met wijnen van specifieke wijngaarden, zoals Don Melchior en Terrunyo. De Terrunyo sauvignon blanc van de Tringulo-wijngaard in Casablanca heeft in het jaar 2000 een heel mooi karakter en de Terrunyo chardonnay van die wijngaard, voor 60 procent vergist op vat, heeft een flink terroir-accent. De Terrunyo carmenère 1999 van de Peumo-wijngaard is goed, maar de 2001 is excellent. Uiterst excellent zijn de Terrunyo cabernet sauvignon 1999 en 2001 uit de Maipovallei.

De Don Melchior van de Puento Alto-wijngaard valt wat tegen: ongedekt finaal bitter, nog door hout versterkt. (Al die wijnen worden ingevoerd door Chacalli Fine Wines en zijn ook bij Delhaize Wineworld te koop. Explorer ongeveer 6 euro, Trio ongeveer 7,50 euro, Casillero ongeveer 7 euro en Terrunyo ongeveer 13 euro, maar de Terrunyo carmenère en cabernet sauvignon ongeveer 20 euro. Don Melchior circa 25 euro.)

Hartvriendelijke flavonolen

In 1998 deden Schotse wetenschappers van de universiteit van Glasgow een meting van antioxidante polyfenolen, namelijk flavonol, in rode wijnen van twaalf landen, waaronder Frankrijk, Amerika, Australië en Chili. Ze vonden in de Chileense cabernet, merlot en pinotnoir tot tienmaal meer van het heilzame flavonol dan bij de andere. Die hoge concentratie is te danken aan de ongewoon hoge luminositeit van de Chileense wijngaarden. Flavonolen zijn voor een deel verantwoordelijk voor wat men The French Paradox noemt, de vaststelling dat Fransen die veel kaas en verzadigde vleesvetten eten, toch weinig hart- en vaatproblemen kennen (de lever laten we even buiten beschouwing). Doordat diezelfde Fransen dagelijks rode wijn drinken kunnen de antioxidante eigenschappen van de polyfenolen (de bitterheid en kleur uit de schillen en pitten) voluit spelen. De polyfenolen oxideren (zuurstof opnemen) namelijk sneller dan de lichaamcellen zelf. De concentratie van de heilzame stoffen is tienmaal groter in rode dan in witte wijn.

Onze internetsite (http://het.gastronomen.net) bericht ook over Trivento, de Argentijnse vestiging van Concha y Toro in Medoza. We bezoeken, ook in Mendoza, na een helse rit door de Andes, de wijnfirma La Agricola die in België met de welbekende Santa Cecilia-wijnen op de markt is. Na een boottocht over de Rio de la Plata bezoeken we in Uruguay ook nog het wijnbedrijf Juanic.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content