Sinds april van dit jaar kunnen ook holebi’s kinderen adopteren. Al is het in de praktijk wel een wet met vreemde kronkels. Zes maanden na de geboorte van Hasse, wacht de echtgenote van Ilse nog steeds op erkenning als ouder.

Sandra Meijer en Ilse Engelen leerden elkaar kennen in 1996, toen ze beiden studeerden aan de Gentse universiteit. Sandra bleef plakken aan haar medestudente uit Lanaken en keerde nadien niet meer terug naar het Nederlandse Putten. Ondertussen zijn Sandra (30) en Ilse (31) negen jaar samen en hebben ze een huis verbouwd in het Gentse. In juni 2004, een jaar na de openstelling van het burgerlijk huwelijk, werd het stel in de echt verbonden. “We wilden niet de eersten zijn”, zegt Ilse. “In tegenstelling tot veel anderen hebben we het rustig aan gedaan, met voldoende tijd om alles te regelen.”

Het voorbije jaar was het stel er sneller bij. Sandra en Ilse waren een van de eerste lesbische gezinnen die, onder de nieuwe adoptiewet (zie kader p. 94), een kindje verwelkomden. Ilse beviel van Hasse op 12 juni. “Ik was dolblij dat de adoptiewet nog tijdens mijn zwangerschap aangepast werd”, zegt Ilse. “20 april was voor ons een feestdag. Al waren we misschien te optimistisch. We hoopten dat de adoptieprocedure afgerond zou zijn tegen de bevalling.”

Ruim zes maanden na de geboorte wacht Sandra nog steeds op erkenning als ouder van Hasse. Juridisch gesproken is Ilse voorlopig alleenstaande moeder, al is van een éénoudergezin geen sprake. Nadat Sandra en Ilse adoptielessen volgden, ligt hun adoptieaanvraag nu bij de jeugdrechter, die ten vroegste in de lente van 2007 een uitspraak doet. Veel te laat, meent het jonge, van gezondheid blakende gezin. “Hasse is binnen ons gezin geboren”, zegt Sandra. “Ilse en ik hebben hier samen naartoe geleefd, zij is óns kind. Maar als de bevalling problematisch verlopen was of als Ilse ondertussen overlijdt, sta ik nergens. Juridisch gesproken kan ik geen verantwoordelijkheid opnemen. Meer nog, dan wordt onze huidige adoptieprocedure stopgezet en moet ik opnieuw beginnen.”

Wisten jullie wat jullie precies te wachten stond ?

Ilse : We zijn de eerste holebi’s in onze vriendenkring die aan kinderen begonnen, we moesten zelf dus veel informatie inwinnen. Ook op het internet, ja. We waren allebei wel actief in het holebiverenigingsleven, we wisten dus waar we terecht konden.

Sandra : We hebben veel gepraat over hoe we het zouden aanpakken, want we hadden verschillende mogelijkheden. Daar hebben we wel een jaar over gedaan. Uiteindelijk hebben we gekozen voor KID, kunstmatige inseminatie met donorsperma, in het UZ Gent.

Hoe hebben jullie uitgemaakt dat Ilse zwanger zou worden ?

Ilse : Bij mij leefde die kinderwens al mijn ganse leven. Maar daar hebben we het nooit echt over gehad, het was een uitgemaakte zaak.

Sandra : Ilse was al langer aan het werk, terwijl ik pas op mijn 27ste afgestudeerd ben. Zo snel al zwanger worden, zag ik niet zitten. Maar bij ons tweede kindje wordt het wellicht mijn beurt.

Ilse : We dachten zelf een donor te vinden, maar dat is niet zo eenvoudig. Dan moet je een regeling op lange termijn treffen. Zeker als je een écht gezin wil vormen, zonder een derde persoon die ook iets te zeggen heeft. Maar we konden niemand geschikt bedenken.

In België is de anonimiteit van de spermadonoren gewaarborgd. Hasse zal nooit haar biologische vader kennen.

Sandra : Aanvankelijk stonden we op een wachtlijst in Leiden. In Nederland worden donoren sinds enkele jaren geregistreerd, en dat vonden we toch belangrijk. Kinderen kunnen er vanaf zestien jaar de gegevens van de donor opvragen bij de notaris. Het aantal donaties is daardoor sterk teruggevallen.

Ilse : Bij de psycholoog in Leiden kregen we een ander beeld van KID. Je kunt dat moeilijk vergelijken met adoptie. Adoptiekinderen worden uit een vrouw, soms in een gezin geboren en nadien afgestaan. Veel kinderen willen later weten waarom en voelen zich afgewezen. Terwijl er bij KID geen band met een ander gezin is. Het kind groeit op bij zijn biologische moeder en in het oorspronkelijke gezin, in welke samenstelling ook. Voor Hasse zal het bovendien snel duidelijk zijn : een van ons beide is geen biologische ouder. Een Nederlandse spermadonor behoudt trouwens het recht om alle contact te weigeren, wat me nog veel erger lijkt. Dan beloof je een kind dat het op zijn zestiende de gegevens kan opvragen en dan maakt het dat mee.

Sandra, hoe sta jij tegenover Hasse als meemoeder ?

Sandra : Hasse is mijn kind. Ik heb geen vergelijkingsmateriaal, ik weet niet of ik me anders ga voelen tegenover een kind dat ik zelf gedragen heb. Maar ik sta er echt niet bij stil dat zij niet mijn genen heeft. Niemand trouwens. “Dat heeft ze van jou”, zeggen vrienden wel eens, of “Hasse lijkt op je”, al kan dat moeilijk (lacht). Maar verder zijn er in ons gezin gewoon twee mama’s.

Beïnvloedt de lange adoptieprocedure jullie relatie ?

Ilse : We zijn al blij dat adoptie kán. Over enkele maanden, als de rechter zijn toestemming geeft, is Hasse een volwaardig kind van Sandra. Alleen jammer dat het zo moet gaan. Voor ons is Hasse al óns kind sinds ik zwanger raakte, voor de staat is dat nog steeds niet het geval.

Sandra : De situatie is niet ideaal, maar voor mij wordt het pas frustrerend als de rechter een maatschappelijk onderzoek nodig vindt. Als thuisbezoeken moeten uitwijzen of ik wel geschikt ben voor adoptie. Dat lijkt me echt niet nodig. Voor de bevruchting hebben we gesprekken gehad met psychologen, ik heb adoptielessen gevolgd, we hebben een verzoekschrift opgesteld, dat is ruim voldoende.

Ilse : Ik vond het geen leuk moment toen ik de geboorteaangifte deed. In de akte staat het geschreven : Hasse is daarin alleen mijn dochter. Van Sandra is geen sprake, en zij kon Hasse ook niet aangeven. Dat voelde helemaal niet juist. Zoiets heeft voor mij toch wel symboolwaarde. Hasse staat voorlopig ook niet in ons trouwboekje.

Sandra : Ik heb wel vaderschapsverlof gehad. Uiteraard niet de zeven dagen van de mutualiteit, maar de klantendienst van Corelio (voordien VUM, WD) heeft wel spontaan drie dagen aangeboden. Dat was heel netjes, want wettelijk is mijn werkgever daar niet toe verplicht.

Adoptie vergt tijd in het belang van de kinderen, zullen sommigen zeggen.

Ilse : De wet is helemaal niet goed voor Hasse. Als mij ondertussen iets overkomt, is zij ouderloos. De adoptiewet is goed voor alle kinderen die er al zijn en nog steeds maar één officiële ouder hebben, en het is fantastisch dat holebi’s kinderen kunnen adopteren, maar in onze situatie ? Binnen een huwelijk lijkt het me logisch dat je partner als ouder erkend wordt. In een heterohuwelijk hoeft een man zijn kind niet eens te erkennen, hij wordt op enkele uitzonderingen na automatisch als de vader gezien. In feite volgen wij nu dezelfde procedure als wanneer we niet getrouwd zouden zijn.

Sandra : We hebben samen voor een kind gekozen en wilden Hasse dolgraag. Ik vind het dus vreemd dat we een juridische procedure moeten doorlopen. Ook voor een heterokoppel waarbij de man niet de biologische ouder is, maar het kind erkent, is de zaak zo rond. Daarvoor hoeft dat stel niet eens getrouwd te zijn. Dan zijn de opvoedkundige kwaliteiten van de man en de stabiliteit van de relatie niet belangrijk.

Hoe hebben jullie die adoptielessen ervaren ?

Sandra : Wat daar gezegd wordt, was vaak niet van toepassing op ons. We kunnen bijvoorbeeld niet verbergen dat een van ons beide geen biologische ouder is.

Ilse : Ik ben meegegaan met Sandra om later, als zij van ons tweede kindje bevalt, de adoptieprocedure sneller te kunnen opstarten. Het enige dat echt nuttig was voor ons, waren de twee halve dagen rond de juridische aspecten van adoptie. Zo wisten we wat we konden verwachten en hoe we een bijvoorbeeld het verzoekschrift voor de jeugdrechter moesten opstellen.

Wat waren de reacties van jullie omgeving ?

Ilse : Iedereen reageert positief, van de mama’s met wie ik ga koffiekletsen bij de vroedvrouw tot het personeel van de crèche waar Hasse straks naartoe gaat. Daar spreekt iedereen probleemloos over de twee mama’s van Hasse. “En de papa ?” vragen sommigen wel eens, maar dan leg ik gewoon uit hoe het zit. Ik maak zelf trouwens ook fouten. In het begin zei ik soms ook “mama en papa”, dat zit er gewoon ingebakken.

Sandra : Niemand heeft afwijzend gereageerd. Ook mijn ouders niet, al hadden ze vóór onze trouw wel schrik dat we problemen zouden ondervinden, als gehuwde lesbiennes. Toen ze inzagen dat we gewoon een gezin zijn als een ander, hebben ze onze kinderwens gemakkelijker aanvaard. Ze waren zelfs verbaasd dat we een adoptieprocedure moesten opstarten. Ook zij dachten dat ik als echtgenote meteen als meemoeder zou erkend worden.

Op straat valt niet meteen op dat jullie een gezin vormen. Goed voor heel wat misverstanden?

Ilse : Op een beurs voor jonge moeders, waar ik zwanger rondliep, is Sandra wel eens aangesproken als “de tante”. Een beetje vreemd, maar mensen gaan er natuurlijk niet van uit dat je een echtpaar vormt. “De andere mama”, corrigeer ik dan gewoon. Dat leer je als lesbienne wel, om de puntjes op de i te zetten. Vroeger corrigeerde ik mensen ook als ze aannamen dat ik een vriend had. Het stoort alleen als mensen het niet wíllen horen. Dat ze “mama” en “papa” blijven zeggen. Laat maar zitten, denk ik dan.

Sandra : De meeste mensen zijn net heel geinteresseerd. Ze horen zoiets graag uit eerste hand. Verder denk ik dat het allemaal van jezelf afhangt. Als je er zelf open en normaal over doet, gaan mensen snel akkoord. Ook al vinden ze de situatie misschien wat vreemd.

Ilse : Er zijn ook geen plekken waar holebi-ouders met zulke vragen leren omgaan, al kun je bij verschillende instanties natuurlijk wel terecht met opvoedingsproblemen. Maar net als Sandra heb ik daar geen schrik van : het is gewoon zaak van meet af aan eerlijk en duidelijk te zijn, naar Hasse én alle betrokkenen.

Ook Hasse zelf zal later misschien op vooroordelen stuiten.

Ilse : Op school zal Hasse moeten uitleggen dat ze twee mama’s heeft. Maar hoeveel kinderen kunnen nog zeggen dat ze in een traditioneel gezin met een mama en een papa wonen ? Sandra : Ik denk niet dat we Hasse daarvoor kunnen beschermen of wapenen. Het beste is dat de gezinssituatie van het begin af aan duidelijk en normaal voor haar is. Dat ze weet dat haar twee mama’s samen een kind wilden en van haar houden.

Hebben jullie nagedacht over haar seksuele opvoeding ?

Ilse : Uiteraard. Wij wonen niet in een of ander exclusief lesbisch wereldje zonder hetero’s of mannen. Ik denk trouwens dat we goed geplaatst zijn om vragen over seksualiteit en relaties te beantwoorden, want die hadden wij ook. Door onze gezinssituatie zal Hasse trouwens sneller met zulke zaken leren omgaan. Sowieso krijgt ze van ons de kans om zich vrij te ontplooien. Het maakt ons niks uit of er nu een schoonzoon of -dochter komt.

Sandra : We zijn wel heel bewust op zoek gegaan naar de geschikte peter. Niet een van onze ouders, maar mijn schoonbroer, die wat jonger is en ook heel dicht bij ons staat.

Ilse : Hasse zal zelf beslissen of ze een vaderfiguur of een mannelijke voorbeeldfiguur nodig heeft, en wie dat dan wordt. Bij veel kinderen van heterokoppels is de voorbeeldfiguur ook niet de papa, maar een oom of vriend van de familie. We willen trouwens ook geen roepnamen opleggen. Voorlopig noemen we elkaar “mama San” en “mama I”, maar als ze daar ooit behoefte aan heeft, bedenkt Hasse zelf wel iets.

Onlangs bleek dat Vlaamse jongeren holebirechten niet genegen zijn. Dat belooft voor de toekomst.

Ilse : Het enige dat we kunnen doen, is open en eerlijk zijn, en hopen dat we een verschil maken. Al zouden we zo’n interview over tien jaar wel eerst bespreken met Hasse. Verder zou ik iedereen met een kinderwens aanmoedigen om zich door niets of niemand te laten tegenhouden. Iedereen mag komen kijken hoe gelukkig onze dochter is.

Sandra : Uiteindelijk gaat het erom dat een kind omringd wordt door mensen die ervan houden. Dat je ze veiligheid, een dak boven hun hoofd en eten kunt bieden, dat ze liefde krijgen. Hoe dat nest er precies uitziet en de gezinssamenstelling doen er niet toe.

Door Wim Denolf I Foto Saskia Vanderstichele

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content