CHATEAU SIMPLE 313
EENVOUDIGE WIJNEN DIE GEEN PIJN DOEN IN DE PORTEMONNEE. DAAR WILLEN WE HET OVER HEBBEN IN DEZE RUBRIEK. CHATEAU SIMPLE (313), WIJN VOOR BEGINNERS, DIE OOK DE KENNERS WEL BEVALT.
DEZE WEEK TAFELWIJN.
De naam alleen al is wat dubbelzinnig : in het Frans is vin de table de laagste categorie van het hele wijnaanbod, in de Engelstalige wereld betekent table-wine wijn die goed genoeg is om aan tafel te passen bij gerechten. Niet alleen betere Franse wijnen, ook Franse tafelwijn verliest in België veel marktsegment : het aandeel dook van 12 procent in 2004 naar 8 procent in 2008.
Het succes van wijn is nauwelijks afhankelijk van de kleur : binnen het geheel van witte wijnen is 10,7 procent tafelwijn, bij rosé is dat 10,1 procent en bij rood haast 7 procent. De gemiddelde prijs op onze markt is laag : ca. 2 euro per fles en bijna alle tafelwijn komt uit Frankrijk. Nog iets : 95 procent van alle wijn die in Belgische huishoudens wordt gedronken komt uit de grootdistributie.
In Frankrijk, en ook bij ons, heeft wijn van oudsher een tafelfunctie. Dat is historisch gegroeid uit het besef van de gastronomische meerwaarde van de koppeling wijn-voeding. Iedereen weet dat wijn aan tafel lekker smaakt, en bij ons, waar wijn van over de grenzen moet komen, weet men dat wijn bij de feesttafel hoort. Het positieve effect op de gezondheid van (matige) wijnconsumptie aan tafel – de zogenaamde French paradox – is nog maar recentelijk aan het licht gekomen, toen Amerikaanse wetenschappers constateerden dat in zuidelijk Frankrijk veel minder hartziekten voorkwamen. Ondanks de royale consumptie van boter, vet vlees en kaas. Uit de multipele levensomstandigheden werd het dagelijkse gebruik van wijn aan tafel als bepalende parameter geïsoleerd. Later werd het oorzakelijke verband met de ‘meergezondheid’ wat ruimer geformuleerd als het ‘mediterraan dieet’ : wijn, groenten, fruit en weinig vlees.
Wijn moet dus eerst en vooral op zijn ‘gastronomische’ kwaliteiten worden beoordeeld. In deze context hebben we het over ‘slechte’ wijn als hij niet (meer) beantwoordt aan wat de beschaafde consument van alcoholische drank verwacht. (We hebben het hier niet over risico’s op verslaving of wangedrag. Die hebben niets te maken met de kwaliteit van de wijn, wel met alcoholgehalte). ‘Slechte’ wijn is dus wijn die ongeschikt is om aan tafel te drinken. Om te kunnen passen bij een gerecht moeten de smaken van bitter, zuur en zoet een geheel vormen, dat liefst nog complex is ook. Een geheel waarmee dan een mariage gastronomique mogelijk wordt. Wijn mag dus noch te zuur, noch te zoet, noch te bitter zijn.
Besluit : de geproefde tafelwijnen zijn gemiddeld beter dan de zogenaamd ‘kleine’ appellations, omdat de makers ervan bij het samenstellen meer vrijheid hebben en gemakkelijker naar een commercieel, soepel product kunnen werken.
Door Herwig Van Hove
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier