Cecilia Bartoli in Italy (Decca 455.981-2/Polygram).

Om uiteenlopende redenen – maar meestal plaatsgebrek – valt een groot aantal cd’s uit de boot. Om dit een beetje goed te maken, krijg je deze week een cd-boeketje aangeboden.

INGEBLIKT. Everybody loves Bartoli. Dat zal wel. Geen haar(tje) op mijn hoofd dat twijfelt aan het talent van deze diva. Maar dat is geen reden om klakkeloos alles goed te vinden. Het live-optreden in het Teatro Olimpia van Vicenza zal, naar ik vermoed, zeer goed geweest zijn; de cd-opname daarentegen is maar matig genietbaar. Muziek is nota bene vooral live te beleven en een aandenken-op-schijf van een concert is altijd riskant. Het programma van dit ingeblikte Italiaanse gebeuren is bovendien een heterocliet allegaartje, met een rist meezingers voor het grote publiek. Voor onvoorwaardelijke Bartoli-fans.

MEEGENIETEN. Een typisch voorbeeld van een instrument dat beter klinkt in de huiskamer dan in een oversized auditorium is de pianoforte. Tom Beghin, onze eeuwige student, is intussen prof geworden over de Grote Plas en laat ons meegenieten van zijn inzicht in de klavierliteratuur van Joseph Haydn. Naast een historische uitvoeringspraktijk predikt Beghin nu ook een historische luisterpraktijk. Meer uitleg zou ons hier te ver leiden. De luistergids over de klaviermuziek van Haydn, die tegelijk met de cd werd uitgegeven, is interessant maar wel bedoeld voor Ć©chte freaks.

Joseph Haydn – Sonates voor pianoforte. Tom Beghin (Eufoda 1230/Coda).

CREATIEVE KOORTS. De Oostenrijkse componist Hugo Wolf (1860-1903) is een postromanticus die de muziekgeschiedenisboeken gehaald heeft dankzij ruim 300 liederen op gedichten van onder meer Goethe, Mƶrike en Eichendorff. De man was een hypernerveus, depressief en labiel type met zelfmoordneigingen. Hij componeerde vooral tijdens acute aanvallen van creatieve koorts. Hij is dan wel opvolger van Schubert en Schumann maar de invloed van Wagner valt niet te ontkennen. De symfonisch sterk ontwikkelde pianopartituur geeft als het ware commentaar op de door Wolf gekozen gedichten en is dus veel mƩƩr dan louter begeleiding.

Hugo Wolf Recital. Gerda Hartman (sopraan), John Whitelaw (piano) (Cypress CYP1608).

BOEIEND. De Franse componist Camille Saint-SaĆ«ns (1835-1921) bleef lang onbemind in eigen land. Franz Liszt noemde hem nochtans “de grootste organist ter wereld”. Dit wonderkind was pianist, organist, componist, schrijver, astronoom, amateur-filosoof en medestichter van de SociĆ©tĆ© Nationale de Musique… Maar Saint-SaĆ«ns had een slecht karakter, was tegen elke vernieuwing en bovendien rabiaat xenofoob. Niet echt eigenschappen om veel vrienden te maken. Dat neemt niet weg dat hij fantastische muziek geschreven heeft. Een beetje ten onrechte werden zijn cellosonates overschaduwd door die van zijn tijdgenoot Johannes Brahms. Daar doen cellist Luc Tooten en pianist Benjamin Rawitz wat aan. Hun uitvoering van de sonates nrs. 1 en 2 voor cello en piano is boeiend en bijzonder muzikaal. Alleen opnametechnisch is deze cd niet outstanding en dat is toch eigenlijk een beetje jammer.

Camille Saint-SaĆ«ns – Works for cello and piano. Luc Tooten, Benjamin Rawitz (Pavane ADW7407).

FUNDAMENTEEL VOLKS. De hoogste tijd om iets mƩƩr te beluisteren dan de vaak als kenwijsje gebruikte eerste vijf maten van de Sinfonietta van Leos JanƔcek (1854-1928). Met vier symfonische werken (Sinfonietta, Ballade van Blanik, Het Kind van de Vioolspeler en Taras Bulba) krijg je daar uitgebreid de gelegenheid toe. Samen met DvorƔk en Smetana vormt JanƔcek een Tsjechische trilogie. De ruwe, soms agressieve sonoriteit is fundamenteel volks (slavisch) maar spreekt ook verwende westerlingen aan, van bij het begin van deze eeuw overigens. Om je kennis van deze gigant te vervolledigen, verwijs ik je graag naar Jenufa, de opera die JanƔcek schreef (in 1916) toen hij de zestig al voorbij was.

JanĆ”cek – Symfonische muziek. Royal Stockholm Philharmonic Orchestra o.l.v. Andrew Davis (Finlandia 3984.21449-2/Warner).

GROOTMEESTERS. Twee grootmeesters van deze eeuw en twee muzikale monumenten op Ć©Ć©n cd: van Igor Stravinsky (1882-1971) het onvolprezen ballet Petroesjka en van BĆ©la BartĆ³k (1881-1945) De Wonderbare Mandarijn. Dirigent Kent Nagano heeft intussen zijn strepen verdiend. Vooral in opera en, zoals hier blijkt, ook in balletmuziek weet hij met het orkest wonderbaarlijke dingen te bereiken.

Stravinsky (Petroesjka), BartĆ³k (De Wonderbare Mandarijn). London Symphony Orchestra o.l.v. Kent Nagano (Erato 3984.23142-2/Warner).

MILO DERDEYN

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content