CARABAL Wat een ouder lijden kan

Ooit liet de Franse tekenaar Carabal zich door de politieke wereld inspireren. Sinds hij vader is van twee zonen, heeft hij genoeg aan de strapatsen van zijn eigen kroost. Zijn verhaaltjes laten de bitterzoete kanten van het ouderschap zien. Vanaf vandaag vindt u elke week een aflevering van ?Kroost? in Weekend Knack.

Jo Blommaert

Mama heeft een drukke werkdag achter de rug. Ze is net op tijd aan de schoolpoort om haar zoon van drie op te halen. Het kind heeft weer van alles meegemaakt en vertelt vanop zijn zitje achteraan in de auto een onsamenhangend verhaal in kleutertaal. Mama zit ondertussen achter het stuur nog te broeden op het conflict met haar collega, denkt aan de boodschappen die ze nog moet doen en probeert tussendoor ook nog het verkeer in de gaten te houden. Zoonlief is uiteraard niet vatbaar voor het argument dat ze andere zaken aan haar hoofd heeft en dat hij beter wacht tot thuis om zijn relaas te doen. Het kind ratelt maar door tot mama’s zenuwen het bijna begeven en de kleine aan het krijsen gaat…

Als deze scène u bekend voorkomt, kan het lezen van de strips van Carabal een hele verademing zijn. Tafereeltjes waarin kinderen hun ouder(s) tot het uiterste drijven, zijn zowat zijn handelsmerk. Niet dat hij de kinderen onhebbelijke eigenschappen toedicht, maar er zijn zo van die momenten waarin de wensen van de volwassene en die van het kind haaks op elkaar staan. En dat leidt tot tragikomische toestanden, die Carabal o zo herkenbaar en met veel oog voor detail neerzet.

Aanvankelijk was het niet zijn bedoeling deze tekeningen ter publicatie aan te bieden. Hij maakte gewoon schetsen van wat er zich bij hem thuis afspeelde en was er absoluut niet zeker van dat dit soort situaties ook bij de buren voorkwam. Maar kennissen lieten hem verstaan dat ze de situaties héél herkenbaar vonden en hij besloot ze toch te publiceren. ?Als men van mijn tekeningen houdt, betekent dat dat het er elders net zo toegaat?, aldus Carabal.

Sinds 1995 verschijnen zijn strips in het Franse tijdschrift Femme Actuelle. Ze zijn nu ook in een album verzameld en in het Nederlands vertaald. Het eerste deel van de serie Kroost is pas verschenen onder de titel Zo is het toch ?. Eind dit jaar volgt een tweede deel : Je snapt er niks van !.

Dat de serie zich vooral tot jonge ouders richt, klopt volgens Carabal niet. ?De gemiddelde leeftijd van de lezeressen van Femme Actuelle ligt weliswaar tussen de dertig en de vijftig, maar eigenlijk kan om het even wie van kinderen houdt er iets aan hebben. Er staat geen leeftijd op, geloof ik.?

Voordien maakte Carabal politieke tekeningen voor Le Nouvel Observateur en Le Figaro. Met dit genre houdt hij zich enkel nog sporadisch bezig, vanwege gebrek aan tijd en uitgekeken op het onderwerp. ?Bovendien?, zegt hij, ?heb ik nu een thema dat me mateloos intrigeert, waarom zou ik het dan nog elders gaan zoeken ? Kinderen hebben me altijd geboeid. Ze inspireren me al twintig jaar bij het maken van tekeningen en beeldhouwwerken. Hun spontane manier van doen, hun vrankheid en oprechtheid bevallen me. Wanneer ze zeggen dat ze van je houden, dan menen ze dat. Als ze dat tegen mij zeggen, smelt ik helemaal en zou ik meteen de hele speelgoedwinkel leegkopen.?

Toen hij zelf kinderen kreeg, moest hij uiteraard vaststellen dat ze niet alleen over een ontwapenende charme beschikken. Ze liepen hem thuis voortdurend voor de voeten terwijl hij aan het werk was. In plaats van zich aan hen te lopen ergeren, besloot hij dat hij maar beter kon proberen hun gedrag te observeren en in een tekening te vatten. ?Hen tekenen was misschien ook een manier om me te bevrijden van het beslag dat ze op me legden. Maar ik beleef er veel plezier aan. Vooral aan de kleinste, die drie is. De oudste is tien en al niet meer dezelfde. Hij is niet meer zo aanhalig, redeneert en begrijpt al meer. Jammer genoeg zal ook de kleinste vlug ouder worden. Ik weet nog niet of ik hem ook in mijn tekeningen zal laten groeien. Ik wil in ieder geval instinctief blijven werken. Als je er te veel over moet nadenken of gaat beredeneren, spreekt het niet meer aan.?

Grote pedagogische theorieën moet je van Carabal dan ook niet verwachten. Hij tekent wat hij ziet, meer niet. Toch lijken zijn strips behoorlijk wat discussiemateriaal over hedendaagse opvoedingsmethodes aan te bieden. Zo valt het op dat de ouders in zijn verhaaltjes het altijd heel erg druk hebben. Te druk om goed te zijn voor de kinderen, lijkt het. Carabal ontkent dat daar een vermanend vingertje achter zit : ?Ik geloof niet dat dat een recent fenomeen is. Ouders hebben het toch altijd erg druk gehad ? Maar tegenwoordig misschien wel op een andere manier. Vroeger aten ouders en kinderen bijvoorbeeld apart. Vandaag eten ze samen. Dat brengt heel wat drukte mee, maar op die manier kennen ze elkaar ook beter en genieten ouders ook meer van hun kinderen. Misschien zit daar een verschil met vroeger.?

Hoe charmant en ontwapenend de driejarige soms ook is, af en toe heeft hij toch ook iets van een verwend nest.

Carabal : Ja, natuurlijk worden de kinderen tegenwoordig erg verwend, zeker en vast. Ze hebben zoveel speelgoed dat ze er niet meer mee spelen. Maar die verwennerij beperkt zich tot het materiële, het oppervlakkige. Dat belet ons niet om strenge ouders te zijn. De buitenkant is veranderd, maar de fond blijft hetzelfde. Volgens mij is er weinig veranderd aan de relatie tussen ouders en kinderen : er is tederheid, maar er zit ook een strenge kant aan de opvoeding. Dat was vijftig jaar geleden ook zo.

Maar het blijft wel erg moeilijk om kinderen op te voeden. Ze maken fouten en je weet niet altijd hoe je daarop moetreageren : ben je te streng of juist niet streng genoeg ? Ze moeten huiswerk maken : moet je hen aansporen om harder te werken of laat je hen nog maar wat spelen ? Aan tafel is het net hetzelfde. Als ouder ben je voortdurend bezig met ‘eet met je mond dicht’ en ‘gebruik je vork’. Dat leidt soms tot absurde situaties. Tegelijk weet je dat je aan die dingen aandacht moet besteden, dat het belangrijk is. Ach, soms is opvoeden moeilijk, maar je kan het ook zien als een spel. Dat is het altijd geweest.

Pedagogen en psychologen wijzen tegenwoordig voortdurend op het belang van grenzen stellen.

De televisie laat ons de ernst van sommige problemen zoals druggebruik zien. Daardoor zijn wij banger voor onze kinderen dan onze ouders indertijd waren voor ons. Er bestaat een zekere vrees, al dan niet gerechtvaardigd, waardoor we niet meer weten of we zo vrij tegenover onze kinderen kunnen zijn als onze ouders waren tegenover ons. Zelf ben ik opgevoed in een nogal artistiek, vrij milieu en waarschijnlijk worden mijn kinderen minder vrij opgevoed dan ik. Maar allicht heeft dat ook te maken met het fenomeen dat men zich altijd afzet tegen zijn eigen opvoeding.

U toont wel hoe veeleisend kinderen kunnen zijn : in een bepaald tafereel laat de kleine zijn moeder nogal draven naar de keuken.

Als je zo’n situaties uittekent, besef je wel dat het misschien cru is om het zo te stellen. Maar ze doen zich voor. Misschien zijn alle kinderen wel een beetje terrorist, kleine duiveltjes. Toen ik klein was, zat ik ’s morgens ook te zeuren over de melk die te warm of te koud was, tot mijn moeder er genoeg van had. De kinderen zullen vandaag misschien over iets anders zeuren, maar de essentie blijft dezelfde. Dat is eigen aan het kind-zijn. Alles moet ook ogenblikkelijk gebeuren : nu, meteen. Als de melk te warm is, hebben ze de tijd niet om die te laten afkoelen. Op een zeker ogenblik ontplof je natuurlijk als ouder. Op de koop toe doen dit soort situaties zich voor als je gehaast bent. Het gebeurt altijd als je binnen vijf minuten klaar moet zijn. Op een zondagmorgen zijn ze nooit moe. Als ze tijdens de week moeten opstaan, krijg je ze niet wakker maar ’s zondags staan ze daar om halfacht ! Verschrikkelijk ! Ik heb me vooral met dit soort toestanden geamuseerd. Soms is het heel natuurlijk dat ze zich zo gedragen, maar ik verdenk ze er toch van er soms een schepje bovenop te doen. Ze kennen je heel goed. Ze proberen je ook te testen, ze kijken hoe ver ze kunnen gaan. Tot je als ouder begeeft.

Hoezeer de zenuwen van uw ouderfiguren ook op de proef worden gesteld, slaan doen ze niet. Uit een recente enquête in Vlaanderen bleek dat 72 procent van de ouders aan hun kinderen jonger dan zeven al eens een klap op de broek geeft.

Zoveel ? ! In deze tijd ? Dat is ongelofelijk. Misschien heb ik het ooit wel eens één keer gedaan. Verbaal agressief zijn, overkomt me wel eens, maar slaan ? Toen mijn kinderen nog heel klein waren, heb ik ook wel eens de neiging gehad om hen door het raam te gooien. Wanneer ze vier à vijf uur hebben liggen brullen, kán je niet meer. Je gaat er gewoon onderdoor. Gelukkig lukt het dan wel om jezelf onder controle te houden, pas nadien krijg je schrik om wat had kunnen gebeuren. Ach, die dingen vergeet je.?

Maar ik geloof niet dat je iets bereikt met een draai rond de oren. Vrienden van ons hebben net als wij twee kinderen : helse toestanden, terreur, verschrikkelijke stommiteiten. De vader is geneigd al eens een klap te geven. Op een dag stonden de kinderen als gek op de zitbank te springen. De vader nam de kleine van drie en gaf hem een rammeling, met zijn ceintuur ! Een beetje later stond die kleine daar terug, en maakte zijn billen bloot : ?Nog papa?, met een glimlach van hier tot ginder… Slaan dient nergens toe, het leidt alleen tot nog grotere stommiteiten.

De ouders in uw tekeningen praten wel op een heel volwassen manier tegen hun kinderen. Is het niet een beetje ridicuul aan een driejarige uit te leggen waartoe een belastingformulier dient ?

Misschien is het dat wel wat in de loop der tijd veranderd is : men praat tegen kinderen zoals tegen een volwassene. Kinderen nemen deel aan de activiteiten van de volwassenen en zijn dan ook aanwezig bij gesprekken tussen volwassenen. Dat geldt vooral wanneer er maar één kind in het gezin is. Een van mijn kennissen had zo’n enig kind dat altijd bij volwassenen was. Toen het vijf jaar was, was het in ongelofelijk veel onderwerpen geïnteresseerd. Maar ook met andere kinderen kan je van zodra ze twee of drie zijn over van alles en nog wat praten.

Ze houden ook niet op met vragen stellen. Wat doe je ? Waarom doe je dat ? En als volwassene antwoord je. Ik vind die sfeer nogal bevrijdend. Maar soms kan zo’n welbespraakt kind ook gênant zijn. Zo’n klein kind kan opmerkingen maken die je in verlegenheid brengen, dingen zeggen die je zelf niet durft te zeggen, de waarheid bijvoorbeeld, maar meestal op zo’n naïeve en frisse manier dat het goed aanvaard wordt. Maar soms stá je daar.

Behalve de gestresseerde ouder, tekent u ook de ouder die eens écht tijd wil maken voor de kinderen… En dan loopt het weer mis !

Op de momenten dat je een en al oor wil zijn, hebben de kinderen je werkelijk niks te vertellen. Vreemd. Het is iets instinctief. Als je de kinderen ophaalt van school, willen ze vertellen en wel nu meteen of nooit. Twee uur later is er niks meer te vertellen. De notie tijd bestaat niet. ?Straks? kennen ze niet. Ze willen : nu. Voor de volwassenen geldt : alles op zijn tijd. Over dat verschil, over die dualiteit, die confrontatie gaat mijn werk eigenlijk. Het begrip tijd is volgens mij erg belangrijk in de opvoeding.

Als je met de kinderen op stap gaat, willen ze meteen ter bestemming aankomen. Na twee kilometer vragen ze al : zijn we er ? Gedurende vier à vijf uur zeuren ze je de oren van het lijf en op het ogenblik dat je aankomt, als ze in topvorm moeten zijn want oma heeft hen in zoveel maanden niet gezien vallen ze in slaap en zijn ze uit hun humeur als je hen wakker maakt. En o ramp, dan willen ze nog geen kusje geven aan oma ook !

?Zo is het toch ??, Carabal, uitg. Dupuis, 48 blz., 180 fr. De eerste aflevering van ?Kroost? staat op pagina 129.

Carabal : Mijn eigen kinderen tekenen, was een manier om me te bevrijden van het beslag dat ze op me legden.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content