“Een echt zwarte roos bestaat natuurlijk niet, maar het is precies het onbereikbare dat intrigeert.” Een gesprek met de drijvende krachten achter het boek ‘De zoektocht naar de zwarte roos’.

Mijn collectie slaapt”, verontschuldigt Ingrid Verdegem zich. Ze heeft het niet over de vier katten op haar bank, maar over haar verzameling oude rozen. Haar vingers jeuken om die opnieuw tot leven te wekken, maar het is een van die miezerige maartdagen waarop het grijs maar niet wil wijken. “Deze morgen heb ik al wat geknipt hier en daar. Maar eigenlijk zou ik al een paar weken aan het snoeien moeten zijn. Door de kou en sneeuw komt het er maar niet van.” Ingrid Verdegem is opgeleid als germaniste, maar gepassioneerd door oude rozen. Sinds een dikke vijftien jaar combineert ze hobby en opleiding door in haar vrije tijd voor het tijdschrift van de Gentse plantentuin en later voor het internationale The Rose te schrijven. Pas vorig jaar publiceerde ze haar eerste boek Oeillet flamand, de verleiding van de oude roos, een boek bij een tentoonstelling in het Gentse Museum voor Industriële Archeologie en Textiel (Miat).

In Vlaanderen loopt echter meer dan één rozenfreak rond. “Het ultieme rozenboek maken, dat was de droom van Jaak Van Damme, CEO van Stichting Kunstboek, toen ik drie jaar geleden voor hem kwam werken”, weet An Theunynck nog. “Maar er bleken al veel boeken uitgegeven die hetzelfde poogden te doen. Daarom besloten we meer nichegericht te werken en zo kwam Jaak Van Damme op het idee van de zwarte roos. We ontdekten dat de fascinatie voor het thema overal leefde : niet alleen in de botanische geschiedschrijving, maar ook bij hedendaagse kwekers als Meilland, die nog altijd selecteren op zo donker mogelijk. Het idee van de zwarte roos was ook inspiratiebron voor meubelfabrikanten, parfummerken of champagnehuizen.” Een afzetmarkt bleek dus geen probleem en een auteur was zeer snel gevonden.

“Aan de telefoon heb ik al meteen ‘ja’ gezegd”, herinnert Ingrid zich. Nochtans is het een gedurfde topic, weet ze. “Als je ernstig genomen wilt worden als rozenkenner, mag je niet spreken over een zwarte roos. We weten natuurlijk ook wel dat er geen echt zwarte bestaan. In het boek namen we als criterium de prachtigste donkerrode rozen die ooit in hun geschiedenis ‘zwart’ genoemd zijn.”

Genetische manipulatie

De zoektocht naar de zwarte roos mag dan hier en daar een mystiek kantje gekregen hebben, het gelijknamige boek blijft behoorlijk nuchter. Ergens halfweg het boek geeft Anne Ronse van de Nationale Plantentuin de wetenschappelijke verklaring waarom zwarte rozen niet voorkomen in de natuur. “Echt zwarte rozen”, schrijft ze aan het einde, “zouden kunnen worden geproduceerd via genetische manipulatie door het inbrengen van het gen voor melanine. Maar daarvoor is de stand van onze kennis absoluut ontoereikend. De precieze aard en structuur van melanine moeten nog onderzocht worden, evenals de biochemische reacties die eraan ten grondslag liggen. Er is dus nog een massa onderzoek nodig om in theorie een echte zwarte roos te kunnen maken.” Ze duidt ook op de praktische problemen, en “dan is er nog de kans dat de bloemblaadjes door het zonlicht zouden verbranden. De zwarte roos is dus nog niet voor morgen !”

Het neemt niet weg dat het onbereikbare ideaal heel wat botanici fascineerde. Ingrid Verdegem ging behoorlijk ver terug in de geschiedenis om daarvan voorbeelden op te duiken. Ze vond oude teksten en prenten die dateren uit de zestiende eeuw. “Ik ben erg geïntrigeerd door botanische prenten. Daarom ben ik verder gegaan dan de intussen klassieke prenten van Redouté. Ik vond prachtige afbeeldingen van Rössig en Pinhas. Zelfs in een kinderboek vond ik een indrukwekkende tekening.” Ze overloopt niet alleen de geschriften, maar ook de ontwikkeling van de planten zelf : van de fluweelroos tot de intrede van de Chinese rozen, theerozen en mosrozen. Tussendoor brengt ze hoofdstukjes over kwekers die een grote bijdrage leverden in de ontwikkeling van donkere rozen, zoals Rudolf Geschwind en Charles Mallerin.

Omdat Ingrid zich gespecialiseerd heeft in oude rozen, is het Anne Sophie Rondeau die het gedeelte over de recentste zwarte rozen behandelt. Zij schreef eerder al het boek La grande famille des roses, het verhaal van de rozenfamilie Meilland. En ze is medeorganisator van de Journées des Plantes in Courson in Frankrijk. Zij heeft het bijvoorbeeld over Black Beauty en BlackBaccara, donkere rozen die weleens vaker opduiken in boeketten en schikkingen.

De tekst mag dan bijzonder informatief zijn, het zijn vooral de grote foto’s van Bart Van Leuven en Graphic Group Van Damme die opvallen. Ingrid Verdegem en An Theunynck verzamelden de ‘modellen’ voor de fotosessies bij kwekers als Lens, Casteels en in het Vrijbroekpark in Mechelen. “De kwekers werkten graag mee, maar simpel was het niet : een storm de dag ervoor en de beperkte houdbaarheid van de planten zorgden ervoor dat we onze tour nog eens moesten herhalen. Uiteindelijk vonden we het niet erg om ook gerafelde bloemblaadjes te tonen. Dat is immers de natuur”, vindt Ingrid. “Het is een heel tactiel boek : de fluweeltoetsen stralen van de foto’s af en veel mensen hebben zelfs de neiging om de foto’s even te aaien, heel grappig.”

De zoektocht naar de zwarte roos, Ingrid Verdegem, Anne Sophie Rondeau, Anne Ronse, Stichting Kunstboek, 128 p., 41 x 31 cm, 98 euro. Vanaf 10 april in de boekhandel. Vertaald in Engels en Duits.

Door Leen Creve

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content