Boris Vervoordt
Antiquair (30)
In zakenkringen werd ik ooit voorgesteld als de manager van mijn vader. Dat klopt eigenlijk ook wel. Ik ben veel bezig met het beheer van de zaak van mijn vader ( Axel Vervoordt, de befaamde Antwerpse antiquair/kunsthandelaar/woonconsultant) : het personeel, de informatica, eerst de lancering en later ook de activiteiten van het kunst- en antiekproject Het kanaal… Ik vind dat niet altijd leuk, maar het hoort bij de job.
Mijn vader is een gevoelsmens en daarin lijk ik op hem, maar ik heb het beter onder controle. Mijn vader, mijn moeder, mijn broer en ik werken in familieverband. Ieder heeft zijn eigen visie op zijn vak, zijn eigen verantwoordelijkheid.
Bij de jezuïeten was ik een goede leerling. Ik stopte met studeren na mijn kandidaturen Economische Wetenschappen. Als je naar China reist voor twee dagen om een collectie te zien, om 7 uur landt op Schiphol en om 9 uur in de cursus zit, begin je je om 11 uur te vervelen.
Ik hou van vliegtuigen omdat je er alleen kunt zijn, lezen, schrijven, nieuwe plannen uitwerken. Ik breng tot 60 uur per maand door in het vliegtuig, tussen Azië, onze vertegenwoordiging in Miami en enkele plekken in Europa.
Onze ouders namen ons overal mee naar toe. Op je vierde in het Romeins theater in Orange naar een opera zitten te luisteren, dat blijft je bij.
Mijn herinneringen bestaan vooral uit beelden : het licht op een bepaalde plek, de eerste keer dat ik het Egyptische Luxor zag. Soms zijn de indrukken zo overweldigend dat ik geen zin heb om er nog terug te keren.
Ik had wel willen wonen in Egypte, in Sakara, vóór de piramiden. Daarna was het meteen al te gestructureerd. Ook in Italië, tijdens de Renaissance, in Siena of Firenze, voor de pracht, de elegantie, het creatieve, de energie in die periode.
In Azië had ik Angkor willen zien in de 12de eeuw, in die tijd groter dan Parijs. De eerste keer was ik erg onder de indruk. Wat me zo aantrekt in Cambodja, is die formidabele energie van de jonge generatie na de periode van de rode Khmers. Dat zijn ongetwijfeld de kinderen van al die intellectuelen die door het regime zijn omgebracht. Toen ik het land met de motor doorkruiste, ontdekte ik een oude nederzetting van Franse kolonisten die in het begin van de jaren 1950 heropgebouwd werd in een modernistische stijl. Er ging nog altijd veel magie uit van deze plek, hoewel de natuur haar werk had gedaan. Samen met een vriend besloot ik er enkele huizen te renoveren, een project dat ons na aan het hart ligt. Het is nu bijna klaar. Ik hoop er elk jaar enkele weken te kunnen doorbrengen.
Ik vind daar openheid van geest, vrijheid van gedachte, vrede en energie zoals ze in het westen niet meer bestaan. Het westen is te veel gericht op materialisme, zonder spiritualisme. Als je op ontdekking gaat, ontdek je jezelf. Het is een manier om menselijker en volwassener te worden, geestelijk te evolueren. Elke keer als ik in Cambodja kom, ontdek ik er iets nieuws. Maar het is duidelijk dat als ik hier ben, ik het gevoel heb dat ik thuis ben. Hier ben ik geboren, tot deze beschaving behoor ik.
Ik vind het leuk me met bepaalde periodes te identificeren. De dandy van de schilderijen van Van Dyck of de romantiek van de 19de eeuw, die me inspireert bij mijn manier van kleden. Als ik wandel in de natuur, kies ik voor tweed in watergroene tinten. Geen pose, ik wil gewoon in harmonie zijn met de plek waar ik me bevind en aandacht hebben voor de mensen die me uitnodigen.
Ik woon heel graag in mijn appartement, maar momenteel werk ik zo hard dat het niet veel meer is dan mijn kleerkast. De koelkast is er leeg, hoewel ik graag kook. Dat zal iets zijn voor in Cambodja.
Tekst en foto’s Jean-Pierre Gabriel
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier