De archivaris, het debuut van de Amerikaanse schrijfster Martha Cooley, vertelt de geschiedenis van een joods koppel dat op den duur toch inziet dat hun huwelijk mislukt is. Op de achtergrond speelt zich het drama af van de dichter T.S. Eliot die aan zijn vriendin Emily Hale een aantal brieven schreef waaruit blijkt hoe hij worstelde met de grote levensvragen. Cooley weeft in de De archivaris heel boeiend de levensdraden van levenden en doden door elkaar. De roman is ook een uitstekende gelegenheid om op een ontspannen manier kennis te maken met het werk van T.S. Eliot, W.H. Auden, LeRoi Jones en Gershom Sholem (Prometheus, 795 fr.) PdM.

Met Het Nieuwe Wonen, design voor het interieur (1995) stelde designgoeroe Sir Terence Conran zijn kennis en goede smaak binnen het bereik van “iedereen die bewust beter wil wonen”. Vertrekkend van het back to basics-principe, herwaardeerde hij de kleur, de soberheid van de lijn, de zuiverheid van het design. Het groot-formaat-boek (26,5 x 35 cm) leest niet alleen prettig, het is ook efficiënt geïllustreerd met meer dan 700 kleurenfoto’s en 200 verduidelijkende tekeningen. Een standaardwerk, nu uit in paperback-editie. (Lannoo/ Bosch & Keuning, 1095 fr.) SL

Met De Dieven van de Schoonheid, bekroond met de prestigieuze Prix Renaudot, bevestigt Pascal Bruckner zijn reputatie van Frankrijks literaire hoop in bange dagen. Net als in Lunes de Fiel, door Polanski verfilmd als Bitter Moon, toont Bruckner zich in dit boek gefascineerd door de perverse aspecten van de menselijke psyche. Dat geldt ook voor zijn heldin Mathilde, een assistente psychiatrie die in een ziekenhuis een vreemde bekentenis krijgt van een gemaskerde patiënt. Benjamin beweert dat hij na een sneeuwstorm met zijn vriendin werd vastgehouden in een boerderij in de Jura. Mathilde laat zich meer en meer door het lugubere verhaal meeslepen… “Een krankzinnige is iemand die alles verloren heeft behalve zijn verstand”, citeert ze Chesterton en dat zou het motto kunnen zijn van deze complexe roman, half thriller, half filosofische parabel over de macht en de vergankelijkheid van lichamelijke schoonheid. (De Bezige Bij, 790 fr) LA

Ooit was hij assistent bij Hergé, maar hij werd diens Klare Lijn zo moe, dat hij het uit frustratie over een heel andere boeg gooide. Het resultaat luistert naar Kobe de Koe, een serie waarin een met uier en cape uitgeruste detective de barsten tussen de dieren- en mensenwereld tracht te lijmen en waarin Johan De Moor naar hartelust stukken prentkaart, postzegels, oude illustraties of vliegtuigtickets in verwerkt. In De zure Smaak van Weerwraak tracht Kobe de handel in mensenhamburgers te ontmantelen. De Moor mag zich uitroepen tot één van de origineelste Belgische stripauteurs. De vertaling van Johan Anthierens blijft uitstekend. (Casterman, 195 fr.) GDW

Bij de planten is het net als bij de mensen, schrijft Richard Fortey in zijn schitterende boek Leven, een ongeautoriseerde biografie: “Het is alsof gebrek aan ambitie op de een of andere manier een lang leven garandeert.” Fortey vergelijkt het leven van nederige en oeroude gewassen als mossen en varens met dat van de brave soldaat Schweik die de oorlog overleefde omdat hij toevallig altijd achter het front zat. Fortey beschrijft op een spannende manier hoe het leven uit het water kwam en het vasteland begon te veroveren. Maar waarom zijn planten en dieren eigenlijk aan die vijandige landtocht begonnen? Omdat hun vermetelheid werd beloond “met een overweldigend succes bij de voortplanting in dit maagdelijk leefmilieu.” (Anthos, 1190 fr.) PdM

(kader)

De koning op een kruk

Wie zit daar zo te mopperen?

een mannetje met een kroon.

O ja, het is de koning

waar is zijn gouden troon?

De troon is bij de timmerman

de poten waren stuk

en daarom zit de koning

nu op zijn keukenkruk.

(Gedicht van Thera Coppens uit “Broodje Nijlpaard”, met o.a. ook gedichten voor kinderen van Roald Dahl, Herman van Veen en Shel Siverstein. Uitgeverij Fontein, 198 fr.)

ONDER REDACTIE VAN POL MOYAERT