boeken

“Ons diepste wezen verlangt naar kinderlijke objecten”, zegt Alberto Alessi. En zo heeft de Alessi-fabriek – hij zelf spreekt liever van een “onderzoekslaboratorium van toegepaste kunst” – er dan ook heel wat op ons losgelaten. De redelijk onbruikbare citroenpers van Philippe Starck, de grappige en wél handige kurkentrekker van Alessandro Mendini, en de eerste leuke wc-borstel ter wereld, de Merdolino van Stefano Giovannoni. In de serie Grenzen van design, die belangrijke ontwerpers van de jaren negentig portretteert, verscheen Kunst en poëzie, een helder geschreven en mooi geïllustreerd boekje over de Alessi-creaties. In dezelfde reeks: Design en undesign, over het werk van Tibor Kalman, die o.a. de vormgeving deed voor de Talking Heads en voor het blad Color. (Van Buuren, 695 fr.)

In Beau Crime van John Vermeulen, heeft de mooie Kathy Dufour een nachtelijk radioprogramma waarin ze zwoele liedjes draait en babbelt over liefde en seks. Als ze op een dag wordt aangetroffen, gewurgd met een halsketting, is er aan verdachten geen tekort. Er is de gluurder aan de overkant, er is de verliefde collega, er is de patserige dansleraar waarmee ze het afmaakte, en er zijn een paar fervente luisteraars: een gevangene met weekendverlof en de trucker die zichzelf Blade Runner noemt. Onderzoeksrechter Patricia Caril, een vrolijke biseksuele dame, zit een paar keer op het verkeerde spoor. De aandachte lezer weet dat iets te snel, omdat Vermeulen al in het eerste hoofdstuk een hint geeft waar je moeilijk naast kan kijken. Ondanks wat flauwe grapjes, toch een degelijke Vlaamse thriller. (Continental Publishing, 795 fr.)

Koosje kan niet slapen. Op haar rug, op haar buik, op haar zij… het wil maar niet lukken. “Denk aan iets leuks”, zeg Kris. Maar dat is makkelijker gezegd dan gedaan. Denk aan iets leuks voor je gaat slapen van Joyce Dunbar en Debi Gliori zal de kleintjes zeker aanspreken. De plaatjes zijn mooi en vertrouwenwekkend. En dat komt van pas als je zo’n moeilijk slapertje, dat bang is van enge dromen, naar bed brengt. (Van Holkema & Warendorf, 495 fr.) HV

Een mes op zak hebben. Geen keukenmes natuurlijk, en ook geen knipmes met een veiligheidspal. Maar “een mes dat van een hypothetische, volmaakte grootvader had kunnen zijn”. Het is een van de vijfendertig miniscule pleziertjes die Philippe Delerm beschrijft in De eerste slok bier & andere kleine genoegens. Delerm schrijft over die dingetjes van niets, die ons dagelijks leven opfleuren, tenminste als we niet verleerd zijn er aandacht voor te hebben. Naar de bakker gaan, en op de terugweg naar huis al een croissant opeten. Luisteren naar het geluid van je dynamo: “Dat lichte suizen dat snorrend langs het wiel sliert en strijkt.” Als je er oog voor hebt, kan zelfs ongemak iets aangenaams hebben. Espadrilles bijvoorbeeld, die de regen opslorpen en loodzwaar worden aan je voet. Geniet ervan. En zo ook van dit kleine, wijze boekje. (De Arbeiderspers, 250 fr.)

(kader)

CITAAT

Er zijn verschillende dingen die je kunt doen na het pruimen van qat. Je kunt de tegels van je toegangshalletje loswrikken om op zoek te gaan naar de Zegel van Salomo, zoals een buurman van mij wel eens deed. Er bestaat de mogelijkheid dat je onvrijwillig ejaculeert, zoals de Turk aan het begin van deze eeuw die zijn vrouw in geen zestien jaar had gezien en bekend stond om zijn abstinentie. Ik ga meestal naar huis, drink een glas thee met veel melk en ga wat schrijven. Er was een tijd dat ik rond middernacht vanuit mijn ooghoeken kon zien hoe mijn potloodslijper zachtjes heen en weer bewoog, maar dat soort qat koop ik niet meer.

(Uit “Jemen” van Tim Mackintosh-Smith. Een met veel eruditie en humor geschreven portret van een merkwaardig land. Een plezier om lezen ook voor wie nooit van plan is er naartoe te reizen. Atlas, 995 fr.)

ONDER REDACTIE VAN POL MOYAERT

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content