Boeken

KLASSIEKER

Zestig jaar oud en springlevend: de heel klassiek geworden roman van Daphne du Maurier, Rebecca (Luitingh-Sijthoff; 16,51 euro). Hij is opnieuw in het Nederlands uitgebracht, zonder wat te veranderen aan de vertaling die toch ook al twintig jaar oud is. Maar zo’n lichtjes archaïsche tekst is best aardig. ‘Rebecca’ is en blijft enorm populair en de filmversie van ‘master of suspense’ Alfred Hitchcock kan je nog geregeld op televisie zien.

‘Rebecca’ overschrijdt diverse genres. Het is een romantisch verhaal over een jonge gezelschapsdame die de liefde van haar leven ontmoet, het is ook een spannende thriller over schuld en boete, en het is een boeiend portret van een meisje dat door de omstandigheden gedwongen heel snel volwassen wordt. En er is natuurlijk ook de tragische geschiedenis van dat prachtige landgoed Manderley, ergens aan de kust van het Britse Cornwall. Het is vereeuwigd in de openingszin van Rebecca: “Vannacht droomde ik dat ik weer naar Manderley ging.” (FB)

19DE-EEUWSE RODDELS

In het kleine kunstwereldje van het Parijs van de 19de eeuw was het mode om persoonlijke gevoelens literair verpakt de goegemeente in te sturen. En daar beleven wij tot op vandaag nog plezier aan. Een van de verpakte verhalen van schrijfster George Sand heet Hij & Zij (De Arbeiderspers; 12 euro) en is nu voor het eerst in het Nederlands vertaald.

Het achtergrondverhaal van ‘Hij & Zij’ is al reden genoeg om het boek te lezen. In de lijst van George Sands geliefden duikt naast Chopin, Balzac, Flaubert en Delacroix ook de naam op van romanticus Alfred de Musset. Na zijn dood schrijft Sand haar ‘Elle & Lui’, waarin ze uitgaat van de “verschrikkelijke en passionele liefde” tussen hen. De personages Thérèse en Laurent geven ons een voyeuristische inkijk in het liefdesleven van de schrijfster.

Maar het verhaal is nog niet ten einde. Op het toneel verschijnt ook Louise Colet, eveneens geliefde van Gustave Flaubert. Trouw aan dezelfde mode van verpakte waargebeurde liefdesverhalen, schrijft Flaubert in zijn ‘Madame Bovary’ enkele passages die voor Colet ongehoord herkenbaar klinken. Colet zint op revanche en inspireert zich op het ‘Hij & Zij’ van Sand. En dat hoeft op zich niet verrassend te zijn: Colet had immers eveneens een liefdesrelatie met Alfred de Musset. Analoog met Sand schrijft ze haar verhaal over de overleden romantische minnaar en smeert daarmee Flaubert de wraak in het gezicht. Zeer toepasselijk geeft zij haar boek de titel Hij (De Arbeiderspers; 12 euro). Alfred heet in dit boek Albert, en andere iets vager gehouden personages worden in de voetnoten duidelijk en schaamteloos met hun ware naam genoemd. Alsof je 19de-eeuwse roddelsessies bijwoont. (GVdB)

OUDERS VAN NU

Als psychologe en columniste is de Nederlandse Beatrijs Ritsema uitstekend geplaatst om een boek te schrijven over de opvoeding van kinderen. Als ze maar gelukkig zijn (Prometheus; 14,50 euro) leidt ze in met een pleidooi voor het zeuren. Dat ouders veel meer tijd aan hun kinderen besteden dan vroeger, wil volgens Ritsema niet zeggen dat de emoties in een modern gezin niet kunnen oplopen. Toch mogen ouders het niet opgeven te zeuren over onbenulligheden, vindt ze. Dit gezeur verwijst immers naar een boeiend opvoedingsproces. Kinderen voor de lieve vrede hun zin geven, doet dat niet. De schrijfster zet dit pleidooi kracht bij door een lijst thema’s in columnstijl af te werken. De grote verveling, ouderlijk gezag, verwend maar toch geslaagd, uitgaan, de illusie van rijpheid; Ritsema reikt denkwerk aan over herkenbare gezinsthema’s. (GVdB)

TONGZOENEN IN TEXAS

“Is er nog iets dat we niét weten over een eerste verliefdheid?” vraagt de kritische lezer zich misschien af. En toch zou het zonde zijn om Cherry (Cargo; 19,21 euro) niet te lezen, het vervolg op Mary Karrs bekroonde jeugdmemoires ‘The Liars’ Club’. Al was het maar omdat het boek de meest viscerale beschrijving ooit van een tongkus bevat. En een indringende evocatie van de twijfels, de begeerte en de folterende lamlendigheid van wat men adolescentie noemt. Mary beschrijft haar seventies-jeugd in een voor het arbeidersmilieu onconventioneel artistiek gezin in het Texaanse Leechfield – te lelijk om er niet van te houden – en spaart daarbij zichzelf niet. Meedogenloos beschrijft ze haar eigen kleine trekjes en de onweerstaanbare drang van jonge mensen om de foute dingen te doen: elke vorm van autoriteit tarten, verkeerde vrienden frequenteren en met verboden substanties experimenteren. Dat ze daarbij ook haar maagdelijkheid verliest (haar ‘cherry’ in het Engels) is bijna een anticlimax. In schril contrast met al die stoerheid is er haar liefde voor poëzie die haar helpt haar Eigenste Zelf te vinden. ‘Cherry’ is in de je-vorm geschreven, wat tot het went enigszins gezocht overkomt. Soms zou je ook willen dat Mary Karr haar opgroeiende alter ego iets meer relativeringsvermogen had meegegeven, maar de scherpte van haar observaties staat buiten kijf. (LA)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content